Plink antwoord
aan Nikodemus
Het wonder van den vrede
Dat beweer ik, en dat houd ik vol zóó iets zou
niet mogen bestaan.
Wat dan, Nikodemus
Den oorlog. God zou dat niet mogen gedoogen.
God zou daar moeten tusschenkomen.
God verbiedt dat, Nikodemus. Door het vijfde
gebod Dood nietBehalve om u te verdedigen.
Maar de menschen gehoorzamen niet aan dat verbod
en daarom, manlief, zit de wereld met al dat vechten en
die miserie.
Dan moest Hij er tusschen springen, met geweld.
En als ze niet willen gehoorzamen, de aanstokers om
verslaan en lam leggen, dat ze geen lid of vinger meer
kunnen verroeren. Dan was het seffens uit.
Dat kan God wél, Nikodemus. Maar als Hij in
dees geval zóó deed, dan zou Hij ook geen twee ma
ten en twee gewichten gebruiken.
Hoe zoo
Wel, dan zou Hij er ook met geweld tusschen ko
men, iederen keer dat iemand naar Hem niet luistert,
en kwaad doet. En dan zouden wij zeiven en veel
grootsprekers leelijk hunnen neus kunnen stooten.
Leg dat eens uit.
Wel ja. Wanneer iemand kwaad spreekt van een
ander, en huishoudens en families overhoop zet en onge
lukkig maakt, zou God dien kerel zijn tong tusschen de
tanden moeten lam leggen. Want dat ook, dat mag niet
gebeuren.
Wanneer oneerlijke kerels hun handen uitsteken
om anderen te bedriegen en te bestelen, zou God op
hun vingeren moeten tikken, dat ze kermen van de pijn
en van andermans goed afblijven.
Wanneer mannen het leven van hun vrouw vergal
len of vrouwen haar man laten zitten, zou God hun ar
men of beenen moeten breken.
Ga nu maar voort, Nikodemus. Overloop de
tien geboden. Als gij God met geweld wilt doen ingrij
pen, wanneer één gebod overtreden wordt, moet gij het
Hem ook vragen voor al de andere geboden. Geen twee
maten en twee gewichten
Manlief, dan lag heel de wereld, op een jaar tijds,
vol gebrekkelijken, verminkten en invalieden.
En gij en ik, zouden wij er ook niet bij liggen
Neen, man, 't zal raadzaam zijn dat wij God zelf
daarmee laten betijen. Hij weet beter dan wij hoe de
wereld terug op haar plooien moet geraken.
En in stee van Hem een nieuw gebod voor te schrij
ven, wij zeiven en al de menschen de oude geboden
onderhouden die Hij over duizenden jaren aan de we
reld gegeven heeft.
En als wij dat doen, kunnen en mogen wij heel ne
derig vragen Spaar ons Heer I Gij kunt alles veran
deren en ten beste keeren De menschen hebben oorlog
op de wereld gebracht. Wij bidden U met betrouwen
Breng Gij den vrede weer
Dan, Nikodemus, zullen wij onzen neus niet stooten.
T. V. T.
Kerstnacht I... «Vrede op aarde!». Mogen de
engelen dit jaar nog zingen van vrede Zal dit lied niet
klinken als weemoed en ontgoocheling
Meer dan ooit moet dit jaar over de wereld de hei
lige boodschap van den vrede over de aarde komen. Nu
alle vredeboodschappen van de wereld gefaald hebben,
moeten wij den vrede verwachten uit den hemel.
Kerstfeest is een Vredesfeest, en Jesus zal den vrede
schenken aan elkeen van goeden wil.
Die vrede van Christus is op de eerste plaats de
vrede van de ziel, vrede die de wereld niet ge
ven kan. Vrede van de ziel met God boven zich;
vrede met de driften en met het hart in zich; vrede met
de wereld beneden zich. Voorzeker deze vrede der
ziel is alles niet maar zonder deze is al de rest niets.
Wat baat het mij dat er vrede geteekend wordt op pa
pier, te Londen of te Genève, als ik den oorlog rond
draag in mij zelf r
Die vrede van Christus is ook de vrede in het
huisgezin. Christus heeft de liefde geconsacreerd
tot een sacrament aan die liefde vastheid, zuiverheid
en vruchtbaarheid gehecht. Daardoor heeft Hij van
het huisgezin gemaakt een heiligdom van vrede.
Die vrede van Christus is ook sociale vrede.
De eeuwige klassentstrijd wordt opgelost bij de kribbe.
Daar knielen koningen en boerenknechten naast elkaar,
vóór de kribbe waar een God een arm menschenkind
werd.
Die Kerstvrede eindelijk is ook vrede onder
alle volkeren. Hier wordt geschreven, met het
bloed van een Godmensch, de eerste bladzijde van elk
vredespact Menschen, gij zijt broeders bemint
elkander
Maar... als dit alles waarheid is, als Christendom
vrede beteekent, is de tegenwoordige oorlog dan niet
de brutale logenstraffing van het Christendom de
failliet van het Christendom
Neen! Wij beleven niet de failliet van het Christen
dom, maar wel de failliet van het heidendom. Wat de
huidige brutale toestanden bewijzen, is niet dat het
Christendom illusie is, maar wel dat wij geen Christe
nen meer zijn. Wij hebben opgehouden Kerstekinderen
te zijn maar wij zijn groote kinderen geworden en-
fants terribles I
De duisternis van dezen Kerstnacht brengt ons, ge-
loovigen, het verlossend Licht.
Geef glorie aan God, en ge zult den vrede vinden
op aarde. Dat is, dit jaar, duidelijker dan ooit de blij
de Boodschap van den Kerstnacht.
Kanonnen mogen bulderen, in de verte of nabij, de
stem van engelen dringt door tot in de zielen, waai
geen geweld iets vermag.
Open uw hart, en ge zult de engelen hooren. Open
uw ziel, en de Vredevorst doet zijn intrede I
Zalig Kerstfeest 1