Onze lepersche
Missionarissen
Een blijde lach.
Het woord van Margareta Sinclair over den blijden
lach is wel zeer bekend geworden. «Een blijde lach
zoo schreef zij is een zonnestraal in het oog van
hen die bedroefd zijn».
Wellicht zijn er maar weinig menschen die de'' kracht
en het offer van den «blijden lach» begrijpen.
Waar geen blijde lach is.
Want, weet het wel, als wij spreken over den blijden
lach die een zonnestraal is in het oog van hen die be,-
droefd zijn» dan gaat het niet over den wilden schater
lach, die ge in het voorbijgaan kunt beluisteren uit
kroeg of danszaalDie wilde lach is al te gemeen
en al te laag.
Ook denken wij niet aan den gemaaktenlach,
die ten product van verkeerde wellevendheid blijkt
te wezen, jegens vreemden. Hoe vaak klinkt in de
huiskamer, zoolang er vreemden zijn, een opgewekt
en geanimeerd gelach, enzoodra ze weg zijn,
gaat het over in een kouden trek van harde onver
schilligheid en stomme zwijgzaamheid, jegens de huis-
genooten. Die lach is al te veel schijn, al te veel
comcdic
Als een zonnestraal
Neen, eer dc «blijde lach» waard is dien mooien
naam te voeren, eer hij waard is vergeleken te wor
den met den «zonnestraal» moet hij inderdaad het licht
en de warmte van een zonnestraal der ziel in zich
dragen.
In zoo'n blijden lach leeft dan een zielegrootheid,
die aan heiligheid doet denken.
Ik denk aan de verpleegster, die altijd met denzelf
den blijden lach haar zieken te gemoet treedt, en
die daardoor blijk geeft haar ziel zóó gezet te hebben
naar het lijden van anderen, gelijk haar handen staan
naar de lichamelijke verzorging der kranken.
Ik denk aan de arme eenvoudige moeder die werkt
van morgen tot avond, maar toch nooit haar kinderen
tegeme et treedt zonder stralende blijheid in haaroogen.
Ik denk aan den vermoeiden werkvadcr die naar huis
komt om te rusten, maar dan nog altijd tijd en kracht
vindt om eerst een tijd met zijn dartele kinderen te
spelen.
Ik denk aan zooveel menschen van onzen tijd, die
hoofd en hart vol zorgen dragen, maar daarvan niets
laten merken en met mannelijken moed den toon der
blijheid aangeven bij vermaak en ontspanning.
Ik denk aan den priester, die na een zwaren Zon
dag. naar zijne kinderen in patronaat of jeugdvereeni-
ging trekt en daar den onvermoeibaren leider speelt.
Echte deugd.
Die lach is meer dan een zonnestraalDie lach ver
raadt vaderlijke wilskracht en moederlijke goedheid.
Die lach is een daad van deugd. Die lach is een apos
tolaat der offervaardige zielen, die leven voor de
vreugde van anderen.
Begrijpt ge nu, dat de Heiligen meestal blijmoe
dige menschen waren?
Vandaag brengt de Tuinklokke een eere-salut
aan drie Missiezusters, die edelmoedig aan 't werk
zijn, in de verre Missielanden:
Juff. Bertha D' hont, in Engelsch Indië.haar twee
zusters wonen hier in de Statiestraat, 6.
Juff. Marguerite de Salmon, in Belgisch Congo
l eeft nog haar geliefde moeder, in de Rijselstraat, 7.
Juff. Maria Noorenberghe, in Nieuw Guinea, Oceanie
haar brave vader woont in de Rijselstraat, 73.
Bertha D'hont
E. Z. Maria-Theresia
Kanunnikes-Zendelinge
van St-Augustinus (Hever-
lee-Leuven).
Zij begon haar kloosterle
ven in't jaar 1902, in En-
gelsch-Indië, werd aldaar
geprofest op 8 December
igo5; en verbleef in En-
gelsch-Indië tot in 1921.
Terug in 't land van 1921
tot 1929 (4 Nov.), vertrok
dan opnieuw naar't Mis
siefront.
Adres Infant Jesus' Orphanage, Mulagamudu
(Travancoro), British India.
Marg. De Salmon
E. Z. Marg.-Marie
du Sacré-Cceur
Franciscanes Missionaris
v. Maria.
geboren te leper 11 Febr.
1900 naar het klooster
(Gooreind) Sept. 1927ge
profest, 19 Maart ig3o
Heenreis naar Congo, 9
April ig3o.
Adres Hospitaal der
Zwarten, Stanleystad, B.
Congo.
Maria Noorenberghe
E. Z. Simon a
Dochter van O. L.V. van
het H. Hart (Buggenhout)
geb. te leper 5 Febr. 1907
naar het klooster 12 Febr.
1927
geprofest 2 5 Aug. 1928
naar de Missie 18 Sept.
1928.
AdresKath. Mission of
Yule-Island, Nieuw Gui
nea, Papua (Oceania).