hunne tranen vermengende met die hunner
waardige en deugdzame kinderen. Mocht ik
tocli hun diepbeproefd kart door een troost-
woord oplichten Helaas ik kan hun alechts
zeggen
De groote toeloop van treurende vrienden,
die zick rondom dezen grafkelder scharen om
eene laatste hulde aan den overledene te bren-
gen, bewijst genoegzaam, dat hij de algemeene
genegenheid zijner medeburgers en de liefde
zijner onderdanen gewonnen had.
a Eene meer bevoegde stem dan de mijne heeft
u het leven van den alomgeschatten man, als
bestuurder en als bijzondere, in zielroerende
bewoordingen afgeschetst. Het zij mij gegund
eenige woorden te reppen over de bijzondere
bescnerming en de weldaden, welke hij gedu-
rende zijn bestuur aan ons lager onderwijs ver-
gund heeft.
n In 1870 Schepen benoemd. gaf Mijnheer
Julius de LAVELEYE welhaast blijken van
zij ne bezorgdheid voor het volksonderwijs. In
eene zitting van den Gemeenteraad, nam hij het
initiatief voor te stellen het oud schoollokaal,
onder aile opzichten gebrekkig, af te keuren en
er een nieuw te laten bouwen, hetwelk al de
grondstellingen der gezondheidsleer zou beant-
woorden. Het toenmalige bestuur nam bij toe-
juiching dit voorstel aan. Eenigen tijd nadien
ving men de werken aan, die, onder het wakend
oog van den nooit volprezen Oud-Burgemeester
denW.E.D. Heer Frans Keingiaert de Gheluvelt,
snel vooruitgingen het zoolang gewenschte ge-
bouw was welhaast ogericht.
Ten jare 1878 werd hij Burgemeester be
noemd en den 28n Juli plechtig ingehuldigd.
Wie herinnert zich de vreugde niet, welke op
dien dag in onze gemeente heerschte. Dan was
het, dat hij eene welgemeende redevoering met
de diepste overtuiging uitsprak, waarin hij het
onderwijs afschilderde als de eenigste hefboom
zijnde, die den mensch aan zijnen natuurstaat
onttrekt en hem het middel verschaft om naar
zij ne eigene volmaking te streven.
Niet alléén moedigde hij het onderwijs met
raad aan, maar ook door daad werkte hij tôt den
bloei der school. Voor niemand is het onbekend,
dat hij zich groote opofferingen getroostte om
den iever in de studie op te wekken, de naar-
stigheid in het schoolbijwonen te bevorderen,
het goed gedrag van het schoolkind te beloonen
in de jaarlijksche plechtige prijsdeelingen
zij ne milddadigheid hieromtrent kende geene
Ï>alen. Menigmalen heeft hij, in persoon, onze
eerlingen op school met een bezoek vereerd,
onder hetwelk hijin korte en vatbare bewoor
dingen, de kleinen tôt het vervullen hunner
plichten aanwakkerde indrukwekkend was de
houding der lievelingen, die hunne oogjes op
hunnen teergeliefden Burgemeester onbeweeg-
lijk vestigden, ten einde elk woord goed op te
vatten en in het geheugen te prenten.
77 Wie van ons, bij dit ontzielde lijk, herdenkt
het oogenblik niet, wanneer hij de schoolzaal
binnentrad om de plaats van voorzitter der
prijsuitdeeling in te nemen een straal van
echte voldoemng schoot uit zijne oogen. Oor-
deelt naar dezen volzin, Mijne Heeron, hoeveel
prijs hij aan de kinderfeesten echte De prijs-
deeling, zegde hij, is een der verrukkelijkstefeestjes,
waar ik deel kan aan nemen. n
Maar heil op aarde mocht hij niet langer ge-
nieten liij werd de prooi eener ongeneesbare
kwaal. die zijne krachten langzamerhand on-
dermijnde. Van dan af leed hij wreed aan hart,
zooals hij zegde, dat hij in den kinderkring niet
meer kon verschijnen. Hoewel ver van ons ver-
wijderd, hield hij niet op onze scholen met
overvloedig6 weldaden te overladen.
n De kwaal nam toe, en gedurende die lang-
wijlige ziekte werd ons, onderwijzers, dikwijls
de eer beschoren bezoeken bij hem af te leggen.
In onze eenzame gesprekken openbaarde hij al
de edele gevoelens zijns harten geen dag ging
voorbij of er werd over onderwijs, opvoeaing
en beschaving gehandeld. Weinigen, gelijk hij,
verstaan hoe verheven de zending des onderwij
zers is De toekornst, zegde hijhoort aan het on
derwijs toe, a
n Welk grootsch karakter, welke edele ziel,
welk beminnend hart Ja, wij weten dat deze
echte volksvriend ons lief had ons bestaan, ons
geluk lag hem aan 't hart. Wij vonden in hem
eenen steun, eeneu raadsman wij verliezen in
hem het toonbeeld der ongeveinsde liefde, der
trouw, der behulpzaamheid. Het verbes is aller-
pijnlijkst voor ons en onze schoolkinderen, in-
zonderheid voor de armen.
Daar ligt hij, onze duurbare vriend.... De
hand, die de onze zoo gulhartig drukte, is koud
en stijf de mond, die onzen iever door hoop-
en troostvolle woorden zoo graag aanvuurde, is
voor eeuwig gesloten het nart, dat voor ons
zoo vurig klopte,beweegtniet meer.... 0 wreede
dood
Welbeminde Heer de LAVELEYE, het uur
des afscheids zal weldra slaan, wij sturen u een
laatste vaarwel toe. Wij zullen u, helaas niet
meer ontmoeten op deze aarde, waar gij zooveel
goeds gesticht, bewijzen van echte burger- en
christeïijke deugden gegeven, weldaden in over-
vloed verspreid hebt maar zoo de onverbid-
delijke dood u aan ons oog onttrokken heeft,
zullen liefde, erkentenis en dankbaarheid eeu-
wig in ons hart leven.
Van in het zalig verblij f, waar gij reeds de
kroon der rechtvaardigen ontvangen hebt, aan-
vaard onzen afscheidsgroet.
7i Ja, vaarwel in naam der neerslachtige on
derwijzers. Vaarwel en nog eens dank in
naam onzer leerlingen en hunner ouders,die hier
samengekomen zijn om hunne gebeden en tra
nen op uw graf te storten.
n Tôt wederziens, hooggeachte Heer Burge
meester, in den schoot van een beter leven, waar
er van zielroerend afscheid nemen geen spraak
meer zal zijn. Vaarwel
Discours cle M. Vermeulen,au nom du Willems-
Fonds.
De Ypersche Willems-Fonds afdeeling heeft
mij de treurige taak 6pgedragen,inharennaam,
eene laatste hulde te brengen, en een eeuwig
vaarwel te zeggen aan hem die, van af hare
stichting, voor liaar eèn beschermer, een ver-
kleefde en rechtzinnige vriend was.
n Met eene diepe ontroering, een innige smart,
vernomen wij het afstervec van den zeer be-
treurden heer de LAVELEYE, die maar een
levensdoel had de heersckappij- van recht en
vrijheid door plichtsbetrachting en burger-
deugd. Zijne drijfveer was verheven, heilig hij
dorste naar volksverlichting, volksontvoogding
en volksbeschaving. Hij had zijn volk hartelijk
lief en hij bracht veel ten offer om zijne mede-
menschen welvarend en gelukkig te zien. Van
af zijne jeugd tôt aan zijn laatste snik was zijn
gansch bestaan aan de volksbelangen gewijd. En
washetveld, waarop hij werkzaam bleef, niet
uitgestrekt, hij was niet gedreven door den
lust naar roem en grootheid hij kende geene
andere beweegredenen dan die van het gewetens
genot na degelijken arbeid aàn 's volks welzijn,
geene andere belooning dan de zekerheid, dat
zij allen, die met hem den vooruitgang en de
vrijheid verdedigden, hem hoogachtten en hem
de verdiende genegenheid toedroegen. En voor-
zeker is er geen leven en streven waardiger, om
aan ons allen ten voorbeelde te strekken geen
afsterven ook zal meer betreurd zijn.
n Ziedaar, Mijne Heeren, eene korte schets
van den volksman bij uitstekendheid, aan wiens
nagedachtenis wij allen hier eene laatste, een
plechtige, eene smart voile hulde brengen.
n Wij allen, in wier midden hij leefde, die hem
dagelijks onverdroten strijden zagen, herinne-
ren ons zijne belangloosheid, zijne onvermoei-
bare volharding en zijne taaie wilskracht.
Maar, de blijk van erkentenis, die ik hier in
naam van 't Ypersch Willems-Fonds geven kom,
gaat uit van de gansch vlaamsch gezinde libérale
partij. 't Is voor die tallooze schaar koene strij-
ders dat ik een pijnelijk vaarwel kom zeggen
aan hem die onverpoosd een der stevigste steun-
pilaren was van het vlaamsch gezinde libéralis
me, het eenige doeltrefl'end in onze gewesten, en
die een der dapperste soldaten er van geb leven
is. Daarom is het voor mij eene plicht hier uit
te drukken hoeveel smart zijn overlijden onder
ons veroorzaakt heeft en met welk diep gevoel
van weemoed wij vernomen hebben dat wij een
dier mannen te betreuren hadden, wier nage
dachtenis in eere blijven zal bij hen allen die
een hart voor hun volk hebben.
7i Ja, diepbetreurdeu heer de LAVELEYE,
nooit zullen de Willems-Fondsers uit Yperen ver-
geten welke diensten gij aan hunne afdeeling
bewezen hebt. Voor ons waart gij een rondbor-
stige en verkleefde vriend, een immer bereid-
willige medewerker, wiens hartelijk minzaam-
heid voor ons een prikkel was om den strijd
voorN het goede te volhouden en tôt een goed
einde te brengen.
T? Vaarwel Vaar eeuwig wel n
Discours de M. CornettePrésident de l'Asso
ciation libérale.
En venant, au nom de l'Association libérale,
rendre un dernier hommage celui dont nous
nous séparerons tantôt tout jamais, nous lai-
sons plus qu'exprimer officiellement nos regrets
de la perte d'un collègue, nous venons, doulou
reusement impressionné,dire adieu, un homme
de bien, un ami sincère et dévoué que nous
avons personnellement estimé et affectionné.
7i Né Bruges le lr Janvier 1818, M. J. de
LAVELEYE vint de bonne heure s'établir par
mi nous. Dès qu'il prit pied dans le monde,
l'attention se fixa sur lui parce qu'il sortait de
l'ordinaire, et par la distinction de ses manières
et par l'allure enjouée et de bon aloi de son
esprit.
n Nous savons, et tous ont pu apprécier, com
bien il était dévoué la cause libérale. Ses ad
ministrés ont pu juger combien il prenait cœur
leur cause et leurs intérêts on vous a dit ce
qu'il a fait pour sa commune nous, nous l'avons
mieux connu un point de vue plus général et
nous l'avons connu profondément imprégné de
l'esprit de- son siècle. Dans sa jeunesse, cet
âge où les caractères se manifestent dans toute
leur sincérité, il était amoureux de toutes les
idées de progrès rapide. Son ardeur était telle,
sa foi dans l'avenir était si grande, que nul ob
stacle ne l'arrêtait et qu'il se croyait toujours
la veille de la réalisation de ses désirs.
n Nature sympathique, expansive, toute en
dehors enthousiaste de toute nouveauté se
condant toutes les idées généreuses, généreux
lui-même, longtemps il vit le monde travers le
prisme de ses rêves dorés, et il ne put concevoir
que le monde fût fait autrement qu'il n'était
fait lui-même. Sublime erreur d'un noble cœur!
7i Très communicatif, il trouvait son bonheur
s'épancher dans le sein de l'amitié il recher
chait ses amis et lui-même était un ami fidèle et
sûr. Son fond était poétique, et avant d'en arri
ver l'action, il poétisait tout ce qu'il entrepre
nait. Ainsi organisé, J. de LAVELEYE devait
inévitablement se préparer des désillusions.
Mais lui, plus que tout autre, y était sensible,
parce que son âme était chaude et pure et ne
comptait pas assez avec les inégalités de la na
ture humaine. Sans méfiance, se berçant des
illusions les plus douces, il marchait de l'avant
et ne voyait les ronces que quand il les avait
foulées déjà quelque temps, sans s'en douter.
Pour lui le ciel était tout d'azur il se refusait
voir les nuages, et quand ses yeux s'ouvraient
sur cet horizon moins riant qu'il n'avait cru, il
se retourna enfin vers le chemin parcouru et
alors vint la réflexion. Se plaignit-il, eut-il des
regrets Peut-être bien, mais qui l'a jamais en
tendu accuser le sort Qui l'a jamais trouvé en
guerre avec la société Jamais il ne médit, ja
mais il ne se plaignit avec amertume. C'était une
âme délicate et tout chez lui fut empreint de
délicatesse. Son commerce était agréable et tous
rendaient justice la franchise de son caractèrew
77 Comme homme politique il peut s'être trom
pé, il n'a jamais trompé personne. Doué d'un
jugement qu'éclairaient et fortifiaient tous les
jours des lectures sérieuses et suivies, son tem-
Îiérament se calma et ses doctrines, toujours
ibérales, se façonnèrent rapidement sur le pa
tron du réel et du possible. C'est ainsi formé,
mûri et complété, qu'il entra dans la vie publi
que. Conseiller communal de Gheluvelt, puis
Urne vader, broedergrootvader en oom heeft dit
n korte leven tegen een beter vencisseld, waar hijin
den schoot der Godheid, het loon zijner deugden
n geniet en waar gij hem eens zult wederzien.
Mi jne Heeeen
n Vaarwel Dierbare heer de LAVELEYE,
diepbet.reurde vriend. Laat ons op uw graf deze
rouwkroon neerleggen, en ontvang deze laatste
hulde van striidgezellen die U nooit zullen ver
ge ten.
Messieurs,