TRIMARD'S Van alles Wat Kunst in het Ambacht KANTWERK Raadsel prijskamp mm mm m Een nieuwe rat RAADSEL 10 RAADSEL 11 RAADSEL 12 0 J MENGELWERK N° 7 II IN 'T LAND VAN VERDERF Uit den lande mm®*. m 8aw— Welke rijtuigen gaan niet voor uit op wielen V ier-lettergrepen-woord Waarom bijten bassende hon den niet Kenschetsen d a> gg «B m m Munnc Zedeleer Het Vroolijke Hoekje Met 1913 wordt de Raadselprijs kamp verbeterd en uitgebreid. Al onze vrienden-liefhebbers zullen er uiterst over voldaan zijn. Raadsel vrienden, abonneert U op HET YPERSCHE VOLK. Wij geven eenige bijzondere bepalingen uit de wet waarbij het vergunningsrecht op de slijterijen van alcoolhoudende dranken wordt afgeschaft en bijzondere taxen op den binnenen buitenlandschen brandewijn als mede eene openingstax op de slijterijen van gestrijke of gegiste dranken worden vastge steld. I. De opbrengst der nieuwe taxes komt te goed, even als de vroegere opbrengst van het vergunningsrecht, aan het bijzonder fonds der gemeenten. II. Twee nieuwe taxes worden ingesteld in plaats van het vergunningsrecht. t. w. i) taxes op inlandschen brandewijn en ingevoerde alcohol-inhoudende vloeistof en a). 10 centiemen per liter bepaalden brandewijn bij het uitreden van de stokerij, distilleerderij of openbaar stapelhuis. b)- taxes op buitenlandsche brandewijn, likeuren, enz. reukwaren enz., (zoo wij het verleden week drukten) gesteld op 5 t. h. van het bedrag der invoerrechten. 2) Eene openings taxe op slijterijen van geestrijke of gegiste dranken. De taxes klimt van 3oo fr. tot 1000 frank volgens het getal inwoners der gemeente of agglomeratie. (Dit hebben wij verleden week ook laten kennen). III. Door wie is die openingstaxe ver schuldigd Volgens art. 19 der nieuwe wet door elk nieuwen slijter. 1Wie worden nu als nieuwe slijters beschouwd a) Degene die eene nieuwe slijterij opent ot eene bestaande slijterij overneemt. b) Degene die eene slijterij, welke geopend is geweest, opnieuw in exploitatie stelt. Uitzondering wordt gemaakt in geval de slijterij, gesloten op grond van overmacht, binnen de 6 maanden door denzelfden per soon opnieuw in exploitatie wordt gesteld. c) Degene die zijne slijterij van uit eene gemeente naar eene andere overbrengt die de eerste niet aangrenst of geen deel uitmaakt van dezelfde. 2) Wie worden niet als nieuwe slijters beschouwd Degene bepaald art 20 1, te weten: a) Degene die, in hetzelfde lokaal, de slij- terijjvoortzet, welke door zijnen echtgenoot gehouden werd b) Degene die, in hetzelfde lokaal, de slijterij voortzet, welke hetzij door zijnen vader, zijne moeder of anderen bloeverwant in de opgaande lijn, hetzij door zijn bloed verwant in dalende lijn gehouden werd c) Degene die, deel uitgemaakt hebbende van eene genootschap of gemeenschap ten voordeele waarvan de slijterij gedreven werd, de slijterij in hetzelfde lokaal, voor eigen rekening voorhoudt d) Degene die zijne slijterij naar een ander lokaal in dezelfde gemeente overbrengt. 3. Aanmerkingen. a) Art. 20 2. De slijter op wien een der gevallen van art. 20 1 toepasselijk is, is ge houden, binnen de i5 dagen, van de veran dering aangifte te doen ten kantore van den ontvanger der belastingen van het gebied. b) Art. 21, i. Indien eene slijterij, voor rekening van eenen derde, wordt gehouden door eenen zaakvoerder of anderen aange stelde, wordt, voor de toepassing der taxe, de lastgever alleen als slijter beschouwd. c) 2. In geval van verandering van den aangestelde, is de lastgever gehouden aan den ontvanger der belastingen van het gebied daarvan aangifte te doen vóór den dag waar op de nieuwe aangestelde zijne betrekkingen aanveerdt. d) Art. 22. Ten minste i5 dagen vóór dat hij zijne exploitatie begint, moet de nieuwe slijter, bij den ontvanger der belastingen van het gebied, eene aangifte indienen van ope ning, van overneming of van heropening, in den vorm vastgesteld door den Minister van Financiën. Deze aangifte wijst nauwkeurig de ligging der slijterij aan. Zij gaat vergezeld van een bewijsschrift van de bevoegde gemeente-overheid, ten blijke 1® dat de slijterij aan de voorwaarden vol doet krachtens artikel 16 geëischt 3° dat de slijter zich niet bevindt in een der gevallen van uitsluiting voorzien bij artikel i5, nrs 2° 3° en 40, dezer wet. IV. Over deze die eene slijterij niet houden mogen. Art. i5 geeft deze bepaling. Art. i5. I. Mogen, noch in persoon, noch door tusschenpersoon, geestrijke of ge giste dranken in het klein slijten i° Zij die niet ten volle hebben afbetaald hunne belastingen Sgeboekt in de*: kohieren der rechtstreeksche belastingen van het voor gaande jaar, of de gemeente- en provincie- taxes op de drankslijterijen voor hetzelide jaar. -: Vervolg :- 'h JVIoende dat ge alle jaren vijfhon derd, frank afzondt Ja, vijfhonderd centen zeker, spotte hij' ik geef wat ik wil en ze mogen er mee tevreden zijn is 't piet genoegd t is mij ook wel. Remi stond verstomd over zooveel onbe schaamdheid, maar hij had den scheuvel al- lengskens leeren kennen en, daar hij hem nu sedert vijf, zes weken, eiken Maandag-morgend peerdedronken zag inkomen, kon hij bij zijn zeiven rekenen dat de honderden franks ei zoo dik niet lagen... 't Weder bleef prachtig, met nu en dan een stille zomer-vlage, en 'twerk schoof, lijk af- getooverd. Als zo twee fa?ons gegeven hadden, be taalde de boer aan elk tweehonderd vijftig frank, op afrekening. Pol stak zijn geld weg Dit verval van recht wordt opgeheven van den datum af der betaling van deze belastin gen, en de openingstaxe wordt niet gevorderd indien de slijterij niet langer dan zes maanden is gesloten gebleven 2° Zij die veroordeeld werden voor een der misdrijven voorzien bij artikelen 363 tot 3qi van het strafwetboek 1° Zij die een huis van ontlucht of eene inrichting van bedektelijke prostitutie hou den of hebben gehouden. Mogen niet gelast worden, als aangestel- den, van het houden der slijterij voor reke ning van eenen derde, zij die zich in een der gevallen bevinden voorzien bij nrs 20, 3P en 40 van deze paragraaf. 2. De bepalingen van de nrs 30, 3° en 40 van 1 van dit artikel zijn niet van toepassing op de slijters gevestigd vóór het in werking treden dezer wet, hetzij uit hoofde van de veroordeelingen die zij vroeger zouden be- loopen hebben ten gevolge van vervolgingen aangevangen vóór het in werking treden dezer wet, hetzij uit hoofde van het feit vroeger een huis van ontlucht of van prosti tutie gehouden te hebben. 3. Worden beschouwd als tusschenper- sonen, de echtgenoot en de verwanten in de op- en nedergaande lijn inwonende met den persoon wiens recht tot slijten vervallen is. Aanmerkingen. 1) Art. i5 zegt: dranken in het klein slijten. Worden b.schouwd als slijterij in het klein. (Art. 18) alle inrichting waar dran ken worden verkocht voor verbruik ter plaat se, ongeacht óf het lokaal gevestigd zij of niet en óf de slijterij doorloopend óf' bij af wisseling gehouden wordt. 2) Art. 16. Elke slijterij van geestrijke of gegiste dranken in 't kleindie, te rekenen van het in werking treden dezer wet, geopend wordt, moet, in het belang der openbare gezondheid en zedelijkheid, beantwoorden aan bijzondere eischen inzonderheid ten aan zien van de ligging, de oppervlakte, de hoogte, de luchtverversching, de lichttoe- treding, de verdeelipg binnenshuis en de binnenplaats. Deze eischen worden bepaald door een gemeentereglement of, bij gebreke van een behoorlijk goedgekeurd gemeentereglement, door een modelreglement bepaald bij koninklijk besluit. 3) Art. 17. en Art. 18 geven bijzondere bepalingen voor reizende slijterijen. De taxe erop wordt eenvormig op 5oo fr. gesteld. Door reizende slijterijen zijn te verstaan de zulke die gehouden worden in booten, sche pen, spoorwegrijtuigen of andere, in kermis kramen, loodsen, tenten of andere inrichtin gen die doorgaans van de eene naar de andere localiteit worden overgebracht. V. De wet stelt ook de boeten vast die overtreders inloopen. HET YPERSCHE VOLK heeft vroeger van de gelegenheid gebruik gemaakt om op te tellen hoeveel socialistische syndikaten - kassen reeds geplunderd werden door de bestuur ders zoo in Belgie als in den vreemde. Nu vernemen wij dat de socialistische verzeke ringskas in Düsseldorf in Duitschland 125,000 fr. ontstolen werd door de bestuur ders, en dat geld diende voor de leute en 't plezier van de verdedigers van de pauv' peup' Te dier gelegenheid het volgende Een hieuw feit schijnt gelijk te geven aan de, darwinisten, die beweeren dat de menseh van een aap of ten minste van een dier afstamt. Dit feit is de verschijning van een nieuwe rat. Tot hiertoe hoorden wij van waterrat, huisrat, musc-rat, stadsrat, veldrat, kelderrat, hotelrat, enz., enz.... Er zijta. er nog, wij hebben de pretentie niet al de ratten van de wereld te kennen. Maar de nieuwe rat overtreft al die ratten, dp nieuwe rat is de rapste rat onder alle ratten. Men weet dat ratten zijn gulzig en vraatzuchtig, zijl ver woesten bijzonderlijk zolders en magazijnen. Maar, onder al de ratten, de gulzigste, de vraalzuehtigste is de nieuwe rat. Van waar komt die rat Welk is de oor sprong van die rat Van welke soort is die rat Door welke veranderingen is die rat alzoo tot haar volledige ontwikkeling geko men Al wetenschappelijke vraagpunten Welnu, die nieuwe rat is het voortbrengsel, is de vracht niet van eene trage ontwikke ling. Het is een rat, eenig in zijn soort. Dit is voor de goddelooze wetenschap een nieuw bewijs van de spontane generatiein menschelijke woorden van het schielijk ont staan... gelijk die duizende knaag wormen die ontstaan 1 zonder schijnbare oorzaak (toch met eene oorzaak) op alle verrot tend lichaam. Die rat ontstaat gelijk een kampernoelie op uitgebruikt veld. Die alvernielende rat wordt alras dik en vet... en durft vah langs, om meer; die rat in de barak, maar Remi zond tweehonderd frank naar huis. Hij was in Lang zoo gelukkig niet geweest. Hij' beefde hem in thuis te zijn, op 't oogen- blik dat het geld inkwam en hij zag vader fier het hoofd rechten; hij zag moeder met hianden op de knieën slaan van danige welge zindheid. Hij zelf was 'lijk wild, en stemde er in toe, met Pol dien achternoen uit te gaan, voor den eersten keer. Ze wandelden eerst rond heel 't gedoente van Monsieur Durenne, hun baas; en, wen ze op de kobbe der boerderij rond hen ke ken, was het al een zee van teer- en donker groen. Reeds flodderde het koren op den licht- gclvenden akker en scheen, onder het tin- sen van den wind, de kruinen op te klim men en do meegaande glooiingen neer te tui melen, in wilde, zotte vlucht, gedurig achter malkaar. Soms roefelde een wervelwind al over den akker, die de effenheid van 't lissenspel verbrodde, en de wimpelende stalen, met een nijdigen overslag, tegen stroom, van de rij- zigingen af, achterwaarts scheen weer te bui- schen Tusschen de strooivruchten stonden de bee- ten, nog ongeloken, statig en stil, bijna roer loos, met de enge strepen v;ol opgerakelde, wit- gedroogde turven tusschen de reken; hier en daar stak er nog een zaadstaai zijn ooren weet zand in de oogen te werpen en wordt den schrik van de groote katten uit den huize. Ook, alswanneer die katten de vernieling van de nooit verzaade rat gewaar worden, heb ben zij goeid den moed in hunne vier pooten te nemen en te roepen en tieren «Op! harop 't is de rat dan is het te laat het huis is doorknaagd, doorwreten, onder mijnd tot in de grondslagen... kraakt langs alle kanten en stort ineen 1 Dan is de rat schielijk verdwenen de rat is elders hare woonst gaan vestigen, ver van huis, in den vreemde, over de grenzen... Maar de rat is voorzienig geweest, en harft vette brokken verzameld en meêgedaan, waar- meê elders, het leven, hoe duur het ook zij, zonder kommer gesleten wordt Die rat... ik heb nog zijn naam niet ge zegd, maar alle lezers hebben hem her kend 't is de roode rat, 't is de rat der roode coöperatieven en syndikaten. Op onze spoorwegen. De statistiek der wa gons door de St.aatspoorwegen tot het vervoer der koopwaren gebezigd, vermeldt, voor de vijf weken van 30 September tol 3 November, een totaal van 686.328 geladen wagons. Dit aantal bedroeg, tijdens het zelfde tijdstip van voorgaande jaar 642,014. Er werden vervoerd onder meer 136 duizend 894 wagons kolen tegen 158 duizend 875 in 1911. In vergelijking met het vervoer der koop waren, is er in October 1912 1 miljoen 94.000 fr., 't zij 8 t. h. meer ontvangen dan het zelfde tijdstip in 1911. De vijfdaagsche abonnementen. Van af den 1 januari aanstaande zullen de prijzen der vijfdaagsche abonnementen op de belgische spoorwegen bepaald zijn als volgt35 fr. in voorbehouden lc klas. in plaats van 30,75 fr. 23 fr. in tweede klas, ia plaats van 20,50 fr., 13 fr. in derde klas, in plaats van 11,75 fr. Naamloozc vennootschappen. De Kamer heeft eene nieuwe wetgeving op de naamloozc vennootschappen aangenomen. Tal rijke beschikkingen zijn van aard aan bestaan de misbruiken een einde te maken en de spaarcenten onzer medeburgers tegen sommige geldwolven te beschermen. De kwoteeringen der beurs Worden dooi de beurskommissie opgesteld en alleen de door deze kommissie aanvoerde waarden wor den officieel gckwoteerd. Om te voorkomen, dat leden van dergelijke kommissies zich zou den laten betalen, om aan sommige waarden den voorrang te geven boven andere, heeft een nieuw artikel aangenomen geweest, waar door deze soort handel niet alleen verboden wordt, maar kan gestraft worden met eene maand tot een jaar gevang en 50 tot 1000 fr. boete. De lichting in Congo. Bij konink lijk besluit van 3 december is de lichting in Congo-, voor de openbare macht, bepaald op 3750 manschappen voor het jaar 1913. De vergelding der milicianen. Het wetsontwerp -door M. de Broqueville in de Kamer neergelegd en waarvan wij hooger spreken, betreft enkel de milicielichting. Er wordt verzekerd dat eene bijzondere wet zal voorgesteld worden om de vergelding aan de milicianen te regelen De bescherming der kindsheid. De wet op de bescherming der kindsheid be gint gelukkige uitslagen op te leveren. De ver- dedigingskomiteiten bestatigen van nu af aan de uitmuntende gevolgen van hare toepassing, bijzonder voor de aanwerving van het scheeps volk. Men weet dat eene der schikkingen van -de wet den kinderrechter toelaat de jonge overtreders in zekere gevallen, aan open bare of bijzondere stichtingen toe te vertrou wen. Alzoo worden verscheidene kinderen naar de Zeevaartschool van Oostende gezonden, waar men over hen zeer tevreden is. Rechterlijke Policie. M. Carton de Wiart, minister van Rechtswezen, heeft in de Kamer een wetsontwerp nedergelegd, strekkende tot de aanstelling van kommissa- rissen, hulpkommissarissen, en agenten der rechterlijke policie, rechtstreeks geplaatst onder het bestuur van den prokureur des konings. De Brievenpost. —Eene afvaardiging der brievensorteerders van België werd Za terdag over acht dagen ontvangen door M. Segers, minister van zeewezen, posterijen en telegrafen. Zij hebben in een lang onderhoud aan den minister kennis gegeven van hunne grieven en hunne verlangens. M. Segers gaf hun de verzekering, dat hij hij vast besloten is, het spoor van zijnen achtbaren voorganger te volgen en reeds, ten titel van blijde intrede, eene reeks hervor mingen zal verwezenlijken, die aan al het personeel zal ten goede komen. De afveer-diging verklaarde zich gelukkig met haar nieuw opperhoofd kennis gemaakt te heb ben, bedankte hem innig voor zijne goede inzichten jegens het sorteerderskorps, en ver zekerde tevens den minister van hunne vol ledige toewijding. boven de verniste blaiars der planten, die bij wijlen hun loof half oversloegen. Wat eenlijke zwijten! riep Remi, in be wondering. Ja, ventje, zei Pol, moest ge er de grootte van raden ge zoudt nog altijd te kort bollen; het schatten gaat hier moeilijk, door de oneffenheid van den grond; men zou hier de helft bedrogen zijn en men schat altijd te weinig; een stuk van tien hectaren zoo genomen, zal u maar vijf of zes geme ten groot schijnen, omdat g'er meesttijds het einde niet van ziet dat in de verte weg sterft. Wat een zee! wat een zee van groen! riep Remi uit en wat staan die appelaars, daar tusschen, verlaten en verpieterd, en 'lijk te tasten, met hun wijd-uitgesprietelde spil len, achter een maat. 't Staat u aan, h.fegekte Pol. 't Is wonderschoon in zijn blootheid, ant woordde Remi, en 'k imoet dat op mijn ge mak bezien, we hebben lijd genoeg. Ge moet zwijgen en mij gerust laten, tot mijn hoorntje uitgerookt is. Hij fokte neer, stak zijn pijpe aan en liet blikken rond varen. In de diepte stond de lieeren-doening van Monsieur Durenne: slechts de schaliedaken keken boven de wentelingen van den grond uit en, links-weg, sloeg de rook uit de kave van een onzichtbare boerderij en krinkelde om- Wij meenen ook eens eene studie te mogen mededeelen om alle kunstliefhebbers en nl. om de talrijke kantwerksters uit Yper en het Ypersche aangenaam te zi:n. Onloochenbaar wordt de aandacht van velen meer en meer getrokken op de ontwikkeling van de kunst in het ambacht. Bijzonderlijk is men bekommerd met den toestand van de huisnijverheid waaronder de kantnijverheid die veruit aan het grootste aantal werk verschaft en die als een kostelijke perel i n onze Vlaamsche kunstnijverheidskroon schittert. Het kantwerk bestaat uit twee bestanddeelen techniek en vorm. Wat aan kantweik zijn eigen kenteeken geeft is bijzon derlijk de samenstelling, de teekening. In de kantnijverheid moet dus het nauwste verband bestaan tusschen teekening en bewerking. Ontegensprekelijk zijn onze vlaamsche kantwerksters be hendig gebleven in alles wat de bewerking betreft; maar tot over korte tijden vergat men te veel het gezonde ambachtsgevoel te ontwikkelen om aan de voortbrengselen van het handwerk vorm en kunstuitdrukking te geven. Ons inzicht is niet, voor het oogenblik, uit te weiden over den economischen en commercialen toestand van de kantnijverheid; wij merken aan dat er stilaan heropbeuring komt in de kunst nijverheid zelf en dat zulks niets dan goeden invloed zal hebben op den commercialen en economischen toestand. Heropbeuring is vooruit en vooral te danken aan H. M. KONINGIN ELISABETH die de kantnijverheid onder hare bescherming nam. Thans komen Allerlei Kantwerk Kantkussen Waarop het Werk, o normale-kantwerkscholen tot stand waar kantwerk-leermees- jn yolffende Drent afeebeeld in afmaking lifft teressen hunne kunst aangeleerd worden onder opzicht van VOlSenÜe Prenl .argeDeelCl in almaking ligt techniek en vorm. met twee duizend klosjes Zulke beweging in ons land is niet alleen allervoordeeligst; maar zelfs allernoodigst daar de vreemde, vooral de franschè mededinging, sedert een tijd van hier sterk aangroeide. Eene andere bemerking nopens het heropbeuren van het kantwerk. Alswanneer men oude kant onderzoekt, bemerkt men, onder de schoonste, twee soorten de eerste prachtig om haar versieringsweerde de andere heerlijk om haar technische volmaaktheid. Maar heel zelden worden deze twee hoedanig heden samen aangetroffen. Zoo vindt men hier grove kant vrn een opmerkensweerdig effekt voor wat de teekening betreft terwijl men daar allerfijnste weefsels vindt niet altijd opgevat naar den eisch van toepassing en bestemming. De volmaakt heid is gelegen niet in het samengaan der twee hoedanigheden maar in den middenweg, in het evenwicht. Techniek en tee. kening moeten malkaar verstaan om reden van de rol, die het kantwerk heeft te spelen in de kleedij of in de meubil eering versiering, stevigheid, fijnheid worden niet vereischt in dezelfde maat en op dezelfde wijze voor het linnen, voor het kleed, voor de behangsels. Ziedaar de bijzondere grondslag van de kunst begrepen door degenen die verstaan dat men eenerzijds niet kost wat kost en overal het oude mag navolgen; dat men anderzijds wantrouwen hebben moet voor allen die ernstige overleveringen verwerpen en vernielen om den kant te breDgen in de gevaarvolle wegen van den modern style. Jk. fMmsgsaem&ggxBL He- Het is eene vreugde te bestatigen dat men ook te Yper de goede princiepen begrijpt. Als bewijs zijn wij gelukkig hier de afbeel dingen te kunnen geven van een kantwerk afgemaakt in de speldewerkschool van de Mariaschool of Lamotteschool gesticht in 1764 door Jonkvrouw van Zuutpeene-Lamotte en Kanunnik van Roo, boetpriester van de hoofdkerk van Yper. Daar heeft men dit werk afgemaakt een kelkdeksel besteld door Mejufvrouw Maria Baus en door haar opgedragen aan Z H. PAUS PIUS X ter gelegenheid van zijn priesterlijk jubelfeest 1907. Men wilde er een volmaakte bewerking en eene weiverstane teeekening samenbrengen; daarin is men gelukt. Het is Valencijnsche kant, in bijna al de steden van West-Vlaanderen verspreid. Fijn werk is het, afgemaakt met twee duizend klosjes. Middendeel en omlijsting werden niet aan malkaar gevoegd maar ineens afgewerkt het geheel heeft omtrent 23 centimeters langs alle zijden. De teekenaar heeft het karakter van de Valencijnsche kant wel begrepen en vertolkt, ook bewijs gegeven dat hij de bestand deelen van de bewerking grondig kende. Die kunstenaar is M. L. Titz, van Brussel, geen wonder dan in de teekening een herinnering aan esthetiek aan te treffen, en een heel persoonlijk en ook wel nieuwe opvatting der vormen. De grondgedachte der teekening werd bepaald door de bestemming van het voorwerp 's Pauzens wapen midden een kruis eenig teeken door de rubrieken voorgeschreven voor het doekje dat gedurende de H. Mis den kelk bedekt. Het eerste is oorzaak van verderf zonder 't tweede schinken kan ik niet het derde een onmisbaar lidmaat het vierde is altijd log of zwaar. Het geheel word fel beklapt dees lijd. Een pastoor komt uit de statie. Een pak jesdrager biedt zijne diensten aan. De pastoor bedankt en weigert. Die papen zijn maar goed om al het geld voor hen te houden. Zij kunnen nog 'eenen armen duivel geen cent jeunen Een maand daarna, dezelfde pastoor komt uit dezelfde statie. Een pakjesdrager biedt zijne diensten aan, den pastoor aanveerd. Die papen die luiaards zij kunnen noch zelf hunne pakken niet dragen. Indien de kloosterlingen zich bezig hou den met studie en gebed... Oh die Iuierik- ken Indien zij zich bezig houden met werk of neering... Oh die inpalmers Alswanheer de katholieken de wet van het vleeschderven onderhouden, men vindt ze bespottelijk. Alswanneer de joden de jood- sche wet op> het 'vasten onderhouden, men bewondert en beboft ze 1 Men moet de eerbaarheid eerbiedigen. Niet te doen, zegt Chaumetteuitvinder van den eeredienst van dè godin der Rede, in 1792, niet te doen, dat is mijn gedacht niet. Men moet andermans goed eerbiedigen. Niet te doen, zegt Proudhon, eigendom is diefle. 4 Men moet zijn naastens leven eerbie digen. hoog; 'twas alles wat er te zien viel van leven, en van menschelijke tegenwoordigheid; verder, niets dan groen, groen, wentelend groen, dat rondom in den vuil-blauwen, licht-bemelk- ten einder uitliep, en, boven hem, de wijde, onmeetbare hemelkappe, waar een enkele streep vuil-witte weerhaken en zomervleggen 'lijk in processie, van uit het Zuiden het Noorden in dreven. Daar zat Remi; hij vergat zijn maat, die vadsig in 'tgras op den buik uitgestrekt lag te druilen. Hij vergat waar hij was, hij vergat zijn eigen en zat er alleen, in die eenige wijdte, onder dien eenigen hoogen hemel! Plots voelde hij' hem 'lijk overstroomd door de grootscheid aller dingen; hij voelde hem zoo klein, op en onder die onmetelijkheid, zuchtte hij, sloeg de blikken op en prevelde: God Maar de verzadigde zoetheid van dien stroo menden indruk kwam plots in botsing, met oen andere macht, die in zijne ziel huisde en de tegenstrijdigheid deed hem uit zijn droomen ontwaken, met een gevoel van inwendige kwet sing en lijden. Waartoe was hij gekomen?... Hij had, tot nu, al zijn Zondagen over bracht, met de Vlaamsche maatjes waarmede hij kennis miek op de omliggende hoeven; hij had er, benevens eenige slechterikken, veel goede, brave jongens, gevonden, die, evenals Niet te doen, zegt Caligulaik wenschte dat het Romeinsche volk maar een hoofd hadde, om het met een slag te vermoorden. Men moet het recht eerbiedigen. Niet te doen, zegt Bismarckde macht dwingt het recht Men moet de vrijheid eerbiedigen. Niet te doen, zegt de vrijmetselaar, men moet aan de katholieken de vrijheid ontnemen! Scherp. Een Fransch soldaat der republi- keinsche wacht verweet verontwaardigd aan eenen soldaat van het vreemdelingenlegioen Gij vecht om geld, terwijl een soldaat der wacht strijd om de eer. Och, antwoordde de soldaat kalm, men veebt om datgene, wat men niet heeft. 't Was een Mie! Eorlogiemaher (tot Mie, die hem enkel den sliDger der liorlogie brengt). Ja. vrouwtje, ge moet de heele klok meebren gen, anders kan ik ze niet maken. Mie. O, aan de klok markeert niets, het is alleen de slinger die niet gaan wil!... Hij wist wat advokaten zijn Een advo- kaat, Vreemd genaamd, meende dat hjj spoedig sterven zou hij riep dus zijne vrouw en zei Beste vrouw, wanneer ik sterf, moet ge niets anders dan eenen eenvoudigen steen op mijn graf laten leggen, en er niets opzetten dan x Hier rust een eerlijke advokaat. De vrouw gaf hare verbazing te kennen, dat haar man niet eens zijnen naam op den steen wilde hebben. Dat zal niet noodig zijn, hernam de rechts geleerde. x Een ieder, die voorbij gaat en dat opschrift ziet, zal dadelijk zeggen x Dat's Vreemd. hij, gekomen waren, om zooveel geld mo gelijk te winnen en bestaan en welstand aan den huiselijken heerd te brengen, In 't lieve vaderland. Met den eersten verschoot hij wat in de wildheid dier cntemmelijke kerels doch ze waren, voor 't meerendeel, toch eerlijk en goed van herten en hij: versleet er genoeglijk zijn Zondagen bij, in luidruchtige leute. En waarom was hij vandage met Pol uit gezet, dien hij slecht en bedorven wist En waar letten ze toe Uit den dronken mond van zijn werkmaat, toen deze 's Zondags nachts zwijmelend in kwam, had hij reeds veel kunnen oprapen en lengerhand waren ook in zijne ziel, 'lijk vergift, dat langzaam neerzijpelt, wilde be geerten gezonken, die hoekerden in haren on dergrond. Door de schokking van het goede met het kwade, ontwaakte hij en, beschaamd van zijn zeiven, durfde hij in zijn binnenste niet neer zien. Hij leed. Zijn ziele leecL Hij hooide haar stem Keer terug 1... En zijn gedachten draafden naar het va derland en 't Puidenest, bij vader en moeder en Meetje, 't oud, hef dingentje, en, voor elk in 't bijzonder sprong een sparke in zijn hert. Hij zag ook Marietje Crepeele opdagen en weerom voelde hij de inwendige kwetsuur, Daarmee eindigen wij den vierden raadsel prijskamp voor het jaar 1912. Wij verhopen in 't korte al de antwoorden van onze raad selvrienden te ontvangen, om, ten laatste binnen veertien dagen, e'n uitslag én prijs winnaars te laten kennen. want de eerbied, dien hiji voor haar gevoelde, kwam in botsing met de begeerlijkheid di# in hem hankerde. Is uw paternoster uit tuitte Pol. Remi verschoot, en al de lieve beelden dom pelden weg, inééns.... Kom, droomer 1 Loden wacht, en we gaan plezier maken. Plezier 1... Hij voelde de knaging en, boven die kna ging, de wilde eischen van losgelatene driften. De strijd duurde een stond. Hij zou meegaan, enkel om zijn maat te voldoen, maar hiji zou toch meester van zijn zeiven blijven, en in hem stilde de strijd. Zoo stillen de koeiers de trappelende, han- kerende, tuitende koeien met een handsvol klaver, doch slechts voor een stond, want, na die weinige beten, verdubbelt de hanke ring, tot ze 't sliet vol krijgen. Met den eersten stap dien de jongen ver- tort, was hij plichtig en strafbaar hij wist hethij had het voorgevoel van -wat er hem te wachten stond maar hij versmachtte voort de inwendige verwijting met de onuitgespro- kene belofte Ik zal mijn zelf meester blijven 1... En zoo landden ze aan op Gonesse-plaats. Pol kende er al de sluipen en Remi zag klaar, dat hij1 in al de kleine kroegen thuis was hij sloeg oogjes naar de jonge meiden en er werd overal met zotte giecheling ont haald yaq binnentreden af. „Wordt voortgezet."

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 8