EENE ROEPING Em. Lammens en Zonen BELANGRIJK BERICHT Pieter öumoiu-Dansercaer Aannemer van. openbare werken. Bericht. Toiletartikelen Prijsdeelingen Leest en oordeelt Binnen» en Buitenland. Arme Woeste Nieuws uit Nieuport Andermans geestigheid ADELSON DEPLANTER Hoogwater te Nieuport Priesters en politiek Burgerstand van Nieuport GEBOORTEN. f te MENGELWERK 7 Dili IV. (Wordt voortgezet). Ouder het maal wordt er geredekaveld over Landoury’s successen in den Muntschouwburg, over hare heldere, lenige stem, over haar leven dig en bevallig spel met recht noemt men haar het troetelkind der Brusselaars!... Ik heb baar eens gehoord in Hansel en Gre- tel van Humpertinck, maar ’t schijnt dat ze in den Barbier de Sé villa niet evenaren is... Door allen wordt ze met ongemeenen bijval toegejuicht. Wat moet die hulde haar gelukkig maken! zamen overste, jacht make op de kleine kinderen der armen, ’t Zal noodig zijn dat, ten koste van beloften, meer noh van be dreigingen, hij de roem hebbe eene school bevolkt te hebben. Zoo is ’t laatste voor schrift van ’t nieuw apostelambt waaruit de christelijke liefde overvloeit zooals uit een al te vol vat! Dat uwe eerstkomende protesten ons dit walgelijk schouwspel sparen en ons die overmaat van hatelijkheid ontnemen. Zeg het wel, de priester die zich met politiek Havenbeweging. Ingevaren schepen van 1 Januari tot 31 Juli. 1911 79 schepen met 21,002 ton. 1910 60 schepen met 15,094 ton. Vermeerdering 19 schepen en 5908 ton. Jacht. De opening der jacht is alhier vastgesteld op heden 19 Oogst Het blad De Dender, archi klerikaal van strekking, dient aan Woeste de vol gend.e aftakkeling toe, die weinig verge vingsgezinde kristelijke broederlijkheid verraadt. door E 11 E R S ’s morg. 7,40 9,14 10,24 11,21 12- 12,37 1,21 2* 3' 4' 5' 6' 6e 21 De ondergeteekenden maken het geacht pu bliek bekend dat zij van heden af in hun maga zijn voorzien van alle slach van landbouw- machienen, zooals tummel keernens, afroo- mers van alle marken, waschmacbienen laatste model, enz. enz. Yperstraat, f®, Nieuport Onze levenswijze is erg veranderd. Willem krijgen we alleen nog te zien gedu rende de verlofdagen. De legerschool heeft hem ingepalmd. Zijne afwezigheid heeft eene.groote leeg heid in ons huisgezin teweeggebracht ’t ziet er lang zoo vroolii niet meeruit!... Iets kouds is over ons dak neergestort toen hij vertrok... Ik heb de eer te laten weten aan de Hoeren eigenaars der huizen van Nieuport, als dat ik mij belast met het plaatsen van de afleidingbui- zen in grés, binnen de huizen voor het aflos sen der keuken en andere waters. Het plaatsen der buizen zal door mij persoonlijk gedaan en nagezien worden, met zoo weinig schade moge lijk aan vloeren en planchet’ te veroorzaken. Men kan ook ten atle tijde grésbuizen bekomen uit zijn magazijn aan genadige prijzen. P. S. Men gelieve goed in acht te nemen dat ik geene leidingen leg vooraleer de groote riolen in iedere straat zijn gemaakt voor verders alle moeilijkheden te vermijden. Ik heb de eer uwe geëerde orders met dank baarheid te aanvaarden. Qenoeming. Dr uitstekende kapitein onze stadsgenoot heer René Verfaillie, is bij koninkl. besluit van 7 Oogst 11 benoemd tot werkend militair lid bij den militieraad voor Veurne-Diksmuide voorde lichting van 1912. De zittijden van dien militieraad zijn vastge- als volgt Is zittijd van 25 tot 28 September. 2° zittijd op 19 October. 3e zittijd op 28 October, Wij zijn in onze verwachting geenszins bedrogen. Onze Nieuportsche klerikalen zijn woedend omdat wij ons Weekblad over veertien dagen kosteloos uitgedeeld hebben en aldus het gansche kiezerskorps een trouw verslag hebben medegedeeld der laatste gemeenteraadszitting tijdens dewelke de heer De Jaegher, aan wien wij nogmaals hulde brengen, zoo meester lijk heeft bewezen op welke, erbarmelijke manier met ons geld wordt omgesprongen. Zij zijn kwaad, omdat het kiezerskorps hierdoor heeft kunnen begrijpen hoe nood zakelijk het is hier, misschien meer dan elders, de liberale partij sterk vertegen woordigd weze en dra het bestuur in han den neme; hoe onontbeerlijk het is dat er eene oppositie zij, die hunne daden open baar beoordeele,die hunne doenwijze naga en schandvlekke als ’t noodig is Zij zijn mistevreden, omdat door ons Weekblad regelmatig het volk inlichten en het, voor zooveel het ons rnogelijk is, ontsluieren wat vroeger immer een ondoordringbaar misterie bleef. Zij zijn woedend omdat zij niet meer alles onder hen alleen kunnen afhandelen en het kiezerskorps de waar heid niet meer verduiken kunnen. In eene spiritistenvergadering, waar ’t leerstelsel overigens slecht gekend is, roept eene vrouw den geest op van haar afgestorven man. Zijt ge gelukkig, vraagt ze, gelukki ger dan toen ge met mij waart? Veel gelukkiger! Zijt ge in den hemel? Neen ’k ben in de hel!. 20 Oogst Zondag Maandag Dinsdag Woensdag 23 Donderdag 24 Vrijdag Zaterdag Medeburgers van Nieuport, als gij de prachtige collectie onzer klerikale stad huisbazen ontmoet, ontbloot u het hoofd opdat de schitterende stralen van weten schap, licht en hooge kennissen die hunne hersenkas ontvlieden tot uw beneveld brein zouden doordringen! zet uwe oogen wijd open om hun talent, hunne bekwaam heid, hun genie, in stomme verbazing te bewonderen, houdt uweooren goed open om uit den mond dier helden de doorluch tige gedachten op te vatten die Bouillon’s krullekop, in Jantiie’s buikje, in Langbeens gedecoreerde bezemstokken, in Tuftufs gistend verstand, in Lobbe’s schorte, iu witte en grauwe Mops ulder mande, in Chéri’s hieltjes, in ’t Rood Fleschjes glim lachje, in Michels zen baard en denzwij- ger’s puppe als ware kostelijke schatten verborgen zitten! Gedenkt u dat er honderd uren in ’t ronde geen behendiger mannen gevonden worden dan zij als er kwestie is van flnan- tië:>! Gedenkt u dat geen enkel ingenieur tegen hen opwegen kan wanneer het open bare werken betreft! Gedenkt u dat er geen betere verspreiders van onderwijs van kunsten en wetenschappen zijn dan zij! Vlecht lauwerkronen, medeburgers, om hun edel hoofd te versieren, opdat het in oliën luister en g'ans moge glooren en bet dankbare nageslacht aan die redders van ’t kwijnende Nieuport, aan die bt-lang- looze verdedigers onzer belangen een standbeeld oprichte! Zij hebben het (alle scherts ter zijde gelaten) ree ls ten volle verdiend, want bewijzen van hun vernuft van hunne schranderheid, van hun klaar doorzicht gaven zij reeds bij de vleet; zij zijn het overwaardig! terwijl wij., niets kennen, niets weten, ja stommerikken zijn. Nu, tot daar het kan ons slechts vereeren want velen, zeer velen, ja vele klerikalen zelf hoorden wij er anders over oordeelen; hoorden wij den heer De Jae gher ten volle goedkeuren. En wat de rest van hun artikel betreft, wij komen daarop wel eens terug als ’t past bij appetite; wij zullen onze pen eerst nog wat scherpen. Alleen den dag waarop Pa zijne promotie als majoor kreeg, beerschteer weer wat leven. Toch was onze vreugde gematigd door het denkbeeld dat wij Brussel verlaten zouden... Pa was be noemd voor het vierde. Een oogenblik hadden we zelfs den angst beleefd in ’t garnizoen van Aarlen gezonden te worden... Maar dan kwam het bevel dat we voor eenige maanden naar het tuighuis van Contich zouden vertrekken wat ons de hoop liet koesteren dat we nadien, eenige jaren lang te Oostende zouden verblijven. Groote wcu ons in al die verhuizingen niet volgen, zoodat ze bij Tante Lena, hare tweede dochter, die te Elsene woont, haar intrek geno men heeft, totdat we ergens weer standvastig zullen gevestigd zjn... En wij zitten te Contich. Een klein dorp zonder aantrekkelijkheid voor zwervers als wij... Het dorp is nochtans netjes ean breede straat langs weerzijden met mooie burgershuizen be bouwd, brengt u van de statie tot op het kerk plein waar kerk, kerkhof en gemeentehuis, een stille buurtschap vormen. Van het doop sel tot in het graf wordt men behandeld in den zelfden nauwen kring De omstreken moeten heel mooi zijn in den zomer; wijd uitgestrekte vel len strekken zich te allen kante uit De lucht is rein en frisch... I Hier en daar zijn eenige groote landhuizen ver spreid, die niets te maken hebben met de vogel- Schoone keus van allerbeste toiletartikelen, zooals reukwater, zeep, kammen, borstels enz. Scheerzen van uitmuntende kwaliteit. Verkoop van tabak, cigaren, clgaretten enz. van alle merken. Concureerende prijzen. Goede en trouwe bediening bij BARBIER COIFFEUR Eangestraat, 5®, Nieuport Doodgeslagen. Sinds eenigen tijd was twist ontstaan tusschsn Walen en Vlamingen te Monceau o/Samber. De genaamden G. Piraud werd in een gevecht geklopt en zwoer zich te wreken. In gezelschap van zijn broeder en van verscheidene makkers ging hij de Vlamingen afwachten. Een hunner, Leonard D’Hondt, 33 jaar, geboortig van Elsegem, kwam de eerste voorbij. De lafaards wierpen zich op hem en sloegen hem zoodanig dat zijn schedel op twee plaatsen gebroken werd. De man voor dood opgeraapt, werd naar het hospitaal van Bergen gevoerd waar hij bezweek. Het parket van Charleroi heeft een onderzoek daarover ingerichl. Tragische brand. Zondag avond, rond 10 1/2 ure ontstond een hevige brand ter herberg De Groene Bogaard gehouden door Richard Verhelle, metser, gelegen wijk Muizel- hoek te Hulste. De huisgenoolen Verhelle waren nog maar e- .igen tijd te bed, toen zij door vreeselijk ge kraak en geknetter ontwaakten en zagen dat hunne met stroo gedekte woning en aanhoorig- heden in vuur en vlam stonden. Onmiddellijk sprongen de ecntgenooten Ver helle hunne kinderen ter hulp ea konden slechts met de grootste moeite Oer nunner lievelingen redden; toen zij het vijfde, een kindje van om trent 3 jaren wilde redden, was zulks bijna on- De Dender is een blad dat in het eigen mogelijk geworden daar de brandende woning arrondissement van Woeste verschijnt De heer Woeste. Wat moeten wij er mede doen? Waarom op die vraag geen klaar en onbewimpeld antwoord gegeven? Waarom langer zwijgen wat gansch het arrondissement op bet hart... op de lippen ligt? We staan voor een toestand in ons arrondissement, die op het ergste uitkee- ren zal, als we nu geen spoedig en afdoen de middel gebruiken om onze party te zuiveren van den man, die haar niet wil en niet meer kan vooruithelpen. Dat is de verzuchting van het gansche land, van de groote katholieke partij. Dat is onze verzuchting in ons arrondissement. Dat is onze plicht. Daarom moet ons von nis on wederroepelijk luiden Do heer Woeste mag onze vertegen woordiger noch zijn, noch blijven Qu’il s'en aille! Och ja, dat is een hate lijk woord; maar de haer Woeste zelf zal er de bitterheid van weten, omdat hij het zelf voor M. Schollaert gebakken heelt. Wie kan en wie moet er aan land en aan het volk dien dienst bewijzen? Wie moet er aan hem, die ons met schande en schaamte overladen heeft, zeggen Weg! Anders niemand dan wij. Aan ons is het to zeggen Qu’il s’en aille weg! Wij willen niet langer de verantwoordelijkheid dragen, aan het land en aan de partij een man op te drin gen, die ons in de levenskwestie der partij zoo lief komt te verraden. Wij moeten spoedig en moedig dur ven onzen plicht doen en in klare, onbe wimpelde strenge woorden aan den on waardige zeggen Gij zijt bedankt! Ge moet weg! wij aanzien u niet meer als onzen vertegenwoordiger en ge zijt on waardig voor onzen poll. Dat men ons niet kome spreken van verzachtende omstandigheden- - daardoor worden de grootste schelmen vrijgespro ken Zoo gaat alle glorie voorbij zegde reeds de profeet over eeuwen. kooien van den Ouden God Ze liggen ver scholen tusscnen dicht houtgewas, hooge berken met zilveren stam, beuken met breede kruinen, aloude, statige eiken. Ik stel me gemakkelijk voor hoe mooi het er zijn moet in de Lente ot in den Herfst.. Hoe prettig het wezen kan in gindsche bieede laan te kuieren, als de bebladerde boomen u eene lom merrijke wandeling aanbieden.. Maar’t is Winter... en alles is naakt.. geen vogelgezang, geen geritsel van bladeren niets dan zwarte kraaien breken nu en dan, door hun naar gekras, de doodsche stilte. En ik blijf alleen met Pa en Moe en met mijn piano... Zelfs Pluto verlaat ons meestal, omdat hij het gezelschap van Max boven het onze verkiest..., hij volgt steeds den ordonnans met de hoop in den paardenstal te kunnen dringen. In die eenzaamheid leg ik mij op mijne kunst toe, met nog meer geestdriftige;, ijver dan ooit... ’t Is nu mijn eenig verzet... mijn troost! Ik vind het dwaas Pa en Moe, dat ze mij niet toelaten willen het verder te brengen. Da schouwburg schittert mij toe als een aardseh Paradijs.. In het dagblad lees ik niets j anders meer dan de verslaggevingen der vertoo ningen. Ik moet me daarmee wel tevreden stel len, mits we hier verbannen zijn Een zware gemoedelijkheid welt in mij op en weldra wordt het als eene obsessie ik ben I s avonds 8,28 9,52 10,53 11,48 12,13 1,— 1,42 slachtoffer van een burgerlijk vooroordeel en de neiging om mijne roeping te volbiengen, groeit steeds met meer kracht in mij aan. Ik kan mijne moedeloosheid niet langer meer verbergen... Wat ziet u er mistroostig uit, Mime, b zei Pa, toen hij mij eerst zoo zag... u gedraagt zich niet als een soldatenkind!.. Dal twaalfjarig verblijf in de oofdstad heeft u verwend... Geluk kig dat u steeds uw beste verstrooiing met zich voert. Och!... en ik haal met walging de schouders op Het ware nog beter geweest dat ik nooit eene noot muziek geleerd hadde! b Minie!.., b wsnkt Moe. maar te Iaat... Pa heeft me eerst verbaasd aangekeken... dan is hij rood geworden van giamschap Verduiveld!.. roept hij du.erend uit!... Is er ooit nog zulken onzin gehoord uit den mond van een redelijk schepsel... Zijne oogen schoten bliksemschichten hij is recht gestaan, heeft den stoel snakkend weer neergezet en is uitgegaan... de deur achter zich toekleppend... Ik hoor hem een tijdlang over en weer loopen j in de gang... Zulke scène heb ik nooit bijgewoond... i wat voor een ongegronde woede!... Ik ril als een wezel, niet van angst noch van verdriet, maar van verontwaardiging... Mej. Deschacht Jeanne Mej. Reuben Paula Mej. Caltryssa Rosalie Mej. b’Haene Henriette Mej. Danzé Marie Middelbare afdeeling. le studiejaar Mej. Magnel Henrietta 2' Mej. Blonde Elvira. 3e b Mej. Dobbelaere Margaretha UITGANGSEXAMENS. De volgende diplomas werden aan de hierna genoemde leerlingen onder daverende toejui chingen overhandigd M. Hillebrant Emman. met de grootste vrucht; MM. Ackaert Achille, Bogaert Arthur, Vans.ee- ger Louis met groote vrucht; iM. Devry Désiré met vrucht. Mej. Dobbelaere Margaretha en Mej. De Coster Johanna met groote vrucht; Mej. Lesy Adriana met vrucht. (Hier weze ook terloops gezegd, dat geen enkel lid van het besturend bureel het noodig had ge acht zich de moeite te geven, de jury dier exa mens in de middelbare meisjesschool voor te zeteien zooals dit overal wordt gedaan. Voorbeel dige voorstanders van het officieel onderwijs!) Aan al die bekroonden en hunne hoogst gelukkige ouders onze beste gelukwen- schen. Beide feesten liepen in de beste stem ming ten einde, en dames onderwijzeres sen, en heeren onderwijzers, en leerlingen waren uiterst tevreden na een jaar streven eenige weken rust te mogen genieten, om daarna met nieuwen moed zich aan hunne studiën over te leveren. In den Etoile Beige van 11 Augustus lezen wij den hiernavolgenden belangrij ken brief die, zoo ’t schijnt, aan gezegd dagblad gezonden werd door een onder pastoor uit het Walenland. Bij den brief was ’t naamkaartje van den priester ge voegd, oorlof gevende, indien men ’t ge past vond, het schrift te openbaren. De onderpastoor die zulkdanigen brief zou openbaar maken, zou zich zonder twijfel aan den bisschoppelijken toorn blootstellen. Is ’t schrift het werk van een vervalscher? Wij weten ’t niet; maar de uitgedrukte gedachten zijn billijk en ge grond. Wij geven dus de vertaling, onder alle voorbehoud, met den wensch dat de brief openhartig en echt moge wezen en met de hoop dat hij de gevoelens van meer dan een geestelijke uitdrukke Heer Bestuurder, Op een tijdstip van ontsteltenis voor ’t land, denk ik een plicht te vervullen met protest aan te teekenen tegen hetgeen ik de ontwikkeling van den nieuwen gods dienst mag noemen. Het priesterschap scheen mij, in ’t kris ten ideaal, een staat waarin men geroepen was om zich op te offeren, om zich één voor allen te maken, in een verheven denkbeeld van vrede en broederlijkheid. Helaas! de priester die zulks denkt, die zulks beoefent, is, volgens ’t schijnt, een onnoozele, een verachterde, een koele, ’k ging zeggen een verdachte. Indien Chris: tus op aarde terugkwam, zou hij de die naars van ’t nieuw evangelie aantreffen bij de ontvangst van een waggon meststof voor ’t landbouwsyndicaat of eene verga dering van jonge wachten voorzittende, waar er zal besloten worden papiertjes op muren en deuren der stad te plakken. Hij zou ze zien vermomd in scherm- en gym nastiekmeesters of ook nog in tooneel of fanfarenbestuurders. Sommigen be weren dat hij hun zou dank weten voor die veelvoudige ondernemin gen, gezamenlijk de maatschappelijke werken genoemd, en welker doel veel min is christenen te vormen dan kiezers te kweeken. De inrichting had, tot nu toe, nog geene volledige ontluiking gekend. Voortaan zal ’t noodig zijn dat, voor eenige centen, de priester, de kerk verlatende, in gansch Belgie, volgens de wenken van een waak- Wij begrijpen hunne woede, hun haat tegen al wie liberaal is en voor zijne meeniog durft vooruitkomen. Is het dan te verwonderen dat de liefelijkste scheld woorden ons volgens loffelijke gewmonte door het Stinkertjë naar het hoofd worden geslingerd en wij met du meest vleiende benamingen worden vereerd? Gedenkt eens... we zijn stommerikken, domme vlegels; wij weten niets, wij ken nen niets, noch min noch meer. Maar zij... dat is wat anders... zij zijn toonbeelden bemoeit is de wolf schaapherder gewor- yan bekwaamheid... zij zijn genieën!?! den; in stede van te verzoenen, verdeelt hij; in stede van eendracht te zaaien, stookt hij haat; in stede van ’t schaap tot in keer te brengen, verwijdert hij het en raakt het kwijt. Het is nuttig dat, in naam van ’t gods dienstig begrip, onteerd door degenen die voor zijne getrouwste verdedigers willen doorgaan, er zich eene stem verheffe om de heiligschendende verbintenis van gods dienst en politiek aan te klagen. Ik weet dat met mijn naam te leveren, ik mij blootstel aan de plagerijen, du kwellingen, de beleedigingen van de partijgangers der vrijheid.... van den huisvader; niettemin veroorloof ik u desnoods mijn naam te doen kennen. Indien’t noodig is. zal ik ’t zwart brood eten; maar’kzal, als kostbare schadeloosstelling voor de beleedigingen en de vervolgingen, den troost hebben de verantwoordelijkheid van mijn maafschap- pelijken invloed te hebben bevrijd, met, op een bedenkelijken stond, een plicht van waarheid en oprechtheid volbracht hebben. Gelief enz. ee echte vuurpoel geworden was. Ouders en kinders en geburen stonden te jammeren; toen eensklaps Jan Snauwaert een gebuur van Verhelle, moedig de brandende woning binnendrong; na eenige oogenblikken verscheen hij met het kindje, en biacbt het be houden in armen der weeoende moeder. Eene welgemeends ovatie werd dr o’de orn- staanders aan den onverschrokken redder ge bracht. Gansch het huis met bijgebouwen, geld, juweelen, meubelen, oogst, alm, een rijwiel, enz enz., werden vernield. Er bestaat gedeeltelijke verzekering. De wo ning hoorde toe aan de weduwe Vandekerckhove van Holste. De woning van Jan Snauwaert heeft ook veel schade geleden. Dank aan de tusschenkomst van de geburen en Jan Snauwaert werd eene echte ramp ver meden want dichtbij stond de vlasfabriek en eene groote schuur vol met vlas van Jan Snau waert. De schade is zeer groote, de oorzaak is onbe kend. Een onderzoek is door den veldwachter Libeer ingesteld. Verdronken Zondag namiddag, om 4 ure, waren twee jongelingen, familieleden, de genaamden Alidoor Terryn, 17 jaar oud, wonen de Rousselareweg en Albert De Seyo, 19 jaar oud, wonende Onkene Steenweg, in de vaart te Rumbeke gaan zwemmen. Alidoor Terryn kon niet zwemmen, zijn gezel had eene koord rond het lichaam en trok hem verder. Eensklaps school de knaap los. Terrijn verdween in de diepte en verdronk. Op hetzelfde oogenblik kreeg De Seyn eene draaiing en verdween op zijne beurt onder water. Eenigen tijd nadien werden de beide lijken opgehaald en naar het Oud Manhuis overgo- bracht. Het ongeluk heeft eene groote ontroering in de gemeente teweeg gebracht. Slachtoffers van de petrool. Maria De Winter, 18 jaar, geboortig van Steen dorp, op het binnenschip baars vaders, gemeerd aan de Godefriduskaai, te Antwerpen, goot zater dag avond petrool in de kachel. De kan ontplofte en het meisje bekwam brandwonden aan het aangezicht, het bovenlichaam en de armen. Na verzorging werd het slachtoffer in hoogst be denkelijken toestand naar het gasthuis overge bracht. De echtgenoote Jozelina Van Broeckhovèn, 35 jaar, Kattenstraat, 3 te Antwerpen goot zater dag namiddag petrool in de kachel. De kan ont plofte, bare kleederen schoten in brand en in in een oogwenk was zij door vlammen omhuld. Op hare kreten snelde haren broeder toe, die het vuur uitdoofde. Zij werd afgrijselijk verbrand naar het gasthuis overgebracht. De broeder werd aan de handen verbrand. Hevige brand. Een hevige brand, eene ware ramp veroorzakende, is zaterdag te Méry-sur-Seine, uitgebroken. Het vuur dat bij eenen bakker ontstaan was en niet spoedig kon gebluscht worden, bij gebrek aan water, deelde zich zoo snel aan de aanpalen de woningen mede, dat de vlammen in korten tijd reeds een dertigtal huizen had aangestast en slechts een vuurgloed vormde. Van bet begin der ramp dat de meier hulp gevraagd te Troyes, waar de pompiers en een batahon der jagers te paard onmiddelijk met den trein naar Méry-sur-Seine vertrokken. De pompiers van Romiliy en aanpalende ge meente waren ter plaats gesneld om den vieese lijken brand te bestrijden. Om 10 ure ’s avonds lagen reeds dertig huizen en de kerk in puin en nog immers woelde het vuur voort. Zondag morgen was men het vuur meester; 58 huizen zijn met gansch den inboedel de prooi der vlammen geworden. Daar de waterputten door de droogte ledig waren, moest men het water uit de Seine putten. Niettegenstaande de opoffering der bewoners en de tusschenkomst van de pompiers van meer dan twintig gemeenten kon men den brand niet beperken en moest men alles laten afbranden. Meer dan 50 huizen, schuren en stallingen werden op eene opervlakte van meer dan 20,000 vierkante meiers ten gronde vernield. Brand. Maandag namiddag, rond 6 ure, is een hevige brand uitgeborsten, welke de stalingen en schuur in asch heeft gelegd van de landbouwer August Luyck, aan de statie van Wiebelen. De brand was ontstaan in de schuur nabij den hooischelf en zette zich zoo ras voort dat men nauwelijks ieo tijd had het paard en twee koeien te redden welke reeds erge brandwonden beko men ha Hen. De pompiers snelden spoedig ter plaats en bestreden moedig den vuurpoel. Het was vreese lijk om de beesten daar levend te zien verbran den. Er zijn 4 koeien en 4 varkens in den brand gebleven De twee koeien, welke gered werden, moesten terplaats afgemaakt worden, wegens de bekomen brandwonden. Na twee uren werkens kon men den brand bemeesteren en het huis vrijwaren. Vrouw Luyckx was door de brandramp zoo 11 Aug. Wybo Karei Lodewijk zoon van Laurent en Elisa ’t Jaeckx Se lort 1 Januari 1911 71 geboorten. STERFGEVALLEN. 7 Aug. De Vacht Gustaaf Cornelis oud 1 m. 23 d. zoon van Cyrille en Maria Thery. Sedert 1 Januari 1911 43 sterfgevallen. HUWELIJKSAANKONDIGINGEN. Cornette Jeroom Cornelius, weduwnaar van Elodia Dequeker, slachter te Rousbrugge en Duflou Maria Emma zouder beroep te Nieuport. Lemaire Emile Karei visscher te Oostduinker- ke en Mercy Elisa Rosalia werkvrouwte Nieuport erg ontsteld, dat zij bijna krankzinnig werd en door eenen geneesheer moest verzorgd worden. De schade wordt gerekend op 55000 fr.; gansch de oogst en alles wat in de schuur zat is de prooi der vlammen geworden. Alles is verzekerd. Leupegem. Donderdag morgen, om 6 ure, is het lijk van Karaiel Gabrieau, 43 jaren, werkman, opgehaald uit de Schelde, nabij de spoorwegbrug. De ongelukkige was terug uit Frankrijk, waar hij in den oogst had gewerkt, gekomen en was ziekelijk. Hij was zondag den geneesheer gaan raadplegen en was sedart ver dwenen, Hij woonde te Ellezelles en laat eene weduwe met verscheidene kinderen achter. jPetegem. De weduwe van Francies Ca- sier, wonende Scheldekant, is zoo ongelukkig van de trappen barer woning gevallen, dat baar been op twee plaatsen gebroken werd. De knecht van den rnelkvoerder Debeurme is bij het afspringen van zijne kar gevallen, hij werd aan het been gekwetst en den voet ont wricht, Een geneesheer heeft beiden verzorgd. Huysse. Dinsdag morgen, om 7 1/2 uur, i is eene tarwe en een roggemijt afgebrand van den landbouwer Van Dorpe, op den Geitenhoek. De schade wordt op 1000 fr geschat. Nokere. Dinsdag nacht is op de wijk Nellekenskeer eene werkmanswoning afgebrand. Daar het huis eene leemen bui was werd het op weinig tijd, met alles wat er zich in bevond, de prooi der vlammen. Nederbrakel. Dinsdag morgen, rond 1 ure, is er brand ontstaan in de tweewoonst be woond door wed. De Clercq en Henri Carlier. Beide woonhuizen, met stallingen en schuur, zijn de prooi der vlammen geworden. Met groote moeite is men erin gelukt het vee te redden. Doch het landbouwalm, graan en stroo zijn totaal vernield. De pompiers waren spoedig ter plaats, doch aan blusschen viel niet, te denken, zij konden zich enkel beijveren met het vrijwaren der andere woningen. Er bestaat eene gedeelte lijke verzekering. De oorzaak is onbekend. ongelukkiger! brand der lokalen der Mid- delbare meisjesschool waren deze plech- i tigheden door de katholieke schoolverde I digers(?) afgeschaft, die nu eindelijk onder het herhaald aandringen der liberale partij niet anders gedurfd hebben voor zeker met tegenzin dan de Stadshalle ter beschikking der hoofden dier scholen te stellen. Op het gestelde uur verdrong zich beide dagen eene uitgezóchte menigte in de ruime zaal. Een groot getal ouders, en vele voorstanders van liet officieele on derwijs hadden er aan gehouden die zoo gezellige feesten door hunne tegenwoor digheid te vereeren, terwijl de gelukkige kinders, allen verrukkelijk uitgedoscht, met ongeduld het begin der uit te voeren nummers afwachten. We zullen in geene bijzonderheden tre den, doch enkel zeggen, dat, tot groot lof van de dames onderwijzeressen en de hoeren onderwijzers, alles opperbest van stapel liep, en dat menig ouderhart klopte van fierheid als ze hunne lieveli gen met zooveel overtuiging en aanleg door hun spel of zang de zaal in verrukking hoor den brengen. Daarna greep telkendage de prijsuitrei king plaats, en tot bewijs dat de katholie ken die zich nochtans tegen deze bewering zoo hevig trachten te verzetten, zulke groote voorstanders zijn van het officieel onderwijs zullen we zeggen dat den don- derdag slechts een enkel li l van het be sturend bureel het zich waardig had ge vonden op die plechtigheid tegenw’oordig te zijn; geen enkel der katholieke schepe nen of gemeenteraadsleden vertegenwoor digden de stad, terwijl de liberale min derheid zich gelukkig achtte die onderwijs gestichten te komen begroeten. Ziehier de namen der leerlingen die in versoheideue klassen den eersten prijs bebben behaald. Middelbare Jongensschool. Voorbereidende afdeeling. 1* studiejaar M. Vermeire René M, Deplantsr Louis M. Van Elverdinghe Joris M. Decroo Henri M. Cloet Charles M. Houvenaeghel Emiel Middelbare afdeeling. 1'studiejaar M. Dedecker Franz 2" b M. Poublon William M. Vermout Georges 3* b M. Hillebrandt Emmanuel Middelbare Meisjesschool. Voorbereidende afdeeling. studiejaar Mej. Deplanler Ernestine scheldt, dat zijne lezers moeten denken dat het doelt op den vers van den profeet David waaraan hij zijn geheel artikel wijdt, en niet op de aan halingen uit de brieven van Paulus, waarop hij zich weder wacht te antwoorden. Een eerlijke godsdienst, Mijnheer, zouden wij niet bekampen. Maar de volksbedriegerij in zake van Godsdiensten wetenschap, de inmenging van den godsdienst in de politiek, dat bekampen wij. Wilt gij ons, daarom godsdiensthater, ge- geloofsvervolger en zoo meer noemen, het kan ons niet schelen; wij zullen daarom aan den plicht het volk in te lichten niet te kort blijven. En nu van dien vers van den profeet geproken Dus volgens u zelf, terwijl wij schreven (met eene fout zon gij wilt). In iniquitatifbuB concepit me mater mea b moest het zijn et in peccatis concepit me mater mea. Welnu wij vragen u Waar is het verschil? Onnoodig allerhande godsgeleerde karpelspron- gen te maken om te zoeken, zooals uwe uitdruk king luidt naar den letterlijken zin hij staat er klaar en duidelijk en tn zonde heeft mijne moeder mij ontvangen b Het is wel waar dat, in het geheele van den psalm, David zijn eigen vernedert voor God en vergiffenis vraagt voor zijne zonden; maar daar uit kan men slechts besluiten dat hij zijne moe der bevuilt om zich zelf te verschoonen, wat niet zeer schoon is voor een koninklijken profeet. Dat de katholieke schriftgeleerden dat, door be hendige karpeisprongen trachten goed te maken is nogal natuurlijk, maar dat kan tegen het feit zelf niet op. In die kunst gaat onze tegenstrever zoo ver dat hij eenvoudig aen latijnschen tekst op zijde stelt om van den Hebreeuwschen te spreken. Dit zou misschien passen voor een rationalist, maar niet voor hem, want hij, katho liek, moet zich onderwerpen aan de beslissing van het concilie van Trente volgens dewelke de latijnsche Vulgate den eenigen officieelen tekst der heilige schriftuur beval. En had David nu ook nog in het Hebreeuwsch gezegd en in zonde heeft mijne moeder mij gekoesterd dan nog blijft het vast dat hij ook door dien tekst zijne moeder heeft beleedigd. En wat meer is er kan geene spraak zgn te bsweran dat David op de erfzonde en de daaruit voortspruitende aangeborene neigingen doelde. Dat sprookje van de erfzonde dagteekent slechts van den tijd van den H. Augustinus, die er de ware uitvinder van is. De zoogezegde bewijzen van dit dogma, welke men in le schriftuur zoekt houden geen stand, zelfs met den tekst van Paulus (Rom. V 12) welke In de latijnsche verta ling dan nog vervalscht werd. De kerkvaders der vier eeiste eeuwen geloofden meestal aan de erfzonde niet. (Zie daarover Lemorin; Vérités d’hier, blz. 229 tot 235). Maar met menschen bij wie het er niet op aankomt da waarheid te zoeken; maar beweren in ’t bezit ta zijn dier waarheid; met menschen voor wie alle middeltjes goed zijn om hunne waarheid, of wat zij daarvoor nemen, slaande te houden en aan hunne medemenschen ta verdui ken wat ze zou kunnen omverstoolen met zulke menschen baten geene redaueeringen. Warneer men hun rechtzinnig en uit waarheidsliefde een punt toegeeft, zeggen zij Da Muis zit in de val b en verblijden zich als een kind dat zijn meester op eene dwaling betrapte. Maar zij zelf zullen zich wel wachten alzoo le handelen van zoodra een of ander punt hun in moeilijkheid brengt zwijgen zij er an Dat is voorzichtig! In alle geval, in de \al is de muis nog niet, al tracht men bet de lezers van het Nieuwsblad te doen gelooven. Op Donderdag 3" en Vrijdag 4a dezer hebben opvolgentlijk d plechtige prijsuit reikingen voor de Middelbare meisjes- en jongensschool plaats gehad. Sedert den e ®£3! ESW9 ---- -- I 25 26 28 3' 4' 5' 22 B -—Ss—- -r-,.,, B B B B B

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1911 | | pagina 2