Sinte» Apollonia
hende 27 Jan., Maurice Thoor (1904), echtg. van
Anaïs Vanden Berghe.
bint-Hielen
30 Dec., Maria Philippe (1863) 2 Jan., Augustinus
Rey ïaert 1848) z. v. Joannes en H artense Hillewaere
13 Jan., Alphonse Vandenbulcke (I860) z. v. Francis-
cus en Walbarga Vandsnkerkhove 16 Jan., Fideel
Dael 1854) z. v. Karei en Catbarina Oekindt I 7 Jan.,
Clementina Ba»yn(l852) echt. v. Louis Schoonheere
24 Jan., Julie Liefooghe I 865) echtg. v. Am and Mahieu;
28 Jan., Edward Godderis (184lj) wed. van Nathalia
Used en v. Virginia Soete.
bint-Jacobs
1 1 Jan., Arfeuille Florimand, zoontje van Jules en
Julie Seneaael, 6 maaiden II Jan., Souxdorf Leon,
echtg. Alixe Devos, 57 j. 28 Jan., Vanacker Alois,
echtg. Eudoxie Bogaert, 67 j.
bint-nlicolaas
23 Dec., Prosper Vandewaude (1897) echtg. van
Emelie Peire Sylvie Deruytter (1889) echtg. v. Alois
Depoorter I 2 Jan., Camiel Van Craynest 1848) wed.
v. Sidonie Gheysen 1 3 Jan., Leonie Van Holst(1867)
echtg. v. Engène Duprez 16 ^Jan.. Elvina Wilde
(1863) d. v. Jean en Emma Billiet 26 Jan., Emeric
Dehem (1904) ;z. v. Emile en Maria Vandoolaeghe.
Den 8 Februari lezen we in het Roomsch Martelaren-
boek Te Alexandrië, gedachtenis van de heilige maagd
en martelares Apollonia, aan wie de beulen de tanden
uitrukten. Daarna werd ze bij een grooten brandstapel
geleid en bedreigd levend in 't laaiende vuur geworpen
te worden zoo ze niet aan de valsche goden offerde.
De heilige vroeg enkele oogenblikken tijd om zich tot den
dood te bereiden, 't geen haar gereedelijk werd toege
staan, daar de heidenen dachten dat haar geloof aan
't wankelen ging. Apollonia beval hare ziel aan God, en
door den H. Geest gedreven, sprong ze zelf op den
brandstapel, hiermee beteekende dat ze om Gods liefde
den dood en ijselijke martelie vrijwillig inging. Dat ge
beurde in 't jaar 249.
Hare vereering in Vlaanderen.
Wat er in die marteling meest de aandacht van de
menschen gaande maakte was minder de wreedaardige
bekroning het levend verbrand worden dan wel
de voorafgaande pijniging het uitrukken der tanden.
Ook i3 Sinte Apolonia sedert de vroegste tijden gehul
digd en vereerd geweest als patrones tegen de tandpijn.
In ons bisdom wordt ze gediend met grooten volkstoe
loop in tal van kerken en kapellen, zooals in O. L. Vrouw
te Poperinge, te Woesten, te Haringe. te Woumen, te
Slypskapelie-bij-Dadizeele, te Wervick, te Lophem, te
Steene, te Ichtegem, te Caster, te Thielt. te Zevecote.
Ook nog in Sint Janshospitaal te Brugge, in Sint-Niklaas-
gesticht en in 't Begijnhof te Kortrijk.
Maar buiten en boven al deze plaatselijke vereering,
is vosr ons leperlingen, van grooter belang de aloude
devotie in onze Sint-Jacobskerk.
Hare vereering te leper.
Sinte Apolonia wordt gediend in Sint-Jacobskerk te
loper, waar op 8 Februari de jaarlijksche octavo begint.
Vóór den oorlog was er een kunstig gesneden borstbeeld
van de heilige op een rijk versierden voet, geschikt om
eene relikwie te dragen. Thans is er een voorloopig
modern beeld, dat, hopen we, door iets meer kunstigs
zal vervangen worden, eens dat Sint-Jacobs zijn opschik
zal gekregen hebben. En we zouden wenschen dat men
naar oud gebruik, zij het dan ook met nieuwe kunstvor
men, de relikwie-borstbeelden weerom in eere zou bren
gen zooals in Sint-Maartens en Sint-Niklaas.
De broederschap van StcApollonia in S' Jacobs.
Sint-Jacobs heeft een broederschap van onze heilige
sedert dsn 26 November 1858.
Te dezer gelegenheid gaf kanunnik Tanghe uit het
Handboeksken des broederschap der H. Apollonia..
in Sint-Jacobskerk te leper, met een bijvoegsel, bevat
tende de naamlijst der beke ide heeren pastors dezer
parochie. Te Brugge, bij de Weduwe Deschrijver-
Van Haecke, 1859
Het werkje is zeldzaam geworden, maar bevat weinig
of geen geschiedkundige inlichtingen. Dit weten we dat,
vóór de oprichting van de broederschap in 1858, de de
votie tot S. Apollonia reeds in Sint-Jacobï bestond;
wellicht was het borstbeeld der heilige een kunstwerk
der jaren I 700, die met de devotie, uit de Predikheeren-
kerk naar Sint-Jacobs was overgebracht.
De devotie bij de Predikheeren te leper.
Onze lepersche Predikheeren of Dominikanen, waar
van Pater Henri Iweins de geschiedenis schreef in Je
Annales de la Société d' Archéologie d'Ypres 3d"
jaar, bi. 43, hadden sedert de jaren 1600 een bloeiende
devotie tot S. Apollonia in hunne kloosterkerk.
Waarschijnlijk werd deze devotie overgenomen van
de Antwerpsche Dominikanen, waar ze een ongemeenen
bijval had en nog heeft, alhoewel hun kloosterkerk scdsrt
de Fransche revolutie veranderd is in parochiekerk, be
diend door diocesane geestelijken. Maar al de kunst
schatten zijn er bewaard gebleven en de devoties mede.
Ge moet eens de zeer plechtige Apollonia-viering heb
ben meegemaakt in die grootsche Sint-Pauluskerk, om
een gedacht te krijgen van wat dergelijke feesten waren
vroeger. Men deelt er aan de geloovigen uit roó zijden
draden, gewijd ter eer van S. Apollonia, en die rond den
hals gedragen worden tegen de tandpijn. Wellicht heeft
een onzer lepersche Preekheeren te Antwerpen die jaar
lijksche plechtigheden meegeleefd, en vandaar naar ons
klooster de devotie overgebracht.
Wanneer overgebracht naar St-Jacobs
Zooals Sint-Jacobs de groote devotie van den Rozen
krans van de Dominikanen overerfde, zoo kreeg het nog
deze tot S. Apollonia. Wanneer dat juist gebeurde kan
ik niet achterhalen.'t Was pastoor B. Bouckaert, die op
S. Jacobs stond van 1803 tot 1805, die de broederschap
van den Rozenkrans hier deed overbrengen, maar ik ge
loof dat het zijn opvolger was, Emmanuel Dubois, die
S. Apollonia binnenbracht. Pastoor Dubois was prior en
professor geweest in 't voormalig klooster der Predik
heeren hij stond hier lange jaren, van 1805 tot 1819,
en 't zou me niet verwonderen moest hij naar zijne kerk,
met andere kerkelijke voorwerpen van zijn klooster, ook
de relikwieën én 't beeld van S. Apollonia hebben
verhuisd.
In elk geval de devotie is thans in S. Jacobs. Moge
ze er bloeien! En mogen alle godsdienstige leperlingen
inde Apo'loiia-dogen niet vergeten hun beevaart te doen
naar Sint-Jacobs.