DE TUINKLOKKE
PAROCHIEBLAD VAN YPER
ZONDAG 26 OCTOBER
Omhoog
ChrIstus=Koning
Aandoenlijke dagen
NUMMER 9
1930
EERSTE JAARGANG
inzonderheid van Sint-Maartens
In de merkwaardige studie van E. H. Bras en J. Cor-
nillie over Sint Maartenskerk (Yper 1930) is er spraak
van de torennaald
Vóór den wereldoorlog was men de gedachte
toegedaan, St-Maartens van een naald te voorzien
in overeenkomst met den toren, zoo wonderschoon
van trant en verhouding... Traag maarzeker schiet
nu de opengewerkte naald de lucht in en, vóór het
einde van dit jaar, zal het kruis op den honderd
meter hoogen kerktoren, zijn zegenende armen strek
ken over onze geliefde moederstad
God zij gedankt! Zaterdag 18 October, werd het
kruis geplaatst op den hoogen kerktoren tot voltooiing
en bekroning van onze heerlijke Kathediaal.
We verheugen ons om die zege en danken God om
zijn milden zegen.
Het monumentale kruis met den zinnebeeldigen haan
is het werk van onzen Yperschen kunstsmid Gustaaf
Delahaye.
Met den luister der hoogdagen wordt heden, over heel
de katholieke wereld, het feest van Christus-Koning ge
vierd.
Millioenen christenen zullen heden Jesus-Christus, den
God-Mensch, als Heer en Meester erkennen van al wat
geschapen is, en, ontroerd, hun hart verheffen tot zijn
Goddelijk Hart.
In St-Maartenskathedraal, waar het heerlijk H. Harte-
beeld prijkt en heerscht, zullen duizenden den Liefde-
Koning komen huldigen
De plechtige Hoogmis te 10 u. wordt opgedragen,
Christus-Koning ter eere, met al de pracht der liturgische
plechtigheden en opgeluisterd, na 't Evangelie, door de
gloedvolle welsprekendheid van Z. E. H. Quagebeur,
Superior van het Klein Seminarie te Rousselaere.
Meer dan ooit, op Zondag 26 October, zullen onze
dierbare parochianen in groot getal de Hoogmis bijwonen,
en met bizondere godvruchtigheid.
't Zijn twee groote, aandoenlijke dagen die we binnen
kort zullen vieren.
Allerheiligen
Allerheiligen, waarop wij de oogen hemelwaarts ver
heffen en er in den geest aanschouwen die groote
menigte, die niemand tellen kan, uit alle stammen en
talen en volkeren en natiën, staande vóór den troon van
het Lam, gekleed met witte kleederen en palmtakken in
hunne handen Zoo zag ze de heilige Johannes, toen
hij, op het eiland Patmos verbannen, in geestverrukking
den hemel voor zijne oogen zag opengaan.
Zijn ook de zielen van onze afgestorvenen daar niet
God geve 't en brenge ook ons eens binnen in die plaats
van eindeloos en eeuwigdurend geluk.
Allerzielen
Allerzielen, waarop wij in den geest die geheimvolle
plaats aanschouwen, waar de zielen zijn van hen die
stierven in Gods gratie, maar nog niet heel en gansch
voldaan hebben aan de goddelijke rechtvaardigheid, voor
de zonden die zij in hun leven bedreven. Daar, in het
Vagevuur, worden die zielen gelouterd en gezuiverd, ge
zuiverd door de pijnen van het vuur, gezuiverd door het
lijden van een eindeloos verlangen naar den hemel. Daar
roepen zij naar ons, hun ouders of kinderen, hun
broeders of zusters, hun naastbestaanden of vrienden:
Hebt medelij Jen met mij, gij ten minste die mijn
vrienden Waart
En wij, vooral dezer dagen, we willen luisteren naar
die smeekende stem we willen door onze gebeden en
aflaten, door onze H. Missen en Communiën de zielen
van onze dierbare afgestorvenen helpen en verlossen.
H. Cecilia
(22 November)
Cecilia, weledele maagd,
gelukkig die uw kroone draagt,
en dien al 't aardsch, hoe schoon en fijn,
niet aardsch en doet maar hemelsch zijn
dat doet uw kunste, en triomphant,
gij aller kunsten kroone spant.
Guido Gezelle.