Ons Heere en Sinfe Pieter
Vader Moeder
61
WESTVLAAMSCBE VERTELLINGE
ETiAMSI
Waar *t Vliegen Wilt
HAROLD.
God is met de Duitschers, gelijk God is met de
vloekers.
De duitsche wijsheid en wijsbegeerte kon maar
op den toetssteen gezet worden, na eenen oorlog.
Bij vele volgeren is met de bewondering der
duitsche wetenschap, slechts de duitsche waanzin
overgekomen, omdat zij toen maar Duitschland
hebben willen nadoen als het overmeesterd was
door hetpedantisme
maar ’k zal dan niet alleenlijk de deure zelve
open doen maar ze daarbij nog zelve toe doen.
Geteekend. Petrus Visscber, Rector der Wereld-
unlverslielt, en Portier van den Hemel.
Ondertusschen zakte Sinte Pieter naar Leipsig
af en kwam daar zonder verdere aventuren op
nen koelen ochtend aan Hij voer aldaar niet veel
beter. Ze hielden hem daar met vaste wetenschap
bezig 1 en, ze ga ven hem ook nen raad hij moeste
van eersten af bij degodsgeleerden zijn ingevallen!
Ze zonden hem naar de Seminarien...
Sinte Pieter van 't een Seminarie naar het andere.
Maar, ze waren overal bezig met een ander Recht
te studeeren, het oorlogsrecht, ze wilden van
hunnen tijd zijn; van Sinte Pieters text ’n wilden
zij niet weten goed voor in tijd van vrede 1
Ze hadden ook hun avles gereedze peisden
hoe verder dat wij hem zmden hoe beter, ’t is
de beste remedie tegen ’t weerekeeren. Schaars
’n tweehonderd uren van hier, daar weunt in de
hooge Rhtjrstreke nen oude godsgeleerde, die
zijn leven lang het heilig Schrift doorpegelde en
van geheel de geleerde wereld wordt geraadpleegd
zij gaven hem zijn tbuiswijs
’t Vervolgt
sneên; ’k hadde seffens moeten zeggen dat ik doof
wierd.... Nu, ge moogt daarop rekenen, zei Man-
ten, kort weg, gauw gedaan.
’t Moest er k walijk omme doen, van den eersten
keer dat er te spreken viel, wierd de Paster uitge
haald voor een haastigeberechtinge in ’t gebuurte,
en de onderpaster moest op het onverwacbtsehe
den preêkstoel beklemmen. Liever of Hanschjeuit
de mande te spreken had hij algauw uit het Sacris-
stie een boek bij de pele gestekt en hii ging er op
los. ’t Was een van over jaren en jaren.
Met root bad Mantra de geregende woorden
Z -» r Lieve B-m dus >ehoi>r< ci Li vasin öolo-
rium M ws< h n gHeerel
Als gn aar Dgen i lel »n lun hnz g-’ra, dat
er not zo v -le nwst art tuk m> n! .Met hei- raatra
rn bet ptepen d r sto 1 n m> rd tuj wakker. Ge-
lukkig*ij& bad hij h i laatst Let adtrlaatse
woo d m e Secretaris.
’t Mig miii- hi id es kussen, pèisdehii Dcnta
zal toch eentwat weten. Maar, hoe dat nu aan
mal kandors geknoopt? Daarop geweven.
En wel, zei Donia, als Manten weere t’buis
kwam, hoe is ’t met ’t sermoen? Donia, deed
Manten, en hij keek alzoo lodderachtig door de
ruiten lijk of men zegt, van ’t vaderland weg
ba van dezen keer ’n was ’t al niet vele zoo ’k
niet misverstaan hebbe, ’t was questie van ne.
Ge hebt naar de messe niet geweest, ge ’n weet er
het eerste woord niet van, tierde Donla. Ga-je
zwijgen, zei Manten, ’k kome er maar rechts van,
en omdat ge kout van dat sermoen, als ge ’t wilt
weten, ’t eerste woord was Zeer Li ve Brie Iers,
en 'k ga u mw zeggen het laa.ste was 8 ere-
taris. Do ia weeg
vervolgt
in zijnen kalen kop en... geeft ge mij eenige dagen
tijd, sprak hij, ik zal er mede weg zijn, en u
antwoorde bezorgen. Onmeugelijk, deed Sinte
Pieter, ge moet goed verstaan, 't is kwestie van
te weten, of men dat hier nu, nu terstond kan
uitleggen en het verstaat, om te bewijzen dat men
dit van te vooren aleoo uitgeleid en verstaan heeft.
Al had ge zeven dagen tijd, en z-ven maal zeven
dagen als ge ’t nu niet verstaat, ge ’n zoudt 't dan
ook niet verstaan.
Misschien, zei de Rector, om hem uit den slag
te trekken, zoudt ge te Leipsig wel kunnen gediend
zijn geleerde koppen aldaar en op alle gebied,
’t Ware nog den besten raad dim ik u tan geven.
Om Sinte Pieter daar niet te laten zonder entwat
voortgaan, wilde de Rector bem den eeretitel van
doctor opofferen....
Dank u, zei Sinte Pieter, dank u; ‘k hebbe
voorgenomen, van over lange, van nooit iets in
dien ain te aanveerden, om dat later niet te moeten
beklagen, en dat meugeliiks te moeten veêre
zenden. Ten anderen ben van gedacht dat de
grootste eere bestaat in geen eeretitels te ont
vangen; ’b hebbe ooit van mijn leven maar één
gekregen, en ’k en mochte hem niet weigeren,
maar hij weegt lijk ne steen.
Een titel en geen titel heb ik nochtans zonder
hem van iemand gekregen te hebben den titel
van Visscher Ge moet weten dat ik op zee
vare en er eeuwig en ervig zal op varen, en, dat
spijts oorlog en boorlog mijn schiptje nooit zal
vergaan.
Tot eerede Rector kwam met ’n lange hard-
gebakkene duitsche ziesneê voor den dag om
zijnen moeilijken kalant beleefd buiten te steken,
en deed ’n stapt ja uitgeleede tot aan de deure.
Sinte Pieter die gewend was van de poorten van
den Hemel zelve open en toe te doen, had al de
deure opengesteken en ging ze te wege toe trekken
als de Rector zijn voetje vooren schoof en voor
’n laatste beleefdheid liet hooren verschooning
hooggeachte.... maar voor zulke persoenen als gij
vind ik mij gelukkig zelf portier te mogen zijn 1
Sin te Pieter, om te toogen dat ze in den Hemel
ook beleefd zijn boog alzoo van verren aan zijn
hoofd, stak zijn bezoekkaartje vosrult naarden
Rector, en trok er van onder. Da Rector deed
zelve de deure toe en stond daar in den gang dat
kaartje te bekijken, te lezen en te herlezen; hij
koste zijn oogen niet geloovenal met ne keer
liep hij weerom naar de deure trok ze open, stak
zijn hoofd naar buiten, ma r Sinte Pieter was
nievers meer te zien. Wat stond er op dat kaailje?
Niet anders of dadde tot dat gij ne keer komt
dan zal ik ook zeggen verschooninge metóeere,
Waarom op Vader nu gedacht
hier in dien donkren gracht
Mijn Vader zou mij zeggen
geen stap hier te verleggen
’k denk wel gij hebt tochmeerdren moed,
ge wijkt, ge loochent vaders bloed
En nu dat ’t spant wat moet ik doen
’k Geef Moeder nu van ver nen zoen.
Komt dan de vijand nader,
ik doe wat zei mijn Vader.
Ik troost mijn Moeder met mijn min
ik strijd en sterf naar Vaders zin.
Maar dat alhier ‘t zij vroeg, ’t zij laat
mijn Moeder voor mijn oogen staat
dit is voorwaar een ander letter
want, zwicht u jongen van ’t gespetter
van ’t bloed, vermaande Moeder mij
mijn jongen houd u schotenrij.
Vervolg
’t En leed niet lange of Sinte Pieter was in
Duitschland, te middel Pruisen te Berlijn als ’tu
belieft, en hij wandelde daar Unter den Linden
zonder van g en eentje te gebaren. Hij had rap
g we< siOn.-> Heere en moest mair me ze^gra
gi’u ku t u ui. 11- z en haast n n ai i het dat
hij in t lpop-n o r S ut Jan <ien ouim u o» t
lengen, lij of »ij 1 zra iu ’t Evangelie. als hij
maar‘n vult geli» f „pj r-j, hij a^a* oeit I
't Moest >r juis omme doen, d ar wni ien
dagbladverkooper te naaipaig en Sinte Pi hr
ho* ht hem seff >.s tw-e gazeihn. ’o duitsc; A vo< r
kken. en ’ufiaiiche ‘.oor groot geld. Hij had
hem daaraan verwacht.
Hij snuisterde eerst in den Echo de Paris die
hij eensgangs van einden ’t orden doorlas. Daar is
toch goed te doen, dacht Sinte Pieter, altijd al
voortlezen, meteen dagblad te schrijven, meer of
met te preken en moest vriend Sint Pauwels
nu geleefd hebb n, om van mijn zei ven niet te
spreken, bij stak hem gazetschrijver.
Dan stak hij zijn neuze ne keer in hetBerliner
TagebiattZijn schouders gingen op en neere,
hij schudde menigen keer zijn hoofd, en dacht
heb ik gelijk als dit nu den duivel zelve ni t ’n is
die dat ge >aubtlo h ift. ’s n vetst» mij aan de
wereld niet m er; ’t is 't>i.i e van Lucifer I....
ei hij sm-- t dat duitsch -oddeke dat b t ruischte.
Nb schildwacht die daar aao ’t spats eren was,
en at lanse geen goe oo.e op S nte. Pieter ’n h doe,
als hij nu die duitsche gazette op den grond zag
slingeren dat ’n stond nem niet sti.f aan
schoot vooruit naar Sinte Pieter en vroeg met ne
snak zijn papieren. Sinte Pieter toogde hem ne
grooten toegeplooldan brief met gouden snee, en
de schildwacht... van zijnen dienare te doen en
Sinte Pieter verschooninge te viagen hij was hem
ten dienste., hij wierd zoo beleefd dat hij stonk.
Moet gij den keizer spreien, vroeg bij hem? Sinte
Pkter, met ne spotlach op zijn lippen, schudde ne
keer zijn hoofd, en sprak: den Rector der Univer-
siteitl Seffens hem iemand ter hand gesteld, en in
’n windeje en ’n zuchtje was bij er gezet.
Sinte Pieter deed den Rector zijne gelegenheid
uit een, natuurlijk hij 'n zei maar 'tgone dat
hij wilde kwijt zijn en de Rector uitermate
I beleefd en gedienstig, fronsde ne keer zijn wenk-
brauwen, scharte ne keer zonder dal noodig w
50