DE TUINKLOKKE
PAROCHIEBLAD VAN YPER
1931
ZONDAG 26 APRIL
De Eeuwige IVleï
Binst de Meimaand
TWEEDE JAARGANG
NUMMER 4
inzonderheid van Sint-Maartens
Ten dien tijde
Weet Gij 't nog, Maria, hoe uw hart ineenkromp
Uw Zoon was teruggekomen naar Nazareth. 9
En in de synagoog, die gestampt vol zat, stond Hij
op het verhoog, en sprak heel schoon en helder 1
En Gij Zijn moeder, Gij zat daar op die bank tegen de
zijmuur.
Maar de menschen mompelden tegen, en scholden en
tierden en staken hun vuisten naar Hem uit
Wat, Die Die kent niets meer dan wij Is Hij niet
de Zoon van Maria
Van geenen tel was Uw Jezus toen.
Om Jat Gij zijn M neder zijt.
Toen was 't nog geen Mei, voor U.
Zij vertelden over U
Maar dan is Hij opgeklommen naar den Hemel.
Twaalf mannen zond Hij uit met den stok in de hand om
te gaan, te gaan en te vertellen in de steden en dorpen.
En die twaalf zonden er weer anderen uit, verder dan
zij zeiven gegaan waren, over berg en land en zee. Naar
de vier windstreken.
En die zonden er weer anderen uit, immer voort, naar
overal waar menschen wonen in huizen en hutten en onder
boomen.
En waar zij kwamen of komen, vertelden en vertellen
zij over Hem, Uwen Zoon.
En over U...
Omdat Gij Zijne Moeder zijt.
Toen is 't Mei geworden, voor U.
Wees gegroet, Maria
Want over heel de wereld staart Gij na, en kijkt vriende
lijk op de menschen neer, gelijk alleen een moeder dat kan.
In elk huis staat uw beeld op kast of op de schouwplaat.
Buiten, in de gevels en op de hoeken aan de straten.
Tegen de hooge eikenboomen, langs de banen en in
de bosschen.
Heel hoog, boven, in den gevel van de oude
stadhuizen.
En hooger nog, boven op de torens, bij de zee.
En als de schepen van verre komen aangevaren, al over
de klotsende zee, dan doen de matrozen en reizigers hun
muts af en kijken op naar U Wees gegroet, Maria...
In elk christelijk huis wordt dan 's avonds, na het eten,
het Rozenhoedje gelezen. Zooals Vader en Moeder het
vroeger voorgedaan hebben «Wees gegroet, Maria...»
In de kerken zitten de menschen tegen den avond op
hun knieën te bidden en te zingen. Voor Uw beeld,
daar, boven een berg bloemen uit, waar keersen rond
flikkeren en schemeren.
Omdat Gij zijn Moeder zijt.
Daarom is 't Mei, voor U.
Eeuwig...
En dat groeten en bidden en zingen gaat omhoog,
naar den Hemel.
Van op de wereld, van op land en zee.
En die 't ons voorgedaan hebben, staan daar boven in
den Hemel, en doen 't nog maar voort.
Daar, tusschen 't groen en de bloemen,die rieken en
geuren. In die eeuwige Mei.
Daar ruischt en gonst het naar U op, wat zij zingen en
wat wij zingen Wees gegroet, Maria...»
Omdat §ij de Moeder van Hem zijt, van Jezus-Christus.
Daarom is 't eeuwig Mei voor U, Maria. T. V. T.
Versiert, in uw huis, Maria's beeld.
In St-Maartens wordt alle dagen van de Meimaand een
geestelijke lezing gehouden tusschen de H. Mis van
6 1/2 u. en 7 u. over de godsvrucht tot Onze Lieve
Moeder Maria.
Komt dagelijks naar de H. Mis en gaat ook dikwijls te
Communie.
En 's avonds te 7 u., woont het Lof bij. Ieder huisge
zin weze daar ten minste door een lid vertegenwoordigd.
Bidt den Rozenkrans mee, in het Lof, en zingt mee,
helder op
St-Maartensparochie moet in de viering der Meimaand
aan het hoofd staan. Onze kerk immers is Maria's kerk,
de kerk van O. L. Vrouw van Thuyne.