Binnenzicht Van Sint-JYIaartenskerk
Goudkorreltjes
LJit onze kerkregisters
In de parochiekerken
St-Maartens (Elverdinghestr.), te 6 u., 7, 8 1/2, 10
en I I 112.
Si-Pieters (Rijsselstr.), te 7 u., 8 1/2 en 10.
St-Jacobs (S. Jacobskerkhof), te 6 u., 7 1/2, 8 1/2
en 10
St-Niklaas (Stuerstr.), te 6 u., 7, 8 1/2 en 10.
In de openbare bidplaatsen
St-Jozefskerk (Mondstr.), te 5 u. 6 1/2, 7 1/2, 9
en 10 1/2.
O. L. V. Kerk (Capucienenstr.), te 5 1/2, 7 en 9.
O. L. V. Gasthuis (Lange Thouroutstr,), te 8 1/2 u.
De Belle (Rijsselstrte 8 u.
S'e Godelieüe (Rijsselstr.), te 6 1 2u
in 1645, door Jan Thomas.
De oude Yperlingen hebben voorzeker meer dan eens
bij de Dekenkapelle van Sint Maartens de schoone tafel
of schilderij bekeken die we, bij duizend gelukken, in
't eerste nummer van de Tuinklokke mogen stellen.
Wat is er van onze prachtige schilderij geworden
Verbrand Waarschijnlijk niet. Er zijn redens om te
peinzen dat een of ander liefhebber het kunstwerk zal
medegenomen hebben als oorlogsgedachtenisse
Oogen open, Yperlingen als we ze ooit kunnen ont
dekken mogen we ze opeischen 't is en blijft onze
eigendom
Oorsprong en onderwerp
Ons paneel werd besteld door Kanunnik Demamez,
cantor van 't Kapittel, aan den Yperschen schilder Jan
Thomas, in 1645.
En het onderwerp In den beuk der oude Sint
Maartenskerk, zooals ze eruitzag in 1645, staat een
lieflijke verschijning der moeder Gods. Daarvoor knielt
onze Kanunnik Cantor die aan Maria voorgesteld wordt
door zijn patroon, Sint Franciscus van Assisië. Aan den
anderen kant staan de kleine zangerkens of koralen
van 't kapittel met hun leermeester of zangmeester, Joos
Thumaisnil. De namen van die koralen kunnen we ook
lezen; ze heeten Jan Viny, Toon Delaunoy, Jan Van-
houcke, Claryske Van Becke, Jan Chebebrant en Jaak
Lambin veel namen met een echt Yperschen klank.
Mamez werd Cantor den 7 Juni 1642,en stierfin 1648.
Die meer over hem wil vernemen leze in't zesde boek
deel der Ypriana bladzijde 417, 423, 435.
De Schilder
Jan Thomas, kind van Yper, is een glorie voor zijn
vaderstad. We hebben wel voor den heel ouden tijd
onzen Melchior Broederlam. We hebben voor 't begin
der 16de eeuw, Karei van Yper, waarvan Sinte Godelieve
Gasthuis enkele werken bewaart. In de 17de eeuw, de
gulden eeuw van Rubens, schonk Yper 't licht aan twee
zijner volgelingen, Matthys van den Berg en Jan Thomas;
maar Thomas was veruit de knapste van de twee.
Hij werd geboren in 1617, den 5 Februari. Antwerpen
was in dien tijd het aantrekkingspunt voor alle kunstenaars
en zoo is het niet te verwonderen dat Jan Thomas daar
zijn laatste opleiding kreeg en in 1640 onder de Meester-
Schilders in het Sint-Lucasgild werd opgenomen. Maar
boven Antwerpen stond nog Italië, met zijn oude kunst
gewrochten en zijn nieuwe meesters. Met zijn vriend
schilder Van Diepenbeke reisde Thomas naar 't Zuiden.
Toen stond hij reeds bekend als een der knapste schilders
van Rubens richtinge, en vele koningen en prinsen noodig-
den hem uit om voor hen te werken. Zoo werd Thomas
bewilligd door den bisschop van Metz om in 't bisschop
pelijk paleis zijn intrek te nemen en dat paleis te versie
ren. Later riep Keizer Leopold hem naar Weenen en
benoemde hein, in 1662, tot zijn eersten schilder. Daar
stierf hij in 1 673.
We bezitten weinig werken van Jan Thomas in ons
land, en 't is een reden te meer om 't verdwijnen van
onze schilderij te betreuren. We hadden een stuk van hem
in 't stedelijk Museum te Yper O. L. Vrouw met be
keerlingen. Zoo kunstig was dit paneel dat het destijds
dikwijls aan Rubens zelf werd toegeschreven. Op onze
schilderij kunt ge ook goed het Rubeniaansch karakter
vinden, bijzonder in de potretten der koralen. De Keizer
lijke verzameling te Weenen bezit twee werken van onzen
Yperschen Meester...
Een document zonder weerga
Het paneel is nog een document zonder weerga om
ons het uitzicht der Kathedrale te leeren kennen in de
jaren 1645. Het hoogkoor is, naar middeleeuwsch gebruik,
afgesloten door een doxaal, waarboven het triomfkruis
prijkt. Aan de zuilen staan reeds de reusachtige Renais-
sance-Apostelbeelden die we vóór den oorlog gekend
hebben. Maar een bijzonderheid die ons niet mag ontgaan
is de preekstoel. Ge kunt hem opmerken rechts. Door
iedereen bewonderd. We wilden iets meer daarover
zeggen, de plaats echter ontbreekt. Ge zult dat lezen in
een volgend nummer.
Van u zeiven zegt ge goed, van de anderen zegt ge
kwaad. Verwissel van voorwerp en van boos wordt ge
braaf.
Rimpels in het voorhoofd verhalen veelal over dingen
die God alleen weet.
Zalig is 't voor den meester te denken wat al onge
mak zijn gemak den mindere kost.
De jongeling die met de zwakheid der ouden spot,
spot te voren met zijn eigen.
Ik ben altijd, zei de h. Franciscus, in feeststemming
eiken dag, elk uur vier ik het feest van den wil Gods.
Geef zonneschijn aan 't volk het weet genoeg wat
nevel is en nacht.
Onze gedoopten
Sedert nieuwjaar werden door het H. Doopsel tot
christenen gemaakt de volgende kindertjes
1 Jan., Nelly Garain, d.v. Arthur en Maria Desmytter.
Korte Meerschstraat.
5 Jan., Marie-Thérèse Desmetz, d. v. Jules en Julia
Huysentruyt, Cartonstraat.
1 1 Jan., Luc Byttebier, z. v. Michel en Laura
Mertens, Cartonstraat.
26 Jan., Odette Gilhoen, d. v. Alfons en Maria
Rotsaert, Boomgaardstraat.