ARME STOFFEL
door DOEWA
Em. Lammens en Zenen
BELANGRIJK BERICHT
Pieter Dumont-Dansercoer
Aannemer van openbare werken.
Bericht.
Binnen- en Buitenland.
De schuilhaven der Panne
Klerikale kiesbeloften
Land- en Tuinbouw
Sursum Corda!
f
Andermans geestigheid
Een reisje naar Brussel
BILLARD
Burgerstand van Nieuport
GEBOORTEN.
Hoogwater te Nieuport
Nieuws uit Nieupert
/Wordt voortgezel/
8
-
MENGELWERK
EINDE.
5
dan naareene andere zouden zenden, zou
dreigen met berooving van de sakramen-
ten en van de kerkelijke begraving onder
de toepassing der wet zou vallen. Wij zul
len wel zien! Twee opmerkingen willen
wij evenwel maken de eerste is dat de
priester wel slim genoeg zal zijn om die
bedreigingen slechts in ’t geheim van den
biechtstoel uit te spreken, zoodat men het
feit niet voldoende in rechte zal kunnen
bewijzen; ten tweede dat, moest een libe
raai zoo iets zeggen, de katholieken hem
aanstonds voor priestervervolger zouden
uitschelden.
Is minister Schollaert dan misschien ook
een priestervervolger geworden?
21
22
April
OF
Proeven op havar
Daar het tijdschip van haver zaaien wel
haast gaat aanbreken, zal hst niet opgepast zijn,
onze lezers met eenige waarnemingen bij deze
teelt ta kennis te brengen, opdat zij ze bij de
bemesting hunner gronden zouden indachtig
wezen en alzoo de hoogst mogelijke winst met
dat graangewas zouden mogen genieten.
De heer Cornet, Staatslandbouwkundlge te
Marche, ondervoed dat het ammoniaksulfaat
onder al de stikstofmesten de voordeeligste is bq
haverteelt. Alzoo bekwam hij per Ha.
Met 160 kgr nitraat 1800 k. graan en 3250 k.
strooi. Met 132,5 kgr. kalknitraat 1810 k. graan
en 3200 k. strooi. Met 82,5 k. amm. sultaat 2000
k. graan en 2950 k. streol.
16
17
18
Openbare aanbesteding. Op Don
derdag 27 April 1911, te 11 uren, in de bureelen
van het bestuur van den bijzonderen dienst der
kust te Oeetende.
Exploitatie van het openbaar overzetveer voor
voetgangers, opgerleht op de havengeul teNieu-
port, gedurende een termijn van 3 jaren te be
ginnen met den 1 Mei 1911.
Borgsom 100 frank (gereed geld).
s avonds
1,50
2,24
2,58
3,35
4,16
5,G6
6,14
i-
werd ze u geschonken voor uwe vlijt en volhar
ding, thans hebt gij ze dubbel verdiend om uwe
oprechte kinderliefde. Ontvang ze dan als een
blijvend bewijs uwer sehaone daad. Het geld
kunt ge eveneens houden, voegde hij er haastig
bij, toen hij den pijnlijken trek bespeurde om
den mond van den gevoellgen jongen. En voor
u brave lieden, wil ik insgelijks zorgen.
Van dien dag af wa: het gezin voor allen kom
mer gespaard; en in het huisje dankten drie
tevredene menschen uit het diepste van ’t art
den weldoener, die hen uit den noot had gehol
pen, en vele jaren nadien werd nog zijn naam
met de naam met de meeste erkentelijkheid en
den grootstan eerbied genoemd.
Een Stoflel? Sedert een paar jaren rust hij op
een onzer kerkhoven. Zijne geschiedenis werd
werd mij verteld onder het storten van tranen
d®or eene bejaarde vrouw, welke de eerste viool
tjes der lente op zijn graf was gaan planten.
dat die aangehaalde reden slechts een voorwend
sel in om u nog wat langer ep sleeptouw te
nemen. Het gouvernement laveert'velgens den
wind om uit den kraaikelk te geraken waarin het
zich heeft gestoken door de valsch»; kiesbeloften
die het u heeft gedaan. Er wordt zeeveol geld
aan nutteloeze praal- en prachtwerken in de
groote steden besteed, waarom zou het nu te veel
zijn, al bracht de uitvoering van het ontworpen»
werk, maar de helft van het nut bij dat men er
had mogen van verwachten? Of is het misschien
omdat er maar kwestie is van vissehers?
Er wordt ook nog als reden tot verschoenlng
der stilzwijgendheid vanjhet gouvernement aan
gehaald, dat er kwestie is eene vieschersbaven te
maken te Zeebrugge en dat de vissc he rij Instel
lingen te Oostende zouden gewijzigd en uitge
breid worden.
Die aangehaalde zeden bespreken wij in een
volgend nummei
had geschonken Ook de moeder kei hare ont
roering niet langer bedwingen; eene stroom van
tranen schonk eindelijk verlichting en werkte
weldadig op haar overspannen gemoed.
En nu vertelde de jongen wat verdrizt hun
de scheiding van Bella gekost zou htbben, en
hoe hij in stilte zijne medaille uit het kasken ge
nomen, en ze in de Langemunt aan een’ zilver
smid te koop had geboden, op ’t oogenblik dat
een welgekleed heer voor de toonbank stond
Men had hem gevraagd van waar dit voorwerp
Kwam en waarom hij het wilde verknopen; eik
zijnen naam en woonst had hij moeten opgeven.
Toen had de heer, welke i» den winkel stond
de madaille genamen, en de zeven frank betaald,
als zijnde de waarde door den zilversmid bepaald.
Daags na deze gebsurtenis kregen de ouders
het bezoek van eenea deftigen heer, die vroeg of
niet een zekere Stoffel hier woonde. Op het be*
vestigend antwoord verzocht hij dat men den
jongen zou roepen. Toen deze eenige stonden
daarna binnenkwam, overhandigdede onbekende
heer hem een doosje en voegde er vriendelijk bij
Ziehier, mijn jongen, uwe medaille terug, eers
In het Weekblad van zaterdag laatst verscheel
eene vertaling van een artikel der Chronique des
Travaux publics, betrekkelijk da ontworpen»
schuilhaven der Panne. Wij beloofden dia kwes
tie in ons nummer van heden breedvoerig te
bespreken.
Het schijnt dus dat dit belangrijk vraagstuk
niet zoo spoedig zal opgelost zijn, wanneer men
de stilzwijgendheid nagaat van het Gouverne
ment. Voor oningewijden, voor menschen die
De heere Giele, willende de werking nagaan
van nitraat en sulfaat op vier verschillige haver-
soorten, ondervond ook eene winstgevende wer
king met zwavelzuren ammoniak. De gemiddelde
opbrengst op de perceelen met sulfaat bemest,
was 3500 k. graan en 6100 k. strooi.
Uit die ondervindingrijke proeven kunnen wij
de volgende bemestingsformuul voor havsr aan
eenieder aanbevelen, per Ha.
500 k 600 k kalksuperfosfaat.
150 k. chloorpotasch
200 k. zwavelzuren ammoniak.
Die meststoffen zullen te zamen uitgestrooid
en met eene eg ingewerkt worden voor da zaal-
ing der haver. Agricola.
en ’t is absoluut noodig, antwoordde Tuftuf.
’k Zal er op peinzen, zei de minister.
En mag ik ook een woordje spreken, zei Bouil
lon. Hoe zit het met de visscherskaal? Gij hebt
zelf bsstatigd dat zij volstrekt noodig was en ze is
beloofd aan de vissehers.
Heb ik dat beloofd? Ja? vroeg de minister. Zijn
er vissehers in Nieuport? Ik wist er niets meer
van; ’k was ’t geheel en al vergeten. En is het
daarom dat gij naar Brussel zijt gekomen?
Ja, mijnheer de minister, zei Jantjie.
G'j hebt veel goedheid, zei de minister, maar
het wordt laat, ’t is al 1 uur 45; gij zult u moeten
haasten om den trein te hebben om bij tijden te
Nieuport te zijn en ’t lof en ’t sermoen van uwe
paters niet te missen. Keer gerust terug naar uwe
geboortestad(?!) en verkondigt aan allen die het
hooren willen en gelooven willen dat uwe zaak
in goede handen berust. Belooft alles wat gij wilt
en als ik voor of na de kiezing nog in ’t ministe
rie ben, rekent op mij en ik reken op u. Adieus,
adieus mijnheers!
De minister duwt op den electrieken knop. De
ter beschikking van het parket, dat in den na
middag ter plaats werd verwacht.
Oplichting. Op 2 April verdween de i
löjarigeX.. wonend bij hare ouders te Laken, i
schielijk na op aandringen van zekeren Z..., eene j
som v an 1000 fr. uit de kas van hare ouders te
hebben gestolen.
Op 2 April werd de jonge verdwenen® ontmoet
door een lid der familie, in eene herberg op de
Kathelijneplaats en voor den politieofficier Co
lombia, der 3e divisie gebracht. Aan dezen ver
klaarde ze dat haar vriend ze had verlaten, nadat
zij hem 800 frank had overhandigd op de belofte
door hem gedaan dat zij samen naar de Tentoon
stelling van Turijn zouden gaan en er een café-
restaurant openen.
De oplichter werd opgezocht. Tijdens het
onderzoek vernam de politie dat bedoelde per
soon zich naar Darijs had begeven met twee
slechte kerels. Voor zijn vertrek plunderde hij
nog de kamer der jonge X
Zondag werd M. Colombie verwittigd dst het
drietal uit Parijs was teruggekeerd. Kort nadien
werden de beide medeplichtigen aangehouden.
Z.., bleef onvindbaar.
Maandag, rond den avond, werd hij gesnapt
in eene kamer der Zegepraalstraat te St. Gillis.
Hij werd thans opgesloten, voor oplichting van
een minderjarige en diefstal. Zijne beide mede
plichtigen, die in voorloopige vrijheid werden
gelaten, zullen worden vervolgd voor medeplich
tigheid aan diefstal.
Verlaten. Een 13jarige knaap werd
maandag weenend aangetroffen op de Krijgslaan
te Elsene. Naar ’t politiebureel van den Boeo-
daelschen Steenweg geleid, verklaarde hij Lcde-
wijk Schuermans te heeten wonend bij zijne tant
in de St. Anloniusstraat te Antwerpen te wonen
doch door zijn vader medegebracht naar Brussel
door dezen verlaten te zijn gewesst na twee
dagen rondgeslenterd te hebben in de hoofdstad.
De jongen weet niet waar zijn vader woont I
of wat er van hem geworden is. Hij wilde te voet
naar Antwerpen weerkeeren, doch had geen cent
op zak Sedert 24 uren had hij niet meer gegeten
en zag blauw van den honger.
De policie versterkte den knaap en deed hem
dan naar de Noordstatie leiden waar hij den trein
nam naar Antwerpen en in handen zijner tante I
werd overgeleverd.
De onwaardige vader wordt ongezocht.
Doodgevallen. Zondag avond was
een agent van politie, van dienst op de Koning-
laats, verwonderd te zien dat een paard, in een
rijtuig gespannen, zoo aardig over en weer liep
en onvermijdelijk ging in botsing komen met
een tram rij tuig
Hij sprong naar den kop van ’t paard en trok
het ter zijde. Den koetsier willende eene verma
ning geven, zag hij dat deze op zijn bok in be
zwijming lag, uit eene diepe wonde aan ’t hoofd
veel bloed verliezend. De agent nam den man op
en voerde hem in zijn eigen rijtuig naar Sint-
Pietersgasthuis. Zonder tot bezinning te komen,
stierf de koetsier er een uur later.
Uit het ingesteld onderzoek bleek dat de onge
lukkige de genaamde Jan Biquet is, 61 jaar oud,
wonende Keulenstraat te Schaarbeek. De man
dronk nooit en men veronderstelt dus dat hij
door eene beroerte is getroffen, zal van zijn bek
i opde straatsteenen gevallen zijn en tot bezinning
gekomen, terug op zijn rijtuig is geklommen,
denkend dat zijne wonde niet zso erg was.
De dokters stelden vast dat zijn schedel ge
kliefd werd.
stoutmoedige diefstal. De ver
zekeringsmaatschappij Vereenigde eigenaars
wier bureelen in da Statiestraat, te Gent, geves
tigd zijn, had met 1 April, een jongeling der stad
in haren dienst genomen.
Maandag kwam de dochter van den bestuurder
in het bureel op het oogenblik dat al de bedien
den afwezig waren.
Zij betrapte den nieuwen bediende die haastig
zijne zakken aan ’t vullen was met het geld dat
hij uit den openstaande gsldkoffer wegnam.
De jufvrouw bleet verbaasd staan, wat aan den
oneerlijken bediende den tijd liet uit het bureel
en de straat op te vluchten met zijnen buit,
onderwege in zijne haast een 40tal franken ver
liezende.
Toen de dochter het alarm gaf was de kerel
spoorloos verdwenen, met het geld, ongeveer
6000 fr. bedragende. Spoedig werd zijn signale
ment in alle richtingen rondgezonden.
Dinsdag werd de gast, die slechts 15 jaar oud
is, te Terneuzen aangehouden. Men vond in zijn
bezit nog ongeveer 5700 frank. Hij zal natuurlijk
uitgeleverd worden.
‘Wildstroopersdrama. Maandag
avond deed de jachtwachter van M. ’t Serstevens
Jozef Maron, in gezelschap van zijnen zoon Jules
en eenen vriend zijne ronde in het bosch in de
omstreken van Verviers. Eensklaps hoorden zij
geweerschoten; zij verdeelden zich in twee groe
pen en verborgen zich om den wildstroeper te
vangen.
Toen da kerel aankwam, sprong de zoon an
den jachtwachter op hem toe, doch de wlldstroo-
per laadde zijn geweer, loste een schot op den
jongeling die in volle borst getroffen werd en in
de armen van zijnen vader stierf.
De gendarmen verwittigd deden eene klop
jacht en rond 10 ure ’s avonds werd de kerel
aangehouden en deed volledige bekentenissen.
Zondag
Maand.vg
Dinsdag
Woe^s lag 19
Donderdag 20
Vrijdag
Zaterdag
Onze kameraad Leander, wiens jonge
lingschap nogal onstuimig is geweest,
komt uit 't stadhuis aan den arm eener
jonge deerne overvloedig met oranjebloe
sems versierd... Er blijft geene hoop meer,
’t offer is voltroklen, ze zijn getrouwd.
Op ’t oogenblik dat, hij in ’t rijtuig wil
stappen, neemt zijne schoonmoeder hem
ter zijde.
Ik hoop wel, beste schoonzoon, zegt
ze, dat ge nu kalm zult wezen, dat ge
geene domheden meer zult begaan.
Schoonmoedertje lief, ge moogt ge
rust zijn; deze van vandaag is wel de laat
ste die ik bega...
zijn wij naar Brussel gekomen om eens aan uwe
deur, aan uw kabinet, wil ik zeggen, te kloppen.
Ter zake, zei den minister; want ik heb niet
veel tijd te verliezen.
Wij ook niet zei Langbeen, want wij moeten
ten zes en half thuis zijn om naar ’t lof ea ’t
sermoen van uzze paters te gaan
Ah zoo, zei de minister; goê devotie, maar
wat is er dan van uwen dienst. Is ’t voor eene
decoratie of T orde van Leopold?
’t Is allemaal dat niet, zei Bouillon. Ik zal u
de gansche toedracht der zaak, waarvoar wij de
groote reis van Nieuport naar Brussel hebben
ondernomen, eens klaar en duidelijk blootleggen.
En hij begon als volgt Hoog edelgeboren heer
minister, uwe excellencie gedeoge dat wij, uwe
nederige dienaars en getrouwe partijgenooten,
een dringend beroep dosn op uwe aloingekende
en zeer hoog beroemde dienstwilligheid om ons
te steunen in den moeielijken strijd, die wij
strijden togen die leelijke hardnekkige liberalen
van Nieuport. Ziehier wat die mannen, die wij
den dieperik maar niet kunnen inkrijgen, zeoal
schrijven. (Hier haalt hij eene reeds Weekbladen
uit den binnenzak van zijn jas en overhandigt ze
den minister, die zich geweerdigt ze te bekijken).
Oh, die Weekbladen heb ik al gelezen, zegt de
minister, ’t is heel interessant en zij bevatten
heel veel waarheden.
«Wel hebt ge van uw leven zooverre geweest»,
zei Tuftuf, en de gestemde 500 duist frank wat
doet ge daarmee?
Wat wilt gij zeggen? vroeg de minister.
Daar wilden wij juist op komen, z«i Bouil
lon. Er werd verleden jaar voor de kiezing 500
duist frank gestemd voor de havenwerken van
Nieuport. Wij beloofden dat die werken aan
stonds zouden uitgevoerd worden, want de
handelaars klagen, de vissehers klagen, de werk
menschen klagen en wij ook klagen. Wij hebben
geschréven dat de liberalen dan zouden staan
kijken met neuzen lijk pijken en wij wachten
nog altijd, maar zien niets komen.
Och, excellencie, verhoor onze bittere klach
ten! Laat toch niet toe dat de liberalen altijd
herhalen dat er voor Nieuport niets van ’t mini
terie te bekomen is! Gedoog toch niet dat zij
zeggen dat wij zonder invloed z’jn! Wij smeeken
u ootmeatig laat ons toe, bij onze tehuiskomst,
da blijde, verheugends mare uit te strooien dat
al de warken seffens zullen uitgevoerd worden.
Gij west, excellencie, dat het met October kiezing
is en gij zoudt toch zeker niet willen dat hot volk
onze beloften moede, ons vierkant wandelen
zandt? Wij bidden u, redt ons, redt ons en wij
zullen van avond in het lof een rozekrans lezen,
opdat gij nog lang minister zoudt mogen blijven
tot groot voordeel van ons Nieupori
Bravo, Bouillon, zei Tuftuf, dat is gesproken.
Mij sheers, zei de minisier, gij moet weten, ik
heb geen al te goeie memorie. Ik was al vergelen
dat er 500 duist frank gestemd was; ’k zal dat
onderzoeken en als dia 500 duist frank eog niet
verteerd zijn op een ander en als wij ze niet noo
dig hebben in den Congo of voor nieuwe kerken
of veor de nieuwe schoolwe’; dan zal ik zorgen
dat er Nieuport eek eens bij is.
Maar, mijnheer de minister, gij hebt ons den
kaaimuur beloofd, zei Langbeen.
Ah! gij hebt een kaaimuur noodig, zei de mi
nister, ’k zal het opteekenen.
Wanneer zal men den krommen hoek wegne
men? riskeerde Jantjie.
Den krommen hoek, den krommen hoek! staat
dien in uwen weg, vroeg de minister.
Wel ja, zei Bouillon, gij hebt beloofd dat hij
zou weggesmeten worden
Bon, zei de minister, ’k was ’t vergeten. C’est
annoté!
En den kuischbank, mijnheer de minister,
sprak Tuftuf, wanneer ge naar Nieuport zijt ge
komen, hebt gij gezei.1 dat hij onmiddellijk zou
komen.
Tiens, liens, Hens, is er te Nituport zooveel te
kuischen dat gij er een speciale bank voor noo
dig hebt, vroeg de minister.
Ja het, manheer de minister, ’t is vele te kui
schen, ’k weet er van te spreken van ’t kuischen
De ondergeteekenden maken het geacht pu
bliek bekend dat zij van heden af in hun maga
zijn voorzien van alle slach van landbouw»
manhienen, zooals tummel keernens, afroo-
mers van alle marken, waschmachienan laatste
model, enz. enz.
Yperstraa®, £9, Nieuport
Ziet ze gaan
Ziet ze gaan
Met ulder hoedjen aan.
Ja, beste lezers en lezeressen, onze Nieuport-
schen quatuor is dinsdag laatst naar Brussel stee
geweest, ’t Schijnt dat Chéri, die met reden deed
opmerken dat alles duurde en bleef duren, dat er
niets afkwam, dat zulks een slech! effekt zou
maken tegen de kiezing, zoodanig geïnsisteerd
heeft totdat onzen quatuor besloot eens zijne
stoute schoenen aan te doen (beter laat dan nooit
hé?) en een reisje naar Brussel te wagen. Ze
kropen elk in een hoekje zachtjes op de kussens.
Jantjie las zijn gazetjie Langbeen hoorde de
klokken luiden en begon zijn vijf onze vaders op
zijn paternoster te lezen Tuftuf droomde van
de laatste mekanieke uitvindingen en de manier
van hoornen te planten om iemand te tergen en
Bouillon doorbladerde zijn dossier en herlas de
verschillige nummers van ’t Weekblad, die hij
straks eens onder den neus van den minister
zou stekee.
In de volledigst® eentonige stilte, slechts on
derbrokan door ’t gefluit van den trein en ’t
gerammel en geschok der wagens werd de reis
voortgezet. Eindelijk waagde Bouillon het woord
rte nomen in dezer voege Wat men toch al
doen moet, hé, om zijne medeburgers te beha
gen? Dat meugje nog zeggen zei Jantjie.
Ook zult ge er voor beloond worden onder
brak Langbeen. Al ware het met een buizeg-
I jie schertste Tuftuf. Hoe jammer toch
I zuchtte Bouillon. W’adde vroeg Tuftuf. Dat
ja gie geen representant geworden zijt ant
woordde Jantjie, terwijl hij dacht poets wederom
poets.
Zoo kwamen zij te Brussel aan en... en avant
deux per taxi regelrecht naar ’t ministerie, ze
kwamen daaraan om 11 u. 7 minuten.
We zoen widdere dsn haere minister willen
spreken zei Langbeen tegen den huissier, aan
wien zij hun kaartje gaven op een zilveren tel
loer. Hij weet van uzze komst» zei Tuftuf.
Doe een goed woordje voor ons, zei Jantjie, en
hij stopte hem zes centen in de hand.
Wacht dan een beetje, anlwoorde dan huissier.
Het wachten duurde nochtans lang, de zes centen
hadden geen het minst effekt gemaakt want vier,
vijf pastoors die na hen binnen kwamen, wlerden
eerst in den minister zijn kantoer ontvangen;
dat is tegenwoordig de gewoonte in ’t ministerie
geworden do pastoors voren.
Eindelijk om 12 u. 59 minuten was huune
beurt gekomen an wierden zij binnengelaten.
Allen buigen nederig en diep, behalve Jantjie
door zijn dik buikje balet te dosn.
Na den minister te zijn voorgesteld door
Bouillon, (want Pil en had geen tijd, Maes s’en
fiche en Hamman heeft genoeg met Oostende)
nam Jantjie ’t woord in dezer voege
Het evangelie zogt klopt en herklopt en
blijft kloppen en er zal u opongedaan worden.
Die wijze woorden van den evangelist, indachtig,
In het Hotel de Bruxelles (Breydel
en De Coninck) Nieuport koopt men
ledige cliampagneflessclien (heele
en halve) aan vijf centiemen stuk.
Toen moeder het overtelde, bevond zij dat er
te veel was. Stoffel! sprak ze toen, men
heeft zich in den winkel misrekend; kijk liefst,
goede jongen! «Neen, moeder, neen, ik heb
niet te veel ontvangen, alles is juist; wij kunnen
Bella behouden! Maar Stoffel, hier liggen
zestien frank in plaats van negen, welke men u
voor het dozijn kousen betalen moest; keer spoe
dig naar ’t magazijn en draag dé zeven frank,
dia gij te veel hebt ontvangen aan de dame
terug Maar moeder, men heeft ons niet
meer gegeven dan ons teekomt, herbaalde
Stoflel met schijnbare hardnekkigheid. Zeg
een» openhartig mijn zoon, van waar komen dan
die zeven andere franken? hernam de vader
Ik heb de eer te laten weten aan de Heeren
eigenaars der huizen van Nieuport, als dat ik mij
belast met het plaatsen van de afleiding bui
zen in grés, binnen de huizen voor het aflos
sen der keuken en andere waters. Het plaatsen
der buizen zal door mij persoonlijk gedaan en
nagezien worden, met zoo weinig schade moge-
lijk aan vloeren en planeher te veroorzaken.
Men kan ook ten alle tijde grésbuizen bekomen
uit zijn magazijn aan genadige prijzen.
P. S. Men gelieve goed in acht te nemen dat
ik geene leidingen leg vooraleer de groote riolen
in iedere straat zijn gemaakt voor verders alle
moeilijkheden te vermijden.
Ik heb de eer uwe geëerde orders met dank
baarheid te aanvaarden.
Het is zekere Edmond Blaise, 26 jaar, van
Duitschen oorsprong en wonende te Pont-Lig-
neuville. Het is een zeer rijke jongeling die wild-
sfroopte uit vermaak hij wist niet dat hij den
jongeling gedood had,
Treinbotsing. Woensdag morgen
rond 1 ure, zijn op het kruispunt der spoorlijn
naar’s Gravenbrakel dicht bij de statie van Me
nage tweekoopwarentreinen in botsing gekomen
De schok was zeer hevig De stoffelijks schade is
groot. Vijftien waggons ontriggelden en werden
tot splinters geslagen.
Een der lokomotieven was het voorste deel
geheel vernield.
Een stoker van het depot van Luttre werd
gekwetst en klaagt over inwendige pijnen. Het
ongeval heeft eene groote vertraging in den
dienst der reizigerstreinen veroorzaakt Om 8
ure was het verkeer hersteld.
Woensdag morgen, om 10 ure, was bet trein
verkeer naar Zottegem en Gent regelmatig.
Wildstroopersdrama. Woensdag
nacht, rond 1 ure, hoorde de jachtwachter Ver-
morgen, bijzondere bewaker der vrije jacht van
MM. Van Bogaert, te Hamme een vuurschot.
Vermoedende dat hij met wildstroopers te
doen had, begaf hij zich in de richting van waar
het gerucht scheen te zijn.
Nauwelijks was hij ter plaats Den Bunt
alwaar voornoemde heeren eene eendenfokkerij
op eenige groote vijvers hebben, of hij bemerkte
eenige personen, die aan het wildstroopen wa
ren.
Naar het schijnt werd er op de jachtwachter
gevuurd, doch zonder hem te kwetsen; deze
antwoordde onmiddellijk door een vuurschot en
een der wildstroopers viel ten gronde. Al de
anderen namen de vlucht.
Doch op het bevel van vermorgen dat zij
moesten blijven staan, of zoo niet, dat hij zou
schieten, bleef een der pensjagers ter plaats.
Deze was Jan Van Meersche, aardewerker, wo
nende in de Broekstraat. Hij werd onmiddelijk
naar het gemeentegevang alhier geleld. De ande
re persoon die erg gekwetst werd aan den
schouder en na verzorging naar het hospitaal
werd overgebracht, is een persoon vanTemsche.
Lezers ojjptgejpssst! Er wordt
I veel Vieux Système verkocht in witte kruikjes
of stoopkeus maar er bestaat maar eenen echten
Vieux Système van het merk ’i Wit Stoopke.
Wilt, gij dus een echten eischt de woorden ’t W’it
Sloopje op liet etiket en den stop alsook de naam
Jacques Neefs op het etiket.
Scheone en goede billard te verkospan mot
toebshoorten, alsoek twea spelen ivoren blllard-
bollen, zoo goed als nieuw. Zich t» wenden
Hotel Duynnenhuys Oostendestraat, Nieuport.
met de slimme streken der klerikalen niet genoeg
bekend zija; voor lieden, die alles gelooven wat
de kerikalan, om hun zeteltje in de Kamers te
behouden, voor onfeilbaar nieuws de wijde we
reld inzenden; kan dal heel vreemd voorkomen
en zekere verwondering baren. Ons echter ver
wondert zulks met ten minste, emdat wQ over
tuigd waren dat er slechts kieskomedie in t spel
was, omdat wij verzekerd waren dat het hier eens
te meer om klerikale ki?sbeloft»n te doen was.
Wij zegden vroeger dat da kwestie van ’t be
noemen eener studiecommissie; van het bezoek
dier heeren aan vreemde visschershavens, aldus
aangename reisjes makend op Staatskosten, geen
ander doel bad dan tijd te winnen, dan zand in
d’oogen der lichtgelooviga Pannenaars te strooi
en, dan de zaak op de lange baan te schuiven,
om ze later voor goed in de mioisterieele kartons
te stoppen en te begraven.
W’at wij voorzagen schijnt zich te verwezent-
lijken. En inderdaad, over 4 jaar hoorden wij
de vissehers al zeggen ten tijd® der kiezing dat
ze binnen een paar jaarhunne haven in de Panne
zouden hebben. Onze maatjes hebben zich be
drogen en laten bedodden. In plaats van spoedig
de hand aan ’t werk te slaan en een of twee Inge
nieurs te gelasten seffens aan de plans te begin
nen (ingenieurs zijn toch mannen die hun stiel
moeten kennen, is het niet?) werd in 1907 de
studiecommissie genaamd. Zooals alle commis
sies was die oek niet gepresseerd en hare werk
zaamheden duurden 3 volle jaren, zoodat zij haar
verslag in 1910 aan het ministerie liet geworden.
Meer dan een jaar is sedert verleopen Nie
mand kan beweren dat men meer dan 1 jaar
noodig hebbe om de voorgestelde ontwerpen te
onderzoeken en een bepaald besluit te nemen.
Edoch, tot nog toe deed het gouvernement zijn
besluit niet kennen; het is niet gepresseerd; het
weet niet hoe zich uit den slag te trekken; het
vreest misnoegden te maken en.... het zwijgt
als een graf.
De Ghroniqu» des travaux publiés wordt opge
steld door vakmannen ingenieurs, bouwmees
ters en ze© voorts Zij houden dus geene rekening
der politieke beweegredenen en beschouwen
enkel den technieken kant der zaak.
Hare opstellers hooren nog al in ministerieele
kringen te huis en bekomen inlichtingen aan
hooger hand.
Wij echter, dieue plaatselijke aangelegenheden
kennen, beseften beter waar het paard gebonden
is en de redenen die het blad aanhaalt om de
stilzwijgendheid van het gouvernement te ver
rechtvaardigen, kunnen door geen enkel belang
hebbende in aanmerking genomen worden.
Zoo zegt het blad mrn moet in dsr waarheid
zeggen dat de kwestie heel moeielijk en erg inge - I
wikkeld is en de uitgave tot een buitengewoon
hoog cijfer zou beloopen.
Welnu, vissehers, wat zegt gij daarvan? Als
men zulks leest, zou men dan niet zeggen dat die
groots koppen van ’i ministerie zich voorgesteld
hebben dat het maken eener sehuilhaven in de
Panne eene kleinijkeid was, een atledaagsch
werkje? Zou men dan niet zeggen dat dfe heerea
gedacht hebben dat het vo'doande was op ’t
str nd aan de Panna een put van 10 voet te del
ven en dat alles hoop en al eenige blauwe bank
briefjes zou kosten? Heeft men het volle recht
niet te zeggen dat die aangehaalde reden geen
stand houdt en niets anders is dan eene eenvou
dige uitvlucht? Heeft men het recht niet aan die
heeren te vragen wist gij dat vroeger niet, dat
dit werk zeer moeielijk en zeer ingewikkeld z#u
zijn en dat het veel geld kosten zou? En dan,
men weze pai tijganger of niet van da schuilhaven
der Panne, men oordeels de uitvoering noodig
of niet noodig om de eene of andere reds», wij
zeggen als de uitvoering nuttig is voer de
vissehers, waarom is de uitgave ie groot? Ons
zeevolk is ten volle waardig dat men zich aan
hoogerhand om hun lot beksmmere. Lang ge
noeg werd dis nuttige klasse der samenleving
vergeten; de tijd dat men haar met beloften
paaie, moet uit wezen. Geene woorden maar
daden zijn er aoodig!
En gij, vissehers, gij hebt het racht te zeggen
werkens was alle gevaar
geweken. De schade is aanzienlijk; er bestaat
verzekering.
Valsclie bankbiljetten. Sedert
eenige dagen zijn valsche bankbriefjes van 20 fr.
in omloop gebracht te Antwerpen, te Gent, te
Luik en te Brussel. In de Nationalle Bank beeft
men er reeds een tiental in beslag genomen en
het valsch bankpapier is zoo goed nagemaakt,
da: zelfs een hoog ambtenaar der Bank, die eea
briefje wilde uitwisselen aa eene kas van het
gesticht, tot zijne groote verbazing vernam, dat
hij een valsch bankje aanbood.
Het verschil tusschen nagnmaakle en echte
biljetten berust hierin, dat op de slechte den
leeuw veel somberder is gelint en het papier wat
grover is.
Doch men moet fijne kenner zijn om die bij
zonderheid bij den eerste aanblik te ondeischei-
den.
Een ander kenmerk van de valscne papieren
is dat de namaker den naam van den etser, E.
BIET. SC rechts, in stede van dien in roodbruin
te drukken, heeft gedrukt met zwarlen inkt.
Eindelijk, kan nog als aanwijzing gelden dat al
de nagemaakte biljetten tot de reeks 1487 belmo
ren.
Messteken. Zondag namiddag had
Kamiel Naert, Deerlijkstraat, 9, te Kortrijk met
zijne echtgenoote ruzie gehad. Rond 7 ure ’s
avonds ontmoette hij niet verre van zijne woning
zijn schoonvader Frans Deloor, Deerlijkstraat,
41, die vergezeld was van zijnen zoon Kamiel.
Zonder veel omwegen werd Kamiel Naert ten
gronde geworpen en terwijl Frans Deloor hem
gedurig met eenen hamer in het aangezicht sloeg
werd hij door zijnen schoonbroeder Kamiel met
een dolkmes doorsteken.
Jozef Naert Wijngaardstraat, 86, die zijn broe
der Kamiel vergezelde en hetn wilde verdedigen
bekwam insgelijks door Kamiel Deloor verschel
dene stoken in het hoofd.
Gedurende het gevecht beet Kamiel Naert, om
hem te verdedigen, de neus van Framjois Deloor
af.
Op het naderen van personen hebben de twee
aanranders de vlucht genomen.
De dokter Jozef Ghyoot heeft de gebroeders
Naert, na hun verzorgd Ie hebben, naar het
gasthuis doen overbrengen, Kamiel Naert, had
het hoofd letterlijk doorstoken, daarbij had hij
eene gevaarlijke steek in den rug tot tegen de
linkerlong.
Jozef Naert heeft ook verscheidene wonden in
het hoofd maar zijnen toestand is bevredigend
terwijl de dokters over dezen van zijn broeder
Kamiel nog niet kunnen oordeelen. Kami’l De
loor ts voortvluchtig en wordt opgezocht.
Lijkje ontdekt. Maandag morgen
ontdekte een inwoner der Schermersstraat te
Antwerpen in het pomphuis zijner woning het
lijkje van een pasgeboren kind.
De bewoner ondervroeg de meid die verklaar
de dat zij wist hoe baar kindje op gemelde plaats
terecht was gekomen.
Later bestadigde men in den hof dat de meid
er een put had gegraven waarin zij voornemens
was bet kindje te verbergen. Een ontboden ge
neesheer heeft vastgesteld dat het kind leefbaar
geboren was en eene wonde aan den neus had.
Da 20 jarige dienstbode is ter beschikking van
het gerecht gesteld. De adjunkt Taels zet het
onderzoek voort.
Werkongeluk. In het Gildenhuis,
te Halle, bouwt men thans eene tooneelzaal.
Dinsdag morgen, 101/2 u trokken de werklie
den ijzeren kolommen op. Eene derzelve Is op
het hoofd gevallen van eene der arbeiders, Theo-
fiel Simons, 21 jaar, wonend te Elsene, in de
Brouwerijstraat, 138.
De ongelukkige werd gevaarlijk gewond en
bloedde langs de ooren en den mond. Hij stierf
weldra.
Het lijk werd naar het doodenhuis vervoerd
3 April Vanhecke MariaAgnes dochter van Alfons
en Maria Janssen.
Adam Lodewijk Ernest zoon v. Georgius
en Paulina Vinck.
Sedert 1 Januari 1911 32 geboorten.
Brand. Zondag morgen rond 3 ure toen
de nachtwaker der weverij van M. M. Georges
Heyndrickx&n zoon, Wijngaardstraat te Roubaix,
zijne ronde deed, bemerkte hij dat brand ont-
huissier verschijnt. Toont die heeren den korts- staan was in den kelder waar de afval geborgen
sten weg naar Nieuport, zei de minister, want ze
zijn straf gepresseerd.
Nog eens gebogen en... buiten waren zij
Awól, awöl! wat zeg je nu, zei Jantjie. Wij
gaan doen gelijk den minister, zei Langbeen
beloven en kost niets.
't Is zoo, zei Tuftuf, ’t Is zooals het liedje
zegt.
Wie graag eens een reisje naar Brussel wou
doen, dis zal het zich nimmer beklagen.
’s morg.
1,33
2,07
2,41
3,16
3,55
4,39
5,38
met liefderijken ernst, maar eenigszins ongerust
door het ontwijkend antwoord van zijnen zoon.
Verlegen blikte de jongen te gronde, en liet het
hoofd op da borst zakken, als iemand die schuld
gevoelt. Stoflel, in Gods naam, smeekte de
moeder ontroerd en vouwde ds handen, ver
berg ons niets, biecht alles aan vader en moeder
die u zoo lief zijn! Van mijne medaille,
stamelde hij bijna onhoorbaar, terwijl een hevig
rood zijne wangen kleurde. Zoo zacht en over
tuigend klonk zijne stem, dat het onmogelijk was
aan de waarheid zijner woorden te twijfelen.
Nu kon de vader zijne aandoening niet meer
verbergen, snikkend hield hij de handen voor het
gelaat. Vader, vergiffenis! barstte de jongen
In tranen uit, ik meende wel te doen.
God zegene u mijn zoon, voor de opoffering
uwer ouders gebiacht Kom in mijne armen,
dierbare Stoffel, eens ontvangt gij hst loon, voor
hetgeen gij met zooveel liefde deedt. En tus
schen lachen en weenen streelde en kuste de
ontroerde vader met teederheid zijnen zoon, en
blikte dankend ten Hemel, die hem te midden
van al zijn verdriet en ellende, dit zalig oogenblik
Riolen. Men is dus volop aan ’t maken
der riolen, en die werker bre gen noodzakelijk
veel vuiligheid en ongemak mede voor de bewo
ners der huizen gelegen in de straten waar men
aan den arbeid is. Doch het U de plicht van d«n
ondernemer en vooral van het stadsbestuur er de
hand op te houden dat er het minst mogelijk on
aangenaamheden en schade aan de inwoners be
rokkend worde. En aan dien plicht blijft het nog
maals geheel en al ta kort. Inderdaad op de
plaatsen waar de riolen opgemaakt zijn, blijft
alles overhoop liggen, de overblijvemle aarde
blijft er dolen, zand bedekt de voorlanden, ge
vaarlijke putten blijven open liggen, en zand en
kasseien belemmeren de voetpaden, dit alles tot
groote onaangonaamhaid, en schade in handel
en nering van de bewoners.
Het ware do dringendste plicht van het stads
bestuur te zorgen dat zoodra de moerriool opge
metseld is, dg straat weer in orde gebracht en
herkassei 1 werd, maar daarover bekommert het
zich niet; en, volgens het schijnt, heeft het zelfs
nog niet alleenlijk aan den ondernemer de plaats
kunnen aanwijzen waar het overschot der aarde
moet worden gevoerd.
Tegen die. handelwijze protesteeren wij ten stel
ligste, en de inwoners eischen dat daaraan onmid
dellijk verandering worde gebracht. Ieder gewe
tensvol gemeentebestuur, ver van het recht te
hebben schade aan zijne ingezetenen te laten be
rokkenen, heeft tot hoogste plicht dezer interes
ten te verdedigen. Is het niet genoegzaam dat de
Nieuportnaars hooge en dure belastingen moeten
betalen voor het stichten van riolen die maar
half werk zijn, is liet uiet genoegzaam dat de in
woners genoodzaakt zullen zijn zware kosten te
maken om verbindingen te leggen binnenshuis
en tot aan da meerriooi? Moeten ze dan nog
schade aangedaan worden door de schuld van
een zorgeloos, lamlendig gemeentebestuur?
Doch ja, daarom bekommert men zich op het
stadhuis niet, men drijft er den spot m t Je ke-
langen dar Nieuportnaars, en heeft er zich met
andere zaken bezig ts houden.
Doch, de kruik gaat zoolang te water tot ze
breekt, en misschien zult ge, heeren klerikalen,
eerder dan ge denkt, de welverdiende straf op-
loopen voor uw zoo treurig gedrag.
wordt.
Onmiddellijk wekte hij den bestuurder der
fabriek, M. Tiberghien, en beiden poogden het
vuur met eenige emmers water uit te dooven,
doch daar het vuur zich zoo snel uitbreidde,
werden de pompiers verwittigd die den kelder
oader water zetten.
Na een half uur
-■-'t
jgagstae
Verdwijnen en ontstaan en wederom verdwijnen
Is de wet der natuur, niets kan die wederstaan;
Geen Oceaan, geen rots, hoe zij ontwrikbaar schijnen
Kan de vernieling, de heropstanding entgaan.
Maar hier, hier ligt de knoop hebt gij uw jeugdig leven
Tot het goede gericht, het kwade niet begaan;
Hebt gij, als man, uw kracht gebruikt tot hooger streven,
Uw naasten lief gehad en steeds uw plicht gedaan?...
AAN LIEVEN.
Waarom dien droeven blik tot uwe kinderjaren,
Tot dien sinds langen tijd verzwonden gouden droom;
Waarom dit treurig oog, dit hooploos nederstaren,
Dien weemoed in uw lied, die verwachting vol schroom?.
Dat hoop ik niet! Wellicht streedt ge ook voor weeüw en
[weeze,
Voor Waarheid, Vrijheid, Licht en voor ons volksbestaan?
Welkom die het zoo deed! Hij wachte zonder vreeze
Het einde van zijn loop, van zijne levensbaan!
NOSTRADAMUS.
Want liet ge als jongmensch ook uw
-
hart zijn lust eens
[vieren,
Dat baarde niemand leed, berokkende geen scha;
Maar hebt ge uw vijand eens ’t gedane leed vergeven
Dat strekke u vast tot loon in ’t leven van hierna.
Doch, diende de ademtocht, die u natuur kwam schenken
Slechts tot verguizing van die gij uw vijand noemt
Dan moogt ge treurig zijn bij dit nare herdenken
Dan weze uw ouden dag tot onrust vast gedoemd.