EE1ÜE ROEPING Ent. Lammens m Zonen BELANGRIJK BERICHT Pieter Damont-Dansercser Aannemer van openbars werken. De Priesters Toiletartikelen Bericht. Een brief In den Senaat Hoe men ons beoordeelt in den vreemde ADELSON DEPLANTER Knorrepot’s overwegingen Burgerstand van Nieuport STERFGEVALLEN. Nieuws uit Nieuport Land- en Tuinbouw Uit Nieuport-Baden De Napelsche katholieken en de vrouw Men vraagt een mirakel! Andermans geestigheid Hoogwater te Nieuport - MENGELWERK 6 O YA4 t 't Boertje haalt zijne geldbeurs uit. Oh! zegt hem de tandmeester, jk vraag u niet om vooraf betaald.te worden. ’t Is ook niet om u te betalen, ant woordt hem ’t boertje; maar, aangezien ge me zult in slaap maken, wil ik eerst mijne centen tellen. aan de anderen te verbieden hun broek en hun hemd uit te trekken en gansch naakt ta reizen. Morgen 13 Oogst inhuldiging der nieuwe kassei loopende van Groenendijk naar Oostduinkerke- Baden, door de gemeentelijke fanfaren van Oost- duinkerke. Dinsdag 15 Oogst Concert door de fanfaren muziekmaatschappij van Diksmuide. 14 15 Nog de stadsrekening. Zaterdag 11. werd dus het Weekblad in gansch Nieuport kosteloos te huis besteld. Het bevatte het verslag 18 19 I ’s morg. 2,03 2,40 3,17 3,58 4,40 5,26 6,22 Schoone keus van allerbeste toiletartikelen, zooals reukwater, zeep, kammen, borstels enz. Scheerden van uitmuntende kwaliteit. Verkoop van tabak, cigaren, cigaretten enz. van alle merken. Concureerende prijzen. Goede en trouwe bediening bij BARBIER COIFFEUR Laugestraat59, Nieuport door DEMERS De ondergeteekenden maken het geacht pu bliek bekend dat zij van heden af in hun maga zijn voorzien van alle slach van landbouw- macliienen, zooals tummel keernens, afroo- mers van alle marken, waschmachienen laatste model, enz. enz. Yperstraat, f9, Nieuport Een onzer lezers stuurt ons ’t volgende schrijven, dat wij volgaarne opnemen Nieuport, 7 Oogst 1911. Mijnheer, Zoudt gij de aandacht der overheid niet eens willen vestigen op de noodzakelijk heid der straatbesproeiingen. Nu wij met eene buitengewone hitte begunstigd zijn is het meer dan noodig voor de openbare gezondheid. In vele steden heeft men speciale besproeirijtuigen, hier hebben wij wel is waar, zulks niet. Maar wij hebben eene goede, nooit iets aan ontbrekende stoompomp, vele goede nooit lekende dermen en de pompiers, die wel riolen en kornichen kuischen, zouden de straatbe- sproeiingen heel wel kunnen doen. *t Ware ten minste heel nuttig. De geweren en sabels der brandblus- schersmogen thuisblijven en de casquen en kepis ook al. ’t Mannetje dat gaarne alles- doet, zelfs de kramen op de markt placeeren als ’t kermis is, zou de directie kunnen nemon Wat denkt gij daarvan? XX. N. D. R. Wij geven het gedacht van onzen lezer ter overweging aan wie ’t aangaat. Ik heb de eer ie laten weten aan de Heeren eigenaars der huizen van Nieuport, als dat ik mij belast met het plaatsen van de aïleidingbui- zen in gres, binnen de huizen voor het aflos sen der keuken en andere waters. Het plaatsen der buizen zal door mij persoonlijk gedaan en ..nagezien worden, met zoo weinig schade moge Tijk aan vloeren en planchet' te veroorzaken. Men kan ook tan alle tijde grésbuizen bekomen uit zijn magazijn aan genadige prijzen. P. S. Men gelieve goed in acht te nemen dat ik geene leidingen leg vooraleer de groote riolen in iedere straat zijn gemaakt voor verders alle moeilijkheden te vermijden. Ik heb de eer uwe geëerde orders met dank baarheid te aanvaarden. toekomende kiezingen. Kan men op beleefder wijze zeggen dat onze regeering, zonder waardigheid al zoo handelende, aan eene e«hte afdreiging gehoorzaamt! En wat er daarin ’t meest onze nationale eigenliefde stoort, ’t is dat zoolang de klerikale heerschappij zal du ren, de meening van La Nacion gerecht vaardigd zal zijn Eens dat ze van achter ’t voetlicht verschijnen en de werkelijkheid weer intreden, spelen ze geen comedie meer; ze zijn trouwe gaden en voorbeeldige moeders. 't Zal nog wat aanloo- pen vooraleer die zeden hier ten lande zullen thuis behooren! Ik zucht eens diep Neen, in ’t Conservato rium zal ik nooit geraken! Wat voor een prijs zou u mij toekennen, Moe? U heeft nog veel te leeren, kind! De stof is er, maar de plooibaarheid, de malschheid, de nauwkeurige uitdrukking va» het innig gevoelen dat moet u nog verwerven... Maar Moeke, als ik het zoover zal gebracht hebben, dat Pa en u bet goed vinden zult, dan zal ik toch heusch eene kunstenares wezen! i> U kan dat worden en ik wensch het u uit ter harte, voor zoover het innig genot dat u erin vinden kan, u voldoende is, zonder dat u verlangt naar de luidruchtige toejuichingen van Onze achtbare heer senator Verbeke tijdens de bespreking der begroeting van buitengewone openbare werken, drukte zich als volgt uit, voor hetgeen de haven van Nieuport betreft Een woord thans over de werken waarvan Nieuport sedert zoovele jaren de verwenzeutlijking verwacht. Geen enkele som, niets is dit jaar voor zien voor die werken in de buitengewone begrooting. Ik dring aan opdat een spoedig gevolg worde gegeven aan de beloofde werken en ik voeg er bij tot onderrichting van den nieuwen minister van openbare werken dat ik er bij blijf te denken zooals de inge nieurs van den Staat, dat de ontworpene werken slechts halve maatregelen zijn; dat het mensebelijk ware ineens bepaald werk te verrichten met de doorsnede te graven, die slechts een miljoen zou kosten; doeltreffend werk beantwoordende aan da noodwendigheden van den huldigen oogen- blik en aan de eischen der toekomst. Dit werk zou tevens alle overstroomin- gen in de streek beletten. De plans zijn daartoe opgemaakt; alles is gereed en een gedeelte van het half miljoen, verleden jaar gestemd, zou als een eerste krediet kunnen beschouwd worden. Denkt gij nu dat de klerikale senator Vanderheyde van Oostende in de bres sprong om den heer Verbeke te ondersteu nen? Gij zijt er wel mede... il s’en fiche! Weet gij wat de minister aan den heer Verbeke antwoordde? Geen gebenedijd woord! Hij deed alsof hij niets van Nieu port gehoord had!?! Allo, wie durft er nog zeggen dat de klerikalen, ons, Nieuportenaars, niet zeer genegen zijn? dat zijons niet met weldaden overladen! Gelukkige, overgelukkige Nieuporte naars Wat zijn wij goed geleverd in de handen der klerikalen! Wij danken niettemin den heer senator Verbeke voorzijneoplettendheid tenonzen opzichte en voor zijne welwillende onder steuning onzer grieven. Laat ons hopen dat de klerikale boel spoe- pig weggekegeld worde, opdat Nieuport door toedoen van den achtbaren heer Verbeke en van den onvermoeibaren heer Buyl eindelijk zijn aandeel hebbe en be kome wat noodig is om, en als handels en als visschershaven, de waardige plaats te bekleeden, die onsdoor de gunstige ligging der zeekom, rechtmatig toekomt! eene menigte, die u liefst moet onverschillig laten. U is niet van de slof waarvan men too- neelspeelsters maakt, en u zou zich diep onge lukkig gevoelen in die loopbaan Moe sprak zoo ernstig, maar toch overtuigde zij mij niet!. Ze is zoo echt burgerlijk!... Heel het jaar door moet ik met haar gaan bood schappen; maikt en winkels zijn me reeds even wel bekend als haar zelve, toch vindt ik het dikwijls erg naar. En wat me in den beginne nog erger voorkwam, is dat ik den keukendienst moet waarnemen, telkenmale er overvloed van werk is en Betje wrijft en schuurt, wascht en plast zoo graag, dat het spelletje mij dik wijlden te beurt valt dan ik het wenschen zou.. Toch heb ik er mij van lieverlede in geschikt! Als ik wat aan ’t klaar maken ben, komt Pa meestal eens kijken anders ziet men hem nooit in de keuken! Verleden week kwam hij me weer met een bezoek vereeren, toen hij van het exereitieplein terugkeerde, en van in de deurpost vroeg hij mij: Wa: zal onze lieve keukenmeid ons heden opdienen? Kelversoep, kalfsribben met erwtjes, mijn commandant!... «En als tweede gerecht?... Gulzigaard! Men moet eten om te leven niet leven om te eten... Betje verzorgde me beter!... Maar hij wist het wel, en lacht te vreden om de blijde verrassing, die hij me voorbereid had! Was het enkel toeval, dat ik juist dien dag kookte, en dat de belooning zoo precies te pas kwam?... Ik geloof het niet want er was zoo min werk in huis, dat mos de meid uitgesluurd had om hare zieke moeder een bezoek laten te brengen... Ik had vrosger nooit gehoord dat Befjes moeder ziek was! Om het even!. Mijne lieve ouders laten mij zooveel genieten, dat ik mij dan ook wel eenige moeilijkheden getroosten mag... Willem, we gaan morgen naar de W'aux- hall! roep ik levenslustig, zoohaast wij aan tafel gezeten zijn. Wauxhall!... De klerikale gazetten beschuldigen ons dikwijls vijanden te zijn aan de priesters en met de priesters den spot te drijven. Wij verzetten ons tegen die beschuldi ging- Wij vragen niets beters dan de priesters gerust en met volle vrede te laten; maar, wij vragen ook dat zij, op hunne beurt, met ons het zelve zouden doen. Slaan wij de oogen rondom ons, en wat zien wij? Priesters in alles en overal priesters in geestelijke vereenigingen, waar zij op hunne plaats zijn; maar priesters, bijzon derlijk, in wereldsche maatschappijen, waar zij, als priesters, in ’t geheel niets te verrichten hebben. De priesters zijn op hunne plaats in de geestelijke maatschappijen, zeggen wij; en inderdaad, is ooit een liberaal kopstuk, een liberaal dagblad verergerd geweest, omdat de priester in de kerk, in de con gregatiën, in Ge broederschappen zijne Religie verdedigde en zijne leeringen aan predikte? Maar, in het geheel niet! Wij geven de priesters gelijk aldus te handelen en, indien de kathol! ke priesters, en de schismatieke priesters, en de protestant- sche priesters, en de joodsche priesters onder malkander niet overeenkomen, wij, liberalen, wij trekken ons die zaken niet aan, en wij laten ze vechten en strijden onder malkander, zoolang hunne twisten geen gevaar daarstellen voor de openbare rust. In dit geval alleen zijn wij verplicht te handelen, gelijk de Groote Turk handelt te Jeruzalem, waar hij, zooals men weet, Mahomedaansche soldaten moet aanstel len, om de protestanten, katholieken en schismatieken te beletten elkander te ver moorden op het graf van hunnen Zalig maker. Maar, wanneer de priesters zich met wereldschs zaken moeien (en dat is hun volstrekt recht!) dan legden zij vrijwillig hunne priesterlijke weerdigheid af; dan worden zij burgers gelijk wij, en wij heb ben het recht hunne handelwijze te be strijden en te beknibbelen, zonder in het minste ons bloot te stellen aan de beschul diging van priesters aan te randen. Wat denken die heeren dan, en welke rol eigenen zij zich toe? Welhoe! alles zou hun moeten toegela ten zijn; zij alleen zouden alles mogen zeggen, alles beknibbelen, alles bestrijden over alles den eersten en laatsten zegen geven, en wij zou Ien moeten zwijgen, willen wij niet als priestcrvervolgers aan zien worden! Moesten alle ambtenaren zoo kittelach tig zijn als de priesters, maar, de maat schappij ware ónmogelijk! De geneeshee- ren, de advocaten, de notarissen bescher- Sedert lang reeds, heeft onze regeering den naam van een ruim kloosternest aan Belgie doen verwerven. En onlangs nog hadden wij een duitsch humoristisch blad voor de oogen, waarin ons land werd ver beeld als verdwijnende in de plooien der breede mouw van een reusachtigen pater. Die treurige vermaardheid moest er eene andere bijbrengen.... En ’t is niet te verwonderen dat, wanneer hij de besten dige kleingeestigheden waarneemt waar toe onze bazen zich voortdurend vernede ren, de vreemdeling eindige met tot zich zelf te zeggen dat er in de kleine landen ongelukkiglijk te dikwijls heel kleine ge dachten heerschen... Onder die kleingeestigheden, laat ons de beschermingsmaatregels aanstippen die genomen worden ten opzichte van ’t vee. Zij komen van op eene gepaste wijze on- Op zekere dagen heeft men slechte in gevingen. Maandag laatst had ik eene slechte in geving. Uit voorwendsel dat het min warm is in derde klas dan in tweede, dat de lucht er beter vernieuwd wordt en dat men er de gruwelijke marteling der verhitte kus sens niet geniet, stapte ik in een kompar- timent van derde klas. Wij waren met vieren twee dikke hee ren, een magere heer en ik. De zon scheen door de vensters en ver hitte de 1 anken. ’k Wilde de vensterluiken neerlaten. Die toestellen waren in hunne groeven vastgeplakt door eene machtige laag ver nis en vuiligheid. Mijne pogingen waren vruchteloos. ’kWilde de ruit van ’t portier neerlaten. De ruit was vastgezet. Ze verroerde niet. De trein stelde zich in gang. Wij namen echte dampbaden. De twee dikke heeren zweetten dikke druppels. Degene die de dikste was, deed zijn hals kraag af, dan zijn jas en vervolgens zijn ondervest. Hij ontsloot de gesp zijner broek en trok zijne schoenen uit. Zijn reisgezel deed hetzelfde en de ma gere man, waarschijnlijk tegen de andere niet willende afsteken, volgde hun voor beeld. Nochtans, misschien wat beleefder of eigenaar van sokken met gaten, hield hij zijne schoenen aan. Gansch dat klein menschdorn loste een geur die, met de warmte gemengd, u ge weldig in neus en Keel prikkelde. Bij den eersten stilstand, veran lerde ik van rijtuig. ’t Was hoog tijd, ’k Begon de eerste voorteekens der stikking gewaar te wor den. ’k Versta dat het vervelend is langzaam te braden in de wagens van ons heerlijk staatsspoorwegenbestuur en dat het eenig- zins wreed zou zijn aan de reizigers welke zoo’n bakken hindert, te verbieden zich wat op hun gemak te zetten. Maar zou men geene grens aan die wer king kunnen stellen? Want, in den huidigen toestand, bestaat er geen reden, als men aan den eenen toelaat hun halskraag, hun ondervest, hun jas en hunne schoenen af te doen, 13 Oogst men en verdedigen hunne collega’s, toen zij iu T uitoefenen zijn van hun ambt; zij hebben gelijk. Maar, moest een advocaat zich met politiek of financiën of iets dergelijks be moeien, zouden zijne collega's verbitterd zijn, omdat zijne handelwijze aangerand wordt? In ’t geheel niet! Wil de advocaat als advokaat behandeld worden, dat hij zich bepale bij zijne werkzaamheid als advocaat. Juist het zelve geldt voor den priester Willen de priesters als pr iesters geëerbie digd worden, dat zij zich bezighouden met priesterszaken; zoodra zij eenen voet zet ten buiten het element, dat hun eigen is, en bij voorbeeld politiek voeren en in hun nen predikstoel verwijten en schelden, en in hunne dagbladen liegen en lasteren, zij zijn en zij blijven burgers gelijk andere burgers en wij hebben dan het recht hen als politieke burgers te beknibbelen en slecht te vinden dat zij den Godsdienst ver lagen met hem als een politiek wapen te gebruuen;wij hebben dan het recht hen te bestrijden als politieke kiesdravers, die altijd met de woorden vrede, gelatenheid, opoffering, verdraagzaamheid, enz., op hunne lippen staan, maar die geenszins het voorbeeld van die deugden geven, maar, die liever, om reden der klerika le politiek, twisten tweedracht zaaien, ja die de eersten zijn om aan de geloovigen het slecht voorbeeld te geven door haat en nijd, vervolgingsgeest en onverdraag zaamheid aan te preêken. Dat de prieders in hunne kerk blijven en er zich uitsluitend met geestelijke of godsdienstige zaken bezighouden, en zij zullen van iedereen geacht en geërbiedigd worden. Maar, blijven zij zich hals over kop ia de politiek werpen, dan hebben zij ongelijk eene geveinsde verwondering te toonen, omdat wij hunne politiek beknib belen en omdat wij hun, niet als priesters, maar als politieke kiesdravers bestrijden. Zondag Maandag Dinsdag Woensdag 16 Donderdag 17 Vrijdag Zaterdag Betooging 15 Oogst. Dinsdag neemt de Vrijzinnige Volksbond, officieel deel aan de grootsche betooging te Brussel. Het nieuwe prachtige vaandel, alsook een groot getal leden zullen zich bij het ontzaglijk leger antiklerikalen voegen, die dien dag zullen strijden t?gen het grootste onrecht, het meervoudig stemrecht, en tegen de hatelijkste der wetten, de schoolwet van Schollaert. 31 Juli Fornet Genoveva Rosalia, oud 71 j. en 16 d. dochter van Benedikt en Rosalie Paethen en weduwe van Benedikt Hen drik Pauwels. 5 Oogst Sandyck Emiel Remi Frans oud 9 m. 26d. zoon van Bernard en Louisa Lahaye. S-'dert I Januari 1911 41 sterfgevallen. HUWELJIKEN 28 Juli Nieuwenbuyse Edmond Paul oud 23 j. werkman te Oostende en De Witte Alina Paulina oud 23 j. werkvrouw te Nieuport. Sedert 1 Januari 1910 13 huwelijken. Wauxhall!. maak mijn hart maar eens goed waterachtig ik moet blokken! U werkt te veel, jongen! zegt Moe medelijdend eene afleiding zal u wel beko men... Wim werpt eenen vragenden blik tot Pa, U moet het best weten, Willem wat u te doen valt! De jongen heefteen ernstig exaam in’t ver schiet hij wil de legerschool intreden maar hier geldt de spreuk Velen worden geroepen maar weinigen verkoren. (Wordt voortgezet). Philh.arrn.onie Zooals we het hadden aangekondigd, nam de Philharmonio zondag 11. deel aan het festival te Blankenbergha. Vertrok ken om 7,41 u. ’s morgens genoten de muzie kanten, in die lieve badplaats, waar het wemelt en krioelt van vreemde bezoekers, een heerlijke dag. Aldaar rond 6 1/2 uren in den tram gestapt, kwam het alhier rond 9 ure terug. En wat gezegd van die ontzaglijke menigte die onze knappe muziekanten kwamen begroeten! Nooit zagen we alhier zooveel volk! Honderden menschen wachten met ongeduld de Philharmanie af, en honderden harten waren in vreugde toen de tram aanstoomde. Met moeitte kon de muziek zich door die jubbelende menigte een doorgang banen, en het was onder het spelen van geestige marschen, door eene zoo groote opgetogen menigte, waaronder een groot aantal eereleden en dames, en al onze liberale leiders, dat de sloet het lokaal bereikte, waar hij onder een driedub bele hourrah uiteenging. Voorwaar, een der gelukdagen van onze Phil harmonio, aan dewelke steeds met genoegen wordt herdacht. De magnesiamesten en de wet op het minimum. De plant, om het even welken naam zij draagt, kan slechts voortbrengen volgens de hoeveelheid van het. vruchtbaarmakend bestanddeel, dat bet minst in den grond aanwezig is. Nemen wij een voorbeeld. De rogge. Bij het zaaien van dit winter graan, waaraan de landbouwea welhaast gaat denken, moet er stikstof, tosfoorzuur, potasch of magnesia en kalk worden toegediend. Welnu, veronderstellen wij een oogenblik, dat het veld stikstof fosfoorzuur en kalk in overvloed ontvang ja, zelfs meer dan een middelmatigen oogst tot zijne ontwikkeling vereischt, doch dat de magne sia is verwaarloosd, dan zullen in dit geval de eerste voedstoffen slechts voorbrengen, tot zoo verre dat de magnesia, die nog van vroeger in de aardlaag voorhanden was, verbruikt is en... daarmede gedaan! Zonder toevoeging van mag nesia blijven dus de overige voedstoffen werke loos, en de oogst zal geiegeld wezen naar de minst aanwezig zijnde voedslof. Dat is de wet op het minimum Ongelukkiglijk, de meeste landbouwers slaan niet, genoeg acht op die rechtveerdige wet. Indien er dan toch zooveel aan afhangt de be mesting juist te regelen, zoo zalmen weldoen in den Herfst, benevens stikstof, fosfoorzuur, en kalk, ook magnesia te gebruiken en dit ter hoe veelheid van ongeveer 1200 a 2000 kgr. per Ha om alzoo goede oogsten te bekomen. P. S. Daar de magnesiamesten ook 50 °/0 kalk bevatten, zoo heeft men dit laatste bestanddeel niet meer afzonderlijk aan te koopen. Labor, schoten zelfs. De strijd duurt voort en men weet niet hoe hij zal eindigen, want hij wordt van beide zijden met evenveel hardnekkigheid volgehouden. Opgedragen aan het Nieuwsblad dat beweert dat de kerk de vrouw beschermt en in eere houdt. 3' linie. Zondag 11. gaf de kapel van hst 3' linieregiment, onder de kunstvolle leiding van den heer J. Vercauter, baareerste concert. Eene menigte, zooals we er zelden of nooit zagen alhier, was toegestroomd om de goed befaamde muziek te aauhooren. Ook werd zij in hare verwachting niet bedrogen, want de jonge bestuuider heer Vercauter, had eraan gehouden voor het eerste concert gegeven alhier onder zijne leiding, iels puik om zijn programma te zetten, dat ook door zijne uitstekende muziekan ten met zooveel kunstgevoel werd uitgevoerd. Van het begin tot het einde was het een aan dachtig lu’sleren, en daverende toejuichingen waren de weerkaatsing der gevoelens van goed keuringen bewondering der toehoorders. Bravo! heer Vercauter! tot wederziens! Volgens men verneemt uit Napels heb ben de priesters der stad in de kerken en elders eene bedrijvige propaganda gehou den tegen de spannende vrouwenrokken volgens de hedendaagsche mode. Deze op volgers van Tartufe maken de draagsters van gemelde kleedingstukken uit voor zondaressen van Sodoma, dochters van Lneifer en toekomstige prooien der hel. Het gepeupel van Napels dat met de zwartrokken heult, doorliep de straten in benden en zoodra zij eene entravée ontmoetten volgden zij haar al huilende, vloekende en fluitende; weldra waren zij daarmede niet meer tevreden maar begon nen de rokken hunner slachtoffers te scheuren en de ruiten hunner huizen stuk te gooien. Dit alles gebeurde onder de oogen der policie die vreesde de meesters der stad en hunne beschermers, de priesters, te keer gaan. Ook besloten de socialisten tusschen te komen en de verdediging der spannende rokken op zich te nemen. En nu wandelen groepen studenten en werklieden door de stad en telkenmale de bandieten eene entravée te mishande len, komen zij tusschen. Een gevecht in regel ontstaat dan en dikwijls eindigen deze twisten met stokslagen en revolver ’t Is de Kerk die aan de vrouw hare zelfstandigheid bezorgde en haar op de hoogte bracht waar ze nu is. En heel dat artikel, getiteld «Doodkaartje is geschre ven in den lieflijken en welgemanierden trant aan de schrijvers van het Nieuws blad eigen. Daarin beschuldigd de bedrie ger die het opstelde ons juist van de mis drijven welke hij zelf pleegde en dat vindt de redaktie zoo voortreffelijk, dat zij er het hoofdartikel van maakt, dat zij er de eereplaats aan ge ft. Waarlijk, het ver- standelyk peil der leden van den opstel- raad moet wel laag staan en hunne zede lijkheid diep gezonken omoverzulkbrouw- sel geene schaamte te gevoelen, ja om er zelfs mede te prijken. Ha! Nieuwsblad, gij hebt ons voor dood uitgegeven. Welnu, degene die gij doodt zijn nog in bloeiende gezondheid. De twist is altyd open, in zijne gansche uitbreiding over de houding der Kerk tegenover de vrouw en de zoogezegde weldaden die de eerste aan de tweede zou bewezen hebben, maar eerlijk moet gij hem voeren; of zijt gij daartoe misschien niet in staat. Telt gij onder uwe opstellers misschien niets dan bedriegers als Door Doken, Frank Fret, Franz en de schrijver van het artikel Doodkaartje Wy wachten. Van al wat wij tot hiertoe over het onder werp schreven hebben wij niets in te trek ken. Niets van dat all/s hebt gij voldoende kunnen weêrleggen. Al uw liegen en rond den pot draaien heeft me niet geholpen en zal niet helpen. over de belangrijke gemeenteraadszitting waarin de bespreking van de stadsrekening 1909 heeft plaats gehad. De heer De Jaegher heeft er al de schandelijke geldverspillingen en misbruiken, waaraan het stadsbestuur zich plichtig maakt voor oogen gelegd. Ook is er in de gansche stad een kreet van verontwaardiging opgestegen bij het lezen dezer; en alle t ogen zijn voor goed opengegaan. Eenieder weet nu wat erin dien warboel, dien men stadsbestuur noemt, om gaat, en dit dank aan de liberale minderheid, zonder dewelke dit alles in de eeuwige duisternis zou blijven. Het Stinksrtje had met veel toupet over een veertiental dagen, gesproken van kazak geven, van 100 nummers meer te drukken. doch het heeft zich zondag heel stil gehouden, en geen verslag medegedeeld. Wel is waar zal het nu voor den dag komen met een schijn van verslag waar alles wellicht zal verkeerd en verdraaid zijn, waar alle woorden van hunnen tegenstrever zooals naar loffelijke gewoonte zullen verkeerd en verdraaid iu het belachelijke getrokken worden of zelfs dingen bevatten die nooit door den heer De Jaegher zijn uitgesproken geweest, maar toch zal het de cijfers van overschreden kredieten, van onge wettigde uitgaven, enz. niet kunnen loochenen, en alles wat gezegd en bewezen is geweest, zal gezegd blijven en bewezen blijven. Overigens de Nieuportenaars zijn zoo lichtgeloovig niet meer; wat het Stinkertje ook schrijve, of ver draait, of verkeert, of liegt of lastert, de waar heid is gekend, en zal bekend blijven; tot groote schande van die partijdige geldverspillers, van dia on waardige stad bestuurders. -- - Ongeval. De jonge heer Crombez, die deel nam aan de vliegronde van Belgie, wilde dinsdag ten einde de 2* tocht Bergen-Doornik af te leggen, opstijgen, toen op een 30 tal meters hoogte, plotseling naar beneden viel. Een oogen blik van groote ontroering ontstond onder de menigle. Gelukkiglijk is de jonge heer Crombez er met eenige kwetsuren, wraaronder een bijzon der pijnlijke aan den voet, van af gekomen, en zal hij na eenigen dagen verplichte rust weer te been zijn. Dit is overigens onze b iste wensch. derstreept te worden door een groot dag blad La Nacion van Buenos-Ayres. En wij bestatigen met genoegen dat gezegd blad zich rekenschap geeft dat die maat regels voorgeschreven worden omdat onze regeering den kruipenden dienaar is van de slecht begrepene belangen der kwee kers aan wie zij hare enkele stemmen meerderheid verschuldigd is. ’t Is alzoo, schrijft La Nacion, na hulde gebracht te hebben aan de nijver heid en aan de werkzaamheid van het belgisch volk, dat men uitsluitelijk aan politieke oorzaken moet wijten, dat de Belgen hun vieesch zoo duur moeten be talen. De partij die aan ’t hoofd is, telt onder hare kiezers invloedrijke veekwee* kers. En ’t zijn deze laatsten die de regee ring verplichten met hare acht stemmen meerderheid het bescher- mingsstelsel staande te houden. En dat op straffe van hun steun te verliezen bij de Op het onvergetelijke feest van Ronse, haalde M. Fernand Cocq, volksvertegen woordiger van Brussel, eene mededeeling aan, uit een fransch priesterbladje La Voix de Marie van Amiens, waarin men het volgende kon lezen Onlangs, vertelde mij een priester zei de moedige oud minister Schollaert aan zijne Eminentie kardinal Mercier indien er niets bovennatuurlijks tusschen komt dan geloof ik dat de katholieken in Belgie niet lang bet bewind meer zullen houden. Dit gezegde, komende van een man met diepgegronde godsdienstige gevoelens zoo als M. Schollaert, maakte grooten indruk. Mocht het bovennatuurlijke, onverwijl, duidelijk en vast er tusschenkomen! Het wordt tijd dat god zich veropenbare! Dus wordt door de klerikale politiekers, en door de priesters zelfs de Heilige Voor- nigheid, God zelve verplicht van een mira kel te doen! Juist zooals Napol on III in 1870 werd verplicht een zegepraal te behalen tegen de Duitschers op straffe... van afgesteld te worden, ’tgene voorviel, na Sedan! En ze durven zeggen dat liberalen en socialisten godsdienstheters en kerkver- volgers zijn! Mij dunkt dat het eenige mirakel dat ze verwachten geld is, altijd geld! om de gewetens der arme menschen die stem recht hebben, te kunnen uitkoopen, bene vens ’t andere kiesbedrog dat ze gewoon lijk plegen. En ook dat het mirakel bestaat in het jaarlijks toewerpen van twintig miilioen aan de schatrijke kloosters onder voor wendsel van schoolwet en bij middel van den schoolbon! Twintig miilioen per jaar aan de kloos ters, van het geld van alleman? Rat uooit! God zal zulken onzin niet toelaten er moeten te veel arme menschen worden geholpen, vooraleer zulk schandaal kan worden gepleegd! Lange Pol. Een boertje dat aan tandpijn leed, gaat bij een tandmeester, die hem zegt Uw geval is erg. ’k Moet u doen in slapen, maar dat zal u een frank meer s avonds 2,22 2,58 3,37 4,19 5,02 5,52 6,58 Wil u sla met besp? Dat kan ik nog bijtijds klaar spinnen, mijn eomtnandani! en ’k heb nog aardbeien gevonden!... Ha! zoo zal ’t goed zijn 'e scherpe pleinlucht heeft mijnen honger geprikkeld!... Nog een half uurtje geduld, mijn com mandant en ga nu maar bij Mevrouw, die zal u wel wat inschenken! en zonder me meer om Pa te bekreunen, haal ik sla in den nevenkelder... Maar hij roept me toe Minie, wat zou u zeggen, indien ik u mor gen avond naar ’t concert an de Wauxhall bracht? Ik werp mijne groenten op de tafel, en in een sprong hang ik hem aan den hals «Ik zou zeggen U is de liefste, de bemin nelijkste Pa van de wereld!... en ik loop naar boven om het dagblad te halen ik wil het programma kennen. Loop niet weg, Minie, u zal het gebraad in den oven vergeten, en dan verdwijnt alles in rook! ’t concert ook!... En mijn sla! roept hij wanhopig... Maar ik ben reeds terug met het blad gauw den oven geopend, het gebraad besproeid en dan op zoek! Pa bespiedt ma... IK krijg ineens eene kleur als eene hulstbes.... «O Pal dat treft Landoury komt zin gen!... «sea ease ini nnri

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1911 | | pagina 2