De heropbouw van leper's Geestelijk College Het heropbouwen van het Sint-Vincentiuscollege is eene bladzijde, en eene der schoonste, uit den «Herop bouw van leper». Die heropbouw is een bewijs van de stoere werkkracht en de taaie energie van ons volk: deugden die op 29 Juli met nadruk onderlijnd werden door Zijne Majesteit Leopold III, onzen jongen Koning, in zijne zoo voor name toespraak tot de lepersche bevolking. leper moest ook zijnCollege terughebben dathonderd- jaar lang bijna, met leper, lief en leed had gedragen, met de lepersche bevolking had geleden en gestreden, in alle blijde en kommervolle gebeurtenissen zich met de leperlingen had verheugd en met hen had gehoopt op betere dagen. Een stad herbouwen is reuzenwerk; maar 't is niet het werk van één man: 't is het werk van een gemeen schap; er is verdeeling van arbeid en, zooals men zegt «Verdeeling maakt lichtwerk». Maar de ruime lokalen optrekken van een onderwijsgesticht, naar de moderne eischen, ia één man te sterk. En toch de Kerk werkt met geschikte mannen die Gods voorzienigheid Haar altijd aan de hand doet. Tel kens de Kerk vóór een werk staat, zwaar of licht, brengt zij een man naar vóór, en al dadelijk meestal voelt iedereen die hem kentdat de onderneming in goede handen is. Zoo handelt de Kerk in Rome, zoo handelt Zij in Brngge. E. H. De Visschere Mgr. Waffelaert, zaliger, wilde in Mei 1920 Zijn Col lege heropenen én heropbouwen te gelijk. Er is geloof noodig om zulke opdracht te gevener is er nog meer noodig om die opdracht te aanvaarden. Voor die opdracht koos Hij zich een man: E. H. C. De Visschere. Zijne Excellentie zond hem naar leper, heel alleen, in zwaarder voorwaarden nog dan O.L. Heerens discipelen die twee en twee werden gezonden om de wereld te be- keeren. Maar hij droeg in zich vele mogelijkheden: hij was vóór den oorlog, sedert 1906 tot 't jaar'14, bewa ker geweest en droeg met zich mêe als een uitstraling van zijn persoonlijkheid, een atmosfeer van tucht, orde, ont zag en liefde het is een zeldzaamheid dat een bewaker in zijn leerlingen die schijnbaar contradictorische gevoe lens weet vereenigd te houden. Onder den oorlog werd hij leeraar aan het College te Thielt waar hij vroeger stu dent was geweest en, naden oorlog, van alles beroofd maar innerlijk verrijkt kwam hij naar leper terug als be waker, leeraar en op den hoop toe als Principaal van een College dat dood was en moest verrijzen. In de barakken... E. H. Devisschere begon met 18 leerlingen en eenige barakken, hem geschonken door toedoen van den Z. E. Heer Deken Delaere, de man met het grenzeloos vertrou wen op Gods voorzienigheid. O die barakken te leper, zij brachten de menschen dicht bij elkander, gaven een zekeren familiegeest, een zekere intimiteit die maakt dat vele menschen nu nog zonder bitterheid en met een ver tikje heimwêe zich die barakken herinneren an al lang vergeten hebben hunne Het College in de Barakken.... grimmige stemming waarin zij daar onderstonden de gloeiende zomerhitte en de kille winternachten. Na drie weken kwam hulp uit Brugge E. Heer Pr. Bouciqué werd leeraar benoemd en kwam met zijn gullen lach en onverstoorbaar optimisme meêgebracht van 't front zijn Principaal en zijn veelzijdig werk vervoegen. Na 't groot verlof (1920) begon de 6' humanioraklas en weldra kwam de St-Michielsschool zich aansluiten bij 't groeiend College, tot dat het overgroot getal kinderen de splitsing weer noodzakelijk zou maken. De gebouwen Er waren van uit Brugge schikkingen genomen voor het vergrooten en verwisselen van gronden. Door die schikkingen heeft het College veel gewonnen maar ook veel ingeboet: het gebouwen complex vormt nu een meer- gebonden éénheid en is veel huizelijker gegroepeerd. ■:m m *•- - grjay 'v~' De Voorgevel in 1914 De Voorgevel nu Maar de stijlvolle voorgevel in de Meenenstraat ia verloren gegaan en de voorgevel nu, die wel lepersch en fijngevoeld is afgewerkt en niet zonder grootheid, geeft uit aan het koor van St-Jacobskerk, verborgen achter de vestingswallen. Maar alles was in werking tusschen de jaren '20 en '25 innerlijke groei aantal leerlingen, klas- en stu dieuren en uiterlijke groei, het rijzen der gebouwen. Hoe wonder toch alles samentreft. Onder t verlof verbleef de toenmalige hoogleeraar in de Dogmatica aan het Groot Seminarie soms eenige dagen in het Sint- Vincentiuscollege, omdat E. H. Devisschere zijn klas- maat was en zijn vriend; en van leper uit werd ter ver- poozing de frontstreek bezocht... Menige verandering en wijze schikking is nu nog terug te brengen tot de vin gerwijzing van dien verlofgast, die naderhand Deken werd te leper en nu Bisschop is van Brugge, Zijne Hoogw. Excellentie Mgr. Lamiroy.

HISTORISCHE KRANTEN

Tuinklokke (1930-1940) | 1934 | | pagina 3