Jaar-Mis een Paus-Mis waarvan het eereloon door
de geloovigeo, als 't zijn kan, zal bijeen gebracht worden.
Onze dierbare parochianen wakkeren wij aan, den
wekroep van den H. Vader te beantwoorden en iederen
Vrijdag het H. Misoffer tot zijne intenties te komen
bijwonen.
De Hofnar
Aan de koningshoven, in vroeger dagen, waren niet
zelden zoogenaamde narren verbonden, die door hun
toeren en grappen in woord en daad heel het koninklijk
hof moesten verlustigen en vermaken. Ze droegen de
naam van narren, dat wil zeggen gekken, omdat ze zich
dikwijls gewild dwaas aanstelden, doch in werkelijkheid
waren ze guitig, geestig, gezellig enlang niet dom.
Zulk een guitige, geestige, gezellige hofnar nu kreeg
op een goeden morgen van zija koning een narrenstaf.
Houd dien staf in uw bezit, zoolang tot ge iemand
vindt, die nog grooter dwaas is dan gij. Hebt ge dien
gevonden, dan moogt ge hem uw staf ter hand stellen,
omdat hij nog grooter nar is dan gij."
Hi) krabde zich eens achter de ooren en sprak: "Sire,
dat zal een heele toer wezenKrijg ik daarvoor verhoo
ging van salaris
"Zwijg, nar",sprak de koning. "Zwijg en verdwijn".
En kopje-duikelend en schaterlachend en grimassen
makend rolde de nar de zaal uit.
Enkele jaren later lag Sire op zijn sterfbed. Ook de
hofnar bezocht zijn koninklijken meester en nu ontspon
zich het volgend gesprek
Hofnar, ik ga heen!" sprak de koning.
"Zoo Sire! En waar gaat mijn vorstelijke gebieder
naartoe? Waar is de reis heen?"
"Naar een andere wereld!" zei de koning treurig.
"Geen bagatel! en voor hoelang? Voor een maand?"
"Neen!"
"Voor een jaar dan, misschien?"
"Ook niet!"
"Voor hoelang dan?"
"Voor altijd, voor eeuwig!"
"Sire, dat is een lange reis; en wat heeft mijn koning
gedaan, om toebereidselen te treffen voor zoo'n groote
reis naar de eeuwigheid?"
"Niets! Helaas, niets!"
"Wat!" riep de hofnar vol ontzetting uit. "Niets?
Wel hoe, ge gaat de eeuwigheid in en ge zijt onvoorbe
reid voor die groote reis? Neen, grooter dwaasheid heb
ik nimmer gezienHier! Pak mijn narrenstaf! U hebt
het recht, dien op uw sterfbed te dragen, want gij zijt
een nar, grooter nog dan ik!"
Mensch die dit leest, zou die nar zijn narrenstaf ook
U op dit «ogenblik moeten overdragen, omdat ook gij
even dwaas handelt, als die koning in vroeger dagen?
Bereid, bereid U toch voor de groote reis naar het
land der eeuwigheid.
Onze M issie-Predikanten
E. P. De8myter
E. P. Gelin
E. P. Van Linden
E. P. Geerebaert
E. P. Janssens
E. P. Vander Meeren
E. P. Van Hoeymissen E. P. Van Lierde