HUN GUSTAAF Overwegingen van een knorrepot Tooneelkroniek Binnen- en Buitenland. Een voordeelige handel Andermans geestigheid BILLARD Nieuws uit Nieuport Burgerstand van Nieuport GEBOORTEN. Hoogwater te Nieuport ’s morg. 11,24 12,— 12,40 1,24 2 05 2,43 3,18 Havenbeweging Januari Ingekomen schepen. Land- en Tuinbouw taal en vergeet. 7 5 EINDE. MENGELWERK 10 De volgende brief werd ®ns deze week toegezonden uit eene naburigs gemeente Waarde Heer Hoofdopsteller, Ondar het lezen van het artikel van het Waek- blad van 4° dezer over die vernuftige uitvinding der miskaarten, kwam mij eenige overwegingen in het hoofd, welke ik u verzoek aan uwe lezers te willen mededeelen, Indien gij daartoe een plaatje over hebt. Ik ben winkelier van stiel. Hoe ik het ook aan leg om mij koopwaren aan te schaffen aan de voordeeligste prijzen, toch moet ik er de waarde voor betalen, ik moet ze in goedenjstaat van be waring en in voldoende hoedanigheid aan mijne klanten leveren want anders zouden deze ze weigeren of mijnen winkel niet meer bezoeken. In andere woorden, ik moet aan den keeper de waarde van zijn geldfin goederen gaven, behou- 17 18 13 14 s avonds 11,51 12,16 1,03 1,45 2,24 3,01 3,34 waard. En om dien voordeeligen handel te mogen drijven, zonder kapitaal, zonder risico krijgt hij een huis voor niets, feene bezoldiging van den Staat en moet hij geene patent betalen. Wat verschil met mij! Is dat wel billijk? Ik las eens in een boekje dat een zeker middel om fortuin te maken bsstaat in het kweeken van konijnen in groot getal. Maar missen en miskaarten venten is toch nog beter. Men zou er nog wel handelsreizigers kun nen op nahouden om uitgebrelder zaken te doen. Het zal misschien wel komen. Men deed het wel voor den verkoop der aflaten i de XVIs eeuw Ik bid U, waarde heer Hoofdopsteller, mij mijne langdradigheid te vei geven. Intusscheu bied ik U mijne welgemeende groetenissan. Berten gaot zijn kamerao 1 Pitoo bezoe ken. ’t Is Pitoa ze joengeu die de deur® komt opendoen. Aha! zegt Berten, om etwot te zeg gen; je wordt al e groote vent... Begin je nu ol e bètje je papa een handje toe te steken?.... Oh! ja’k, antwoordt den holven ge- draaiden; os me papa droenke thus komt, ’t is ik die hem helpen zen schoen oftrek- kan! 211 Schoons eipgoeds bi'.lard te verkoopen met toebehoortsn, alsook twee spelen ivoren billard bollen, zoo goed als nieuw. Zich te wenden Hotel Duynneohuys Oostendestraat, Nieuport. dech indien het een bekwaam man is, dat hij ongelijk heeft zich] niet te doen kennen; alzoo zeu alls radetwistingen opnoudsn en de bestaan de twijfel verdwenen, doch ik zou toch willen weten of zijn deelgenoot den aannemer Pauwels is. Het ware toch een zot spel dien aannemer tusschen uwe baenen te werpen nadat wij hem «p zijn aandringen van dit werk hebben ontsla gen. De heer Huyghebaert zegt dat men het aan Beun zoude kunnen vragen waarop de heer Rybens, antwoordt dat Beun zulks niet zal zeggen en dat men Pauwels als zijn geneot zal aanzien indien hij voer rekening van Beun eenig werk zal verrichten of zelf maar eanig vervoer van aarde zoude doe De heer Secretaris vermeent dat Pauwels niet te gaars doet met Beun doch Maar te midden van al dat leed, was er een troost vader beterde. Men had hem van ver scheidene kanten ver ekerd, dal zijn patroon wel op zijn genomen besluit zou terugkeeren, als hij wist, dat het den werkman zoo’n slag had toegebracht. Jan zelf echter begreep, dat wan neer hij gedurende dri® maanden door een ander zou vervangen geweest zijn, ar niet de minste hoop om opnieuw aanvaard te worden meer zou bestaan. In het verschiet stond het schrikbeeld armoede ham voer den geest. Toen Moeder aan Wantje zegde Kind, laat ons bet lijden dragen in Gedsnaam, Onze-Liev»- Heer weet best wat hij doen en laten moet, toen had Jan het oog naar boven gericht ea gebeden Uw wil geschiede op aarde! Wat gaf het hem nu ook, wat er voorviel, de menschen wisten toch hoe hij zijn best had gedaan. Hing het bewijs daar niet, hat eereteeken hem door den Koning geschonken? Htg was gelaten in zijn l®t. Voor de schippers. Gezien de tijdelij ke moeilijkheden verbonden aan de scheepvaart bij de doorvaart der leperan- en der Adinkerke- brug, op de vaart van Nieuport naar Duinkerke, wordt ®r bij koninklijk besluit van 21n Januari 1911 vastgesteld dat, tot nader bevel, de schepen van meer 4,70 m breedte, genoemde bruggen alleen zullen mogen doorvaren wanneer hun diepgang 1,70 m. niet overschrijdt. Dit besluit zal van kracht worden den 1 Maart 1911. dat hij persoonlijk niets heeft tegen den laagsten aanbieder Gesar Beun die een naarstig maasch is, goede timmerman en die zijn best deet om deer de wereld te geraken. Doch dat zulks niet genoegzaam is sm hem een zoo hslangifjk werk als het aaaken dor riolen toe te vertrouwen waar van hij niets kent daar hij nooit a n dergelijk werk heeft gearbeid en voor hetwelk hij niet het minst matrieel bezit, daarom durft hij do verant woordelijkheid niet nemen hem als aannemer te verklaren. De heer Pattyn heeft hoeren zeggen dat Beun oen ingenieus measch is die geheel bekwam is om het werk uit te oefenen en da hear Gooi zegt dat indien Beun nooit zulke werken heeft uitge voerd het voor hem gelijk voor andere beginne lingen toch eens de eerste keer moet zijn, en Indian hij nu het needig materieel niet bezit dat de aannemer het kan aankeepen. De heer De Jaegher stelt aan den heer Cool de vraag, of Indies hij dergelijk werk voor eigen rekening moest deen uitvoeren, hij nooit op het gedacht komen zoü Beun te roepen om dit werk toe te vertrouwen. Voorzeker niet, zegt hij, gij zeudt u wenden tot een ander aannemer bij voorbeeld tot den heer Brast die reeds riolen heeft gemaakt te Nieuport-Baden, of tot den veorlaatsten aan nemer Dumont die ook reeds dergelijke gevaar lijke werken met goeden afloop heeft uitgevoerd. De heer Do Jaegher zegt dat hij Beun voor dit werk niet kan aanvaarden. Indien het ’t bouwen gold van een huis dan zou het eene geheel andere zaak zijn, doch voor het maken der riolen be- twgfelt hij zijne bekwaamheid en bevoegdheid. Do heer Gooi antwoordt dat een bijzondere zich mag wenden tet wie hij begeert, doch dat een openbaar bestuur moeilijk iemand kan weigeren wegens onbevoegdheid zooveel te meer daar de risiko veer de stad gedekt is door de gestorte borgtocht, en Indien er mojilijkhoden zijn moet het de aanusmer het maar weten; hij meet ze naaar self klaren. De heer De Jaegher vermeent dat het graotelijks te vreezen is dat de stad, met een onbevoegde aannemer, veel moeilijkheden zal hebben die nu kunnen sermeden worden bij het kiezen v an een bek warns aannemer die reeds bewijzen heeft gegeven van bekwaamheid en in bezit van het noodig materieel. De beer Vandenabeele zegt dat Beun bij den heer aannemer Deseck is werkzaam geweest tijdens het bouwen der kaaimuur dat een zeer gevaarlijk werk is geweest en dat de stad een goeden surveillant moet aanstellen en bij zijne beredeneering besluit hij dat er verschilliga sur veillanten zouden moeten zijn namelijk een op iedere plaats waar er zal gewerkt worden. Hij zegt dat de stad niet mag aarzelen dergelijke bek wame surveillanten goed te betalen, 5of6fr. daags, want dat liet werk niet genoeg en niet te streng kan nagezien worden, ea vertelt wat hij persoonlijk zoo al tegen gekomen heeft bij het bouwen van zijnen droogea doek. De heer Rybens vermeent dat Beun niet allee» is en een associé heeft waarop de heer De Jae gher antwoordt dat het hem ev@a is wie die is, zijn mat de looaen betaald in de streek. De heer Do Jaegher doet opmerken dat de minimum dagleonen van M. Braet d© voordee- llgste zijn voor de werklieden, dech dat er enkel door den raad moet nagezien worden of de voor- Zondag Maandag Dinsdag Woensdag 15 Donderdag 16 Vrijdag Zaterdag 12 Februari zullen deel maken, zullen te kiezen hebben tus- Te Roccamandolfl, bij lernia, provincie schen 50>°00 vrijgezellen, waarvan meer dan de Campobassa, hebben verontwaardigde be lastingschuldigen onlangs het stadhuis overrompeld, en, nadat ze de gemeente lijke bedienden overvloedig hadden afge- ranssld, hebben zede gebouwen in brand gestoken. ’t Was eene manier van protesteeren tegen de belastingen. Hewel! Weet ge wat er voorgevallen is? De burgemeester heeft ze achter de grendels doen steken. En G©d weet wat er hun te w’achten staat, ’t Zullen nog eens nieuwe contributien zijn. Overdenk dat voorbeeld, beste lezer. Onder bovengaanden titel verscheen drie weken geleden een heel gemeen arti kel in het Nieuwsblad waarop wij veertien dagen geleden geantwoord hebben. Ons antwoord moet onze tegenstrevers niet erg zijn bevallen, want, alhoewel zij weten dat de gramschap eene slechte raadgeef- sterjjs, toch heeft één hunner opstellers, ongetwijfeld de gemeenste van allen, in zijne dolle woede eenige regels echt wal gelijk braaksel uitgekraamd dat het kra- puleuste wijf uit de Brusselsuhe marollen van schaamte zou doen rood worden. Wij hebben te veel eerbied voor onze lezers om de uitdrukkingen te herhalen die in zijn schaamteloos, laaghartig en venijnig schrijven voorkomen. En zeggen dat der gelijke proza van dien vuilbaard in han den komt van kleine kinderen en jonge meisjes, van congreganisten en zoo meer, die zich toch cok moeten afvragen wat bij voorbeeld coco... zijn. En zeggen dat der gelijke schriften uitgegeven worden met toelating, met medewerking en dn onder steuning der geestelijkheid, wiens eerste en dringendste plicht als mensch en als priester het toch wezen moet geen kwaad, geene on zedigheid te stichten door zede- looze schriften; wiens heiligste betrachting het wezen moet de bloedende wonden te heelen in plaats van ze onophoudend weer open te rukken. Prachtig voorbeeld voor waar van krapulositeit, van gamsenen schrijftrant Foei! is dat de stijl die in uwe klerikale scholen wordt aangeleerd? Is het op die verfoeielijke manier dat gij moet trachten uwe tegenstrevers te bekampen? Waarlijk, een vat kan maar geven wat het inhoudt en waar het hart van vol is loopt den mond van ©ver. Dat schaamteloosheid voor de schrijvers van het Nieuwsblad e@ue oude gewoonte is, dat weet eenieder. Maar gij, mijnheer de tooneelkronieker, gij voegt er nog d® grootste der ondeugden bij de lafhartig heidGij weet wel dat wij geenszins den lijdenden jongeling bedoelden die gij als een echte jezuiet aanhaalt om uwe lezsrs te doen gelooven dat ons hart niet vatbaar is voor medelijden. Gij hebt wel begrepen wie wij bedoelden In zijn eerste schrijven was er zoodanig veel spraak van pap dat wij haast moeten gelooven dat er nog pap aan zijne handen is gebleven sedert de laatste kieziag. En dan die affichen. Ja, mijnheer, Rhetorica’s schoon® affiche werd afgetrokken. Door wie? Toch niet door liberalen, maar wij vragen ons af of het de zoons van de groote katholieke blauwers niet zijn, goed gekend om aan de hoeken der straten te tieren ®n te schui felen, die dat proper werk verrichten. Wij vergenoegden ons hat feit aan te halen; gestelde leeaen gelijk zijn aan deze alhier betaald. De beslissing van het schepenencollege kan geen ander doel hebban. De heer Huyghebaert vermeent dat de zaak der minimumdagleenpn geen invloed kan heb bes daar alle werklieden de betaalde dagloonea kennen. De heer Rybens bestrijdt, zulks en is van ge dacht dat de prijs der veelgestelde leonen een zekeren invloed meet uitoefenen op de aanbie dingen der aannemers. De heer De Jaegher vraagt het woord en zegt dat hij denkt dat hij ’t akkoord was met zijn broeder Henri Pauwels van Antwerpen wiens aanbieding door hem is geschreven. De hear Rybens zegt dat H. Pauwels van Antwerpen geen aannemer is van zulke dingen, en acht het nut teloos voor de stad daar tusschen te komen. Het voorstel van het college bij de welke Beun alsaannemer wordt verklaard wordt aangenomen met 8 stemmen tegen 1 (Da Jaegher). Het lid heer De Jaegher doet epmerken dat hel verschil tusschen de aanneming Beun en de eerste soumissie van Pauwels 4383 fr. beloopt en dat hst verlies voor Pauwels de helft bedraagt van deze som en ook de helft der kosten van de nieuwe aanbesteding De heer Secretaris zeg: dat er overeengekomen is dat Pauwels de helft moet afdragen van het verlies voor de stad. Het is nu te weten of de Staat en provincie de toelagen zullen toestaan op den onkost van de eerste of van de tegen woordige aanneming. De stad behoudt de borg tocht van Pauwels tot de vereffening der zaak. De heer De Jaegher vraagt of de delfwerken reeds aangevangen zijn in de Coupegorge daar het te vreezen is dat men op de aanpalende gron den de delfaarde zal werpen en het bijna tijd is van te zaaien en te planten. De heer Secretaris zegt dat de delfaarde niet op de aanpalende lan den zal geworpen worden tenzij op aanvraag der aanlanders, maar in de leegten moet worden ge voerd. Men kan den aannemer Coen aanzetten dit werk welhaast uit te voeren. De heer Rybens doet opmerken dat er in vela huizen in de Coupegorge water gekomen is in de kelders en vraagt of zulks niet veroorzaakt is doer de gebrekkige waterlossing De heer Secretaris zegt dat zulks daaraan niet kan toegeschreven worden, doch wel aan de aan houdende regens die dit jaar de kwelm buiten gewoon heeft doan rijzen en ook door de oude Veurnevaart waar de wateren zeer hoog zijn ge bleven. De zitting wordt geheven om 7 ure. Maar het was eene gelatenheid die, voor wie ze zag, meer pijn aan het hart deed dan hst ergste handenwringen. Jan kon zoe lang wezen loos op hetzefde voorwerp turen, afsof de wereld voor hem niet meer bestand. Naar eten vroeg hij niet meer, geen woord kwam hem uit den mond en na eenige vruchtelooze pogingen om zich met rooken wat op fleuren, had hij de pijp maar weggehangen. Die somberheid scheen aansteke lijk er werd in het huizeken niet meer luidop gesproken, het was alsof er geen levend wezen daarbinnen ware; Baron, de hond, liep met den staart tusschen de pooten en bleek vervallen, de bloemen aan het venster schenen minder frisch; tot het kleine Fransken toe had zijne opgewekt heid verloren; het kind keek meestal stil in zijn boekje, doch daar was geene aardigheid mear b| En Dok? Geen kwinkslag, geen lachje meer. Verscheidene dagen en weken waren verlespen en niemand van hen allen had naar het Volks blaadje gevraagd. Op zekeren morgen, terwijl Grootje en vader een kopje bouillon namen de zilveren tabaks doos van Jan was in den Berg van Barmhartig heid gezet om dit weinig vleesch te kunnen koopen begon Baron op eens aan de deur te krabben em uitgelaten te worden, do klink werd opgelicht en onder den uitroep Vader, ver giffenis! lag Gustaat geknield aan de voeten van den herstellenden kranke. Deze, niet bij machte een enkel woerd te spreken, breidde de armen naar zijnen zoon uit. God, Gust, mijn jongen, riep Meken, «o nu is [alles goed, ik zal gerust kunnen sterven! Met wo rden, die getuigden van zijn innig berouw, vertelde de jonge man hoe hij op weg naar huis, voor een paar weken vernomen had dat moeder gestorven was, hoe wroeging hem had teruggejaagd, doch eindelijk voelde dal bij zonder vaders vergiffenis en zegen het niet langer kon uithouden. Daarna verhaalde hij, hoe hij na zijne eerste vlucht naar Frankrijk gesuk keld was, er dienst had genomen in het leger voor Tongking hoe hij daar nog gedeeltelijk zijnen stiel van kleermaker had kunnen voortzet ten, slechts eenmaal was verwend, waarvoor hij thans een pensioentje genoot, en reeds in stad als knecht v as aangenomen. Het geld, dat hij gespaard had, legde hij vol vreugde in vaders hand, en smeekte dien het te aanvaarden, en te gelooven, dat zijn zoon zich waarlijk gebeterd had. En ziet, het zonneken scheen vroolijk in de kamer, juist gelijk dien mergen, toen het de schaduw des nachts verjoeg, dacht de vader. Ja, Meken had gelijk Onze Lleve-Heer weet best wat Hij doen en laten moet, z-i Wanfje, die binnen vier maanden met Dok huwt. dens mijne kleine winst, die slechts de billijke vergoeding is van de moeite die ik mij geef om de koopwaren op te doen, te verzorgen en te be waren, en daarbij op alle stonden van den dag ter beschikking mijner klanten te staan. Ik heb hoegenaamd geene middelen om de menschen naar mijn winkel te doen komen dan de goede bediening, de beleefdheid en de dienst vaardigheid. En om alzoo mijne kost te mogen verdienen moet ik nog eene zware patent betalen. Niet ver van mijnen winkel slaat de pastorij. Daar verkoopt men ook iets, missen in vorm van miskaarten of anders. Met die missen te laten lezen verkort men de p jnen der zielen in het Vagevuur, zoo beweert ten minste de verkooper zulker koopwaarverkorting van straf voor dier bare afgestorvenen in de andere wereld kost aan den zwartgerokten winkelier niets in. Maar, zult gij zeggen, hij moet zich toch de moeite geven de missen te lezen en het geld dat men hens be- i taalt is de vergelding van zijn werk. Mis, Mijn heer, de vernuftige handelaar verstaat de kunst beter iedere maal dat hij eene gewone mis zingt doet hij dit in verband met zoovele inzichten (intentions) of het noodig is om een tiental vlie gen in eenen slag te slaan, zoodat, bij voorbeeld, indien hij eene mis zingt, hij voor tien betaald is geweest. En bij geeft geen krediet, weet ge, ’t is koir.ptant en vooraf te betalen. Dus, ter\i ijl er om gewone handel te drijven, een zeker kapitaal noodig is en er zeker gevaar van verlies mede gepaard gaat, is er voor den zwartgerokten winkelier noch kapitaal noodig noch gevaar te loopen Geef bij dan ten minste aan de klanten de koopwaar naar hun geld? Wel neen! beloften alleen geeft hij veel beloven en weinig geven doet de zetten in vrede leven. En wat zijn die beloften waard? Dat wil ik eens on derzoeken. Gij hebt bij voorbeeld een afgestorven bloedverwant voor wie gij missen doet lezen Is hij reeds in den hemel, hij heeft ze niet noodig; is hij in de hel, gij kunt er hem niet uit helpen In beide gevallen hebt gij niet a oor u .v geld. Is uw bloedverwant nu in het vagevuur, .wat gij toch niet kunt weten, dan stel ik u de vraag of God zich, als de slechte rechter, door mijn geld zal laten omkoopen, voor geld eene rechtmatige straf zal verminderen. Ik vraag ook of hij, in zijne oneindige rechtvaardigheid, mijn bloedver want zal bevoordeelden terwijl hij de zielen, welker nog levende verwanten te arm zijn om missen te koopen, ten volle zal doen uitboeten. Wel neen, hoor ik dan zwarten winkelier reeds zeggen de armen zullen voor hunnen afgestor venen God bidden maar dat kan ik ook en het is dan toch voor niet dal ik mijn geld gaf. Zoodus, ofwel hebben de missen meer macht om de zielen uit hel vagevuur te halen dan het gebed en dan is er onrechtvaardigheid ten na- deele der armen, ofwel kan het gebed wat de missen kunnen en dan ontving de pastoer mijn geld zonder mij iets in de plaats te geven. En ik ben nog zelfs niet verplicht aan het Va gevuur te gelooven, want dezes bestaan Is niet eens een geloofspunt en de oostersche christenen nemen het zelfs niet aan. Vele godsgeleerden, zegt men, gelooven zoomin aan het vuur van het Vagevuur als aan het vuur der hel en leeren dat de be.ooving van het zicht van God de bijzon derste straf van het vagevuur is. En priester Le Morin doet dan nog opmerken dat de zielen daar in staat van gratie zijn; dat zij de zekerheid be zitten naar den hemel te gaan en God te mogen aanschouwen en dat men dus, hoe ongeduldig zij die gunst ook verbeiden, toch eer van hun geluk dan van hun lijden zou kunnen «preken. Dus, hoe ik de zaak draai en keer, ik kreeg voor mijn geld niets dan... wind. Ik besluit dus de zwartgerokte kramer heeft zijae koopwaar voor mets. Zij brengt hem veel geld op en is voer den kooper zooveel als niets (Uit het leven eener werkersfamilie) door JOZEF MINNAERT Verstikt. Tijdens den nacht van zaterdag op zondag heeft er aan den Waterlooschen steen weg, 648, te Elsene, een treurig onheil plaats gehad. De echtgenooten Delforge, eigenaars en hoofd bewoners van dit huis zijn namelijk verstikt in hun bed gevonden. Toen een der huurders, M. B. Zondag ochtend rond 9 uur, voorbij de kamers der echtgenooten kwam, werd hij een hevige rooklucht gewaar, uit deze vertrekken voortkomend. Na vruchteloos herhaalde malen op de deur geklopt te habben, verwittigd M. B. den policie- offïcier Dubois die weldra ter plaatse verscheen vergezeld van Dr Van Roy en een slotmaker. Toen deze personen de slaapkamer binnen tiaden, ontdekten zij man en vrouw, met ver wrongen gelaatstrekken te bed liggende. Beiden hadden reeds opgehouden te leven. In hat vertrek bevond zich een nog brandende kachel, waarvan de sleutel geheel gesloten was. Hal ongeluk is dus veroorzaakt door het ontsnap pen van kolendamp gedurende den nacht. Vrouwen, a. u. b. In den loop der maand, zal eene nieuwsoortige verzending uit Engeland gedaan worden. Het betreft een hu welijksaannemer M. Thomas Howell, uit Canada gekomen, en gelast met het heenbrengen naar zijn land, van 6,000 jonge meisjes die begeerig zijn in ’t huwelijksbootje te stappen. Die afzending is ingericht onder de be scherming der Ganadiersche regeering, en i« noodzakelijk geworden door ’t gebrek aon huw bare meisjes waaraan zekere gewesten van Cana da lijden. De 6000 jonge meisjes die van de verzending gij moet, in uwe dolle woede over het succes van Rhetorica’s vertooningen, wat meer doen. De schamele werkman, die om zijn brood te verdienen, affiche.i aanplakt, moet gij nog bespotten, aanranden en be schuldigen. En nu wij toch aan ’t antwoorden zijn zullen wij maar voortgaan D® zale? Ware onze zaal nog zoo groot, de vgrtooningen van Rhstorica zouden daarom niet kunsti ger wezen, al zou de dubbel groote zaal telkens gevuld zijn met groote menschen die komen om kunst te*genieten. Is de uwe nu veel grooter dan vroeger en heeft menigeen ze eens van nabij «(villen zien; bezit gij dank aan kJoostergeid decors door kunstenaarshand vervaardigd (niet door u hé?) dat wi!,.iïaar<->ni niet zegggn dat uwe tooneeltfnvoeringen iets beter zijn dan vroeger. Zij zijn en blijven patronagespel goed voor kinderen. Dat kunnen uwe spelers niet helpen, wel is waar, wiwrMarfiT ’t grootste gedeelte van hen “ontbreekt onderwijs en praktijk en voor hen allen is er eene kunstige leiding te kort, die gij lien niet geven kunt. Geen twee, drie mannen zijn er in uw midden die kunst verstaan, begrijpen en waardeeren, want tot hiertoe is uwe eenige bekommering slechts geweest op lage gemeene manier 15 Holman Sutcliffe 200 ton met boonen politiek te maken, in stede van onderwijs en kunstgenot onder het volk te versprei den. Getuige het feit dat gij met hem seffens overhoop ligt wanneer iemand in uw midden komt die onderwijs ea kunst boven uwe in alles politiek wil stellen. Zijn het voor u de zaal en de decors^sj. bijval moeten hebben, dan zijt gij gauw' tevreden, want dat is zooveel een als ei zonder dorre, als een hoofd zonder herse nen. Voor ons is het integendeel het spel der uitvoerders dat bijval moet genieten door trouwe vertolking van ’s schrijvers werk, door gevoelen, mimiek, rolkennis, samenhang, zuiver vlaamscho uitspraak, natuurlijkheid der toestanden en zoomeer. En dat is telkens in Rhetorica’s toonoelver- tooningen met vreugde door alle kunstlief hebbers waar te nemen, ’t Zijn stukken werkelijkheid, brokken uit het leven, die zij voor het voetlicht brengt en geene fabels of sprookjes of barnumciownachtig® farcen, goed voor klein® kinders. Wat nu het stuk ’n Duinroos betreft, zoo het u niet heeft bevallen, dat er daarin sprake is van arme vissebers en blauwen en blauwers, omdat vele gekende kaloten opdie manier arme visschersgeëxploiteerd hebben en in gevaar brachten, wijl zij hunne zakken met oneerlijk gew'onnen geld vulden, wij kunnen het niet helpen dat de tooneelschrijver zoo goed den toe stand beschreef. Er is ook spraak in clat stuk van eene visschersdochter die zich laat verleiden door een w'erkmansjongen en de vader van het bedrogene meisje wil haar dwingen een anderen te huwen dan den vader van ’t verwachte kind, hetgeen niet gebeurt. Als het zedelijk peil der ge ringe klassen der samenleving niet hooger is, is dat hunne schuld? Neen, niet waar? het is de uwe, heeren klerikalen, die stel selmatig1 weigert het onontbeerlijke* ver plichtend onderwijs in te voeren, dat hen alleen verheffen kan. En dan, zoo gij dat onzedelijk en vet noemt, boe moet dan het zedelijk peil van talrijke klerikalen genoemd worden, die zich schijnheiliguitgeven voor toonbeelden van christelijke deugden? van die chante- clers, die regen en wind en stormen tarten om langs het zeestrand met het verloofde kleine faisaatje te gaan kraaien? Van die chanteclers, die eens den Schepper der Natuur bespuwden, die hunne hen en kuikens verlieten om met een jonge dui- vinne naarandere streken heen te vliegen? Van die chanteclers, gekend om overal goed te kunnen kraaien, doch hiermede niet tevreden, des nachts willen leeren koord dansen, in plaats van in hun hok over hun nest te waken? van dien latijn- schen chanteckr? van dien met schorte gespoorden chantecler? van dien verdwe nen chantecler, die een treffelijk man ver plichtte te verhuizen om zijne gade aan het rondfladderen van dien chantecler te onttrekken? van dien mageren chantecler die kraaide aan de gehuwde duifwilt gij i van Boston voor A. Dambre, bezorger Handel en Scheepvaart. 16 Shamrock 150 ton ledig van Sandwich voor Handel en Scheepvaart. 19 Martha 800 ton ledig van Rochester voor Handel en Scheepvaart. 20 Clara 950 ton met kolen van Gooi» voor Han del en Scheepvaart. 27 Holwan Sutcliffe 200 ton met boo en van Bos ton vosrVandroy, bezorger-J Huyghebasrt. Uitgevaren. 5 Shamrock met 150 Ion macadam naar Sand wich voor Handel en Scheepvaart. 10 Argus ledig naar Goole. j 11 Leona i 11 Holman Sutcliffe ledig naar Boston. 15 Martha met 800 t. macadam naar Rhochesler voor Handel en Scheepvaart. 17 Holman Sutcliffe ledig naar Bosion. 22 Martha met 800 ton cokes naar Londen Handel en Scheepvaart. 22 Shamrock met 150 ton macadam naar Sand wich voor Handel en Scheepvaart. 26 Clara met 950 ton macadam naar Dover Handel en Scheepvaart. 29 Holman Sutcliffe ledig naar Boston. 1 Febr. Mercy Joseph Lodewijk, zoon van Arthur en Maria Bonje. Ghys Luciaan Marcel Cornells, zoon van Hendrik en Augusta Galcoen. Geryl Rachel Maria Silvia, dochter van Pister en Octavia Bulteel. Sedert 1 Januari 1911 15 geboorten. STERFGEVALLEN. 1 Febr. Temperville Alois August, oud 66 j. 10 m. en 15 d. zoon van Jacob Frans en Johanna Theresia Ryckman en echtge noot van Mathilda Rosalia Vandenberghe. ’t Jaeckx Julia Maria oud 3 m. en 7 d. dochter van Pieter Jacob en Augusta Clementina Heetem. Sedert 1 Januari 1911 7 sterfgevallen. HUWELJIKEN 8 Febr De Planter Leopold Hendrik oud 19 j. werkman en Dugardien Antoinette Marie oud 21 j. werkvreuw, beiden te Nieuport. HUWELIJKSAANKONDIGINGEN. Renty Hectosr Desideer, leekenaar te Nieuport en Carly Eugenia Silvia zonder beroep ta Hobo ken. Rathé Engelbertus, kleermaker te Oostduin kerka en Butstraen Helena Maria, naaister te Nieuport. 8_Argus 850 ton met kolen van Goede voor R. Hanze en C° 8 Leona 800 ton met kolan van Goole voor J. Huyghebaert en C°. 8 Holman Sutliffe 200 ton met boonen van Bos ton voor Vandroy, bezorger J. Huyghebaert. 14 Martha 800 ton ledig van Dieppe voor Handel en Scheepvaart. helft eigenaars zijn van belangrijke landhoeven en landbouwinrichtingen. De vraag naar jonge meisjes is zoo aanzienlijk in Canada, dat zoohaast eene nieuwelinge in eene hoeve aankomt, groote feesten seffens ter harer eere ingericht worden in al de hoeven van het omliggende, en na eenige weken heeft de deerne gemeenlijk den uitverkorene haars harten ge vonden. Drama Zondagavond loste X..., oud 26 jaar, wonend in de Groentestraat te Brussel drie revolverschoten op Johanna G echtge- noote V..., gehuisvest In de Si-Ghillenusstraat. Deze had voor twee jaar haren man verlaten om te leven met X... doch had het gemeenzaam leven met haren echtgenoot sedert zes weken hernomen. X... werd zeer jaloersch en vuurde op zijne oude minnares, die niet werd gewond. Wanneer X... nogmaals wilde schieten, grepen dansers hem vast, ontwapenden hem en leverden hem over aan de politie. Na ondervraging, werd X... ter beschikking van het parket opg sloten Moordpoging. Zondag a ond kwam de genaamde Theophiel B..., 21 jaar, wonende Belliardstraaf, 3, in de herberg Brouwersvliel n 6 te Antwerpen. De verbruiker zocht twist met de meid Louisa Haeck, welke hij vervolgens verscheidene messteken in den buik toebracht. De gekwetste is naar bet Sluyvenberggasthuis gebracht en de dader werd ter beschikking van den procureur des konings opgesloten. Het slachtoffer is slechts IS jaar, B... is 21 jaar en voerman. Reeds eenigen tijd ontstond er twist tusschen het koppel dat liefdebetrekkin- gen had De twist hernam Zondag avond in de herberg en werd voortgezet in eene achterplaats. Eensklaps hoorden de bewoners om hulp roepen. Wanneer men in de achterplaats kwam, be vond zich daar de voerman met een bebloed mes in de hand; het meisje lag bewusteloos ten gronde. Deze was door drie messteken ge troffen. Bloedig gevecht. Tusschen de foor- lieden L... en Sen... die op het kiel te Antwerpen in wagens verblijven, bestond sedert eenigen tijd oneenigheid, Zaterdag avond waren beiden naar stad gegaan en bezochten verscheiden herbergen in gezelschap der vrienden van L. Met nog twee harmonicaspelers kwamen zij in eene her berg der Brederodestraat waar twist ontstond. De herbergier smeet de woelmakers builen en daar werd dan gevochten. Het mes waarmede L... aan Sch... de steken heeft toegebracht, is aan de punt verwrongen. Sch heeft twee revolver schoten op L... gelost. Een kogel trof hem in de bil. Den gekwetsten werden op net policiebureel da eerste zorgen door den adjunkt Goolman toe gediend. De twee vechters zijn ter beschikking van den procureur des Konings gesteld en de vrouw die insgelijks in bezit van eene revolver was, is ia den amigo opgesloten. ’k Zeg niet, beste lezers, dat het niet vervelend is zijne belastingen te betalen. Ik ken, zooals gij, de ontroering teweeg gebracht door dieofficiëele, geheimzinnige onverstaanbare papieren, waarin er enkel sprake is van taksens, van hondea, van vensters, van vermoedelijk inkomen, van huurwaarde, van opcentiemen, van ver volgingen, van betalingen binnen de vijf dagen in d® handen van een heer dien ge niet kent en die op gestelde dagen en uren in zijn huis is. Ik ken de kleine huivering die ze ver wekken, wanneer ze aankomen als ge op niets deukt, uitgenomen op d® middelen om de eenige vijffrankstukken te winnen die, helaas! tot ons onderhoud noodig zijn. Zij vallen in onze brievenbussen met een somt er gerucht, zou men zeggen Zij vergezellen de omzendbrieven, de dagbla den, de dierbare brieven en de gemeene facturen. Zij zijn afgrijselijk, onbeleefd, onbe scheiden, ongemanierd. Zij komen van wege de provincie, van den Staat, van wege de gemeente. ’t Is onontbeerlijk, volgens ’t schijnt. Waar gaat zooveel geld, beste lezer? Men weet het niet. De ambtenaars betalen malkander. Wanneer ze zich onderling betaald heb ben, gaan ze zoogenoemd® openbare of publieke leeningen aan; 't is natuurlijk ’t publiek dat ter leen geeft en terugbetaalt daarom zijn de leeningen publiek. Het geld der leeningen dient om de nut tige werken te betalen en om do slacht offers der ijzerwegongevallen schadeloos te stellen. Go ziet hoe dat alles eenvoudig, prac tisch en daarbij gelukkig verstaan is. Go ziet hoezeer ge ongelijk hebt, ge achte lezer, u te vertoornen bij de ge dachte de honderd zes en twintig franks en zeven en dertig centiemen te betalen, welke het bestuur van u opvordert. Doe zooals ik, zeoals vele anderen. Be- De aardappelen. De aardappelteelt, voor ongeveer drij eeuwen in ons land schier onbekend, bestaat hedendaags eene opervlakte van rend 200.000 Ha. Alle gron den, behalve de te leemachlige, zijn voor deze teelt wel geschikt. Eene goeds bewerking, en meer nog eene volledige afwatering zijn hoogst noodig. De gemiddelde opbrengst van 125 zakken knol len per Ha. ontneemt aan den grond 80 kgr. stikstof -j- 35 kgr. fostoorzuur -f- 127 k. potasch. ’t Is aan den landbouwer deze be- standdeelen onder vorm van meststoffen in den grond te brengen. Hoe zal hij dit bewerken? Stalmest en beir zijn daartoe niet bij machte, zij geven daarenboven nog waterachtige knollen. Nitraat en sulfaat, onbehendig aangewend, ver- keeren in 't zelfde geval daarbij, een al te hevi- gen aan voer van stikstof werkt de aardappelziekte in de hand. Guano, echte Peru-guano, dus geen gefabri- keerde, is hier de geliefkoosde stof. De verhou ding 7 °/0 stikstof en '10 fostoorzuur is de ware. De potasch (2 schijnt op ’t eerste zicht maar weinig doch men vergete vooral deze twee zaken niet le) dat de aardappel de eigenschap bezit de potasch uit den bodem te trekken daar, waar andere planten dit niet meer kunnen. 2.) dat eene rechtstreeksche toepassing van potaschmesten op aardappelen, eerder nadeel dan profijt aanbrengt Men aarzele dus niet, 4 4 600 k. opgeloste ohlendorff’sehe guano per Ha. bij aardappelteelt te gebruiken. Die bemestings wijze kan niet anders dan voordeel aanbrengen zooals overigensonze jaarlijksche proefnemingen dit ten volle bewijzen. LUC. uwe schuld afverdienen? van dien chante cler, die nog treurend over eene pas ontlokene gade, eene jonge door hem ver leide duif moest huwen? van die chante clars, die steeds in de kerk zitten met schijnheilig gezicht, maar eens er uit, altijd en overal de onzedigste redens uit kraaien en in het geniep aan alle faisantjes voorstellen om te paren? ’tzijn still® waters met diepe gronden en hunne daden zijn heel wat onzedelijker en vetter.Zooals den romeinschen Cicéron, die zich verhief tegen het zedenbederf der mannen van zijnen tijd, roepen wij uit ^gmpora! mores! (o tijden! o zeden!) Herinnert u tevens de spreuk van Horacius Favete linguis, dit is bevoor deeligt u met voortaan te zwijgen. -- U*&f£fêg^ ■4- voor voor 4 4 SSE -«0.-

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1911 | | pagina 2