DE TUINKLOKKE PAROCHIEBLAD VAN IEPER ZONDAG 17 MAART De schoone Lente Paaschplicht Uit Het Evangelie Met groot lot ELFDE JAARGANG 1940 NUMMER 2 De Tuinklokke Inzonderheid van Sint-Maartens Administratie verschijnt tienmaal 's jaart Janseniusstraat, 5 is in aantocht. De natuur herleeft. De zon klimt hoog in de lucht. Paschen is de lentetijd voor de zielen. Op Paschen stond Christus uit zijn graf op Hij heeft den dood overwonnen. Met Paschen verrijzen alle zielen door een goede Biecht en Communie zij overwinnen aldus den dood der zonde 1 Dat is gedurende den paaschtijd een w a a r d i ge C o m m u n ie doen. De vereischten om waardig te communiceeren zijn u bekend 1. Nuchter zijn, 'tis te zeggen dat men sedert 's nachts twaalf uur niets meer gegeten of gedronken heeft. 2. In staat van gratie zijn, 't is te zeggen dat men geen doodzonde op het geweten mag hebben anders ware het een slechte communie en met een slech te communie kan men aan den paaschplicht niet vol doen. Daarom zal men best doen eerst een goede biecht te gaan spreken. Een goede biecht nu bestaat uit drie zaken 1. De belijdenis, 'tis te zeggen: dat men ne derig en openhartig aan den biechtvader de doodzon den moet verklaren, die men sedert zijn laat s t e goede biecht bedreven heeft. Dat gaat gemakke lijker dan men wel eens meent. De biechtvader zal trouwens helpen. 2. Het berouw, 't is te zeggen dat men recht zinnig spijt moet hebben om de beleediging God door de zonde aangedaan en het vast voornemen van zijn leven te beteren. 3. De penitentie. Om ze niet te vergeten, volbreng ze onmiddelijk als 't zijn kan. Let wel op Met slecht geld betaalt men niet. Met een slechte Biecht of Communie volbrengt men zijn paaschplicht niet. Ze hadden haar betrapt op heeter daad van overspel en volgens de Wet moest ze gesteenigd worden. Maar ze wilden eerst weten wat Hij, de nieuwe profeet, er van zeggen zou. En ze brachten de vrouw bij Hem. Een zondares was ze, en ze had erg misdaan... Ze loochende 't niet, maar nu ze vóór Hem stond, vroeg ze zich zeiven ook af, of hij haar zoo onbarmhartig als de anderen zou behandelen... en met angstige blikken staarde zij Hem aan: Rabbi, wat moeten we doen met haar Hij echter zweeg... Dacht hij aan hun valschheid en hun harteloosheid, of aan haar verlangen, haar leedwezen en haar hoop Of dacht hij misschien aan de oneindige goedheid zijns Vaders En plechtig klonk het goddelijk woord, een der schoonste, meen ik wel, die zijn gewijde lippen ont vielen Dat diegene onder u die zonder zonde is, haar den eersten steen toewerpel... Vrouw, ik zal u niet ver- oordeelen I Ga heen en zondig niet meer Arme zondaar, die dat leest, diezelfde Christus wacht op u, en met dezelfde goedheid, zal hij u, in de paasch- biecht, waartoe hij u roept, dat eigenste woord van ver giffenis toesturen! Aarzel niet! Ga naar Hem en zondig niet meer Wist ge maar eens op voorhand wat ge doen moet om een groot lot te winnen, zoudt ge er niet gaarne bij zijn Voor uw ziel die toch meer belang heeft dan uw maag, veronderstel ik is het groot lot dat u moet gelukkig maken de vervulling van uw plichten de vrede des harten de vriendschap met God die gij vindt in een oprechte Biecht en een vurige H. Communie. Houd dan uwen Paschen, en houd hem wel

HISTORISCHE KRANTEN

Tuinklokke (1930-1940) | 1940 | | pagina 1