DE TUINKLOKKE
PAROCHIEBLAD VAN IEPER
ZONDAG 23 DECEMBER
Kerstdag
Zalig (Nieuwjaar
Daar was geluk
VIJFDE JAARGANG
1934
NUMMER 10
DE TUINKLOKKE
Inzonderheid van Sint-Maartens
ADMINISTRATIE
verschijnt
tienmaal jaar*
Cartonstraal, 6
Glorie aan God in den Hooge en op aarde vrede
aan de menschen van goeden wil!
Dat zongen de engelen over de velden van Bethleem,
terwijl het goddelijk Kind, in eenen stal geboren, door
zijne moeder Maria in doekskea gewonden, was neerge
legd in de Krib.
Dat goddelijk Kind, het bracht aan de menschen niet
de weelde en het gerot, maar wel de vrede in de onder
danigheid aan God, in het aanvaarden van 's levens last
en lijden, uit liefde tot Hem.
Luisteren wij allen naar de zalige vermaning die ons
op Kerstdag in het Epistel der H. Mis door den Apostel
Paulus (Brief aan Titus II, I I -1 5)gegeven wordt
c Welbeminde De genade van God, onzen Zalig
maker is voor alle menschen verschenen. Hij leert ons
dat wij van de goddeloosheid en van de wereldsche be
geerlijkheden afstand moeten doen Hij leert ons dat wij
matig (ziedaar onze plichten tegenover ons zeiven) en
rechtvaardig (onze plichten tegenover den evennaaste)
en godsdienstig (onze plichten tegenover God) moeten
leven in deze wereld, verbeidende de zalige hoop en
de komst der heerlijkheid van onzen grooten God en
Zaligmaker Jesus-Christus
Wat wij aan onze dierbare parochianen uit ganscher
harte wenschen?
Dat Onze Lieve Heer, de Gever van alle gced, aan
eikendeen zou verleenen een zalig en gelukkig jaar;
dat Hij vrede zou schenken en zielevreugde aan alle
huisgezinnen
werkgelegenheid aan alle werkloozen en het dage-
lijkach brood aan alle behoeftigen
dat het jaar 1935 een herleving van handel en nijver
heid moge inluiden, alsook een vernieuwing van echt
christelijk leven.
Helpt mee, dierbare parochianen, opdat die wenschen
in vervulling komen
Uw genegene Pastoors
J. VERMAUT, Pastoor-Deken van leper.
J. BoNTE, Pastoor van St-Pieters.
J. DelanoTE, Pastoor van St-Jacobs.
J. Denys, Pastoor van St-Niklaas.
Daar was geluk
Een eenvoudig arbeiders-gedoe; wit, met wat klim
mende groenbadend in de zon, rustig te lande. In een
klein dorp waar weinig verkeer, geen rijkdcm was.
Een arbeidersgezin, nevens andere arbeidersgezinnen,
levend dag in dag uit van 't werk van hun handen.
En toch lag 't geluk op de muren van 't huis als 't
goud van de zon.
En al onzehuizen moesten zijn alsdat arbeidersnestje
ze moesten druipen van geluk.
Niet ik zeg dateen groote vriend van de werklieden
hield er aan dat dikwijls te herhalen. Gij kent hem, gij
eert en bemint hem «Leo XIII
Hij sprak ons van dit huis, en van zijn bewoners.
Van dien timmerman, Jozef, van die Moeder Maria,
van dien knaap die timmerde en neerstig arbeidde
«Jezus»
Daar was Liefde in dat huis; meer liefde als er geld
steekt in de brandkasten van onze hedendaagsche Ban
ken.
Liefde! Niets was Jozef te veel; een blik op Maria
en 't kind; en zijn arbeid was geen last meer, maar een
bron van vreugde.
En de Moeder! Hoe heerlijke tafereelen konden
de groote Meesters ons schilderen, waar Maria neerstig
arbeidt aan het spinnewiel, en voortdurend ziet naar den
wassenden knaap. Wat een vreugde in haar dagelijksch
werk, dat werk van huishouden, wasschen en plasschen,
naaien en verstellen!
En Jezus! onderdanig, gehoorzaam, voorkomend
en bevallig!
Bij de buren stond dit bekend; dat er geen gelukkiger
gezin was; en in dat geluk hadden ze hun deel, want Jozef
was immer gereed om hulp te bieden. Maria kon zoo
minzaam met de buurvrouwen omgaan als ze naar de
bron water haalde; uit haar oog, uit haar hart ging iets
over bij de buurvrouwen. En geen waren zoo bevallig,
zoo zacht vanaard als Jezus
Een huis vol liefde, van waar als zonnestralen de
liefde naar andere huizen overging. Het druipte van