I I Opgelet Andermans geestigheid HUN GUSTAAF Alles verworpen! Volksvertegenwoordiger Buyl Onze visschers en Honing Albrecht Hunne verdraagzaamheid MENGELWERK 2 (Wordt voortgezeU, Een goed liberaal werkt mede aan de propaganda. Daarom geeft hy zjjn blad, na het gelezen te hebben, aan een vriend of een gebuur of nog beter, hij zendt het naar iemand van den buiten. vuurken kijken, tegen dat vader en Wantje komt, »9 zegt groolje, en ze gaal naar binnen Fransken leest nog wat stil in zijn boekje voort, tol opeens Baron, de poedel, begint te blaffen en vooruitspringt. Het jongsken kijkt op, het signaal was door den ho d juist van pas ge geven. Haastig vliegt het zijnen vader te gemoet. Zie hoe voorzichtig de man, welke een vijftiger schijnt, met de groote, eeltige handen den knaap opneemt en hem vurig kust. Braaf geweest op school? vraagt hij den kleine. Ja, vader, Ik heb ’nen bon gehad, en grootje heeft hem in de kast in het doosje gelegd, en mijn werk Is al geschreven. a Goed, advocaatje, zegt de vader. Maar Baron, jongen, ge zult ons doen vallen draal toch zoo rond mijne boenen niet. Daar. En de man laat de eene hand naar beneden, die door Baron vroolijk gelikt wordt, waarna de hond blaffend vooruitvliegt, metdensiaait zweept ia welken hij tracht te bijten, en in volle vaart binnen het huisje stuift, op welks stoep hij even den kop omwendt. Groolje steekt het hoofd met eenen stillen glimlach naar buiten en weldra klinkt het a Goeden avond, Jan. Goeden avond, moe der, antwoordt de werkman. Kom, jongen, de aardappels met pellen zijn zoo goed warm; Ik heb er juist eenen openge daan, ’t is eene bloeme. En ’k heb daarbij zulk een lekker harlngsken, ’t vet drupt er uit. Binnen eene minuut is Wantje hier ook. En nauweljks zijn de woorden uiig'sproken, of een melsjb van zeventien jaren, komt binnen Goeden avond, vader; goed avond, grootje; ha, Fransken, g.-ef mij eens een handje. Onderlusschen heeft Jan de muls aan den nagel achter de deur gehangen, a Kom, moeder, vlug klnders, aan tafel, zegt hij. Weldra zijn alten gezeten, ze vouwen de handen en zeggen een stil, maar Innig gebed van dank voor den schamelen dlsch, die hen te wachten staat. Niet altijd is er meest erkentelijkheid, waar meest zegen geschonken werd. Na eenige oogenbllkken is het somber maal geëndlgd en een krulsleeken vernieuwt hun blijk van dankbaarheid jegens den goeden God. Grootje heeft de teljoren weggenomen en aan Baron zijne portie voorgezet. Vader Is opgestaan, heeft de schoenen uitgetrokken en steekt de klompen aan, welke Fransken voor hem heeft gezet. Daarna neemt den kaap voorzichtig uil het rekje vaders laatste pijp, want nog een half dozijn zwartgerookte hangen daar. Vader is liefnebber, weet ge, hij heeft ook zijne collectie. Genoeglijk leunt ds man achterover en kruist de beenen. Men hoort hem lulde smakken, het geen genoeg toont dat ondanks het beweren der geneesheereo— het rooken hom deugd doet. Weldra Is hij in de dampen gehuld, en als hij de ka eerlijkheid van die mannen! Al de voordeelen voor heu! Zij moeten meester blyven! Geen enkel rechtvaardige hervorming mag gestemd worden! Geen stap mag gedaan worden op de baan des vooruitgangs! Alles wat eerlyk en recht vaardig is moeten zy bekampen! Alles wat valsch en schandalig is, verdedigen sy! Ziedaar de fisre houding der klerikalen! Is het dan geen plicht voor alle antikle rikalen onverpoosd in de bres te weten? geene enkele toegeving te doen! geene do minste zwakheid of zoogezegde hortelys- heid te toonen? Is het dan geen noo Izakelyko en drin gende plicht hand in hand, hardnekkiger dan ooit, den stryd aan te gaan om het klerikale kraam, gesteund op onrécht, tot gruis te verdelgen! In eene herberg. Een jonge snotneus wil do meid bespot ten. Zeg eens, juffrouw, hebt go in den tijd de varkens niet bewaakt? Neen, mijnheer, ’k ben nooit kinder meid in uw’ huis geweest. i (Uit het leven eener werkersfamilie) door JOZEF MINNAERT woerd der Kamers ep de trooerede aan den Koainf te breogeo. Maasje was er eek bij, eo onzen Vorst beeft daar aao oase katholieke als- scberevrleodee een snuifje gegeven dat hen beeft doen niezen. Kemog Albrecht onderhield ilcb persoonlijk met den beer Buy! en zegde hem onder andere bet volgende Wij kennen elkaar sedert lang. Gij zijl de verdediger der vlsschers. Er ie veel te doen voor die bravo Heden. Ik hoop dat wij weldra tot eene voldoende oplossing zullen komen. Ah dat nu niet klaar on duidelijk wil zeggen Mij' heer Buyl, gij hebt gelijk; do Kamer moest uw voorstol aangenomen hobben, hot zou mij plezier godean bobben dan verstaan wij geen Vlaamsch moer. En gij, vlsschers? Maasje mocht dien snuif op tak steken, bo volksvriend Buyl was gewroken! Vlsschers, he- rinnert u dat feit! Eu als de katholieken nog afkomen, zendt ze wandelen, gij vraagt geen schoone woorden maar dad$n; want woorden zijn geen oorden; vergeet het niet! Gustaaf? De oude vrouw schrikt hevig; st... daarvan niet spreken, jongen; als vader het hoorde, zou het hem verdriet doen Arme Gus taaf! Hij droeg u vroeger, zoo dikwijls, lachend op den rug, zucht de arme vrouw. En komt hij niet meer weer, groolje? Wie kan 't welen, kind? Misschien is hij reeds dood of... O, kon ik hem nog eens, voor ik sterf, in mijne armen drukken. En onwille keurig steekt ze de handen vooruit. Een oogen- blik daarna wrijft ze met den blauwen voorschoot twee dikke tranen weg, die haar uit de oogen rollen. Kom, grootje, krijt toch niet; ’k zal van Gustaaf niet meer spreken, en 'k zal des avonds in mijn beddeken, als vader het niet hoort, aan Ons Heerken vragen om hem te laten weerkee- ren, niet waar grootje? Ja, doe dat, mijn troetelken Hij zal alle voor het beste schikken, ’k Ga nog eens naar 't Tijdens de l espreking van het antwoord op de troonrede, stelden de liberalen en de socialisten een aantal amendementen voor om bij het antwoord op die troonrede ge voegd te worden. Er werd voorgesteld een wensch uit te drukken ten voordeele van het verplich tend onderwijs. Verschillige klerikalen zyn die hoogst noodige hervorming geno gen, maar zy trokken zioh achteruit eo stemden er tegen. Het voorstel werd een parigdoorde klerikalen verworpen. Voor die mannen is het dus niet noodig dat hot werkmanskind geleerd zy. Nog alty l is hunne leus hoe dommer, hoe beter voor ons, wy houden hen des te gemakkelyker in onze macht! Er werd vorrgesteld een wensch uit te drukken ten voordeele van ’t zuiver alge meen stemrecht, dat nochtans ook partij gangers onder de katholieken telt. Het werd verworpen door al de klerikalen. Voor hen moet het hatelijke onderschei'! tusschen burgers van hetzelfde land blij ven bestaan. Voor hen moeten !e kies- knoeierijen voortduren! Er werd voorgesteld de kieswetten een vormig te maken, ’t is te zeggen voor de gemeentereten te stemmen met de kies wet in voe; e voor de Kamers en vooral de evenredige vertegenwoordiging toe te pas sen. Vele partygangers van die rechtma tige hervorming zyn er onder de klerika len, maar Woeste had gesproken volgens de bevelen der Itoogere geestelijkheid en geen enkel klerikaal durfde er voor stem men. Het werd verworpen met 80 stem men tegen 78 en 2 onthoudingen. Voorde klerikalen moet alles aan den ouden styl bljjven, omdat zy er voordeal uit trekken. In dc gemeenteraden der groote steden, moeten de klerikalen binnen, dank aan do evenredige vertegenwoordiging, maar in kleinere steden mag er geen plaats zyn voor liberalen in den gemeenteraad; daar willen de klerikalen van geene ev<.nredige vertegenwoordiging hoonen! Ziedaar de rechtvaardigheid, de politie- ovarlaten voor hunne eigenlijke plichten en eene der ergste grieven die men tegen hem heelt doen verdwijnen. Had men te Rome inderdaad dit doel beoogd, dan zou men evenwel nog verder zijn gegaan en aan alle priesters verboden hebben zich nog te wagen in den polltfeken strijd, hunne waardig heid nog in de waagschaal te stellen door kies draverijen, den godsdienst en de sakraroanten in minachting te brengen door het misbruik dat zij daarvan maken tot politieke doeleinden. Dan zouden zij wellicht eenieders eerbied, dien zij nu groetendeels verloren hebben, herwinnen; dan zouden zij geene aanvallen meer te duchten hebben, daar niemand nog van hun zou te klagen hebben of een belang hebben hunne macht te trachten te verminderen; terwijl nu die misbruikte macht op politiek gebied noodzakelijk moet bekampt worden door hunne eigene schuld. Maar om wel te begrijpen wat de Room- sche Curie gewild heeft, moet men den toestand in Italië zelf onderzoeken. Daar hebben hel mo dernism en de christene demokratle veel dieper wortel gescholen als in de andere landen en daar zijn die beide strekkingen In nauwe betrek king. Daar is het in de christene demokratle dat het modernism eerst geboren werd; de meest volksgezinde priesters werden daar de eerste modernisten wat in andere landen het geval niet was daar de modernistische beweging daar gansch andere oorzaken had. En een bewijs hoe machtig het modernism in Italië is, vindt men in het feit dat de heele geestelijkheid van Cöme den door Rome opgelegden antimodernlstischen eed weigerde. Het nieuw pauselijk decreet is slechts eene nieuwe uiting van den strijd welke Rome voert tegen het modernisme en de christene demo kratle en in Italië zal het voor het verat md en onwetend buitenvolk de schadelijkste gevolgen hebben. In dat land bestonden inderdaad ongeveer dui zend landbouwkassen waarvan de pastoors be stuurders waren. Deze instellingen, die in Italië bet vraagstuk van het landbouwkrediet opgelost hebben, zijn door de christene demokratan tot stand gebracht geworden; zij leven alleenlijk 1 dank aan de rechtreeksche deelneming der pas toors en onderpastoors; zij zijn te arm om de kosten eener instelling van rekenplichtlgheid te kunnen dragen en ’t zijn de volksgezoinde pries ters die daarin voorzien. Ver van als politiek wapen te dienen ten voordeele der behouders en der machtigen der aarde en voor hunne brand kassen nog groote winsten af te werpen, als het met soortgelijke instellfn.’en in ons land het geval is, zijn het waarlijk nuttige instellingen ten voordeele der arme Italiaansc'ne landsbevol- klng. Het pauselijk bevel beeft voor doel ge ad en zal voor gevolg hebben ze te ver.-ietlgeo en aldaar bet landbouwkrediet te doo ien. Men ziet 'net men moet zich niet laten be goochelen door de gevolgen van hel pauselijk decreet in ons land. Nooit moet men van de Roomsche Curie eenen voorullgang^ipaatregel verwachten. Ai wat zij beraamt is linmer en altijd In denzelfden geest van achteruitkrui r perlj, van koppige vasthoudendheid aan middel- eeuwsche gedachten. groote rookwolken rondom zich met kracht wvgblaasl, knipoogt hij vriéndelijk tegen Frans- ken. Wantje heelt reeds de tafel netjes af^eveegd en zegt tegen het oudje Lui maar staan, groot moeder, ’k zal ik de schotels wel wasschen, gij hebt u vandaag algenoeg afgesloofd. Ja, kind, hel gaat niet meer zoo goed als in mijnen jongen tijd, maar toch men mag ons hulsken zien, voegt zij er met eenlgen hoog moed bij. Dat geloof ik ook, Meetje, maar ik doe somt zoo gaarne hel een en ander om het huishouden beter te loeren, zegt Wantje. Dat verfrischt, als men geheel den dag op don winkel niets ge daan heeft dan strijken. O, als gij er plezier in vindt, Wantje, ga dan maar gerust uwen gang, kind. En grootje, die geheel haar leven gewerkt heeft, en het niet laten kan, omdat hel eene tweede natuur is ge worden, schept een kommetje wa!er, en gaat de bloempotjes begieten. Geen belet? klinkt op eens eene heldere mannenstem. Neen..., kom maar binnen. Dok, roept vader, nadat hij j de pijp uil den mond beeft ge nomen. Onze achtbare en zoo werkzame volksverte genwuerdiger lieer Buyl heelt verledens week in de Kamers eens Ie meer bewezen met welken onverpoosden lever, met welke krachtdadigheid en hardnekkigheid, met welke wilskracht en geduld htj allee* de belangen onzer visschers weet te verdedigen; hoe hij door alle middelen I hel lol onzer zeeslaven wencht te verbeteren, hoe hij immer voor hen dezelfde rechten tracht te verkrijgen als die welke de andere werklieden genieten. Edoch, ons katholiek gouvernement wil van niets weten; onze katholieke volksverte genwoordigers, die zich als vrienden als beschermers onzer knsppo vlsschers willen doea doorgaan, vooral In kiezingstijd, bekom meren zich volstrekt niet om hun weinig ba- nijdeoswaardlg lot; ja er zijn er zelfs die zich niet schamen openlijk tegen de belangen der visschers te stemmen. Het Is verleden week oens te meer gebleken. In zitting van 7 December laatst, tijdens de bespreking van het antwoord op de troonrede, ontwikkelde de heer Buy! het amendement dat hij voorstelde om bij dit antwoord gevoegd te werden en dat veor doel had te erkennen dat het dringend needig was do arme vlsschersmaats onzer kust ook te laton genieten van de wet op de werkongevallen. Hij herinnerde dat hij dit vraagt en hervraagt sedert 1903 doch dat de katholieken het altijd eendrachtig weigerden In gansch uw antwoord op de troonrede Is geen enkel woord te vinden ten gunste onzer vlsschers en zeevaarders, zegt de heer Buyl, en nochtans de Koniag mint de vlsschers Hij herinnerde ook hoe Woeste (altijd hij!) In zitting van 1 December zijne ovorschllligheid togen do zeevaarders toon de, met te beweren dat iedereen weel wat er reeds voor hen werd gedaan En woot gij. visschers, wat Woeste antwoordde om het voorstel van den hoor Buyl te doen ver werpen? Welnu, ziehier letterlijk wal hij zegde, onthoudt het good want 't Is de moeite waard e Ik houd staan, niettegenstaande hetgeen de achtbare heer Buyl komt te zoggen dat de maatregelen genomen door hot gouvernement en de katholieke meerderheid ten voordeele dor zeeviechvangst talrijk zijn. Wanneer men namelijk de haven van de Panne gemaakt heeft, dan was hol natuurlijk ton voordeele dier nuttige klas van burgers dat dit work werd gedecreteerd. De heer Buyl antwoordde slechts wij zullen er later over spreken lln wenschle dat die ver klaring van Woeste geboekt blevf en zoo staal nu np bladxi de 217 2* kolnrn der Annalen dal volgens Woeste de haven der Panne gemaakt werd! Is ’t niet om rechtstaande te droomen? En gij, visschers, wat denkt gij «hartvet? Gij staat er stom van, niet waar? Ehwel, wij ook! Nu tot daar. Er moest dan over liet voorstel van oen hoer Buyl gestemd worden en do katho lieken, dl! de visschers toch zoo georne zien, stemden er eenparig tegen! Al de liberalen on socialisten stemden er voor. Hamman, do groote vhschersvriond, was afvvezig. Pil, die de visschers in zijn hart draagt, zat met de poepers, hij wist niet wal te doen Hij dlorf togen den wil van kommandant Woeste niet ja stommen en hij was ei* stillekens van onder gemuisd. Fn Maesje van Dlxmu- de? Die ziet de vlsschers zooianlg geerne dal hij vlakaf tegen het voorstel vaa den Heer Buyl stemde. Ziedaar de katlfolieke vlsschersvienden ontmaskert. Vlsschers, maatjes, onthoudt dat goed! En nu den bouquet. Do lieer Buy! maakto doel van do afvaardiging die golast word hot aat- De klerikale zedeleer welke onze mees ters in al onze scholen zouden willen op dringen, steunt, zooals men weet, op de oninschikkelykste sectarische grond begin seis... En hij zou wel trouwhartig moeten zyn, degene die zich nog zou laten beetne men door de ootmoedige, berouw ige, ver draagzame voorkomers welke de heeren pastoors in zekere omstandigheden ten toon spreiden. Om ze wat openhartiger hunne innerlij ke gedachten te hooren uitdrukken, is het ten hunnen huize in 't huis Gods waar niets dan woorden van vrede en barmhartigheid zeuden moeten uitgespro ken worden dat men ze zou moeten horen. Denkt nochtans niet dat de zaak gemak- kelyk is Die heeren spreken maar tot toe hoorders welke zy betrouwen. En daarbij moeten de deuren we) gesloten zyn. Alzoo vernemen wy dat in een sermoen voor mannen alleen een prediker zich op eene onbeschofte manier uitgelaten hoeft togen de vrijheid van denken en handelen des huisvaders. Het onderwerp zijner ver- wensching?... De vrijstelling der gods dienstlessen in de scholen Aanschouwt bulderde hy, terwijl hy, na het afgelezen te hebben, woelend het bulletijn zwaaide, waarin de ondertee- kenaarden bestuurder een school verzocht zyn zoon vrij te stellen van de godsdienst lessen. Ziedaar de verachtelijke zaak!» En wie heelt dat papier onderteekend? Wie is die bandiet(sic). ’t Is de vader!!! t Is op dien toon dat het sermoen zyn loop volgde gedurende meer dau een uur!. Vergelijkt nu die redevoering met de zoetsappige, nog gevaarlyker woorden

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1910 | | pagina 2