DE AVONTEUREN
VAN WANNES SUMIYIAERT
Rijmen en Dichten.
Excelsior
streeks één uur een inspectie-ronde en
kwam bij post III, juist toen de maan,
die eenigen tijd was schuil gegaan,van
achter een wolk te voorschijn kwam.
De officier huiverdevlak voor zijn voe
ten lag de schildwacht, weer met een
pijl doorboord.
IJlings werd alarm geblazen, maar
niettenstaande alles werd afgezocht ge
lukte het niet, een spoor van den sluip
moordenaar te vinden. Het geheele
garnizoen werd door schrik bevangen.
Niemand vreesde een openlijken vijand
maar tegen deze onzichtbare aanvallen
was geen tegenweer mogelijk.
In de bijeenkomst der officieren werd
den volgenden morgen het geval lang
en breed besproken. Men vroeg zich af,
of men de manschappen wel langer aan
het gevaar mocht bloodstellen van
verraderlijk te worden vermoord,maar
deze wachtpost was de gewichtigste
van alle en alleen na goedkeuring van
de hoogste overheden mocht zij onbe
zet blijven. Nog waren de officieren aan
het beraadslagen, toen de boodschap
gebracht werd
De soldaat Rogers wénscht den o-
VWste te spreken
De commandant begaf zich in zijn bu
reel en keerde na een wijl bij de ver
zamelde officieren terug.
De jonge Rogers heeft het verlof ge
vraagd, post III bij nacht te mogen be
zetten. tot hij het geheim heeft opge
lost, en ik heb hem dat verlof gegeven,
zeide hij.
Een trek van bezorgdheid vloog over
aller gelaat. De jonge Rogers was een
kapiteinszoon en eerst voor zes maan
den in dienst getreden, met het doel
der officiersrang té halen. Hij was van
allen bemind en geen wonder dus, dat
men beproefde hem van zijn voorne
men af te brengen.
Neem den post in, als het uwe beurt
is, maar stel u niet noodeloos aan ge
vaar blood, luidde hun welgemeende
raad. Het baatte niet. De jonge man
had een gedacht, wanneer hij de juist
heid daarvan bewees, was hij zeker
van den offlciersgraad, het doel zijner
wenschen.
Hij werd overdag van alle oefenin
gen ontheven en nam tegen den nacht
zijne plaats op nummer III in.
De eene nacht volgde op den anderen
maar er gebeurde niets; De maan, hoe-
TER DRUKKERIJ DEZER
of de NIEUWE TRAM TE W
wel aan het afnemen, was altijd nog
helder genoeg, 'zoodat Rogers nog elk
levend wezen op de vlakte kon onder
scheiden.
Hij zat plat op den grond, met den
rug tegen het tuighuis geleund en het
geweer over de knieën. Men zou ge
zegd hebben, dat hij sliep in werke
lijkheid evenwel liet hij zijne scherpe
oogen over de vlakte gaan en lette
goed op al wat hij zag. Hij wist, dat de
Apache tegelijkertijd sluw en vermetel
is, en hij hield zich overtuigd, dat de
Indiaan, vooral den tweeden keer,niet
overhoeds zijn slachtoffer had kunnen
naderen. De moordenaar moest den
schildwacht door een of ander vermom
ming hebben misleid. Doch waarin be
stond die vermomming
De Apache zal zich veeleer bloot
stellen, als hij mij ingeslapen waant,
dan wanneer hij weet, dat ik op mijne
hoede ben, was de slotsom, die hem
had doen besluiten, die zittende hou
ding aan te nemen.
Uur na uur verging, en Rogers zat
bewegingloos op zijn post.
Dichten is een groote gunste
Ingeboren en zoo raar
Rijmkes rapen is geen kunste
Dat kan elk, en is 't nie waar
Rema.
Een engel met groote blanke vleugels
deed zich 's Hemels poort ontsluiten en
daalde naar het aardrijk neer. gewiegeld
op eene reusachtige wolk, die als een
donzig kussen Hem de voelen kwam
streelen.
In de verte blonken de kerktorens en
de daken der huizen eener stad. De en
gel was weldra in de nabijheid van het
ruime menschennest en liet zich zach
tjes ten gronde glijden voor den ingang
van een groot gebouw. Op dit gebouw
wapperde de gestemde, Amerikaansche
vlag en vóór de toegangspoort wandelde
een schildwacht heen en weer, met het
geladen geweer op den schouder.
Daar de Hemelbewoners voor 's men-
schen oogen onzichtbaar kunnen blijven,
trad de Engel den soldaat onopgemerkt
voorbij en bevond zich, na eenige breede
gangen en ruime kamers doorkruist te
hebben, in eene sierlijke opgesmukte
zaal, waar, rond eene groote kunstig uit
gesneden tafel, met groen laken belegd,
eene groep deftig in 't zwartuitgedoste
mannen in eene drukke bespreking ver
diept waren.
Die zaal was de plaats der bijeenkomst
van de afgevaardigden van Rusland en
Japan, de plaats der beraadslagingen
strekkende om een einde te stellen aan
den schrik kei ijken oorlog dour die twee
Natiën gevoerd.
Veel hadden de Japanneezen reeds
loegegevèn om tot oen gewenscnten
uitslag te geraken. Doch de Russische
afgevaardigden eischten nog grootere
toegevingen en schenen de laatste spran
kels hoop op «Vrede» uit de. harten der
menschenkinderen te willen rukken,
bleken niet geneigd om met de verzuch
tingen van het heele aardrijk rekening
te houden.
Een bejaarde heer. het hoofd der ofge-
vuardiging vart den Czaar, bleef vooral
halsstarrig zijne eischen volhouden en
hoewel, zijne verantwoordelijkheid te
genover millioenen menschenwezens
ontzaglijk en schrikverwekkend was,
geleek hij een steenen beeld, onverschil
lig, ijskoud, zonder de minste gemoeds
aandoening op de ernstige,ondoordring
bare gelaadstrekken.
De Engel bedekte zich weenend het
aangezicht, pijnlijk getroffen door de
verstokte houding van den grijsaard.
Lang duurde'echter zijne droefheid niet.
Hij maakte een smeekend gebaar naar
den Hemel, naar den Albehouder die
Hem gezonden had om verzoenend bij
die grijze, geleerde Staatsmannen op te
treden. Dan fluisterde hij het hoofd
derJapansche zending iets in hét oor:
de Japannees verschrok geweldig en
sprong recht, doch de Engel lei den vin
ger op den mond om hem het stilzwijgen
op te leggen.
Nu was het beslissend, gevaarlijk oo-
genblik gekomen de vertegenwoordi
ger van het Rijk van den Mikado was
van zijne ontroering bekomen en keek
nu, aarzelend, naar den Engel op. Deze
wees naar den Hemel en blikte vervol
genszoo angstig smeekend en zoo diep
treurig naar den Staatsman, dat deze
eensklaps overwonnen op zijnen zetel
nederzakte.
De Japaansche raadsman greep naar
de pen die voor hem lag en schreef, in
koortsige haast, eenige regelen op een
groot blad papier. De Engel, zoet glimla-
schend, leunde op zijnen schouder aan
en fluisterde zacht: Matige redelijke
vredes voorwaarden, eervol voorde bei
de strijdende partijen.
Zie.de Japannees reikt zijn schrijven
aan den koppigen, stijven Rus die voor
hem ter groene latei aanzit. Des Czaars
zendeling grijpt liet blad papier en leest
de mededeeling: hij knikt goedkeurend
en spreekt eenige woorden tot zijne toe
gevoegde raadsheeren.De/.e springen al
len recht en drukken opgewekt en geest
driftig de hand aan al de Japaansche af
gevaardigden.
Een machtige dreunende kreet ont-
springt uit al de borsten Vrede 1
Het gelukkig nieuv\s verbreidt zich
bliksemsnel door de Amerikaansche
stad waar de Afgevaardigden zetelen
menschen krioelen, juichen en dansen,
vlaggen wapperen fladderend in al de
straten, draadberichlen seinen in blik
semsnelle vlucht de groote. zalige mare
naar de verste uithoeken der inspanning
verbeidende wereld 1
De Engel was weer ten Hemel gestegen.
Heer I zeide hij, deemoedig knielend
voor des Scheppers troon, mijne zending
is volbracht. Volgens uwen Goddelijken
wil, heb ik de oorlogstoorts uitgedoofd
en twee volkeren van den ondergang ge
red
De Heer blikte welwillend naar zijn
trouwen bode en drukte hem, omringd
van de geheele Engelschaar, eene schit
terende, glansrijke kroon op het hoofd,
kroon waarop deze woorden als blik
semschichten vlamden Excelsior. Hoo-
ger op in den Vrede 1
ExcelsiorFrans Stockmans.
Huurhouder (tot een nieuwen koet
sier) Gij weet dat gij beleefd moet zijn
jegens de reizigers.
Koetsier: Ja, mijnheer.
Huurhouder: Daarenboven ook eer
lijk. Bij voorbeeld, wat zoudt gij doen,
indien gij in uw rijtuig eene brieven
tasch met honderd duizend franks vond?
Koetsier 'k Zou niets meer doen 'k
ging op mijne renten leven.
Policiekommissaris Gij hebt nu al
sedert onderhalf jaar geene vaste wo
ning hoe komt dat
Landlooper lk heb er altijd naar eene
gezocht, maar er geene kunnen vinden,
die geschikt was.
Komt te verschijnen
DE TWEEDE UITGAAF VAN
Lac.hernij met zang in één bedrijf,door X.
Prijs 5o centiemen.
Wordt voortgezet.