PAROCHIEBLAD VAN IEPER
ZONDAG 19 DECEMBER
Vrome Wenschen
Nieuwjaarsdag
Eer» wonderremedie
ACHTSTE JAARGANG
1937
NUMMER 10
DE TU1NKL0KKE
De Tuinklokke
Inzonderheid van Sint-Maartens
Administr Mie
verschijnt
tienmaal 's jaars
Janseniusstraat, 5
Ter gelegenheid van Kerstdag en van het Nieu
we jaar 1938, wcnschen wij veel heil en zegen
aan al onze parochianen.
Mogen zij allen een zaligen Kerstciag bele
ven, in eenklank met het jubelend Engelenlied dat eens
boven het kribbekc van Bethleem weerklonk «Glorie
aan f^od in den hooge, en vrede op aarde aan de men-
schen van goeden wil
Moge 't ook een zalig Nieuwjaar wezen voor
onze parochianen een jaar van welstand naar ziel
en lichaam, een jaar van reine liefde en huiselijk
geluk, een jaar vol van verdiensten voor den Hemel.
Opdat die \rome en hartelijke wenschen in vervulling
mogen gaan, bidden wc dagelijks in 'tH. Misoffer
voor onze geliefde parochianen; want «in Gods zegen
is 't al gelegen
Uw genegen Pastoors
J. VERMAUT, pastoor-deken van leper.
G. BONTE, pastoor van St-Pieters.
J. DELANOTE, pastoor van St-Jacobs.
J. DENYS, pastoor van S:-Nicolaas.
Allerminnclijkste Jesus, op dezen Nieuwjaarsdag of
fer ik mij gansch aan U op, met alles wat ik ben, met
alles wat ik bezit.
Alles is volkomen het uwe.
Ik schenk U mijn werk, schenk U mij de rust.
Ik schenk U mijn smarten, schenk mij troost.
Ik schenk U mijn lijden, schenk mij geduld.
Ik schenk U mijn beproevingen, schenk mij de over
winning.
Ik schenk U mijn tijd, schenk mij de eeuwigheid.
Hetgeen ik boven alles noodig heb, is de verwezen
lijking van Uwe hemelsche belofte, geldend voor den
dag dat ik uit dit ballingsoord in het Vaderland mag
treden Ik zelf zal uw e heerlijke belooning zijn
Wat beters zou ik in den hemel kunnen wenschen,
of op aarde kunnen zoeken, dan U, mijn Heer, de
eeuwige God van mijn hart en mijn eeuwig Goed.
(Naar het Engelsch van Pater Vaughan, S. J.
Triene Petrol haar man leurde met petroleum en
vandaar die bijnaam kreeg nog aleens klop van haar
vent.
Zekeren dag dat zij weer troef gekregen had, ging
zij haar beklag doen bij Susse Lapscheure, den won
derdokter, bij wien de menschen te rade gingen tegen
tandpijn en teenkramp, tegen veeziekte en liefdever-
driet.
Tiiene legde haar geval uit en Susse gaf haar een
flesje met water. Als haar man z'n koleirekreeg,
moest Triene een soeplepel van dit water in haren mond
nemen en het er in houden tot het onweer voorbij was.
Eenige dagen daarna, begon het spel weer. Triene
nam het water in den mond en... kreeg geen klop.
Dat ging zoo de volgende keeren.
Veriukt, liep Triene Petrol bij Susse Lapscheure,
om hem nog een flesschje water te vragen.
«Dat water», antwoordde Susse, «kunt ge overal
vinden. De wonderremedie ligt hierin, dat ge zwijgt
tot de koleirevan uw man voorbij is
Goudkorreltjes
Wie altijd uitgaat van hooren zeggen», loopt gevaar
heel wat leugens te vertellen.
Hoe min men denkt, hoe meer men praat.
Het moeilijkste is zich zelf te kennen, het gemak
kelijkste, van anderen kwaad te zeggen.
Die altijd doet wat hij lust, doet z lden wat hij
moet.
Egoisten zijn arme menschen, zij hebben niets te
geven.
Krijgen vult de hand, geven vult het hart.
De geboorte van Christus uit Maria, is slechts het
uitgangspunt tot de geboorte in de menschheid.