Frodel
loor Frijheid
en
i
5
tal over de vfouw en de kerk
o
Oe katholieken en onze vrijheden
N° 21
Zaterdag 27 Mei 1911
Tweede Jaargang
Andermans geestigheid
Onze kloosters
I
De brief van den pastoor
Pieter Verstraete, zoon
Valkestraat, Nieuport
Onze arme kameraad Leander komt
zijne schoonmoeder te verliezen.
Heeft zij tot het einde baar volle ver
stand behouden? vraagt hem iemand.
Tot haar dood, antwoordt Leander;
tien minuten vóór dat ze stierf, heeft ze
me nog eene medecijnflesch naar den kop
gegooid
wettelijke vrijheden als natuurlijke rech
ten te erkennen, zij zal het niet doen.
Dat is eene kostelijke bekentenis die ons
moet aan zetten om, ten koste van alles,
de katholiekpartij, de partij dier kerk
die onze vrijheden betwist en bevecht,
het landsbestuur, dat zij onrechtmatig be
houdt, to ontnemen en baren nieuwen
aanslag tegen het officieel onderwijs te
verijdelen
woord te worden dat om dusdanige sta
tistieken te vergaderen, er vóór ’t einde
van het jaar geen antwoord kon gereed
zijn...
Hoe zonderling ’t antwoord ook kunne
schijnen, het is niet om ons te verwonde
ren ’toogenblik ware slecht gekozen om
ons zulke cijfers te verschaffen.
geven als lid van dien bond!
Ziedaar waar wij geraken!.
De indringing der geestelijkheid in ’t
geheim der rechterlijke onderzoeken
en de poging tot vreesaanjaging bij de on
derzoeksrechters, met het inzicht de gods
dienstige gevoelens, in de balans der ge
rechtigheid, ten voordeele van zekere ke
rels te doen wagen.
Ja, ziedaar hoeverre wij geraken...
Mits dat gij uw biechtbriefje bezit, de
gelijkheid voor de wet verdwijnt ten uwen
voordeele!
De voorzitter der rechtbank heeft leven
dig protest aangeteekend tegen de houding
van den pastoor.
’t Is een domme streek en eene on
voorzichtigheid, heeft hij inzonderheid
gezegd.
Daarna heeft hij de belgische rechterlij
ke macht geprezen, die boven zulkdanige
pogingen verheven is...
Het zij zoo!... Maar de geheime voorbe
reiding der rechtbanken zegt ons niets
goeds en indien een geestelijke handelt
zooals degene dien men heeft doen komen,
’t is klaarblijkelijk dat hij zulks heel na
tuurlijk heeft gevonden en dat zulks
deel maakt van de... geestelijke zeden.
Wie zal ’t getal biechtbriefjes noemen
tot de rechterlijke macht gestuurd bij
zonderlijk te lande! Er bestaan geen,
zullen de partijgangers van ’t sectarisch
stelsel antwoorden...
Men heeft het recht te twijfelen, in
tegenwoordigheid der klerikaalmaking
van de rechterlijke macht en tot zich
zelven zeggen dat hef, feit geene uitzonde
ring maakt voor ééne zaak die aan den
dag komt in openbare zitting, hoevele
blijven onbekend!...
Laat ons den wensch uitdrukken dat er
niets van weze... Maar, met het huidige
stelsel, de openbare meening heeft het
recht te wantrouwen.
Ons geld naar de kloosters gaande, is
het heel natuurlijk er de macht bij te voe
gen die op de wet invloed heeft...
De statistiek onzer kloosters moet niet
gemakkelijk kunnen opgemaakt worden...
M. Henrez, senator van Brussel, had
aan deregeering gevraagd hern het getal
der in Belgie bestaande kloosters te doen
kennen, alsook hunne bevolking, zoo man
nelijk als vrouwelijk. Er komt hem geant-
PRIJS PER NUMMER
S centiemen
voor het Weekblad van Nieuport en - -
voorbehouden en de volstrekste geheimhouding gewaarborgd.
ABONNEMENT
2,00 frank jaesr jetcir
op voorhand betaalbaar
DRUKKER
JOSEPH 3E-L.T
Statiestraat, Oudenaarde
Rechterlijke aankondigingen 0,50 fr. per drukregel. Het recht annoncen te weigeren is voorbehouden. De annoncen artikelen
j l- i u-j Alle artikels ot mcdedeehngen, bestemd voor
Kanton moeten door den schrijver oaderteekend en onder gesloten omslag ingezonden worden. Het recht van opname is
Als het Stinkertje niet begint met schelden en
liegen, eindigt het toch altijd daarmee, voaral
wanneer het niets anders meer ie zeggen weet.
Dat bewijst het weder door zijn lieftallig artikel
Nog de vrouw en de kerk van den 20" dezer
maand, door hetwelk het ons verplicht nogmaals
op die afgehandelde zaak weder te komen.
Wij zeggen hst u, Stinkerlje, als In het liedje
Si cette histoire vous. enmiie (bis)
Nous allons la, la, la recommencer (bis).
Gij schrijft De leugenaar begint met de
vrouwen uit te schelden voor domkoppen die
hen (sic) enkel kunnen bezighouden met prullen.»
Waar hebben wij dit geschreven en wie is de
leugenaar? Wie kan betwisten wat wij over de
vrouwen zegden? Waar gebruikten wij het min
sla scheldwoord ten hunnen opzichte? Spraken
wij niet van enkele lofwaardige uitzonderingen,
van verstandige vrouwen enz.? Maar men bewijst
dienst aan diegenen welke men wil verheffen en
opbeuren met hun da waarheid, de treurige
waarheid niet te verbloemen,men doet zijn plicht
wanneer men doet uitschijnen wat de katholie
ken, die ongelukkiglijk voor het geslacht aan
hetwelk wij onze geëerde en geliefde moeders
danken, gansch het meisjesonderricht of ten
naaste bij in handen hebben, van die maisjes
maken, hoe zij hunnen geest dooden.
De toestand welken wij aanklaagden is aan u
te wijten, katholieken, aan uwe onwetende en
nuffige nonnetjes die wel kwezels kunnen kwie
ken; maar niet bevoegd zijn om van de meisjes
verstandige vrouwen, verlichte moeders, win
nende echtgenooten te maken, daar zij zslf noch
moeders, noch echtgenooten zijn en het gebod
groeit en vermenigvuldigt (boek der schepping I
38) als goed voor de dieren alleen houden; aan
die nonnetjes aan wie gij nog altijd meer geld
wilt toewerpen vooY hun verstompingswerk dat
Wij lezen in de Indèpendance Beige de
volgende geschiedenis van een pastoors-
brief
Nu en dan verschijnen, in ’t rechterlijk
leven, voorvallen die kenmerken hoe de
klerikalen zich bemoeien met de rechter
lijke werking... Wij hebben degenen
waarover men niet of weinig spreekt
die zich ontrollen in de geheimenis der
schermen, en wij hebben degenen die zich
in ’t openbaar doen kennen op terecht fit
tingen waar alleman alleman kan hooren
en verstaan...
’t Voorval dat zich zaterdag beeft voor
gedaan, behoort tot de laatste soort.
’t Is op de 7' kamer der boetstraffelijke
rechtbank, door M. De Ryckere voorge
zeten. dat de kleine klaarte de klerikale
listen verlicht heeft, evenals een schitte
rende magnesiastraal het photographisch
tooneel helpt verlichten, tot groot nut der
photpgraphische nadrukken tot de maat
schappelijke bewijsstukken bestem L...
Men pleitte eene nogal alledaagsche
zaak.
Er was sprake over de handelingen van
een politiecommissaris eener der hoofdstad
naburige gemeenten; gezegde ambtenaar
hal geldsommen ontvangen, welke ten
voordeele der gemeentekas gestort waren
door marktkramers die aan eene kermis
hadden deel genomen. Het parket ver
volgde den commissaris, want er bestond,
in ’t geval, misdrijf of overtreding.
Maar tijdens de beraadslagingen, ver
klaarde M. de voorzitter De Ryckere
Er bestaat een zonderlinge brief in
de processtukken...
Eu de magistraat wiens onafhanke
lijkheid van karakter wij, in de omstan
digheid, zonder voorbehoud gaf lezing
van dezen brief...
Hij was gestuurd aan den onderzoeks
rechter, die met de voorbereiding der zaak
was gelast geweest en kwam voort van
den pastoor der gemeente waar de feiten
hadden plaats gegrepen... En wat zegde
die brief?...
Kortelijk, hij bracht den onderzoeks
rechter ter kennis dat de betichte een
goede christen was,dat hij hem aanbevool,
een goede christen die zijne godsdienstige
plichten kweet maar ’t is waar dat hij
genoodzaakt en gedwongen was geweest
van de liberale associatie deel te maken
denzelfden dag nog, zou hij zijn ontslag
Nu het er voor de katholieken op aan
komt hunne hatelijke schoolwet op te he
melen, willen zij zich doen doorgaan als
de verdedigers der vrijheid, maar als de
vos de passie preekt, boer, pas op uwe
ganzen.
De katholieken waren en blijven nog
altijd vijanden der vrijheid voor anders
denkenden en wij moeten ze des te meer
mistrouwen, daar Woeste, hun aanvoer
der, hij de vijand van onze grond wettelijke
vrijheden, van de vrijheid van onderwijs
als van de andere, nu het ontwerp van
schoolwet verdedigt.
Tot bewijs dat Woeste de vijand is
onzer vrijheden willen wij hier aanhalen
wat hij den 25 Mei 1878 in de Kamer
zegde
Neen! neen! de mensch heeft het recht
niet tegenover God en zijn geweten, aan
de dwaling en aan het kwaad te gelooven;
hij moet aan het goede en aan de waar
heid gelooven hij heeft de vrijheid van
godsdienst niet.
De mensch heeft het recht niet tegen
over God en zijn geweten de dwaling en
het kwaad te onderwijzen; hij moet het.
goede en de waarheid onderwijzen hij
heeft de vrijheid van onderwijs niet.
De mensch hoeft het recht niet tegen
over God en zijn geweten zich te vereeni-
gen voor het kwaad en de dwaling; hij
moet zich vereenigen voor het goede en
dé waarheid hij heeft de vrijheid van ver-
eeniging niet.
De mensch heeft het recht niet tegen
over Go I en zijn geweten te schrijven ten
voordeele van het kwaad en de dwaling;
bij moet schrijven ten voordeele van het
goede en van de waarheid: hij heeft de
vrijheid der drukpers niet.
Onnoodig te zeggen dat het kwaad en de
dwaling voor Woeste alles is wat niet
katholiek is, het liberalism, het proiestan-
tism, het vrije gedacht enz. En hij voegde
erbij
Vraagt dus niet aan de kerk de grond-
/ras
Hm
ifc,
9^t>
r
f,
LU
VA