DE TUINKLOKKE
PAROCHIEBLAD VAN
ZONDAG 26 JANUARI
Maria-Llchtmis
ZEVENDE JAARGANG
1936
NUMMER 1
De Tuinklokke
Inzonderheid van Sint-Maartens
Administratie
verschijnt
tienmaal 's jaars
Janseniusstraat. 5
2 Februari
Op weg naar den Tempel.
Cvcr de baan van Bethlehem naar Jeruzalem ging
Maria met Jozef, in den heerlijken, vroegen morgen.
Op haar armen droeg zij haar Kindje...
En heel de wereld was zoo schoon. De zon, met
haar vriendelijk gezicht, scheen helder over de berg
toppen, en schilderde de rotsen in de dalen roos en
purper, smakelijk om er in te bijten. De boomtakken
lekten van den dauwde grond zag nog zwart van
vochtigheid en doomde als wierook.
Veel zeiden Maria en Jozef niet, maar peinsden veel.
Mannen en vrouwen kwamen hen tegen, keken
naar het Kindje onder den gestreepten doek, en knik
ten minzaan. «God zegene u, jonge moeder!»
Maar die monschen wisten niet dat het Kind hen op
den weg van de aarde naar den Hemel moest leiden,
dat' hetKind het licht was op dien weg.
Zij zagen het Licht niet.
Opdracht van Jesus.
Op het vcorpltin tan den tempel te Jeruzalem
hadden zij een paar duifjes gekocht, waren dan de
trappen opgegaan en onder de groote binnenpoort door,
tot voor het rookend altaar.
Aan den witten priester gaf Maria haar Kind af.
Die hield het op zijn handen, stak het omhoog naar
het altaar, tet offer aan den Heer; lei het weer in
Maria' s armen, en nam de duifkens en het offergeld
aan.
En als zij weggingen door den middengang, tusschen
het biddende volk door, zag de witte Joodsche priester
het> even nadat waren menschen lijk zooveel anderen,
dat was een kind lijk zooveel andere.
En de Joodsche priester zag het Licht
niet.
Simeon en zijn danklied.
Als zij de trappen voor de groote poort afkomen,
staat daar een oude man met grijzen baard, en steunt
op zijn stok en wacht, en groetGod zegene u, jonge
Moeder
Op zijn armen neemt hij het kind, beziet het lang
en dan schieten de tranen uit zijn oogen en loopen in
zijnen baard Eri dan staart hij naar boven en juicht t
«Nu laat Ge uwen dienaar gaan, Heer,
volgens uw woord, in vrede.
Want gezien hebben mijn oogen uw heil
dat Gij bereid hebt voor het aanschijn aller volken,
Een licht tot openbaring aan de Heidenen
en tot. luister van uw volk Israël».
Hij kon niet meer. Het kropte in zijn keel...
Die oude man zag het Licht wel.
Lichtmis gevierd in de kerk.
Op Liclumis, vóór de Hoogmis, staat de Pastoor
aan het altaar Bezijden, op een tafeltje, liggen versche
keersen, met blauw en gulden bandjes rond. En dp
Pastoor bidt er over, sprenkelt er wijwater over, be
rookt ze met het wierookvat en deelt ze dan uit aan
de Oridt rpastoor, de misdienaars, de Kerkheeren en
zangers.
En. gezongen wordt er mïdderwijl op het koer t'
Een Licht tot openbaring aan de Heidenen,-
en tot luister van uw volk Israël
In processie komen zij dan het koor af, met de
brandende keers in hun één hand, en het zangboeksken
in hur. ander, en trekken zingend de keïk rondmet
het kruis voorop
En de menschen houden hun duim in hun kerkboek,
en krijgen goesting om met hun stoelen mee rond te
draaien, cn hun oogen gaan mee met de flikkerende
keersen, en het kruis
Want die allen gaan achter Christus den weg naar
den Hemel op.
Die all en zien het Licht.
Kerkgang der jonge moeders.
In de week, als het klept voor de Mis, komt een
jonge moeder de kerk binnen. Achter haar gaat de ba
ker die een kind draagt, warm ingespeld onder 'nen,
dikken sjaal.
De moeder krijgt een brandende keers in de hand,
de Priester leidt haar tot op de trappen van het altaar:
Treed binnen in den tempel van God, aanbid den
Zoon der zalige Maagd Maria, die u vruchtbaarheid
van kroost verleend heeft!» en besprenkelt haar en
baar kind met het wijwater van God.
Want die moeder weet dat zij en haar kind naar
den Hemel opgaan, achter Christus.
Zij heeft het Licht gezien.
T. V. T.