BRIEVENBUS.
AAN DE STEM VAN HET GEWETEN.
O.F.
CYRIEL PIL,
Kantonsekretaris van het Ministerie van Bevoorrading,
Nieuwstraat 197, ALVERINGEM.
VERLOREN. Tusschen het Eikhof en Eeaenkapelletje,
25 meter stoorlint. Terug te bezorgen aan Achille VEREECKE,
Niet wanhopen, beste lezersEen paar bijdragen liggen nog te
wachten, doch komen een volgende maal aan de beurt!
We herhalen hier nogmaals dat ongeteekende inzendingen NIET
opgenomen worden, zelfs niet zoo ze gepaard gaan met alle moge
lijke bedreigingen 1 Het volstaat niet den naam op den omslag te
schrijven, MAAR ONDER HET ARTIKEL! Ook moeten we
ons vergewissen zoo den inzender geen valsclien naam gebruikt,
want voor sommige brave menschen is alles goed! We zeggen
het eens te meerwe praten niet uit, de biecht, ook niet wanneer
onze beste vrienden er mee gemoeid zijn. Zoo schrijver geen
melding maakt over geheimhouding, dan drukken we natuurlijk
zijn naam over.
Het is ook niet uitgesloten dat menschen denken dat ze door
één of andere zinsnede bedoeld worden, zonder dat dit het ge
val isDat iedereen er het beste uit hale
ZIJT INGESCHREVEN voor den cursus der Hooge Technische
Auto School „COUVREUR” te Diksmuide,
?Adm. Ronarqstrmt. (Mooie Molen) in 15 Zondagen om 9 uur.
Bijzonder programma. Gering schoolgeld. 1000 maal het
schoolgeld en 1000 maal meer tijd zult u innen in uw leven
VERLOREN Vulpen (Porte-plume)Familieaandenken.
Groote belooning aan wie ze terngbezorgd. Julien Van de
Veegaete, 30 Wijnendalestraai, BEERST.
Veranïwoordeltfke TEhwever F WI&&ÉSTVW», watneos
Dik«te»iüe Pers en Prwpafani»)
genoeg. Gelukkig hebt ge alles aan jezelf te danken. Slechter
•fc het met hun die ge door uw onbedachtzaam praten ongeluk
kig hebt gemaakt (ver moet ge niet zoeken!) Ja, Gaston, zoo
veel kwaads is er gebeurd door uw duivelsche Goebbelspropa-
jauda en dan vroegt ge U nog af wat ge misdaan hadt
Ja, nu zijt ge terug thuis en we hopen dat je koel verstand
zal beginnen werken. Waarschijnlijk zullen de enkele maan"
den college U goed gedaan hebben (wie weet komen ér niet
■og een paar bij). Reeds hebt ge gezeten. Dit was een kleine
straf, maar de grootste komt en is al voorbereid door uw
medeburgers, die ge zoolang met uw gepraat hebt bezigge
houden tot vervelens toe. Gij bestaat niet meer voor hen, want
voor zulke menschen als gij is er hier geen plaaas meer... Ja,
Gaston, eerst denken en dan....
Ook wij denken aan hetgeen gebeurd is... tot later en elk
zijn beurt. FILOE.
Daar ik geen oogenblik twijfel aan de goede bedoelingen van
iw zeer fijn geweten „Stern van het Geweten”, hoewel een man
uit, een stuk nooit anoniem iemand aanvalt, kunt U me niet
euvel nemen, dat ik uw goede bedoelingen help ten uitvoer
brengén. Het is onze plicht, ook de uwe, daar uw artikels door
de meest gelouterde vaderlandsliefde zijn ingegeven, hen te la
ken die lakenswaardig zijn en hen te prijzen en te steunen die
het v^Fdienen. Het is dan ook zeer nadeelig voor het vaderland,
menschen van plicht en burgerdeugd aan te vallen, om ik weet
niet welke beweegreden, en aldus verdeelheid en haat te zaaien,
„Salus patriae, suprema lex” het is hierom, dat het mijn
plicht is een kleine terechtzetting te doen aan uw artikel van
18-2-’45. Ten einde te antwoorden op uw zeer vaag artikel (een
bepaald feit zooals lidmaatschap, propaganda, wapendracht, kunt
gij mij natuurlijk niet aanwrijven) voel ik mij genoodzaakt be
paalde feiten daartegenover te zetten, die bewijzen dat ge zeer
lichtzinnig omspringt met uw beschuldigingen:
1) Bij mijn terugkeer uit krijgsgevangenschap einde 1940 heb
ik den secretaris der gemeente Alveringem een betrekking ge
vraagd. Ik werd hierop geantwoord dat ik niet tot zijn soort be
hoorde en dan ook niet moest aandringen.
9) Gedurende het jaar 1943 werd ik opeens uitgehoodigd op 'en Praktische
een der bureelen van een belangrijke dienst te Brussel om mij
te. verantwoorden nopens het volgende„U BENT ANGLO
FIEL”. Daar werd ik klaar voor oogeia gesteld dat alles in het
werk werd gesteld om mij het spergebied te doen verlaten. Dank 'Heem nota,
aan één persoon die trots alles, mij waarborgde dat ik mijn moe
der niet zou dienen te verlaten (mijn vader was dan slechts en
kelen tijd gestorven) maar dat ik in geen geval nog een
hoöging van betrekking zou bekomen, mocht ik blijven.
8) Slechts een drietal maand voor de bevrijding werd ik op
eens ingelicht dat ik met 2 andere personen door de Duitschers
zou aangehouden worden. Eeö van ons drieën werd gesnapt
maar enkele dagen nadien opnieuw vrijgelaten zoodat deze zaak
voor ons verblijvende» een gunstig gevolg had.
Dit zijn waarde Heer eest drietal gevallen die je reeds duide
lijk aantonnen wat mijn werking en gedacht was.
was toch een gelukkige tijd, hé, toen ge kondt zeggen: „Ik,... I Hieraan wil ik dan ook een drietal gevallen uit de bevrijdings"
ik wissel al mijn geld uit voor goud; ’t geld deugt toch niet”! periode toevoegen die U tevens kunt beantwoorden
Maar nu.... En het scheelde ook niet veel of een uwer broe- A1s ik w TT TT„ p
ders een goede patriot werd door uw gepraat in het ge-
vang gestoken. Het Rood Kruis! Ha, daaraan kon men zien
waar de Engelschgezinden wonen; dat wist ge zeker van Mr.
Alfons die vertelde dat het zelf al deugnieten en Witten ware
Kwam er op zekeren dag ook niet een brief toe van een broe
der uit het Walenland, waarin stond: „blijf trouw aan het
V.N.V., alleen Nazi-Duitschland kan ons redden. Dat alles
»ult ge nu wel reeds overdacht hebben zeker, want ge hebt tijd
Brigade Alveringem gevraagd de leiding te willen nemen dezer
afdeeling.
2) Waarom werd ik opgeklopt door twee Heeren deel uitma
kend dezer afdeeling met de vraag, bij gebeurlijke opdrachten
de vertaling te willlen uitvoeren.
3) Waarom werd ik door een Heer ook lid der weerstands-
beweging uitgenoodigd op een bepaald uur en op een bepaalde
plaats een vergadering bij te wonen.
Ik weet heel goed Weledele Heer dat een persoon die met het
publiek dagelijks in aanraking komt, niet voor iedereen goed Mrj
en dat is. ook wel mijn geval, maar ik wil geen lauweren eischen
als ik werkelijk niet aktief in het openbaar gedurende de bezet
ting heb opgetreden om vaderlandslievende daden te verrichten,
maar ik kan U verzekeren als het noodig mocht zijn^dat meer
dere personen die voorname betrekkingen bekleedep^en die ge
durende de bezetting met mij een omgang hebben gehad dit op
tijd en stond zouden ten mijnen voordeele getuigen, en ik durf
dan ook bijvoegen dat de thans nog thuisverblijvendfe zoon van
den Heer Deschilder Jules, Nieuwe Herberg, Alveringem zich
ook niet zou durven achteruit trekken als ik hem dit zou vragen,
als ik het feit zou noemen, dat hij me den eenen dag gedurende
de bezetting een gunst vroeg en hij het des anderendaags reeds
vervuld zag en dan nog zondere eenige vergoeding.
Je hebt toch zeker wel de laatste woorden gelezen op blad 2
van het tweede nummer der VRIJHEIDSGALM” waarin met
dikke letters gedrukt staat „Niet Vlaamschgezindheid wordt ge-
straft maar wel Duitschgezindheid” en tevens het volgende in
het dagblad „DE NIEUWE GAZET” dateerende van 30 Septem
ber 1944. De leiders van de weerstandsbewegingen zelf hebben
hun mannen slechts gedeeltelijk in handen en zij hebben boven
dien geen bevelen gekregen. Er heerscht een bijna volledige
anarchie ofschoon alles nog in de grootste kalmte verloopt.
Maar aangezien de vertegenwoordigers van de openbare macht
de eenigen zijn, die niet van wapens zijn voorzien, is de vraag
of er niet ieder oogenblik iets uit breken kan”.
Je maakt me uit voor karakterloosheid, hewel wat moet dit
voor U beteekenen wanneer ge volgende punten voor U ter over
weging zult nemenof heb je slechts den moed iets naar het
hoofd te slingeren onder een vermomde naam.
Wanneer ge geen deel hebt uitgemaakt der Witte Brigade af
deeling Alveringem was het Uw plicht deze heeren hetgeen
gij me verwijt bekend te maken. Wanneer ge werkelijk lid
waart was het vanaf het eerste oogenblik een zuivere vaderland-
sche daad dit mij naar het hoofd te slingeren. Of heb je slechts
thans deh durf om, onder een vermomde naam te werken in dit
weekblad, om iets dat misschien een persoonlijke kwestie be
treft op te blazen tót een iets die zeer hoog ópschiet.
Ik doe dan ook een beroep op U mijn brief eens in overweging
te nemen want men pltikt geen kersen aan een omgehakte boom
en daarom sluit ik dan ook mijn brief met de woorden van on
zen weggevoerde Vorst„De geschiedenis zal getuigen dat het
leger gansch zijn plicht heeft gedaan. Onze eer is gered.
Leve de Koning.
Als ik het goed voor heb begint U, Uw artikel met de woorden
De roemvolle prestaties van je aanhangers... en sluit je met de
zinsnede: Je ziet Führer dat; Alveringemsche lievelingen. Hier
in is dan ook de beschuldiging tegenover mij vervat. Welnu als
die woorden die je me toeslingert zoo goed in daden bekend wa
ren, waarom heb je dan de Witte Brigade, Afdeeling Alverin
gem niet gewaarschuwd. Want ik stel U dan ook volgende vra
gen:
1) Waarom werd ik door een Heer deel uitmakend der Witte
ver-
timmerman, Eikhof, Eesen.