ZOEKT NAAR KIESMIDDELEN HIJ VINDT EEN. 20,000 frs weggegooid Ie MIDDEL. t I ziinen Het is oprecbt geestig om zien hoe de kaloten van over zes voile weken en meer in hunne bladen spartelen als pietje pek in een wijwatervat om de kiezers wijs te maken dat de stad nie^ min dan 20,000 frs verkwist en heeft om feesten te geven. Het is, zeggen zij, eene schande alzoo het geld der lastenbetaalders met hamers te breken en het met voile grepen, met roefels door de vensters te gooien. Maar van eenen anderen kant zwijgen ze zich mersdood over het groot profijt, dat onze neringdoenders uit die feesten getrokken hebben zij en reppen geen woordje van al die dui- zenden en duizenden franks, die binst de Tuindagen in onze stad, 't is te zeggen in de beurzea der lastenbetaalders gekomen en ge- bleven zijn. Wat wilt ge, kaloten hebben kalotemanieren en om de kiezers te bedriegen, om ze, als 't maar pakken wil, eens leelijk vast te hebben, gebruiken ze ook niet anders dan kalote middelen en iedereen weet wat dat zeggen wil. Nemen wij nu eens aan dat de stad vele geld aan de feesten besteed heeft! Veronderstellen wij dat, om veel te zeggen, er mis- schien 10,000 frs voor die welgelukte en schoone feesten uitge- geven werden, welnu wij vragen het den kiezers in vollen ge- moede af hoeveel er van die franken uit de stad zyn gegaan en hoeveeler door onze werklieden, onze neringdoenders, en onze ambachtslieden opgestreken werden. Buiten de premiën aan de muziek- en zangmaatschappijen en eenige honderden franks aan den luchtreiziger Glorieux uitbetaald, is ailes in onze stad geble- ven. Het is dus onbetwistbaar dat het geld aan die feesten be steed, wel en voordeelig gebruikt geld is. Het. was een spieringke werpen om een dikken snoek te vangen. Maar. hoor ik vragen, hoe komt het dat de kaloten de uitgaven voor de feesten zoo| overdrijven en van eene sperke een ganschen vuurberg maken Kennen zy dan in 't geheel niets van het be- loop dier uitgaven of hebben ze geene middels aan de hand om niet met meer juistheid en meer waarheid over die uitgaven te spreken. Maar, arme sukkels tochl kaloten en gelooven zelve geen woord van al wat zij daarover in hunne heilige papierkes zatten. Wilt ge een bewijs, een ontegensprekelijk bewijs zelfs, dat het wel zoo is, luistert dan: Waarom hebben zij hunnen kontroleur op het stadhuis? Is het niet om ailes te kontroleeren, na te zien, te doorsnuffelen wat de liberalen doen of verricbten en deze maar seffens fera op de kneukels te geven als ze iets mispikkelen ofj wat al te ongege- neerd met onze centen ommespringen? Ja, niet waar? Welnu, als dat zoo is en als de kaloten zeker zijn dat de stad 20,000 frs aan feesten verspeeld heeft, waarom en heeft de fameuze kon troleur zijn gebenedijden mond dan in de'openhare vergadering niet geopend om daarover uitleg te vragen?, Waarom en heeft menheere Colaert in de vergadering van den stadsraad niet gevraagd hoeveel men juist voor die feesten uitgege- ven heeft en waaraan het grof dier sommen verteerd werd Raadt ge 'tniet lezers? Wel eenvoudig omdat hij wel weet dat er zeer weinig geld verteerd is geweest in evenredigheid dier prachtige en schoone feesten die zooveel volk uitgelokt hebben en die zoovele kaloten met lange ge- zichten deden loopen. Had hy maar eenige kans gevonden in die uitgaven iets te kunnen beknibbelen, de man en had het voor de moeite niet gelaten en zich gehaast daaruit een wapen te smeden tegen de liberalen, die de kaloten hier toch zoo deerlijk in den weg loopen, wij weten niet waarom. Jamaar, Colaert weet wel dat de liberalen op het stadhuis altijd de puntjes op de fs zetten en heel gesparig met geld der Yperlingen ommegaan; hij weet maar al te wel dat de uitgaven der feesten nietig zijn in evenredigheid der groote, onberekenbare winsten welke onze burgerij er uitgetrokken heeft hij weet nog dat hij met dat ailes aan het volk met sluis en schroo bekend te maken, hij de eigene ruiten der klerikalen zou uitslaan en de liberalen bij het volk, bij zijne fanatieke partijgenooten zelve, al te gunstig zou doen kennen. Daarom en rept de vent in den raad geen woordje over de uitgaven der feesten. En zijn schuldig stilzwijgen, zyne nalatigheid in dat geval, die wetens en willens gebeurt, is wel de geweldigste kaaksmeet, die het godzalig Nieuwsblad en den ge benedijden Journal d'Ypres wel eens ontvangen hebben of eens vangen kunnen. Ook moogt ge zeker z^n dat hunne kaken er van gloeien. Dat is water op den liberalen onzen inolen: want de kiezers, die ver- stand hebben en overwegen, en de Yperlingen zijn van de zulke, zien klaar in dat kalotespel en ze hebben er gauw tôt aan de keel van. Zij en willen niet gefopt, noch op Ilesschen getrokken worden, ze houden aan een bestuur, dat op geene geringc uitgave ziet, wan- neer deze hun veel winst en voordeel opbrengen kan en ze zullen hier ook als een man stemmen voor de uitgelezene mannen, die op de libérale lijst staan. Ze zullen overschot van gelijk hebben ook en als de kaloten er dan met een lykbiddersgezicht van afkomen, dat zal hunne zaak zyn en niemand en zal daar de tering van krijgen. Neen, 't middel en zal niet pakken, zegt Jantje en hij zoekt naar een

HISTORISCHE KRANTEN

Le Progrès (1841-1914) | 1890 | | pagina 7