De molen vanÊnschloo
SMID EN STOVEMAKER
Em. Lammens ea Zonen
BELANGRIJK BERICHT
Pieter Oumont-Oaneereoer
Aannemer van openbare werken.
Waarom? waarom? Antwoordt!
Henri Vanbove-Sathè
Bericht.
De heer Buyl eens te meer gewroken
I
Katholiek en socialist
I
Het schoolwetsontwerp en
de rechten der gemeenten
A fgeiuisterd!
ONZE HAVEN
Andermans geestigheid
Burgerstand van Nieuport
GEBOORTEN.
Hoogwater te Nieuport
Nieuws uit Nieuport
IS»
van
30
3
MENGELWERK
door
I
(Wordt voortgezet/.
I
de vleugelen van grootmoeder zou hij beveilllgd
tegen haat en vervolging opgroeien. Met het
overschot van 't geld, dat haar gebleven was
kocht zij een zeker getal kippen, en leefde van
de opbrengst der eieren, die zij met da melk
barer geiten aan de welstellende ingezetenen
van den omtrek bracht. Wekelijks trok zij naar
de markt en werkte een paar dagen op h it kas
teel bij de weduwe des voormaligen burgemees
ters, cm de schoonmaak te doen.
Eenige jaren gingen aldus in stille afzondering
en kalmte voorbij. De kleine Joost werd een veel-
beloo ende knaap wel groeide hij niet kloek en
krachtig naar het lichaam op, maar hij was zoo
verstandig en gehoorzaam, en kon zoo liefdevol
op grootmoeder staren dat zij menigmaal haar
verdiet en haren kommer vergat. Toen hij zes
jaar oud was geworden, leidde zij hem bij den
onderwijzer der gemeenteschool, waar hij leeren
zou al wat er te leeren viel; want kwam zij eens
te sterven, dan zou hij niet zonder kennis in de
wereld staan. Hoe verheugend was ze niet, toen
de meester haar vertelde, dat het kind zijn beste
deed en een der knapste leerlingen zijner klas
zou worden. Had hij verlofdag of vrijen tijd, dan
ging hij in het dorp om voedsel voor de Ippen
of bracht melk eu eieren naar het kasteel, of
hielp grootmoeder bij haar werk.
Ronde van Belgie. Op Dinsdag 23n
Mei zullen de velorijders, deel nemende aan de
groots Ronde van Belgis alhier doortrekken. Het
voorziene uur is 2 uren 16 min. Er zal alhier
eene vliegende kontrol ingericht worden. Ko
mende van Oostende, langs Leffinghe, rijden ze
op Veurne, en zullen dus op de Sassen, en langs
de Veurnevaart te zien zijn.
Mid del kerke. Een koninklijk besluit
van 29 April 1911 aanvaardt het ontslag aange
boden door den heer Pattijn, uit zijn ambt van
policiecomrnissaris der gemeente Middelkerke.
Oostduinkerke. Een koninklijk besluit
van 15 April machtigt de gemeente Oostduinker
ke tot het heffen van eene taks op de honden.
Een koninklijk basluit van 15 April machtigt
de gemeente Oostduinkerke tol het leenen door
bemiddeling der maatschappij van het gemeente
krediet van de som van 171500 fr.
In het Hotel de Bruxelles (Breydel
en De Coninek) Nieuport koopt men
ledige champagneflesschen (heele
en halve) aan vijf centiemen stuk.
12
13
Het schoolwetsontwerp der regeering, zeggen
zijne aanhangers, zou de rechten en de belangen
Hetwordt bijna vervelend onophoudelijk
aan de klerikale dagbladen te herhalen
welke redenen wij hebben, wy liberalen
en socialisten, om niet te willen van het
door de regeering gebrouwde schoolwets
ontwerp. En nochtans, is het nooiig regel
matig de zaken op hunne rechte plaats te
stellen; de kunstgrepen te ontsluieren
welke de verdedigers van ’t ontwerp ge
bruiken; te toonen tot hoeverre zij de ver
achting der waarheid durven drijven.
Zij verklaren nu dat, vooraleer zelfs ’t
ontwerp van M. Schollaert te kennen, de
antiklerikalen besloten hadden het te be
strijden, dat ze nu een aantal dingen af
keuren welke ze eertijds uitmuntend von
den en dat al hunne pogingen tot hiertoe
enkel op eene gekunstelde ontroering uit
loop, n welke geen gevolg zou kunnen
(Het volgende gesprek tusschen twee klerikale
s avonds
7,54
9,01
9,53
10,34
11,13
11,52
12,11
8
9
heeft de eer het publiek kenbaar te maken dat
bij zich komt te plaatsen HOOGSTRAAT, Nr 1 te
NIEUPORT als
Hij beveelt zich in de gunst van eenieder door
zijn verzorgd werk en gematigde prijzen.
De ondergeteekenden maken het geacht pu
bliek bekend dat zij van heden af in hun maga
zijn voorzien van alle slach van landbouw-
maclaienen, zooals lummel keernens, afroo-
mers van alle marken, waschmacbienen laatste
model, enz. enz.
Yperstraat, 1®, IWieuport
Ik heb de eer te laten weten aan de Heeren
eigenaars der huizen van Nieuport, als dat ik mij
belast met het plaatsen van de aïleidingbui-
zen in grés, binnen de huizen voor het aflos
sen der keuken en andere waters. Het plaatsen
der buizen zal door mij persoonlijk gedaan en
nagezien worden, met zoo weinig schade moge
lijk aan vloeren en plancher te veroorzaken
Men kan ook ten alle tijde grésbuizen bekomen
uit zijn magazijn aan genadige prijzen.
P. S. Men gelieve goed in acht te nemen dat
ik geene leidingen leg vooraleer de groote riolen
in iedere straat zijn gemaakt voor verders alle
moeilijkheden te vermijden.
Ik heb de eer uwe geëerde orders met dank
baarheid te aanvaarden.
Ijzeren weg. Een voorstel werd onlangs
door M. Pepin, socialistisch afgevaardigde, ter
Kamer neergelegd, om gezien den aanhoudenden
aangroei van levensduurte de dagloonen van het
personeel van den ijzerenweg te verhoogen.
Dit goed j voorstel werd in zitting van woensdag
11. door 76 katholieken tegen 72 libr. en socialis
ten verworpen.
Werkmeraschen, en bedienden, wie zijn dus
uwe vrienden?
Alles voor de kloosters, alles voor de kerken,
alles voor pastoors, paters en nonnen, alles voor
de schatrijke kloosterlingen die leven in weelde
en wellust en overvloed; doch geen cent voor
den kleinen bediende; die met zijn karig loon
most armoede lijden ®m vrouw en kinderen het
noodige te geven. Echt wraakroepend!
En zeggen dat binnen eenige dagen diezelfde
klerikalen, die nu onmeedoogend alle verhooging
weigeren aan schamele wereldlijken, e®n wets
voorstel zullen willen doen stemmen dat jaarlijks
20 miljoen in de beurs der schatrijke geestelijk
heid zal doen stroomen.
Wreede spotternij!
iemaad hoeren zeggen waarom naar den
vreemde gaan om t® beschaven? er is ten
onzent nog genoeg te doen om ’t zolk te
ontwikkelen en het te ontrukken aan de
geestesverstomping en redebeneveling
waaraan het lijdt, dan moeten wij recht
zinnig bekennen ’t is waar! Veel, onein
dig veel is er nog te doen; ja totin de meest
verlichte landen, waar het onderwijs zelfs
verplichtend is. Stedelingen kunnen dat
soms moeilijk gelooven, doch wij, die met
de buitenzeden bekend zijn, kunnen er
beter over oordeelen; wij weten en zien
soms al te wel hoe ten platte lande, hoe in
dorpenen vlaamsche gemeenten, <de kwak-
zalverij nog in voege is; welke dwaze
vooroordeelen nog bij ons volk als een
kanker ingeworteld zijn.
Wij zegden daar zooeven dat er zelfs in
de meest vei lichte landen nog veel te doen
is; wij voegen er bij dat het immer de
klerikale partij is die den weg naar voor
uitgang en ontvoogding verspert.
Het geval deed zich onlangs in Duitsch-
land voor, waar in Maart laatstleden een
wetsontwerp tegen de kwakzalverij in
den Rijksdag behandeld werd.
Het artikel drie, dat de geheimzinnige
genezing van ziekten verbiedt, vond er
tegenstand van wege de conservatieven
(klerikalen) die mordicus staande hielden
dat ziektenbelezers menschen en vee ken
den helpen, dat een verbod der belezingen
een ingrijpen in heilige dingen zou wezen
en zoo meer.
Om dit artikel van het wetsvoorstel te
verdedigen, verhaalde de afgevaardigde
der regeering een aantal wonderkuren,
die allen ongelukkig voor de zieken waren
afgeloopen en onder de algemeene vroo-
lijkheid der afgevaardigden van den Rijks
dag, begon hij eenige kwakzalverijen op
te sommen. Zoo deelde hij mede dat kwak
zalvers tegen de vallende ziekte gestampte
sikkepitjes van een maagdelijken geiten
bok aanbevolen; dat in sommige streken
verdunde hennendrek gebruikt wordt
tegen mazelen en kinkhoest; dat in melk
gekookte varkensdrek aangewend wordt
tegen ae roos; dat zwerende vingers ver
bonden worden met warme menschendrek
allen even vuile en gevaarlijke middelen,
waaraan de min ontwikkelde volksklas
zoo gaarne geheime kracht toeschrijft.. Dit
alles gaat gepaard met allerlei gebaren
en meestal met gebeden.
Verbaasd is men te vernemen dat bij de
kleine luiden in Duitschland nog zooveel
vertrouwen in onzin en domme praktijken
bestaat; verwonderd is men dat die on-
noozelheid, dank aan eene halve eeuw
verplichtend onderwijs, nog niet is uitge
roeid. En niet min verbaasd is men te
bestatigen dat conservatieven (klerikalen)
dergelijken gezonden maatregel, die een
einie zal stellen aan de nadeelige kwak
zalverij, openlijk durven bekampen. Doch
de bijzonderste reden om dat wetsvoorstel
tegen te werken was daar, als hier overi
gens, het ingrijpen in heilige dingen; het
was de vrees aan den klerikalen winkel,
veerkracht gebroken; droeve en angstige dagen
doorleefde zij in de eenzaamheid. Toen de boe
ren eenigen tijd daarna haar weder in het dorp
zagen, konden ze nauwelijks hunne oogen geloo-
ven eerst keken ze elkander met verwondering
aan en dan weer Geertrui want ze scheen wel
tien jaar ouder geworden. Hare eertijds levendige
oogen waren dof en ingezonken; zij hield het
hoofd gebukt, en hare grijze lokken waren nu
zilverwit.
De boeren schreven de geheele ramp op de
hoeve toe aan de werking van den boozen geest,
en noemden sinds dien nacht het erf van Eschloo
den verwenschten molen. Slechts weinigen
beklaagden de arme weduw, dat ze nog op haren
ouden dag zooveel verdriet beleven moesl; maar
andere trokken de schouders op, en meenden,
dat ze wel wat verdiende om hare gierigheid en
schraapzucht, alsof zuinig en spaarzaam zijn met
de ovengenoemde ondeugden iets gemeen heb
ben; enkele gingen zelfs zoover te beweren dat
zij wel de schuld van alles kon zijn.
De afwezigheid des joogsten broeders was in
het begin onopgemerkt voorbijgegaan, omdat het
meer dan eens gebeurde, dat hij dagen, ja weken
achtereen van huis bleef; maar toen nu meer
dan eene maand was verloopen, zonder dat men
iets van hem vernam, begonnen de verstandige
lieden aan eene misdaad .te gelooven. Het gerecht
bemoeide zich insgelijks met de zaak, spande
Geen antwoord op ons vraagsken.
Over veertien dagen daagden we het Nieuws
blad uit, ons de straffen op te sommen welke de
personen opgeloopen hebben dia op carnaval,
zoogezegd, den heer pastoor aanvielen. Zooals
het te voorzien was, heeft het Stinkertje het heel
voorzichtig geacht daarop niet te antwoorden.
Dit is immer klerikale mode.
Als ze voelen dat z-3 gevangen zitten zwijgen
ze als een graf.
Ze hadden nochtans vroeger met veel «lawaai»
dit groot schandaal aangekondigd, maar ze dach
ten loan niet dat het zou tegen hun zelf ging
uitdr aaien; ze hadden met zooveel genoegen de
liberalen, en vooral de jongelingen waarop ze
het gemunt hadden, willen doen doorgaan als
priestérsvervolgers, godsdiensthaters, enz. doch
onthoudt goed, Stinkertje, dat de liberale jeugd
beter opgevoed is dan de katholieke, dat ze geene
jongelingen bevat, die de na bedrevene kwaad- de
storm voelende naderen, voor eenigen tijd het
hazenpad kiezen, tot het onweder over is. Vatje-
vous! In alle geval, waar is uwe schoone recht
vaardig? waar is uwe onpartijdigheid? waar zijn
uwe vervolgingen gebleven tegen uwe eigene
partijgenooten? Ge hebt u zei ven daar eens ont-
een ernstig onderzoek in en liet geene moeiten
ongespaard om den verdwenen Herman op te
sporen; echter bleven die pogingen zonder
gevolg. Dit had de ooren der boeren moeten
openen, doch ze gingen voort mat de vernieling
van den molen aan de kracht en tusschenkomst
des duivels toe te schrijven, en in stede van de
oude brave vrouw deelneming te toonen en haar
te troosten, weken ze schuw ter zijde, als zij baar
tegenkwamen, en deden alsof zij baar niet ken
den. De meer beschaafde lieden beschouwden
Herman als den stichter van al het onheil en als
den moordenaar zijns broeders zijn verdwijnen
bracht men natuurlijk in verband met het voor
gevallene, en uit het onderzoek door het gerecht
gedaan bleek klaar en overtuigend, dat hier aan
geene vernieling des bliksems te denken viel;
de doorgezaagde roosters en steunbalken, de
laatste twist en bedreiging ten huize van den
oudste, de felle haat, dien Herman zijnen broe
der toedroeg, zijn liederlijk en losbandig gedrag,
dit alles was voldoende gekend, en liet geene den
minsten twijfel aangaande zijne plidJigheid.
Niettemin volhardde het bijgeloovige volk in zijn
ongerijmd vermoeden.
Geertrui bleef intusschen met haren kleinen
Joost alleen. Voor hem wilde ze nog leven en
werken. Hoe minder hartelijk zij van hare dorp-
genooten ondervond, hoe vaster zij het kind, als
haar eenigen schat aan het harte drukte; onder
Extra goed nieuws
Zou het reisje naar Brussel van omen
hebben.
Zooveel woorden, zooveel... dwalingen.
De zaken gaan alzoo sedert ’t begin der
klerikale verdediging tegen de oppositie.
Tegenover al onze betoogen, stelt men
grillige fabels; maar men wacht zich wel
te antwoorden.
De eerste en zeldzame pogingen zijn te
ongelukkig geweest. En men verkiest de
kwestie te verplaatsen door afleidingen
die geene kans tot welgelukken hebben.
Dat heelt enkel voor gevolg de verdedi
ging der aanhangers van 't ontwerp nog
erbarmelijker temaken.
Aangezien sommigen nog durven bewe
ren onze betoogen zegepralend weerlegd
te hebben, laat ons hun opnieuw vragen
waarom men, in ’t verslag der beweegre
denen, zulke zonderling geschikte statis
tieken heeft vertoond en die ’t land onbe
schoft moesten bedriegen; waarom men
geena strengere bekrachtigingen heeft
willen voorzien in zake van leerplicht,
alsook voor hetgeen de «jacht op leerlin
gen» betreft; waarom men niets antwoordt
wanneer wij zeggen dat die wildstroope
rij door de geestelijkheid straffeloos zou
uitgeoefend worden, terwijl zij streng zou
gestraft zijn men heeft de zaak in het
ontwerp voorzien indien zij kwam van
gemeentelijke onderwijzers of beambten;
waarom de gemeenten zouden moeten ma
dehelpen tot de inrichting nevens ’t be
staande onderwijs datgene door de
grondwet voorzien van een onderwijs
dat de financiën zwaar zou benadeelen;
waarom de klerikalen aan dit onderwijs
verbazende sommen willen schenken, ter
wijl zij, karig en met tegenzin, magere
toelagen aan ’t officieel onderwijs geven;
waarom de rechterzijde zelf zoo verdeeld
is aangaande/t ontwerp.
Op al onze vragen antwoordt men met
pocherijen, snoeverijen en grootspraak.
En terzelvertij 1, tracht men de liberale en
socialistische bondgenoten wantrouwig te
maken en tegen malkander op te ruien.
Men slingert het schrikbeeld der omwen
telingen, men spreekt over onwettige han
delwijzen; men toont het blauwe vaandel
op sleeptouw genomen door het roode, in
afwachting dat onze huidige bondgenoten,
onze meesters van morgen, het in ’t slijk
sleuren....
En terzelvertijd ook, lacht men minzaam
naar de christen demokraten; men be
proeft de oversten dezer dappere partij te
vleien; men tracht de spons te vegen over
de oude vijandelijkheden; men zoekt de
bloeddorst te doen vergeten waarvan die
arme pastoor Daens het slachtoffer was
wanneer hij de ontketende klerikale haat
durfde trotseeren.
Vruchtelooze pogingen en gekheden!
De verwarring eener partij kon zich
niet vollediger bewaarheden dan door die
jammerlijke verdediging.
Welhaast zal dat in eene volkom me ne
derlaag afloopen!
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag 10
Donderdag 11
Vrijdag
Zaterdag
7 Mei
1
1 maskerd en leelijk uwe tong voorbijgeklapt.
Onze lezers zullen zich herinneren dat over
eenigen lijd een werkstaking van wevers uitbrak
te Ingelmunster. De werkstakers waren allen
leden der zoogezegde christene vakvereeniging
aan wier hoofd een ondei pastoor staat en de
bazen zijn nagenoeg alleen liberaal.
Over die werkstaking had in de kamers eene
Interpellatie plaats door de klerikale kamerhee-
ren Delbeke en Gilles de l'elichy. Die heeren
legden al de schuld van ’t arbeidsgeschil ten laste
der bazen (’t waren immers liberalen en als ’t
liberalen zijn dan aarzelen de katholieken niet
om zs le beschuldigen; dat is overal hunne ge
woonte). De heer Buyl deed den toestand gansch
anders uiteen en vertoonde hem in zijn waar
daglicht. Hij begreep dat het soms plicht is de
onbezonnen daden van opgezweepte en aange-
hitsle werklieden te hekelen en het niet mogelijk
was liberale fabriekanten, zoo maar schaamte
loos te laten belasteren
Dat verwekte groete gramschap bij de kleri
kalen; Mijnheer Buyl was geen werkmansvriend,
hij was een lasteraar; hij was tegen ’t werkvolk
van Ingelmunster omdat zij klerikaal zijn en
vooral omdat er een onderpastoor aan hun hoofd
stond, die hen aanspoorde en aanhitste tot op
stand tegen de bazen.
Er werd eene dagorde met algemeene stemmen
in de Kamers gestemd vragende een scheidsraad
te benoemen om te trachten et ontstane geschil
te vereffenen. Dit werd gedaan en ’t was de kle
rikale heer Cooreman, voorzitter der Kamer, oud
minister, lie met de heeren Strauss en Dubois
dien scheidsraad uitmaakte.
Die heeren komen nu te beslissen, na grondig
onderzoek, dat de werklieden ongelijk hebben
en dat de heer Buyl de volle waar
heid heeft gezegd.
Ziedaar dus de heer Buyl eens te meer gewro
ken!
Ons Stinkertje maakte daarover veel beslag en
lawei in zijne nummers van 25 Februari en 4
Maart laatst; het kondigde zelfs een brief af van
zekeren werkstaker die den heer Buyl de grofst»
scheldwoorden en beleedigingen naar het hoofd
wierp En ons Stinkertje was toch zoo kontent
die lieflijke benamingen tegen den heer Buyl te
kunnen drukxen.
Nu dat de heer Buyl gelijk behaalt en dat de
katholieke heer Cooreman, de voorzitter der Ka
mer, zijn gevoelen deelt, eischt de eerlijkheid dat
al diegenen die, zooals ons Stinkertje, den heer
Buyi belasterden hunne woorden intrekken.
Wij zijn reeds benieuwd om te weten of Man
ten dat doen zal, Allo, Manten, un bon mouve
ment! de waarheid bovenal!
Wij wachten...
die de onnoozelheid van het min ontwik
kelde volk exploiteert, eene bron van
ruime inkomsten te onttrekken; de vrees
den invloed te zien verdwijnen dien zij
thans bezitten, dank aan de dwaze voor
oordeelen, die neg zoo diep ingekankerd
zijn.
Wat men in Duitschland hardnekkig
begint te bekampen, wordt in ons verach
terde Belgie nog op groote schaal, bijzon
derlijk op den buiten, bedreven.
Nog altijd gelooft men aan tooveraars en
andere kwade handleggers. Hoe dikwijls
ziet men niet dat moeders met kinderen,
die zoogezegd betooverd zijn, bij belezers
aankloppen om de kwade hand af te
nemen? Die kinderen lijden dan gewoon
lijk aan de eene of andere ziekte die een
bekwaam geneesheer zou heelen; doch in
den geneesheer stellen zij geen vertrou
wen; zij verkiezen de belezing die tot niets
dient en tot niets dienen kan.
Wat middel wordt er aangeprezen voor
den alhier genaamden ouden man
Wat doet men voor het rhumatism? Wat
gaat men doen voorzweren en etterbuilen?
Wat er is nog in voege als afteekening der
roos? Bij wie gaat men te rade voor de
tandpijn? Waar moest men gaan voor de
razernij? en zoo voorts.
Ons praatje werd te lang, indien wij
dit alles moesten breedvoering beklappen.
Edoch, is het begrijpelijk dat de men
schen, die zich tot dergelijke praktijken
leenen, en voor het meerendeel een zeke
ren graad van geleerdheid bezitten, die
dwaze vooroordeelen nog langer in voege
houden? Zou het hun plicht niet zijl aan
de onnoozele lieden openhartig te zeggen
hier in dit huis van vroomheid moet gij
niet wezen, ga liever eerst naar den man
der wetenschap?
Zij doen het nochtans niet; zij gaan
steeds voort metde dwaasheid der menigte
de oude ingewortelde valsche vooroordee
len te exploiteeren, tot groot profijt van
hunnen winkel en tot behoud van hun
invloed op de min ontwikkelden. En niet
temin durven zij beweren dat zij de baan
brekers der beschaving zijn!
Waarlijk het menschdom-wil bedrogen
gen zijn en er is nog veel, heel veel en
overal aan beschaving en volksverlichting
te doen!
Bij den barbier.
Bubbel gaat zich doen scheren en de barbiers
knecht die zeep te kort komt, spuwt in zijn potje
om ’t schuim wat uit le langen, vooraleer hij
begint in te zeepen.
Dat is niet heel proper, weet ge, hetgeen
ge daar doet, zegt Bubbel
Wel neen, zegt de knecht, als 1 et gewone
klanten zijn, doe ik het zoo niet ook; ik spuw
hen op ’t aangezicht, ’t is gemakkelijker.
vonden wordt die niet kontent is; als nu
er nog iemand aangetroffen wordt in
gansch Nieuport dia durft beweren dat
het katholiek ministerie niet alles doet wat
mogelijk is om onze haven te verbeteren
en koophandel en nijverheid en visscherij
te bevoordesligen; als er nu nog iemand
is die durft zeggen dat onze klerikale re
presentanten en ons klerikaal stadsbestuur
geen grooten invloed(?!) hebben; als er nu
nog iemand durft twijfelen aan de gedane
beloften; als er nu nog iemand is die durft
houden staan dat de 500 duizend franken
verleden jaar gestemd nietsito sito zullen
verwerkt worden, dan zeggen wij vlakaf:
gij zijt ondankbaren.
’t Stinkertje schreef verleden jaar dat
wij zouden staan kijken met neuzen lijk
pijken als men in September van verleden
jaar zou beginnen aan de verlenging van
den kaaimuur, aan de visscherskaai, aan
den krommen hoek, aan de kuischbank,
eteoetera te lang om te melden.
Wij hebben dan onzen bril aangedaan
er zelfs nieuwe sterke vergrootglazen ex
pres doen inzetten @n tot hieitoe zien wij
maar niets afkomen dan eene schamele
belofte die, als men er aan gelooven mag,
zich in de lente 1912 zou beginnen verwe-
zentlijken.
Allo mannen, courage, wij zija haast in
den pruimentyd!
Leve ’t katholiek ministerie! Leve de
kaloten van Nieuport, de bewerkers en
weldoeners onzer haven!
trachten te jagen, dan antwoorden wij
hen sedert eenigen tijd Jongens, ziet eens
in uw eigen spiegel; kijkt naar Gent, waar
uwe katholieke vrienden een bondgenoot
schap hebben gesloten met de secialisten,
omdat zij alle beisedert lang vurig wensch-
ten een schepenfrak aan te trekken.
Dat de klerikalen zulks niet gaarne
hooren,.dat laat zich gemakkelijk verstaan
Zij hebben inderdaad de gelegenheid niet
meer om met het stokpaardje, dat de
liberalen samenspannen met revolution-
nairen én socialisten en anarchisten, de
buitenkiezers te misleiden. Als wij aan die
menschen zeggen vrienden, wat kwaad
kan het dat de liberalen en de socialisten
zich verstaan, vermits er geen kwaad in
bestaat voor de Gentsche katholieken van
arm in armen hand in hand samen te gaan
met de Gentsche socialisten, die zij eertijds
voor het slechtste en gemeenste volk der
aarde uitscholden? dan maken de klerika
len zich dik; zij worden kwaad en als
echte navolgelingen van Loyola bij wiea
het op geen leugen aankomt, houden zij
mordicus staande, dat er niets van waar is
Als de klerikalen het kiesverbond tus
schen liberalen en socialisten als een
gevaar voor het bestuur van het land
aanklagen endaarmede de onnoozele licht-
geloovige kiezers den schrik op het lijf
dat zij met de socios geen akkoord hebben i
gesloten. Ja, er zijn erdie durven beweren
- ons Nieuporfsch Stinkertje onder ande
re dat de liberalen te Gent de bondge-
nooten zijn der revolutionnaire (brrr!)
socialisten. En zij hebben een bewijs ont
dekt, want de liberalen hebben zich te
Gent onthoud,, n bij de stemming over het
voorstel der socialisten om den 1 Mei als
feestdag van den arbeid te vieren. Daar
door is dat voorstel gestemd en maandag
laatst luidde de groote klok te Gent en
hadden de schoolkinderen en de stadska-
dienden een dag congé. Hoe wreed hé? Als
dat nu geen doorslaand bewijs is, dan
verstaan wij er ons niet meer aan. Ge
moet immers maar durven!
Wij hebben echter een ander en beter
jewijs om eens te meer klaarblijkelijk te
toonen dat te Gent de katholieken eene
onweerlegbare overeenkomst met de kliek
van M. Anseele hebben gesloten (iets
waaroverde heer Anseele weinig vleiende
complimenten van zijne vrienden heeft
ontvangen, terwijl de katholieken van
andere steden vinden, dat het heel povert
jes is voor de Gentsche kaloten om op den
rug van socialistische revolutionnairen in
een schepenzetel te worden gedragen).
Ge moet weten, geachte lezers, dat er
twee klerikale schepenen zijn (Siffer, die
dienst doet als burgemeester, en Vande
vijvere), twee socialisten (Anseele en
Gambier) en de vijfde schepenzelel wordt
beurtelings bekleed door een socialisten
een klerikaal. Over eenige dagen waren
de zes maanden schepenschap van den
socialist Lampens voorbij; de man zijn
terme was ten einde. En wie werd er door
de katholieken en de socialisten gestemd
en als schepene voor 6 maanden benoemd?.
De katholiek Eylenbosch, een hevige anti-
socialist, den vroegeren aartsvijand van
Anseele! Zijn zij ’takkeord of zijnzij ’t niet?
Ten anderen, waarom hebben de Gent
sche socialisten geweigerd voor de aan
staande kiezing een kartel te sluiten met
de liberalen of het voorstel zelfs in bespre
king te brengen? ’t Is toch zeker wel omdat
zij met de klerikalen een verbond hebben
gesloten!
De Gentsche katholieken hebben hunne
partijgenooteneen slechten dienst bewezen
doch ’t is volop troef in onze kaart en
daarom ook kunnen wij dat beteekenisvol
feit niet genoeg herhalen en bespreken...
al kreeg er onsstinkertje de migraine van.
meenten voor ’t behoud der uitgaven die ze
hedendaags doen voor den gewonen dienst van
hun onderwijs; daarenboven de betaling der
3/10 van den schoolbon voor de leerlingen der j
private scholen
Ziedaar dus die gemeenten welke een onder
wijs te verzekeren hebben en die zich tot aan
vullende uitgaven zullen verplicht bevinden door
’t inrichten of ’t onderhouden van een onderwijs
dat hun opgelegd is. Die uitgaven zullen ver
schillen volgens de bevolking der private scho
len en de min of meer werkelijke toepassing van
den leerplicht.
Indien men rekening houdt van de pogingen
der regeering om ’t officieel onderwijs te vernie
len overal waar zij ’t vrij onderwijs aangeno
mens of aanneembare kloosterscholen kan
begunstigen, zullen die uitgaven ras aanzienlijk
worden.
Al de aanmoedigingen zullen, inderdaad, gaan
naar het door de bisschoppen opgelegde onder
wijs. En, van een anderen kant, zal het dor ge
worden officieel onderwijs voortgaan zooveel te
kosten als voorheen, zonder nog de vruchten
te dragen welke men er met recht zou mogen
van veri» achten.
De ontvangsten welke de gemeenten genieten
door tusschenkomt van Staat en provincie zullen
licht vermeerderd worden indien de bevolking
der gemeenteschole blijft zooals ze nu is. Maar
ze zullen verminderen (zonder vermindering der
uitgaven, zooals wij het hierboven zeggen) indien
de bevolking der gemeentescholen verkleint in
gevolge van jacht op leerlingen.
Welnu, wij hebben reeds bewezen hoe het zal
gaan ’t Zal de openlijke jacht niet zijn, bij klaren
dage gemaakt, maar de wildstrooperij in de
duiternis volvoerd!
Men ziet dus dat de gemeentelijke financiën
grootelijks gevaar loopen
De thans bestaande leerlingen der private
scholen zijn ten getalle van 400.000. Zij zullen
aan de gemeenten 4.000.000 franks kosten.
Indien men de berekening grondt op de tegen
woordige verdeelingsmaat der leerlingen tus
schen openbare en private scholen, zullen de
1.100 000 leerlingen ten minste 16 millioen kos
ten aan de openbare besturen.
De rechten en de belangen der gemeenten zijn,
zooals men ziet, met nauwgezetheid geëerbiedigd
door M. Schollaerl’s ontwerp!
Als wij zullen herhaald hebben dal in de
commissie der bijzondere schoolgelden, de twee
commissarissen die de belangen der gemeenten
vertegenwoordigen, bij koninklijk besluit zullen
benoemd worden en bijgevolg mandatarissen
der regeering zullen zijn, dan zullen wij, naar
ons dunken, volop getoond hebben dat de inzich
ten onzer meesters helder en vooral zuiver zijn.
Men heeft gelukkiglijk klaar gezien in hun
spel. En de twintig millioen zijn nog bij hunne
ontvangsten niet ingeschreven.
der gemeenten beschermen.
Welnu, niets is min nauwkeurig, en de kleii-
kalen weten het wel Het ontwerp schijnt, inte
gendeel, volvoerd te zijn geweest om die rechten
te overtreden en die belangen te krenken.
Aldus voorziet het ontwerp de verplichting
voor de gemeenten de scholen der bijzonderen
en der kloosters te ondersteunen. Is het alzoo dat
men beweert de gemeentelijke zelfregeering te
eerbiedigen? Is het niet zie i met geweld be
moeien met hunne inwendige zaken; is^het niet
lasten opleggen welke al de gemeenten niet even
bekwaam zijn te dragen en is dat niet van aard 1
om hun bestuur geheel en al te verwarren?
Artikel 5 van ’t ontwerp schrijft aan de ge-
27 April Brys Ignaas Joseph Sulvie zoon
Renaat en Maria Neyrinck.
Reybrouck Odiel Daniel zoon van Me-
dart en Albina Vinck
Sedert 1 Januari 1911 38 geboorten.
STERFGEVALLEN.
30 April Bogaert Melania Theresia oud 81 j. 9 ras
dochter van Benedikt Rochus en Anna
Rheiesia Biesbrouck en weduwe van
Frans Leopold Antoon Bogaert.
Sedert I Januari 1911 26 sterfgevallen.
HUWELIJKSAANKONDIGINGEN.
Costenoble Achiel Julius koopman te Rams-
cappelle en Da Bever Margareta Magdalena
zonder beroep te Nieuport.
Lahaye Rene Hendrik meter te Nieuport en
Dekeirel Florencia Emma, naaister te Dixmude.
Neudt Adolf Leonard metser en Parmentier
Eugenia Maria werkvrouw beiden te Nieuport.
’s morg.
7,16
8,30
9,29
10,14
10,54
11,33
12,-
Bij nader onderzoek bleek het evenwel, dat zij
in het midden des stams waren doorgezaagd; ook
een paar roosters en steunbalken van den molen
en van de woning vertoonden dezelfde kentee-
kens. De vernieling was dus niet alleen aan de
werking van storm en bliksem toe te schrijven,
stellig was hier eene gruwelijke misdaad met
voorbedachtheid gepleegd.
Angstvol en ontzettend zal de arme vrouw des
morgens de oogen geopend hebben. Wie be
schrijft ons hare diepe smart bij het zicht dier
vreeselijke verwoesting, bij de ontdekking van
het lijk van haren oudsten zoon?... Had ze mogen
sterven onder ’t hartverscheurend leed, de dood
ware voor haar een zegen geweest! Maar haar
ongelukkig kind, den kleinen Joost van haren
zoon, wat moest er van den armen wees gewor
den? Hoe menigmaal ontweek de slaap des nachts
hare brandende oogen; hoe dikwerf riep ze snik
kend en wanhopig uit o God! waar heb ik dat
verdiend? Sedert dien was haar moed en hare
I
Nieuportschen quatuor waarlijk effékt ge
maakt hebban?
Man zou het haast moeten denken, wan-
men het volgende artikeltje leest versche
nen in het laatste nummer der Chronique
des Travaux Publics van Brussel. Dit vak
blad, altijd goed ingelicht zooals wij in
vorige nummers zegden, schrijft het vol
gende
Het Beheer van Bruggen en Wegen
heeft last ontvangen van den Minister
van Openbare Werken om het maken
van eene kuischbank t Ibestuclee-
ren. Het is zeer waarsehijn-
lijk indien men de beloften doorM.
Helleputte gedaan mag gelooven
dat die kuischbank in de lente van 1912
zal gemaakt worden.
Awel, awel, awel,
Is dat nu niet, wel?
Als er nu nog een enkele visschers ge-
werkmenschen werd zondagavond afgeluisterd).
Sissen Fhwel, Engel, hebt ge 't Stinkertje
van gisteren gelezen.
Engel Ja k, en ’k moeten bekennen dat ze
veel beslag kunnen maken.
S. Jaas, weie, en voor enlwat van niet. Om
dat minister Beirnaert ekeer hier overgestoken is
maken ze daarvan e geheel effairen.
E. Zoultje niet zeggen dat w’e daarmede
gered gaan zijn?
S. Maar, ’t schoonste van al is, dat ze in
plaatse van al den vooruitgang(?) van Nieuport
aan den minister ie laten zian, hem ekeer de
haven te toogen, ekeer ’t explikeeren wat dat er
al zou moeten gedaan zin, omdat hij te Brussel
tegen de opperbazen ekeer zou kunnen van klap
pen, en aandringen omdat er toch etwat zou ge
daan worden, in plaatse van dat te doen loopen
ze zeere met hem naar de kerke, om hem de
schoonigheden er van te doen zien.
E- Maar die mannen van ’t stadhuis hebben
tegenwoordig nie anders in ulder hoofd meer of
de kerke, ’i Is daarmede dat ’t hier zoo goed gaat
tegenwoordig.
S- ’t Is waar Engel, dat schilt tegenwoordig
toch e beetje al te veele.
E. En ze hebben den minister daar zeker al
die bliew blauwe zaaljes geloogd, die daar nog
niet lange aan de muren hangen.
S. ’t Zijn kompleet plakzantjes, en onder us
gezeid, z’hangen daar ook met ulder goeste nie.
E. En als hij dan al die curiositeiten van de
kerke gezien het, hebbe i zs hem ’s achternoens
t stadhuis geloogd, eerst de kerke daarna ’t stad
huis, en ham al die schoone beelden den afval
van de kerke vele oude antikileiten en bijzon
der veel... slof onder zijn wereldberoemden neus
gebracht.
S. En is dat daarvan dat hij een goed geheu
gen zal bewaren. Ebwel, goeien mergeri. De
mensch moet met weinig kontent zin.
E- En de riolen? H@e, hebben ze hem de
riolen niet getoogd?
S Ze zin der zelve beschaamd van, voer
dien greolen kemel. Ze hebben er hem voorzeker
niet heen geleid, want ander had Jantjie moeten
explikeeren hoe dat dat kwam, dat der daar zoo
veel orde is, hoe dat dat kwam -lat dat zoo zeere
vooruitgaat.
E- Wel, verduiveld, omdat er geene briken
zijn.
S. Dat is gemakkelijk om zeggen. Ze moes
ten er maar meer gekocht hen voor dat ze be-
gosten, en als er geene meer waren, ze moesten
toen maar nie beginnen, maar alzoo diea schan
delijken toer niet spelen, en de menschen zoo
duivelen.
E. Maar hoe komt dat, dat in ulder Stinker
tje van gisteren ze daar onder d© rubrieke
<i Werken spreken van steen die vervrozen is,
van bouwwerken die stille liggen enz., zonder
de riolen te noemen, en e beetje verder de riolen
in d’Ypentrate.
S. Wel, verstaat ge gie dat nie. Dat is rond
den pet draaien. Als de riolen niet gaan klaar
zin, gaan ze ’t op de nekke van de vorst leggen,
want den 43 September naast zeere, en ze zin
nog nieuvers, en ze moeten op dien dag gedaan
hebben.
E. Ehwel, zeg al dat je wilt, het ziet bet
bier geheel lief uit. ’k Gaan ik al gel^k voor geen
zulke mannen meer stemmen.
S. Nog ik ook nie, je mag gerust zin.
Aan de kaai. Dinsdag 11. met de tooge
tij was er veel beweging aan de kaai. De «Martha»
vaarde, geladen met cokes voor rekening van
Handelen Scheepvaart, de haven uit Ier bestem
ming van Londen. De Mannheim duitsche
sioomboot, insgelijks geladen met cokes voor
Handel en Scheepvaart trok ook de zee in, op
reis naar Kopenhagen. En wat nog meest de
nieuwsgierigheid der talrijke aanwezigen boeide
want vele menschen hebben zulks nog nooit
gezien dat was een fransche torpedoboot de
n° 227 van Duinkerke, die na in den bassijn ver
nacht te hebben, naar de kaai was gekomen, om
er eene torpille door den Nieuportschen visscher
Aug. Calcoen in zee opgepikt, op te laden. (Dit
soort oorlogsschepen zeer slank gebouwd, loopen
tot 30 Engelsche mijlen per uur, voortgestuurd
door machienen die 1800 paardenkrachten be
zitten.)
Na de torpille aan boord genomen te hebben
ving de 227 ook hare terugreis aan
Als toevallige gebeurtenis stippen we aan dat
de drie schepen, die op korten afstand van elkaa-
der in de haven vaarden van drie verscheidene
nationaliteiten waren te weten Belgisch, Duitsch
en Fransch
Voeg daarbij een groot getal visscherssloepen
die ter visschvangst trokken, en aiwie er bij was
heeft zich eens te meer kunnen overtuigen, dat
het meer dan tijd is dat men veranderingen en
verbeteringen aan onze haven toebrenge.
rj
I
zz&ssE^jttXfissiEs^aisaM^