Ons Hoogaltaar
Verdwenen schilderijen
Halfweegs het diepe koor onzer Sint Maartenskerk
heeft onze kundige bouwmeester eene afsluiting gesteld
van blauwen steen en daarvóór rijst het hoogaltaar.
Dat is natuurlijk eene wijziging in de oorpronkelijke
koorschikking maar die w jziging is door vele gezonde
redenen gerechtvaardigd. Oorspronkelijk stond het hoog
altaar op het uiteinde van het koor. Aan het tegenover
uiteinde, daar waar het koor tegen den ktuisbeuk stond,
was er in vroegere tijden een doxaal (ge kunt dat zien
op de schilderij van Jan Thomas bijblad aan DeTuin-
klokke eerste nr). Met de prachtige gestoelten op de
kanten, was het koor in die tijden als volledig afgezon
derd en afgemuurd het vormde als eene kerk in de groote
kerk, en was uitsluitend bestemd voor de diensten van
het kapittel. De parochianen van Sint-Maartens vierden
hun eigene parochiediensten in de thans verdwenen
dekenkapel.
Het kapittel is afgeschaft en de dekenkapel werd niet
herbouwd. Zoodat we staan voor nieuwe toestanden die
andere oplossingen vragen. En die oplossing werd be
tracht... en bereikt.
Om t altaar nader bij 't volk te brengen werd het
naar het midden van het koor vooruitgeschoven. Goed.
Maar het altaar, om eenigszins te spreken, moest in die
grootsche ruimte een zekeren omvang krijgen of gesteld
worden tegen een achtergrond waarop het afteekende.
En weerom die achtergrond moest, niettegenstaande het
monumentaal karakter, geen stooinis brengen in den har-
monieusen loop van bouwkundige lijnen. En dat was een
moeilijk vraagstuk. Maur de heer Coomans heeft het
meesterlijk uitgedacht en uitgevoerd. De ingeving is hij
gaan zoeken bij de middeleeuwsche doxalen en kapelaf
sluitingen.
Er is maar een zaak te betreuren dat men het
gansche stel niet een travee of boogwijdte meer naar
voren geschoven heeft. Niet dat het bouwkundig
gesproken beter zou staan, maar de practische voordee-
len zouden ongetwijfeld grooter geweest zijn. Om thans
in de kapel achter het hoogaltaar te geraken, moet men
ofwel langs het hoogaltaar voorbijkomen of langs de
zijaltaren is dat geen hindernis voor den dienst en een
stoornis, juist op deze plaatsen waar meest rust en
afzondering noodig zijn En daarbij zijn de treden nog
een moeilijkheid voor bejaarde menschen.
Wat er ook van zij, iedereen zal getuigen dat onze
afsluiting, als kunstwerk, zeer geslaagd is. De midden-
boog dient als triomfboog voor het verguld bronzen beeld
dat het monument moet worden van Yper's toewijding
aan het H. Hart van Jezus.
Ik wilde wel dat al onze Yperlingen, met de Juni
maand, dit H. Hartebeeld met zijn heerlijk voetstuk en
prachtige omgeving kwamen bewonderen, 't Is een mees
terstuk van den Gentschen beeldhouwer A. De Beule.
Vóór den oorlog, versierden tal van schoone schilde
rijen de muren onzer St-Maartenkerk.
Hoe blij waren we niet, met Palmzondag, eenige dier
schilderijen opnieuw in onze kerk te zien prijken. En we
verlangen naar de andere die gered werden en thans her
steld worden.
Jammer genoeg, de volgende schilderijen zijn in den
brand vergaan of verdwenen
De Hemelvaart van Maria prachtig werk van
Giordano, dat het hoogaltaar versierde.
De Triomf van het H. Sacrament het grootsch
tafereel van Nic. Van de Velde, dat hong boven het
zuiderlijk portaal
Jesus aan het volk vertoond door Nic. Van de
Velde, bij het praalgraf van M8' Chamberlain
De Kruisiging van Walwein, achter den predikstoel
Het Vagevuur van Mathieu Van Brée, boven het
altaar der geloovige zielen
Binnenzicht van St-Maartens kerk in 1645, door
Jan Thomas, ongetwijfeld het kostbaarste doek dat wij
bezaten (Dekenkapel).
De stad Yper door de Spanjaards belegerd, ten jare
1649, toegeschreven aan F. P. Halz
Sint Maarten te paard, met den bedelaar copie der
Schilderij eertijds gemaakt door Van Dyck voor de van
Saventhem
De Discipelen van Emmaus
Sint Jan de Aalmoezenier
De Nederdaling van den H. Geest
Jesus van het kruis afgedaan
De Balseming van Jesus
O. L. Vrouw met het kindeke Jesus
Al die doeken, benevens andere uit de sacristie, waren
geen eigenlijke meesterstukken, het wareneerder tweede
rang schilderijen. Maar Yper, en vooral St-Maartens,
verheugde zich terecht in dien kunstschat uit het verle
den, die een deel had medegeleefd van de godsdienstige
geschiedenis onzer stad.