Ter eere van Sint Jacob 't Is zijn feestdag, op 25 Juli. En, om haren patroon te «besteken» heeft nu de Sint-Jacobskerke de heerlijke gedachte opgevat een groot en prachtig beeld te laten maken, in wit steen en dat beeld te plaatsen boven het portaal, in open ducht. 't Is een echt kunstwerk, en het doet eere aan onzen knappen beeldhouwer Eug. Sapyn een Gente naar van geboorte die. Goddank, lepcrling is geworden! Hebt ge reeds opgemerkt dat St Jacob hier en elders- staat afgebeeld met een pelgrimsstaf en dat hij groote schelpen op zijn mantel draagt Waarom is dat Die traditioneele voorstelling vindt haren oorsprong en uitleg in hetgeen we nu gaan vertellen over St Jacob-anders gezeid den H. Jacobus de Meerdere», apostel des Heeren en de eerste martelaar onder de twaalf apostelen. Levensbeschrijving Hij was van visschcrsafkomst uit Bethsaïda broeder van Joannes, die bekend staat als «Sint Jan Evangelist Hun vader, Zebedeus, was een visscher met boot en groote sleepnet, die huurlingen noodig had voor de vischvangst Hun moeder heette Salomé... Op menige plaats van het Evangelie wordt Sint Jacob vermeld, als een der uitverkorene apostelenmet Petrus en Joannes, mocht hij getuige zijn van de verrijzenis van het dochterken van Jaïrus te Capharnaüm, van de glorierijke gedaanteverandering op den berg Thabor en van de bloedige transfiguraie in het hofken van Olijven. De verdere levensloop van Sint Jacob wordt niet be schreven in «de Handelingen der Apostelen». Dkkr ver nemen wij slechts dat Sint Jacob in 't jaar 42 of -13 ■door Hcrodes Agrippa met het zwaard onthoofd w-erd <n de eerste martelaar was onder de Apostelen. Sint Jacob in Spanje? Dc legende heeft bij de historische feiten nog veel wonderbaars bijgevoegd. Zoo verhaalt men, dat Sint Jacob, na den eersten Pinksterdag, r.aar Spanje reisde om 't geloof te pree- ken. Veel bijval vond hij er niet hij mocht slechts zeven discipelen vormen, waarmede hij naar Jerusalem terugkeerde. Na Sint Jacob's marteldood brachten deze zeven Spanjaards het lichaam van hun Meester naar hun vaderland overdaar bleef het verborgen tot in 830, wanneer bisschop Theodemir de relekwieën ontdekte en overbracht naar de huidige stad Compostella. Die stads naam i s maar een samentrekking van de langere bena ming San Jacomo Apostol De bedevaart naar Compostella Compostella is sedert de Xe eeuw een der meest be roemde beevaartplaatsen der Christen-wereld en komt op den derden rang. na Jerusalem en Rome. In de XI le eeuw was het hoogtepunt der bewr/ging bereikt. Vier groote wegen doorkruisten Frankrijk om in de Pyreneeën samen te loopen, en langs die wegen stonden honderden hospitalen fcn godshuizen waar de pelgrims «ter eere Gods ende van Sint Jacob» geher bergd werden en hulp ontvingen. Het is in dien tijd, toen de beevaart naar Compo stella bloeide, dat zoo machtig veel kerken onder de aanroeping van Sint Jacob werden ingewijd, zoodat de keuze van den patroon ons oyT^len weg stelt om het tijdstip van het ontstaan dezer kerken te achterhalen. Dit is o. m. het geval voor de Sint Jacobskerke te leper, te Brugge, te Gent, te Antwerpen. Sint-Jacobsschelpen In 1211 was de groote beevaartskathedraal te Com postella afgebouwd en ingewijdde pelgrims waren ontelbaar; ze konden er allerlei groote geestelijke gunsten winnen, onder meer, op bepaalde tijden, den Jubelaflaat. Rond dit prachtgebouw ree$ een stad op van hos pitalen en godshuizen voor de pelgrims. Op de pleinen en bij de kerkdeuren verdrongen zich de leurders die de beevaarders hun waren te koop bodenkeersen en offeranden, en meest nog aandenkens van de beevaart. Het meest geliefde aandenken was de eagénaardige Sint Jacobsschelp, die men op de nabijgelegen kust in groote hoeveelheden aantreft een reusachtige schelp, die door de beevaarders op den hoed geves tigd werd. Soms hechtte men er nog op de kleeren Zoo werd die groote schelp het onderscheidingstee- ken der beevaarders naar Compostella. Als Pelgrim Door eene wisselwerking, die men nog in soortge lijke gevallen aantreft, kreeg Sint Jacob dé onderschei- dingsteekens van zijn vereerders, de pelgrimshij werd voorgesjekj als pelgrimmet den pelgrimsmantel waarop een paar schelpen zijn gespijkerd, met den pelgrimshoed die ook met de schelp is versierd, met den langen pelgrimsstaf of reisstok waaraan een wa terkruik of kallebas te slingeren hangt. En zoo komt het dat die pelgrimsstaf, samen met de schelpen, het iconografisch kenteeken geworden is var. onzen gevierden volksheilige.

HISTORISCHE KRANTEN

Tuinklokke (1930-1940) | 1935 | | pagina 3