ARME STOFFEL door DOEWA Em. Lammens en Zenen BELANGRIJK BERICHT Pieter Dumont-Dansercoer Aannemer van openbare werken. Bericht. Binnen- en Buitenland. De schuilhaven der Panne Klerikale kiesbeloften Land- en Tuinbouw Sursum Corda! f Andermans geestigheid Een reisje naar Brussel BILLARD Burgerstand van Nieuport GEBOORTEN. Hoogwater te Nieuport Nieuws uit Nieupert /Wordt voortgezel/ 8 - MENGELWERK EINDE. 5 dan naareene andere zouden zenden, zou dreigen met berooving van de sakramen- ten en van de kerkelijke begraving onder de toepassing der wet zou vallen. Wij zul len wel zien! Twee opmerkingen willen wij evenwel maken de eerste is dat de priester wel slim genoeg zal zijn om die bedreigingen slechts in ’t geheim van den biechtstoel uit te spreken, zoodat men het feit niet voldoende in rechte zal kunnen bewijzen; ten tweede dat, moest een libe raai zoo iets zeggen, de katholieken hem aanstonds voor priestervervolger zouden uitschelden. Is minister Schollaert dan misschien ook een priestervervolger geworden? 21 22 April OF Proeven op havar Daar het tijdschip van haver zaaien wel haast gaat aanbreken, zal hst niet opgepast zijn, onze lezers met eenige waarnemingen bij deze teelt ta kennis te brengen, opdat zij ze bij de bemesting hunner gronden zouden indachtig wezen en alzoo de hoogst mogelijke winst met dat graangewas zouden mogen genieten. De heer Cornet, Staatslandbouwkundlge te Marche, ondervoed dat het ammoniaksulfaat onder al de stikstofmesten de voordeeligste is bq haverteelt. Alzoo bekwam hij per Ha. Met 160 kgr nitraat 1800 k. graan en 3250 k. strooi. Met 132,5 kgr. kalknitraat 1810 k. graan en 3200 k. strooi. Met 82,5 k. amm. sultaat 2000 k. graan en 2950 k. streol. 16 17 18 Openbare aanbesteding. Op Don derdag 27 April 1911, te 11 uren, in de bureelen van het bestuur van den bijzonderen dienst der kust te Oeetende. Exploitatie van het openbaar overzetveer voor voetgangers, opgerleht op de havengeul teNieu- port, gedurende een termijn van 3 jaren te be ginnen met den 1 Mei 1911. Borgsom 100 frank (gereed geld). s avonds 1,50 2,24 2,58 3,35 4,16 5,G6 6,14 i- werd ze u geschonken voor uwe vlijt en volhar ding, thans hebt gij ze dubbel verdiend om uwe oprechte kinderliefde. Ontvang ze dan als een blijvend bewijs uwer sehaone daad. Het geld kunt ge eveneens houden, voegde hij er haastig bij, toen hij den pijnlijken trek bespeurde om den mond van den gevoellgen jongen. En voor u brave lieden, wil ik insgelijks zorgen. Van dien dag af wa: het gezin voor allen kom mer gespaard; en in het huisje dankten drie tevredene menschen uit het diepste van ’t art den weldoener, die hen uit den noot had gehol pen, en vele jaren nadien werd nog zijn naam met de naam met de meeste erkentelijkheid en den grootstan eerbied genoemd. Een Stoflel? Sedert een paar jaren rust hij op een onzer kerkhoven. Zijne geschiedenis werd werd mij verteld onder het storten van tranen d®or eene bejaarde vrouw, welke de eerste viool tjes der lente op zijn graf was gaan planten. dat die aangehaalde reden slechts een voorwend sel in om u nog wat langer ep sleeptouw te nemen. Het gouvernement laveert'velgens den wind om uit den kraaikelk te geraken waarin het zich heeft gestoken door de valsch»; kiesbeloften die het u heeft gedaan. Er wordt zeeveol geld aan nutteloeze praal- en prachtwerken in de groote steden besteed, waarom zou het nu te veel zijn, al bracht de uitvoering van het ontworpen» werk, maar de helft van het nut bij dat men er had mogen van verwachten? Of is het misschien omdat er maar kwestie is van vissehers? Er wordt ook nog als reden tot verschoenlng der stilzwijgendheid vanjhet gouvernement aan gehaald, dat er kwestie is eene vieschersbaven te maken te Zeebrugge en dat de vissc he rij Instel lingen te Oostende zouden gewijzigd en uitge breid worden. Die aangehaalde zeden bespreken wij in een volgend nummei had geschonken Ook de moeder kei hare ont roering niet langer bedwingen; eene stroom van tranen schonk eindelijk verlichting en werkte weldadig op haar overspannen gemoed. En nu vertelde de jongen wat verdrizt hun de scheiding van Bella gekost zou htbben, en hoe hij in stilte zijne medaille uit het kasken ge nomen, en ze in de Langemunt aan een’ zilver smid te koop had geboden, op ’t oogenblik dat een welgekleed heer voor de toonbank stond Men had hem gevraagd van waar dit voorwerp Kwam en waarom hij het wilde verknopen; eik zijnen naam en woonst had hij moeten opgeven. Toen had de heer, welke i» den winkel stond de madaille genamen, en de zeven frank betaald, als zijnde de waarde door den zilversmid bepaald. Daags na deze gebsurtenis kregen de ouders het bezoek van eenea deftigen heer, die vroeg of niet een zekere Stoffel hier woonde. Op het be* vestigend antwoord verzocht hij dat men den jongen zou roepen. Toen deze eenige stonden daarna binnenkwam, overhandigdede onbekende heer hem een doosje en voegde er vriendelijk bij Ziehier, mijn jongen, uwe medaille terug, eers In het Weekblad van zaterdag laatst verscheel eene vertaling van een artikel der Chronique des Travaux publics, betrekkelijk da ontworpen» schuilhaven der Panne. Wij beloofden dia kwes tie in ons nummer van heden breedvoerig te bespreken. Het schijnt dus dat dit belangrijk vraagstuk niet zoo spoedig zal opgelost zijn, wanneer men de stilzwijgendheid nagaat van het Gouverne ment. Voor oningewijden, voor menschen die De heere Giele, willende de werking nagaan van nitraat en sulfaat op vier verschillige haver- soorten, ondervond ook eene winstgevende wer king met zwavelzuren ammoniak. De gemiddelde opbrengst op de perceelen met sulfaat bemest, was 3500 k. graan en 6100 k. strooi. Uit die ondervindingrijke proeven kunnen wij de volgende bemestingsformuul voor havsr aan eenieder aanbevelen, per Ha. 500 k 600 k kalksuperfosfaat. 150 k. chloorpotasch 200 k. zwavelzuren ammoniak. Die meststoffen zullen te zamen uitgestrooid en met eene eg ingewerkt worden voor da zaal- ing der haver. Agricola. en ’t is absoluut noodig, antwoordde Tuftuf. ’k Zal er op peinzen, zei de minister. En mag ik ook een woordje spreken, zei Bouil lon. Hoe zit het met de visscherskaal? Gij hebt zelf bsstatigd dat zij volstrekt noodig was en ze is beloofd aan de vissehers. Heb ik dat beloofd? Ja? vroeg de minister. Zijn er vissehers in Nieuport? Ik wist er niets meer van; ’k was ’t geheel en al vergeten. En is het daarom dat gij naar Brussel zijt gekomen? Ja, mijnheer de minister, zei Jantjie. G'j hebt veel goedheid, zei de minister, maar het wordt laat, ’t is al 1 uur 45; gij zult u moeten haasten om den trein te hebben om bij tijden te Nieuport te zijn en ’t lof en ’t sermoen van uwe paters niet te missen. Keer gerust terug naar uwe geboortestad(?!) en verkondigt aan allen die het hooren willen en gelooven willen dat uwe zaak in goede handen berust. Belooft alles wat gij wilt en als ik voor of na de kiezing nog in ’t ministe rie ben, rekent op mij en ik reken op u. Adieus, adieus mijnheers! De minister duwt op den electrieken knop. De ter beschikking van het parket, dat in den na middag ter plaats werd verwacht. Oplichting. Op 2 April verdween de i löjarigeX.. wonend bij hare ouders te Laken, i schielijk na op aandringen van zekeren Z..., eene j som v an 1000 fr. uit de kas van hare ouders te hebben gestolen. Op 2 April werd de jonge verdwenen® ontmoet door een lid der familie, in eene herberg op de Kathelijneplaats en voor den politieofficier Co lombia, der 3e divisie gebracht. Aan dezen ver klaarde ze dat haar vriend ze had verlaten, nadat zij hem 800 frank had overhandigd op de belofte door hem gedaan dat zij samen naar de Tentoon stelling van Turijn zouden gaan en er een café- restaurant openen. De oplichter werd opgezocht. Tijdens het onderzoek vernam de politie dat bedoelde per soon zich naar Darijs had begeven met twee slechte kerels. Voor zijn vertrek plunderde hij nog de kamer der jonge X Zondag werd M. Colombie verwittigd dst het drietal uit Parijs was teruggekeerd. Kort nadien werden de beide medeplichtigen aangehouden. Z.., bleef onvindbaar. Maandag, rond den avond, werd hij gesnapt in eene kamer der Zegepraalstraat te St. Gillis. Hij werd thans opgesloten, voor oplichting van een minderjarige en diefstal. Zijne beide mede plichtigen, die in voorloopige vrijheid werden gelaten, zullen worden vervolgd voor medeplich tigheid aan diefstal. Verlaten. Een 13jarige knaap werd maandag weenend aangetroffen op de Krijgslaan te Elsene. Naar ’t politiebureel van den Boeo- daelschen Steenweg geleid, verklaarde hij Lcde- wijk Schuermans te heeten wonend bij zijne tant in de St. Anloniusstraat te Antwerpen te wonen doch door zijn vader medegebracht naar Brussel door dezen verlaten te zijn gewesst na twee dagen rondgeslenterd te hebben in de hoofdstad. De jongen weet niet waar zijn vader woont I of wat er van hem geworden is. Hij wilde te voet naar Antwerpen weerkeeren, doch had geen cent op zak Sedert 24 uren had hij niet meer gegeten en zag blauw van den honger. De policie versterkte den knaap en deed hem dan naar de Noordstatie leiden waar hij den trein nam naar Antwerpen en in handen zijner tante I werd overgeleverd. De onwaardige vader wordt ongezocht. Doodgevallen. Zondag avond was een agent van politie, van dienst op de Koning- laats, verwonderd te zien dat een paard, in een rijtuig gespannen, zoo aardig over en weer liep en onvermijdelijk ging in botsing komen met een tram rij tuig Hij sprong naar den kop van ’t paard en trok het ter zijde. Den koetsier willende eene verma ning geven, zag hij dat deze op zijn bok in be zwijming lag, uit eene diepe wonde aan ’t hoofd veel bloed verliezend. De agent nam den man op en voerde hem in zijn eigen rijtuig naar Sint- Pietersgasthuis. Zonder tot bezinning te komen, stierf de koetsier er een uur later. Uit het ingesteld onderzoek bleek dat de onge lukkige de genaamde Jan Biquet is, 61 jaar oud, wonende Keulenstraat te Schaarbeek. De man dronk nooit en men veronderstelt dus dat hij door eene beroerte is getroffen, zal van zijn bek i opde straatsteenen gevallen zijn en tot bezinning gekomen, terug op zijn rijtuig is geklommen, denkend dat zijne wonde niet zso erg was. De dokters stelden vast dat zijn schedel ge kliefd werd. stoutmoedige diefstal. De ver zekeringsmaatschappij Vereenigde eigenaars wier bureelen in da Statiestraat, te Gent, geves tigd zijn, had met 1 April, een jongeling der stad in haren dienst genomen. Maandag kwam de dochter van den bestuurder in het bureel op het oogenblik dat al de bedien den afwezig waren. Zij betrapte den nieuwen bediende die haastig zijne zakken aan ’t vullen was met het geld dat hij uit den openstaande gsldkoffer wegnam. De jufvrouw bleet verbaasd staan, wat aan den oneerlijken bediende den tijd liet uit het bureel en de straat op te vluchten met zijnen buit, onderwege in zijne haast een 40tal franken ver liezende. Toen de dochter het alarm gaf was de kerel spoorloos verdwenen, met het geld, ongeveer 6000 fr. bedragende. Spoedig werd zijn signale ment in alle richtingen rondgezonden. Dinsdag werd de gast, die slechts 15 jaar oud is, te Terneuzen aangehouden. Men vond in zijn bezit nog ongeveer 5700 frank. Hij zal natuurlijk uitgeleverd worden. ‘Wildstroopersdrama. Maandag avond deed de jachtwachter van M. ’t Serstevens Jozef Maron, in gezelschap van zijnen zoon Jules en eenen vriend zijne ronde in het bosch in de omstreken van Verviers. Eensklaps hoorden zij geweerschoten; zij verdeelden zich in twee groe pen en verborgen zich om den wildstroeper te vangen. Toen da kerel aankwam, sprong de zoon an den jachtwachter op hem toe, doch de wlldstroo- per laadde zijn geweer, loste een schot op den jongeling die in volle borst getroffen werd en in de armen van zijnen vader stierf. De gendarmen verwittigd deden eene klop jacht en rond 10 ure ’s avonds werd de kerel aangehouden en deed volledige bekentenissen. Zondag Maand.vg Dinsdag Woe^s lag 19 Donderdag 20 Vrijdag Zaterdag Onze kameraad Leander, wiens jonge lingschap nogal onstuimig is geweest, komt uit 't stadhuis aan den arm eener jonge deerne overvloedig met oranjebloe sems versierd... Er blijft geene hoop meer, ’t offer is voltroklen, ze zijn getrouwd. Op ’t oogenblik dat, hij in ’t rijtuig wil stappen, neemt zijne schoonmoeder hem ter zijde. Ik hoop wel, beste schoonzoon, zegt ze, dat ge nu kalm zult wezen, dat ge geene domheden meer zult begaan. Schoonmoedertje lief, ge moogt ge rust zijn; deze van vandaag is wel de laat ste die ik bega... zijn wij naar Brussel gekomen om eens aan uwe deur, aan uw kabinet, wil ik zeggen, te kloppen. Ter zake, zei den minister; want ik heb niet veel tijd te verliezen. Wij ook niet zei Langbeen, want wij moeten ten zes en half thuis zijn om naar ’t lof ea ’t sermoen van uzze paters te gaan Ah zoo, zei de minister; goê devotie, maar wat is er dan van uwen dienst. Is ’t voor eene decoratie of T orde van Leopold? ’t Is allemaal dat niet, zei Bouillon. Ik zal u de gansche toedracht der zaak, waarvoar wij de groote reis van Nieuport naar Brussel hebben ondernomen, eens klaar en duidelijk blootleggen. En hij begon als volgt Hoog edelgeboren heer minister, uwe excellencie gedeoge dat wij, uwe nederige dienaars en getrouwe partijgenooten, een dringend beroep dosn op uwe aloingekende en zeer hoog beroemde dienstwilligheid om ons te steunen in den moeielijken strijd, die wij strijden togen die leelijke hardnekkige liberalen van Nieuport. Ziehier wat die mannen, die wij den dieperik maar niet kunnen inkrijgen, zeoal schrijven. (Hier haalt hij eene reeds Weekbladen uit den binnenzak van zijn jas en overhandigt ze den minister, die zich geweerdigt ze te bekijken). Oh, die Weekbladen heb ik al gelezen, zegt de minister, ’t is heel interessant en zij bevatten heel veel waarheden. «Wel hebt ge van uw leven zooverre geweest», zei Tuftuf, en de gestemde 500 duist frank wat doet ge daarmee? Wat wilt gij zeggen? vroeg de minister. Daar wilden wij juist op komen, z«i Bouil lon. Er werd verleden jaar voor de kiezing 500 duist frank gestemd voor de havenwerken van Nieuport. Wij beloofden dat die werken aan stonds zouden uitgevoerd worden, want de handelaars klagen, de vissehers klagen, de werk menschen klagen en wij ook klagen. Wij hebben geschréven dat de liberalen dan zouden staan kijken met neuzen lijk pijken en wij wachten nog altijd, maar zien niets komen. Och, excellencie, verhoor onze bittere klach ten! Laat toch niet toe dat de liberalen altijd herhalen dat er voor Nieuport niets van ’t mini terie te bekomen is! Gedoog toch niet dat zij zeggen dat wij zonder invloed z’jn! Wij smeeken u ootmeatig laat ons toe, bij onze tehuiskomst, da blijde, verheugends mare uit te strooien dat al de warken seffens zullen uitgevoerd worden. Gij west, excellencie, dat het met October kiezing is en gij zoudt toch zeker niet willen dat hot volk onze beloften moede, ons vierkant wandelen zandt? Wij bidden u, redt ons, redt ons en wij zullen van avond in het lof een rozekrans lezen, opdat gij nog lang minister zoudt mogen blijven tot groot voordeel van ons Nieupori Bravo, Bouillon, zei Tuftuf, dat is gesproken. Mij sheers, zei de minisier, gij moet weten, ik heb geen al te goeie memorie. Ik was al vergelen dat er 500 duist frank gestemd was; ’k zal dat onderzoeken en als dia 500 duist frank eog niet verteerd zijn op een ander en als wij ze niet noo dig hebben in den Congo of voor nieuwe kerken of veor de nieuwe schoolwe’; dan zal ik zorgen dat er Nieuport eek eens bij is. Maar, mijnheer de minister, gij hebt ons den kaaimuur beloofd, zei Langbeen. Ah! gij hebt een kaaimuur noodig, zei de mi nister, ’k zal het opteekenen. Wanneer zal men den krommen hoek wegne men? riskeerde Jantjie. Den krommen hoek, den krommen hoek! staat dien in uwen weg, vroeg de minister. Wel ja, zei Bouillon, gij hebt beloofd dat hij zou weggesmeten worden Bon, zei de minister, ’k was ’t vergeten. C’est annoté! En den kuischbank, mijnheer de minister, sprak Tuftuf, wanneer ge naar Nieuport zijt ge komen, hebt gij gezei.1 dat hij onmiddellijk zou komen. Tiens, liens, Hens, is er te Nituport zooveel te kuischen dat gij er een speciale bank voor noo dig hebt, vroeg de minister. Ja het, manheer de minister, ’t is vele te kui schen, ’k weet er van te spreken van ’t kuischen De ondergeteekenden maken het geacht pu bliek bekend dat zij van heden af in hun maga zijn voorzien van alle slach van landbouw» manhienen, zooals tummel keernens, afroo- mers van alle marken, waschmachienan laatste model, enz. enz. Yperstraa®, £9, Nieuport Ziet ze gaan Ziet ze gaan Met ulder hoedjen aan. Ja, beste lezers en lezeressen, onze Nieuport- schen quatuor is dinsdag laatst naar Brussel stee geweest, ’t Schijnt dat Chéri, die met reden deed opmerken dat alles duurde en bleef duren, dat er niets afkwam, dat zulks een slech! effekt zou maken tegen de kiezing, zoodanig geïnsisteerd heeft totdat onzen quatuor besloot eens zijne stoute schoenen aan te doen (beter laat dan nooit hé?) en een reisje naar Brussel te wagen. Ze kropen elk in een hoekje zachtjes op de kussens. Jantjie las zijn gazetjie Langbeen hoorde de klokken luiden en begon zijn vijf onze vaders op zijn paternoster te lezen Tuftuf droomde van de laatste mekanieke uitvindingen en de manier van hoornen te planten om iemand te tergen en Bouillon doorbladerde zijn dossier en herlas de verschillige nummers van ’t Weekblad, die hij straks eens onder den neus van den minister zou stekee. In de volledigst® eentonige stilte, slechts on derbrokan door ’t gefluit van den trein en ’t gerammel en geschok der wagens werd de reis voortgezet. Eindelijk waagde Bouillon het woord rte nomen in dezer voege Wat men toch al doen moet, hé, om zijne medeburgers te beha gen? Dat meugje nog zeggen zei Jantjie. Ook zult ge er voor beloond worden onder brak Langbeen. Al ware het met een buizeg- I jie schertste Tuftuf. Hoe jammer toch I zuchtte Bouillon. W’adde vroeg Tuftuf. Dat ja gie geen representant geworden zijt ant woordde Jantjie, terwijl hij dacht poets wederom poets. Zoo kwamen zij te Brussel aan en... en avant deux per taxi regelrecht naar ’t ministerie, ze kwamen daaraan om 11 u. 7 minuten. We zoen widdere dsn haere minister willen spreken zei Langbeen tegen den huissier, aan wien zij hun kaartje gaven op een zilveren tel loer. Hij weet van uzze komst» zei Tuftuf. Doe een goed woordje voor ons, zei Jantjie, en hij stopte hem zes centen in de hand. Wacht dan een beetje, anlwoorde dan huissier. Het wachten duurde nochtans lang, de zes centen hadden geen het minst effekt gemaakt want vier, vijf pastoors die na hen binnen kwamen, wlerden eerst in den minister zijn kantoer ontvangen; dat is tegenwoordig de gewoonte in ’t ministerie geworden do pastoors voren. Eindelijk om 12 u. 59 minuten was huune beurt gekomen an wierden zij binnengelaten. Allen buigen nederig en diep, behalve Jantjie door zijn dik buikje balet te dosn. Na den minister te zijn voorgesteld door Bouillon, (want Pil en had geen tijd, Maes s’en fiche en Hamman heeft genoeg met Oostende) nam Jantjie ’t woord in dezer voege Het evangelie zogt klopt en herklopt en blijft kloppen en er zal u opongedaan worden. Die wijze woorden van den evangelist, indachtig, In het Hotel de Bruxelles (Breydel en De Coninck) Nieuport koopt men ledige cliampagneflessclien (heele en halve) aan vijf centiemen stuk. Toen moeder het overtelde, bevond zij dat er te veel was. Stoffel! sprak ze toen, men heeft zich in den winkel misrekend; kijk liefst, goede jongen! «Neen, moeder, neen, ik heb niet te veel ontvangen, alles is juist; wij kunnen Bella behouden! Maar Stoffel, hier liggen zestien frank in plaats van negen, welke men u voor het dozijn kousen betalen moest; keer spoe dig naar ’t magazijn en draag dé zeven frank, dia gij te veel hebt ontvangen aan de dame terug Maar moeder, men heeft ons niet meer gegeven dan ons teekomt, herbaalde Stoflel met schijnbare hardnekkigheid. Zeg een» openhartig mijn zoon, van waar komen dan die zeven andere franken? hernam de vader Ik heb de eer te laten weten aan de Heeren eigenaars der huizen van Nieuport, als dat ik mij belast met het plaatsen van de afleiding bui zen in grés, binnen de huizen voor het aflos sen der keuken en andere waters. Het plaatsen der buizen zal door mij persoonlijk gedaan en nagezien worden, met zoo weinig schade moge- lijk aan vloeren en planeher te veroorzaken. Men kan ook ten alle tijde grésbuizen bekomen uit zijn magazijn aan genadige prijzen. P. S. Men gelieve goed in acht te nemen dat ik geene leidingen leg vooraleer de groote riolen in iedere straat zijn gemaakt voor verders alle moeilijkheden te vermijden. Ik heb de eer uwe geëerde orders met dank baarheid te aanvaarden. Het is zekere Edmond Blaise, 26 jaar, van Duitschen oorsprong en wonende te Pont-Lig- neuville. Het is een zeer rijke jongeling die wild- sfroopte uit vermaak hij wist niet dat hij den jongeling gedood had, Treinbotsing. Woensdag morgen rond 1 ure, zijn op het kruispunt der spoorlijn naar’s Gravenbrakel dicht bij de statie van Me nage tweekoopwarentreinen in botsing gekomen De schok was zeer hevig De stoffelijks schade is groot. Vijftien waggons ontriggelden en werden tot splinters geslagen. Een der lokomotieven was het voorste deel geheel vernield. Een stoker van het depot van Luttre werd gekwetst en klaagt over inwendige pijnen. Het ongeval heeft eene groote vertraging in den dienst der reizigerstreinen veroorzaakt Om 8 ure was het verkeer hersteld. Woensdag morgen, om 10 ure, was bet trein verkeer naar Zottegem en Gent regelmatig. Wildstroopersdrama. Woensdag nacht, rond 1 ure, hoorde de jachtwachter Ver- morgen, bijzondere bewaker der vrije jacht van MM. Van Bogaert, te Hamme een vuurschot. Vermoedende dat hij met wildstroopers te doen had, begaf hij zich in de richting van waar het gerucht scheen te zijn. Nauwelijks was hij ter plaats Den Bunt alwaar voornoemde heeren eene eendenfokkerij op eenige groote vijvers hebben, of hij bemerkte eenige personen, die aan het wildstroopen wa ren. Naar het schijnt werd er op de jachtwachter gevuurd, doch zonder hem te kwetsen; deze antwoordde onmiddellijk door een vuurschot en een der wildstroopers viel ten gronde. Al de anderen namen de vlucht. Doch op het bevel van vermorgen dat zij moesten blijven staan, of zoo niet, dat hij zou schieten, bleef een der pensjagers ter plaats. Deze was Jan Van Meersche, aardewerker, wo nende in de Broekstraat. Hij werd onmiddelijk naar het gemeentegevang alhier geleld. De ande re persoon die erg gekwetst werd aan den schouder en na verzorging naar het hospitaal werd overgebracht, is een persoon vanTemsche. Lezers ojjptgejpssst! Er wordt I veel Vieux Système verkocht in witte kruikjes of stoopkeus maar er bestaat maar eenen echten Vieux Système van het merk ’i Wit Stoopke. Wilt, gij dus een echten eischt de woorden ’t W’it Sloopje op liet etiket en den stop alsook de naam Jacques Neefs op het etiket. Scheone en goede billard te verkospan mot toebshoorten, alsoek twea spelen ivoren blllard- bollen, zoo goed als nieuw. Zich t» wenden Hotel Duynnenhuys Oostendestraat, Nieuport. met de slimme streken der klerikalen niet genoeg bekend zija; voor lieden, die alles gelooven wat de kerikalan, om hun zeteltje in de Kamers te behouden, voor onfeilbaar nieuws de wijde we reld inzenden; kan dal heel vreemd voorkomen en zekere verwondering baren. Ons echter ver wondert zulks met ten minste, emdat wQ over tuigd waren dat er slechts kieskomedie in t spel was, omdat wij verzekerd waren dat het hier eens te meer om klerikale ki?sbeloft»n te doen was. Wij zegden vroeger dat da kwestie van ’t be noemen eener studiecommissie; van het bezoek dier heeren aan vreemde visschershavens, aldus aangename reisjes makend op Staatskosten, geen ander doel bad dan tijd te winnen, dan zand in d’oogen der lichtgelooviga Pannenaars te strooi en, dan de zaak op de lange baan te schuiven, om ze later voor goed in de mioisterieele kartons te stoppen en te begraven. W’at wij voorzagen schijnt zich te verwezent- lijken. En inderdaad, over 4 jaar hoorden wij de vissehers al zeggen ten tijd® der kiezing dat ze binnen een paar jaarhunne haven in de Panne zouden hebben. Onze maatjes hebben zich be drogen en laten bedodden. In plaats van spoedig de hand aan ’t werk te slaan en een of twee Inge nieurs te gelasten seffens aan de plans te begin nen (ingenieurs zijn toch mannen die hun stiel moeten kennen, is het niet?) werd in 1907 de studiecommissie genaamd. Zooals alle commis sies was die oek niet gepresseerd en hare werk zaamheden duurden 3 volle jaren, zoodat zij haar verslag in 1910 aan het ministerie liet geworden. Meer dan een jaar is sedert verleopen Nie mand kan beweren dat men meer dan 1 jaar noodig hebbe om de voorgestelde ontwerpen te onderzoeken en een bepaald besluit te nemen. Edoch, tot nog toe deed het gouvernement zijn besluit niet kennen; het is niet gepresseerd; het weet niet hoe zich uit den slag te trekken; het vreest misnoegden te maken en.... het zwijgt als een graf. De Ghroniqu» des travaux publiés wordt opge steld door vakmannen ingenieurs, bouwmees ters en ze© voorts Zij houden dus geene rekening der politieke beweegredenen en beschouwen enkel den technieken kant der zaak. Hare opstellers hooren nog al in ministerieele kringen te huis en bekomen inlichtingen aan hooger hand. Wij echter, dieue plaatselijke aangelegenheden kennen, beseften beter waar het paard gebonden is en de redenen die het blad aanhaalt om de stilzwijgendheid van het gouvernement te ver rechtvaardigen, kunnen door geen enkel belang hebbende in aanmerking genomen worden. Zoo zegt het blad mrn moet in dsr waarheid zeggen dat de kwestie heel moeielijk en erg inge - I wikkeld is en de uitgave tot een buitengewoon hoog cijfer zou beloopen. Welnu, vissehers, wat zegt gij daarvan? Als men zulks leest, zou men dan niet zeggen dat die groots koppen van ’i ministerie zich voorgesteld hebben dat het maken eener sehuilhaven in de Panne eene kleinijkeid was, een atledaagsch werkje? Zou men dan niet zeggen dat dfe heerea gedacht hebben dat het vo'doande was op ’t str nd aan de Panna een put van 10 voet te del ven en dat alles hoop en al eenige blauwe bank briefjes zou kosten? Heeft men het volle recht niet te zeggen dat die aangehaalde reden geen stand houdt en niets anders is dan eene eenvou dige uitvlucht? Heeft men het recht niet aan die heeren te vragen wist gij dat vroeger niet, dat dit werk zeer moeielijk en zeer ingewikkeld z#u zijn en dat het veel geld kosten zou? En dan, men weze pai tijganger of niet van da schuilhaven der Panne, men oordeels de uitvoering noodig of niet noodig om de eene of andere reds», wij zeggen als de uitvoering nuttig is voer de vissehers, waarom is de uitgave ie groot? Ons zeevolk is ten volle waardig dat men zich aan hoogerhand om hun lot beksmmere. Lang ge noeg werd dis nuttige klasse der samenleving vergeten; de tijd dat men haar met beloften paaie, moet uit wezen. Geene woorden maar daden zijn er aoodig! En gij, vissehers, gij hebt het racht te zeggen werkens was alle gevaar geweken. De schade is aanzienlijk; er bestaat verzekering. Valsclie bankbiljetten. Sedert eenige dagen zijn valsche bankbriefjes van 20 fr. in omloop gebracht te Antwerpen, te Gent, te Luik en te Brussel. In de Nationalle Bank beeft men er reeds een tiental in beslag genomen en het valsch bankpapier is zoo goed nagemaakt, da: zelfs een hoog ambtenaar der Bank, die eea briefje wilde uitwisselen aa eene kas van het gesticht, tot zijne groote verbazing vernam, dat hij een valsch bankje aanbood. Het verschil tusschen nagnmaakle en echte biljetten berust hierin, dat op de slechte den leeuw veel somberder is gelint en het papier wat grover is. Doch men moet fijne kenner zijn om die bij zonderheid bij den eerste aanblik te ondeischei- den. Een ander kenmerk van de valscne papieren is dat de namaker den naam van den etser, E. BIET. SC rechts, in stede van dien in roodbruin te drukken, heeft gedrukt met zwarlen inkt. Eindelijk, kan nog als aanwijzing gelden dat al de nagemaakte biljetten tot de reeks 1487 belmo ren. Messteken. Zondag namiddag had Kamiel Naert, Deerlijkstraat, 9, te Kortrijk met zijne echtgenoote ruzie gehad. Rond 7 ure ’s avonds ontmoette hij niet verre van zijne woning zijn schoonvader Frans Deloor, Deerlijkstraat, 41, die vergezeld was van zijnen zoon Kamiel. Zonder veel omwegen werd Kamiel Naert ten gronde geworpen en terwijl Frans Deloor hem gedurig met eenen hamer in het aangezicht sloeg werd hij door zijnen schoonbroeder Kamiel met een dolkmes doorsteken. Jozef Naert Wijngaardstraat, 86, die zijn broe der Kamiel vergezelde en hetn wilde verdedigen bekwam insgelijks door Kamiel Deloor verschel dene stoken in het hoofd. Gedurende het gevecht beet Kamiel Naert, om hem te verdedigen, de neus van Framjois Deloor af. Op het naderen van personen hebben de twee aanranders de vlucht genomen. De dokter Jozef Ghyoot heeft de gebroeders Naert, na hun verzorgd Ie hebben, naar het gasthuis doen overbrengen, Kamiel Naert, had het hoofd letterlijk doorstoken, daarbij had hij eene gevaarlijke steek in den rug tot tegen de linkerlong. Jozef Naert heeft ook verscheidene wonden in het hoofd maar zijnen toestand is bevredigend terwijl de dokters over dezen van zijn broeder Kamiel nog niet kunnen oordeelen. Kami’l De loor ts voortvluchtig en wordt opgezocht. Lijkje ontdekt. Maandag morgen ontdekte een inwoner der Schermersstraat te Antwerpen in het pomphuis zijner woning het lijkje van een pasgeboren kind. De bewoner ondervroeg de meid die verklaar de dat zij wist hoe baar kindje op gemelde plaats terecht was gekomen. Later bestadigde men in den hof dat de meid er een put had gegraven waarin zij voornemens was bet kindje te verbergen. Een ontboden ge neesheer heeft vastgesteld dat het kind leefbaar geboren was en eene wonde aan den neus had. Da 20 jarige dienstbode is ter beschikking van het gerecht gesteld. De adjunkt Taels zet het onderzoek voort. Werkongeluk. In het Gildenhuis, te Halle, bouwt men thans eene tooneelzaal. Dinsdag morgen, 101/2 u trokken de werklie den ijzeren kolommen op. Eene derzelve Is op het hoofd gevallen van eene der arbeiders, Theo- fiel Simons, 21 jaar, wonend te Elsene, in de Brouwerijstraat, 138. De ongelukkige werd gevaarlijk gewond en bloedde langs de ooren en den mond. Hij stierf weldra. Het lijk werd naar het doodenhuis vervoerd 3 April Vanhecke MariaAgnes dochter van Alfons en Maria Janssen. Adam Lodewijk Ernest zoon v. Georgius en Paulina Vinck. Sedert 1 Januari 1911 32 geboorten. Brand. Zondag morgen rond 3 ure toen de nachtwaker der weverij van M. M. Georges Heyndrickx&n zoon, Wijngaardstraat te Roubaix, zijne ronde deed, bemerkte hij dat brand ont- huissier verschijnt. Toont die heeren den korts- staan was in den kelder waar de afval geborgen sten weg naar Nieuport, zei de minister, want ze zijn straf gepresseerd. Nog eens gebogen en... buiten waren zij Awól, awöl! wat zeg je nu, zei Jantjie. Wij gaan doen gelijk den minister, zei Langbeen beloven en kost niets. 't Is zoo, zei Tuftuf, ’t Is zooals het liedje zegt. Wie graag eens een reisje naar Brussel wou doen, dis zal het zich nimmer beklagen. ’s morg. 1,33 2,07 2,41 3,16 3,55 4,39 5,38 met liefderijken ernst, maar eenigszins ongerust door het ontwijkend antwoord van zijnen zoon. Verlegen blikte de jongen te gronde, en liet het hoofd op da borst zakken, als iemand die schuld gevoelt. Stoflel, in Gods naam, smeekte de moeder ontroerd en vouwde ds handen, ver berg ons niets, biecht alles aan vader en moeder die u zoo lief zijn! Van mijne medaille, stamelde hij bijna onhoorbaar, terwijl een hevig rood zijne wangen kleurde. Zoo zacht en over tuigend klonk zijne stem, dat het onmogelijk was aan de waarheid zijner woorden te twijfelen. Nu kon de vader zijne aandoening niet meer verbergen, snikkend hield hij de handen voor het gelaat. Vader, vergiffenis! barstte de jongen In tranen uit, ik meende wel te doen. God zegene u mijn zoon, voor de opoffering uwer ouders gebiacht Kom in mijne armen, dierbare Stoffel, eens ontvangt gij hst loon, voor hetgeen gij met zooveel liefde deedt. En tus schen lachen en weenen streelde en kuste de ontroerde vader met teederheid zijnen zoon, en blikte dankend ten Hemel, die hem te midden van al zijn verdriet en ellende, dit zalig oogenblik Riolen. Men is dus volop aan ’t maken der riolen, en die werker bre gen noodzakelijk veel vuiligheid en ongemak mede voor de bewo ners der huizen gelegen in de straten waar men aan den arbeid is. Doch het U de plicht van d«n ondernemer en vooral van het stadsbestuur er de hand op te houden dat er het minst mogelijk on aangenaamheden en schade aan de inwoners be rokkend worde. En aan dien plicht blijft het nog maals geheel en al ta kort. Inderdaad op de plaatsen waar de riolen opgemaakt zijn, blijft alles overhoop liggen, de overblijvemle aarde blijft er dolen, zand bedekt de voorlanden, ge vaarlijke putten blijven open liggen, en zand en kasseien belemmeren de voetpaden, dit alles tot groote onaangonaamhaid, en schade in handel en nering van de bewoners. Het ware do dringendste plicht van het stads bestuur te zorgen dat zoodra de moerriool opge metseld is, dg straat weer in orde gebracht en herkassei 1 werd, maar daarover bekommert het zich niet; en, volgens het schijnt, heeft het zelfs nog niet alleenlijk aan den ondernemer de plaats kunnen aanwijzen waar het overschot der aarde moet worden gevoerd. Tegen die. handelwijze protesteeren wij ten stel ligste, en de inwoners eischen dat daaraan onmid dellijk verandering worde gebracht. Ieder gewe tensvol gemeentebestuur, ver van het recht te hebben schade aan zijne ingezetenen te laten be rokkenen, heeft tot hoogste plicht dezer interes ten te verdedigen. Is het niet genoegzaam dat de Nieuportnaars hooge en dure belastingen moeten betalen voor het stichten van riolen die maar half werk zijn, is liet uiet genoegzaam dat de in woners genoodzaakt zullen zijn zware kosten te maken om verbindingen te leggen binnenshuis en tot aan da meerriooi? Moeten ze dan nog schade aangedaan worden door de schuld van een zorgeloos, lamlendig gemeentebestuur? Doch ja, daarom bekommert men zich op het stadhuis niet, men drijft er den spot m t Je ke- langen dar Nieuportnaars, en heeft er zich met andere zaken bezig ts houden. Doch, de kruik gaat zoolang te water tot ze breekt, en misschien zult ge, heeren klerikalen, eerder dan ge denkt, de welverdiende straf op- loopen voor uw zoo treurig gedrag. wordt. Onmiddellijk wekte hij den bestuurder der fabriek, M. Tiberghien, en beiden poogden het vuur met eenige emmers water uit te dooven, doch daar het vuur zich zoo snel uitbreidde, werden de pompiers verwittigd die den kelder oader water zetten. Na een half uur -■-'t jgagstae Verdwijnen en ontstaan en wederom verdwijnen Is de wet der natuur, niets kan die wederstaan; Geen Oceaan, geen rots, hoe zij ontwrikbaar schijnen Kan de vernieling, de heropstanding entgaan. Maar hier, hier ligt de knoop hebt gij uw jeugdig leven Tot het goede gericht, het kwade niet begaan; Hebt gij, als man, uw kracht gebruikt tot hooger streven, Uw naasten lief gehad en steeds uw plicht gedaan?... AAN LIEVEN. Waarom dien droeven blik tot uwe kinderjaren, Tot dien sinds langen tijd verzwonden gouden droom; Waarom dit treurig oog, dit hooploos nederstaren, Dien weemoed in uw lied, die verwachting vol schroom?. Dat hoop ik niet! Wellicht streedt ge ook voor weeüw en [weeze, Voor Waarheid, Vrijheid, Licht en voor ons volksbestaan? Welkom die het zoo deed! Hij wachte zonder vreeze Het einde van zijn loop, van zijne levensbaan! NOSTRADAMUS. Want liet ge als jongmensch ook uw - hart zijn lust eens [vieren, Dat baarde niemand leed, berokkende geen scha; Maar hebt ge uw vijand eens ’t gedane leed vergeven Dat strekke u vast tot loon in ’t leven van hierna. Doch, diende de ademtocht, die u natuur kwam schenken Slechts tot verguizing van die gij uw vijand noemt Dan moogt ge treurig zijn bij dit nare herdenken Dan weze uw ouden dag tot onrust vast gedoemd.

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1911 | | pagina 2