EENE ROEPING
Em. Lammens en Zonen
BELANGRIJK BERICHT
Pieter öumoiu-Dansercaer
Aannemer van. openbare werken.
Bericht.
Toiletartikelen
Prijsdeelingen
Leest en oordeelt
Binnen» en Buitenland.
Arme Woeste
Nieuws uit Nieuport
Andermans geestigheid
ADELSON DEPLANTER
Hoogwater te Nieuport
Priesters en politiek
Burgerstand van Nieuport
GEBOORTEN.
f
te
MENGELWERK
7
Dili
IV.
(Wordt voortgezet).
Ouder het maal wordt er geredekaveld over
Landoury’s successen in den Muntschouwburg,
over hare heldere, lenige stem, over haar leven
dig en bevallig spel met recht noemt men
haar het troetelkind der Brusselaars!...
Ik heb baar eens gehoord in Hansel en Gre-
tel van Humpertinck, maar ’t schijnt dat ze in
den Barbier de Sé villa niet evenaren is...
Door allen wordt ze met ongemeenen bijval
toegejuicht. Wat moet die hulde haar gelukkig
maken!
zamen overste, jacht make op de kleine
kinderen der armen, ’t Zal noodig zijn dat,
ten koste van beloften, meer noh van be
dreigingen, hij de roem hebbe eene school
bevolkt te hebben. Zoo is ’t laatste voor
schrift van ’t nieuw apostelambt waaruit
de christelijke liefde overvloeit zooals uit
een al te vol vat!
Dat uwe eerstkomende protesten ons dit
walgelijk schouwspel sparen en ons die
overmaat van hatelijkheid ontnemen. Zeg
het wel, de priester die zich met politiek
Havenbeweging. Ingevaren schepen
van 1 Januari tot 31 Juli.
1911 79 schepen met 21,002 ton.
1910 60 schepen met 15,094 ton.
Vermeerdering 19 schepen en 5908 ton.
Jacht. De opening der jacht is alhier
vastgesteld op heden 19 Oogst
Het blad De Dender, archi klerikaal
van strekking, dient aan Woeste de vol
gend.e aftakkeling toe, die weinig verge
vingsgezinde kristelijke broederlijkheid
verraadt.
door
E 11 E R S
’s morg.
7,40
9,14
10,24
11,21
12-
12,37
1,21
2*
3'
4'
5'
6'
6e
21
De ondergeteekenden maken het geacht pu
bliek bekend dat zij van heden af in hun maga
zijn voorzien van alle slach van landbouw-
machienen, zooals tummel keernens, afroo-
mers van alle marken, waschmacbienen laatste
model, enz. enz.
Yperstraat, f®, Nieuport
Onze levenswijze is erg veranderd.
Willem krijgen we alleen nog te zien gedu
rende de verlofdagen. De legerschool heeft hem
ingepalmd.
Zijne afwezigheid heeft eene.groote leeg
heid in ons huisgezin teweeggebracht ’t ziet er
lang zoo vroolii niet meeruit!... Iets kouds is
over ons dak neergestort toen hij vertrok...
Ik heb de eer te laten weten aan de Hoeren
eigenaars der huizen van Nieuport, als dat ik mij
belast met het plaatsen van de afleidingbui-
zen in grés, binnen de huizen voor het aflos
sen der keuken en andere waters. Het plaatsen
der buizen zal door mij persoonlijk gedaan en
nagezien worden, met zoo weinig schade moge
lijk aan vloeren en planchet’ te veroorzaken.
Men kan ook ten atle tijde grésbuizen bekomen
uit zijn magazijn aan genadige prijzen.
P. S. Men gelieve goed in acht te nemen dat
ik geene leidingen leg vooraleer de groote riolen
in iedere straat zijn gemaakt voor verders alle
moeilijkheden te vermijden.
Ik heb de eer uwe geëerde orders met dank
baarheid te aanvaarden.
Qenoeming. Dr uitstekende kapitein
onze stadsgenoot heer René Verfaillie, is bij
koninkl. besluit van 7 Oogst 11 benoemd tot
werkend militair lid bij den militieraad voor
Veurne-Diksmuide voorde lichting van 1912.
De zittijden van dien militieraad zijn vastge-
als volgt
Is zittijd van 25 tot 28 September.
2° zittijd op 19 October.
3e zittijd op 28 October,
Wij zijn in onze verwachting geenszins
bedrogen. Onze Nieuportsche klerikalen
zijn woedend omdat wij ons Weekblad
over veertien dagen kosteloos uitgedeeld
hebben en aldus het gansche kiezerskorps
een trouw verslag hebben medegedeeld
der laatste gemeenteraadszitting tijdens
dewelke de heer De Jaegher, aan wien
wij nogmaals hulde brengen, zoo meester
lijk heeft bewezen op welke, erbarmelijke
manier met ons geld wordt omgesprongen.
Zij zijn kwaad, omdat het kiezerskorps
hierdoor heeft kunnen begrijpen hoe nood
zakelijk het is hier, misschien meer dan
elders, de liberale partij sterk vertegen
woordigd weze en dra het bestuur in han
den neme; hoe onontbeerlijk het is dat er
eene oppositie zij, die hunne daden open
baar beoordeele,die hunne doenwijze naga
en schandvlekke als ’t noodig is Zij zijn
mistevreden, omdat door ons Weekblad
regelmatig het volk inlichten en het, voor
zooveel het ons rnogelijk is, ontsluieren
wat vroeger immer een ondoordringbaar
misterie bleef. Zij zijn woedend omdat zij
niet meer alles onder hen alleen kunnen
afhandelen en het kiezerskorps de waar
heid niet meer verduiken kunnen.
In eene spiritistenvergadering, waar ’t
leerstelsel overigens slecht gekend is,
roept eene vrouw den geest op van haar
afgestorven man.
Zijt ge gelukkig, vraagt ze, gelukki
ger dan toen ge met mij waart?
Veel gelukkiger!
Zijt ge in den hemel?
Neen ’k ben in de hel!.
20 Oogst
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag 23
Donderdag 24
Vrijdag
Zaterdag
Medeburgers van Nieuport, als gij de
prachtige collectie onzer klerikale stad
huisbazen ontmoet, ontbloot u het hoofd
opdat de schitterende stralen van weten
schap, licht en hooge kennissen die hunne
hersenkas ontvlieden tot uw beneveld
brein zouden doordringen! zet uwe oogen
wijd open om hun talent, hunne bekwaam
heid, hun genie, in stomme verbazing te
bewonderen, houdt uweooren goed open
om uit den mond dier helden de doorluch
tige gedachten op te vatten die Bouillon’s
krullekop, in Jantiie’s buikje, in Langbeens
gedecoreerde bezemstokken, in Tuftufs
gistend verstand, in Lobbe’s schorte, iu
witte en grauwe Mops ulder mande, in
Chéri’s hieltjes, in ’t Rood Fleschjes glim
lachje, in Michels zen baard en denzwij-
ger’s puppe als ware kostelijke schatten
verborgen zitten!
Gedenkt u dat er honderd uren in ’t
ronde geen behendiger mannen gevonden
worden dan zij als er kwestie is van flnan-
tië:>! Gedenkt u dat geen enkel ingenieur
tegen hen opwegen kan wanneer het open
bare werken betreft! Gedenkt u dat er
geen betere verspreiders van onderwijs
van kunsten en wetenschappen zijn dan
zij! Vlecht lauwerkronen, medeburgers,
om hun edel hoofd te versieren, opdat het
in oliën luister en g'ans moge glooren en
bet dankbare nageslacht aan die redders
van ’t kwijnende Nieuport, aan die bt-lang-
looze verdedigers onzer belangen een
standbeeld oprichte! Zij hebben het (alle
scherts ter zijde gelaten) ree ls ten volle
verdiend, want bewijzen van hun vernuft
van hunne schranderheid, van hun klaar
doorzicht gaven zij reeds bij de vleet; zij
zijn het overwaardig! terwijl wij., niets
kennen, niets weten, ja stommerikken
zijn. Nu, tot daar het kan ons slechts
vereeren want velen, zeer velen, ja vele
klerikalen zelf hoorden wij er anders over
oordeelen; hoorden wij den heer De Jae
gher ten volle goedkeuren.
En wat de rest van hun artikel betreft,
wij komen daarop wel eens terug als ’t
past bij appetite; wij zullen onze pen eerst
nog wat scherpen.
Alleen den dag waarop Pa zijne promotie als
majoor kreeg, beerschteer weer wat leven. Toch
was onze vreugde gematigd door het denkbeeld
dat wij Brussel verlaten zouden... Pa was be
noemd voor het vierde. Een oogenblik hadden
we zelfs den angst beleefd in ’t garnizoen van
Aarlen gezonden te worden... Maar dan kwam
het bevel dat we voor eenige maanden naar het
tuighuis van Contich zouden vertrekken wat
ons de hoop liet koesteren dat we nadien, eenige
jaren lang te Oostende zouden verblijven.
Groote wcu ons in al die verhuizingen niet
volgen, zoodat ze bij Tante Lena, hare tweede
dochter, die te Elsene woont, haar intrek geno
men heeft, totdat we ergens weer standvastig
zullen gevestigd zjn...
En wij zitten te Contich. Een klein dorp
zonder aantrekkelijkheid voor zwervers als wij...
Het dorp is nochtans netjes ean breede straat
langs weerzijden met mooie burgershuizen be
bouwd, brengt u van de statie tot op het kerk
plein waar kerk, kerkhof en gemeentehuis,
een stille buurtschap vormen. Van het doop
sel tot in het graf wordt men behandeld in den
zelfden nauwen kring
De omstreken moeten heel mooi zijn in den
zomer; wijd uitgestrekte vel len strekken zich te
allen kante uit De lucht is rein en frisch...
I Hier en daar zijn eenige groote landhuizen ver
spreid, die niets te maken hebben met de vogel-
Schoone keus van allerbeste toiletartikelen,
zooals reukwater, zeep, kammen, borstels enz.
Scheerzen van uitmuntende kwaliteit.
Verkoop van tabak, cigaren, clgaretten enz.
van alle merken. Concureerende prijzen.
Goede en trouwe bediening bij
BARBIER COIFFEUR
Eangestraat, 5®, Nieuport
Doodgeslagen. Sinds eenigen tijd was
twist ontstaan tusschsn Walen en Vlamingen te
Monceau o/Samber. De genaamden G. Piraud
werd in een gevecht geklopt en zwoer zich te
wreken. In gezelschap van zijn broeder en van
verscheidene makkers ging hij de Vlamingen
afwachten. Een hunner, Leonard D’Hondt, 33
jaar, geboortig van Elsegem, kwam de eerste
voorbij.
De lafaards wierpen zich op hem en sloegen
hem zoodanig dat zijn schedel op twee plaatsen
gebroken werd. De man voor dood opgeraapt,
werd naar het hospitaal van Bergen gevoerd
waar hij bezweek.
Het parket van Charleroi heeft een onderzoek
daarover ingerichl.
Tragische brand. Zondag avond,
rond 10 1/2 ure ontstond een hevige brand ter
herberg De Groene Bogaard gehouden door
Richard Verhelle, metser, gelegen wijk Muizel-
hoek te Hulste.
De huisgenoolen Verhelle waren nog maar
e- .igen tijd te bed, toen zij door vreeselijk ge
kraak en geknetter ontwaakten en zagen dat
hunne met stroo gedekte woning en aanhoorig-
heden in vuur en vlam stonden.
Onmiddellijk sprongen de ecntgenooten Ver
helle hunne kinderen ter hulp ea konden slechts
met de grootste moeite Oer nunner lievelingen
redden; toen zij het vijfde, een kindje van om
trent 3 jaren wilde redden, was zulks bijna on-
De Dender is een blad dat in het eigen mogelijk geworden daar de brandende woning
arrondissement van Woeste verschijnt
De heer Woeste. Wat moeten wij er
mede doen? Waarom op die vraag geen
klaar en onbewimpeld antwoord gegeven?
Waarom langer zwijgen wat gansch
het arrondissement op bet hart... op de
lippen ligt?
We staan voor een toestand in ons
arrondissement, die op het ergste uitkee-
ren zal, als we nu geen spoedig en afdoen
de middel gebruiken om onze party te
zuiveren van den man, die haar niet wil
en niet meer kan vooruithelpen.
Dat is de verzuchting van het gansche
land, van de groote katholieke partij. Dat
is onze verzuchting in ons arrondissement.
Dat is onze plicht. Daarom moet ons von
nis on wederroepelijk luiden
Do heer Woeste mag onze vertegen
woordiger noch zijn, noch blijven
Qu’il s'en aille! Och ja, dat is een hate
lijk woord; maar de haer Woeste zelf zal
er de bitterheid van weten, omdat hij het
zelf voor M. Schollaert gebakken heelt.
Wie kan en wie moet er aan land en
aan het volk dien dienst bewijzen? Wie
moet er aan hem, die ons met schande en
schaamte overladen heeft, zeggen Weg!
Anders niemand dan wij.
Aan ons is het to zeggen Qu’il
s’en aille weg! Wij willen niet langer
de verantwoordelijkheid dragen, aan het
land en aan de partij een man op te drin
gen, die ons in de levenskwestie der partij
zoo lief komt te verraden.
Wij moeten spoedig en moedig dur
ven onzen plicht doen en in klare, onbe
wimpelde strenge woorden aan den on
waardige zeggen Gij zijt bedankt! Ge
moet weg! wij aanzien u niet meer als
onzen vertegenwoordiger en ge zijt
on waardig voor onzen poll.
Dat men ons niet kome spreken van
verzachtende omstandigheden- - daardoor
worden de grootste schelmen vrijgespro
ken
Zoo gaat alle glorie voorbij zegde
reeds de profeet over eeuwen.
kooien van den Ouden God Ze liggen ver
scholen tusscnen dicht houtgewas, hooge berken
met zilveren stam, beuken met breede kruinen,
aloude, statige eiken.
Ik stel me gemakkelijk voor hoe mooi het er
zijn moet in de Lente ot in den Herfst.. Hoe
prettig het wezen kan in gindsche bieede laan te
kuieren, als de bebladerde boomen u eene lom
merrijke wandeling aanbieden..
Maar’t is Winter... en alles is naakt.. geen
vogelgezang, geen geritsel van bladeren niets
dan zwarte kraaien breken nu en dan, door hun
naar gekras, de doodsche stilte. En ik blijf
alleen met Pa en Moe en met mijn piano...
Zelfs Pluto verlaat ons meestal, omdat hij het
gezelschap van Max boven het onze verkiest...,
hij volgt steeds den ordonnans met de hoop in
den paardenstal te kunnen dringen.
In die eenzaamheid leg ik mij op mijne kunst
toe, met nog meer geestdriftige;, ijver dan ooit...
’t Is nu mijn eenig verzet... mijn troost!
Ik vind het dwaas Pa en Moe, dat ze mij niet
toelaten willen het verder te brengen.
Da schouwburg schittert mij toe als een
aardseh Paradijs.. In het dagblad lees ik niets j
anders meer dan de verslaggevingen der vertoo
ningen. Ik moet me daarmee wel tevreden stel
len, mits we hier verbannen zijn
Een zware gemoedelijkheid welt in mij op
en weldra wordt het als eene obsessie ik ben I
s avonds
8,28
9,52
10,53
11,48
12,13
1,—
1,42
slachtoffer van een burgerlijk vooroordeel
en de neiging om mijne roeping te volbiengen,
groeit steeds met meer kracht in mij aan.
Ik kan mijne moedeloosheid niet langer meer
verbergen...
Wat ziet u er mistroostig uit, Mime, b
zei Pa, toen hij mij eerst zoo zag... u gedraagt
zich niet als een soldatenkind!.. Dal twaalfjarig
verblijf in de oofdstad heeft u verwend... Geluk
kig dat u steeds uw beste verstrooiing met zich
voert.
Och!... en ik haal met walging de
schouders op Het ware nog beter geweest
dat ik nooit eene noot muziek geleerd hadde! b
Minie!.., b wsnkt Moe. maar te Iaat... Pa
heeft me eerst verbaasd aangekeken... dan is hij
rood geworden van giamschap
Verduiveld!.. roept hij du.erend uit!...
Is er ooit nog zulken onzin gehoord uit den
mond van een redelijk schepsel... Zijne oogen
schoten bliksemschichten hij is recht gestaan,
heeft den stoel snakkend weer neergezet en is
uitgegaan... de deur achter zich toekleppend...
Ik hoor hem een tijdlang over en weer loopen
j in de gang...
Zulke scène heb ik nooit bijgewoond...
i wat voor een ongegronde woede!... Ik ril als een
wezel, niet van angst noch van verdriet, maar
van verontwaardiging...
Mej. Deschacht Jeanne
Mej. Reuben Paula
Mej. Caltryssa Rosalie
Mej. b’Haene Henriette
Mej. Danzé Marie
Middelbare afdeeling.
le studiejaar Mej. Magnel Henrietta
2' Mej. Blonde Elvira.
3e b Mej. Dobbelaere Margaretha
UITGANGSEXAMENS.
De volgende diplomas werden aan de hierna
genoemde leerlingen onder daverende toejui
chingen overhandigd
M. Hillebrant Emman. met de grootste vrucht;
MM. Ackaert Achille, Bogaert Arthur, Vans.ee-
ger Louis met groote vrucht; iM. Devry Désiré
met vrucht.
Mej. Dobbelaere Margaretha en Mej. De Coster
Johanna met groote vrucht; Mej. Lesy Adriana
met vrucht.
(Hier weze ook terloops gezegd, dat geen enkel
lid van het besturend bureel het noodig had ge
acht zich de moeite te geven, de jury dier exa
mens in de middelbare meisjesschool voor te
zeteien zooals dit overal wordt gedaan. Voorbeel
dige voorstanders van het officieel onderwijs!)
Aan al die bekroonden en hunne hoogst
gelukkige ouders onze beste gelukwen-
schen.
Beide feesten liepen in de beste stem
ming ten einde, en dames onderwijzeres
sen, en heeren onderwijzers, en leerlingen
waren uiterst tevreden na een jaar streven
eenige weken rust te mogen genieten, om
daarna met nieuwen moed zich aan hunne
studiën over te leveren.
In den Etoile Beige van 11 Augustus
lezen wij den hiernavolgenden belangrij
ken brief die, zoo ’t schijnt, aan gezegd
dagblad gezonden werd door een onder
pastoor uit het Walenland. Bij den brief
was ’t naamkaartje van den priester ge
voegd, oorlof gevende, indien men ’t ge
past vond, het schrift te openbaren.
De onderpastoor die zulkdanigen brief
zou openbaar maken, zou zich zonder
twijfel aan den bisschoppelijken toorn
blootstellen. Is ’t schrift het werk van een
vervalscher? Wij weten ’t niet; maar de
uitgedrukte gedachten zijn billijk en ge
grond.
Wij geven dus de vertaling, onder alle
voorbehoud, met den wensch dat de brief
openhartig en echt moge wezen en met de
hoop dat hij de gevoelens van meer dan
een geestelijke uitdrukke
Heer Bestuurder,
Op een tijdstip van ontsteltenis voor ’t
land, denk ik een plicht te vervullen met
protest aan te teekenen tegen hetgeen ik
de ontwikkeling van den nieuwen gods
dienst mag noemen.
Het priesterschap scheen mij, in ’t kris
ten ideaal, een staat waarin men geroepen
was om zich op te offeren, om zich één
voor allen te maken, in een verheven
denkbeeld van vrede en broederlijkheid.
Helaas! de priester die zulks denkt, die
zulks beoefent, is, volgens ’t schijnt, een
onnoozele, een verachterde, een koele, ’k
ging zeggen een verdachte. Indien Chris:
tus op aarde terugkwam, zou hij de die
naars van ’t nieuw evangelie aantreffen
bij de ontvangst van een waggon meststof
voor ’t landbouwsyndicaat of eene verga
dering van jonge wachten voorzittende,
waar er zal besloten worden papiertjes op
muren en deuren der stad te plakken. Hij
zou ze zien vermomd in scherm- en gym
nastiekmeesters of ook nog in tooneel of
fanfarenbestuurders.
Sommigen be weren dat hij hun zou dank
weten voor die veelvoudige ondernemin
gen, gezamenlijk de maatschappelijke
werken genoemd, en welker doel veel
min is christenen te vormen dan kiezers
te kweeken.
De inrichting had, tot nu toe, nog geene
volledige ontluiking gekend. Voortaan zal
’t noodig zijn dat, voor eenige centen, de
priester, de kerk verlatende, in gansch
Belgie, volgens de wenken van een waak-
Wij begrijpen hunne woede, hun haat
tegen al wie liberaal is en voor zijne
meeniog durft vooruitkomen. Is het dan te
verwonderen dat de liefelijkste scheld
woorden ons volgens loffelijke gewmonte
door het Stinkertjë naar het hoofd worden
geslingerd en wij met du meest vleiende
benamingen worden vereerd?
Gedenkt eens... we zijn stommerikken,
domme vlegels; wij weten niets, wij ken
nen niets, noch min noch meer. Maar zij...
dat is wat anders... zij zijn toonbeelden
bemoeit is de wolf schaapherder gewor- yan bekwaamheid... zij zijn genieën!?!
den; in stede van te verzoenen, verdeelt
hij; in stede van eendracht te zaaien,
stookt hij haat; in stede van ’t schaap tot
in keer te brengen, verwijdert hij het en
raakt het kwijt.
Het is nuttig dat, in naam van ’t gods
dienstig begrip, onteerd door degenen die
voor zijne getrouwste verdedigers willen
doorgaan, er zich eene stem verheffe om
de heiligschendende verbintenis van gods
dienst en politiek aan te klagen. Ik weet
dat met mijn naam te leveren, ik mij
blootstel aan de plagerijen, du kwellingen,
de beleedigingen van de partijgangers der
vrijheid.... van den huisvader; niettemin
veroorloof ik u desnoods mijn naam te
doen kennen. Indien’t noodig is. zal ik ’t
zwart brood eten; maar’kzal, als kostbare
schadeloosstelling voor de beleedigingen
en de vervolgingen, den troost hebben de
verantwoordelijkheid van mijn maafschap-
pelijken invloed te hebben bevrijd, met,
op een bedenkelijken stond, een plicht van
waarheid en oprechtheid volbracht
hebben.
Gelief enz.
ee echte vuurpoel geworden was.
Ouders en kinders en geburen stonden te
jammeren; toen eensklaps Jan Snauwaert een
gebuur van Verhelle, moedig de brandende
woning binnendrong; na eenige oogenblikken
verscheen hij met het kindje, en biacbt het be
houden in armen der weeoende moeder.
Eene welgemeends ovatie werd dr o’de orn-
staanders aan den onverschrokken redder ge
bracht.
Gansch het huis met bijgebouwen, geld,
juweelen, meubelen, oogst, alm, een rijwiel,
enz enz., werden vernield.
Er bestaat gedeeltelijke verzekering. De wo
ning hoorde toe aan de weduwe Vandekerckhove
van Holste.
De woning van Jan Snauwaert heeft ook veel
schade geleden.
Dank aan de tusschenkomst van de geburen
en Jan Snauwaert werd eene echte ramp ver
meden want dichtbij stond de vlasfabriek en
eene groote schuur vol met vlas van Jan Snau
waert.
De schade is zeer groote, de oorzaak is onbe
kend. Een onderzoek is door den veldwachter
Libeer ingesteld.
Verdronken Zondag namiddag, om
4 ure, waren twee jongelingen, familieleden, de
genaamden Alidoor Terryn, 17 jaar oud, wonen
de Rousselareweg en Albert De Seyo, 19 jaar
oud, wonende Onkene Steenweg, in de vaart te
Rumbeke gaan zwemmen.
Alidoor Terryn kon niet zwemmen, zijn gezel
had eene koord rond het lichaam en trok hem
verder. Eensklaps school de knaap los. Terrijn
verdween in de diepte en verdronk.
Op hetzelfde oogenblik kreeg De Seyn eene
draaiing en verdween op zijne beurt onder water.
Eenigen tijd nadien werden de beide lijken
opgehaald en naar het Oud Manhuis overgo-
bracht.
Het ongeluk heeft eene groote ontroering in
de gemeente teweeg gebracht.
Slachtoffers van de petrool.
Maria De Winter, 18 jaar, geboortig van Steen
dorp, op het binnenschip baars vaders, gemeerd
aan de Godefriduskaai, te Antwerpen, goot zater
dag avond petrool in de kachel. De kan ontplofte
en het meisje bekwam brandwonden aan het
aangezicht, het bovenlichaam en de armen. Na
verzorging werd het slachtoffer in hoogst be
denkelijken toestand naar het gasthuis overge
bracht.
De echtgenoote Jozelina Van Broeckhovèn,
35 jaar, Kattenstraat, 3 te Antwerpen goot zater
dag namiddag petrool in de kachel. De kan ont
plofte, bare kleederen schoten in brand en in
in een oogwenk was zij door vlammen omhuld.
Op hare kreten snelde haren broeder toe, die het
vuur uitdoofde. Zij werd afgrijselijk verbrand
naar het gasthuis overgebracht. De broeder werd
aan de handen verbrand.
Hevige brand. Een hevige brand,
eene ware ramp veroorzakende, is zaterdag te
Méry-sur-Seine, uitgebroken.
Het vuur dat bij eenen bakker ontstaan was en
niet spoedig kon gebluscht worden, bij gebrek
aan water, deelde zich zoo snel aan de aanpalen
de woningen mede, dat de vlammen in korten
tijd reeds een dertigtal huizen had aangestast en
slechts een vuurgloed vormde.
Van bet begin der ramp dat de meier hulp
gevraagd te Troyes, waar de pompiers en een
batahon der jagers te paard onmiddelijk met den
trein naar Méry-sur-Seine vertrokken.
De pompiers van Romiliy en aanpalende ge
meente waren ter plaats gesneld om den vieese
lijken brand te bestrijden. Om 10 ure ’s avonds
lagen reeds dertig huizen en de kerk in puin en
nog immers woelde het vuur voort.
Zondag morgen was men het vuur meester;
58 huizen zijn met gansch den inboedel de prooi
der vlammen geworden.
Daar de waterputten door de droogte ledig
waren, moest men het water uit de Seine putten.
Niettegenstaande de opoffering der bewoners
en de tusschenkomst van de pompiers van meer
dan twintig gemeenten kon men den brand niet
beperken en moest men alles laten afbranden.
Meer dan 50 huizen, schuren en stallingen
werden op eene opervlakte van meer dan 20,000
vierkante meiers ten gronde vernield.
Brand. Maandag namiddag, rond 6
ure, is een hevige brand uitgeborsten, welke de
stalingen en schuur in asch heeft gelegd van de
landbouwer August Luyck, aan de statie van
Wiebelen.
De brand was ontstaan in de schuur nabij den
hooischelf en zette zich zoo ras voort dat men
nauwelijks ieo tijd had het paard en twee koeien
te redden welke reeds erge brandwonden beko
men ha Hen.
De pompiers snelden spoedig ter plaats en
bestreden moedig den vuurpoel. Het was vreese
lijk om de beesten daar levend te zien verbran
den.
Er zijn 4 koeien en 4 varkens in den brand
gebleven
De twee koeien, welke gered werden, moesten
terplaats afgemaakt worden, wegens de bekomen
brandwonden. Na twee uren werkens kon men
den brand bemeesteren en het huis vrijwaren.
Vrouw Luyckx was door de brandramp zoo
11 Aug. Wybo Karei Lodewijk zoon van Laurent
en Elisa ’t Jaeckx
Se lort 1 Januari 1911 71 geboorten.
STERFGEVALLEN.
7 Aug. De Vacht Gustaaf Cornelis oud 1 m. 23
d. zoon van Cyrille en Maria Thery.
Sedert 1 Januari 1911 43 sterfgevallen.
HUWELIJKSAANKONDIGINGEN.
Cornette Jeroom Cornelius, weduwnaar van
Elodia Dequeker, slachter te Rousbrugge en
Duflou Maria Emma zouder beroep te Nieuport.
Lemaire Emile Karei visscher te Oostduinker-
ke en Mercy Elisa Rosalia werkvrouwte Nieuport
erg ontsteld, dat zij bijna krankzinnig werd en
door eenen geneesheer moest verzorgd worden.
De schade wordt gerekend op 55000 fr.; gansch
de oogst en alles wat in de schuur zat is de prooi
der vlammen geworden. Alles is verzekerd.
Leupegem. Donderdag morgen, om 6
ure, is het lijk van Karaiel Gabrieau, 43 jaren,
werkman, opgehaald uit de Schelde, nabij de
spoorwegbrug. De ongelukkige was terug uit
Frankrijk, waar hij in den oogst had gewerkt,
gekomen en was ziekelijk. Hij was zondag den
geneesheer gaan raadplegen en was sedart ver
dwenen, Hij woonde te Ellezelles en laat eene
weduwe met verscheidene kinderen achter.
jPetegem. De weduwe van Francies Ca-
sier, wonende Scheldekant, is zoo ongelukkig
van de trappen barer woning gevallen, dat baar
been op twee plaatsen gebroken werd.
De knecht van den rnelkvoerder Debeurme
is bij het afspringen van zijne kar gevallen, hij
werd aan het been gekwetst en den voet ont
wricht, Een geneesheer heeft beiden verzorgd.
Huysse. Dinsdag morgen, om 7 1/2 uur,
i is eene tarwe en een roggemijt afgebrand van
den landbouwer Van Dorpe, op den Geitenhoek.
De schade wordt op 1000 fr geschat.
Nokere. Dinsdag nacht is op de wijk
Nellekenskeer eene werkmanswoning afgebrand.
Daar het huis eene leemen bui was werd het op
weinig tijd, met alles wat er zich in bevond, de
prooi der vlammen.
Nederbrakel. Dinsdag morgen, rond 1
ure, is er brand ontstaan in de tweewoonst be
woond door wed. De Clercq en Henri Carlier.
Beide woonhuizen, met stallingen en schuur,
zijn de prooi der vlammen geworden. Met groote
moeite is men erin gelukt het vee te redden.
Doch het landbouwalm, graan en stroo zijn
totaal vernield. De pompiers waren spoedig ter
plaats, doch aan blusschen viel niet, te denken,
zij konden zich enkel beijveren met het vrijwaren
der andere woningen. Er bestaat eene gedeelte
lijke verzekering.
De oorzaak is onbekend.
ongelukkiger! brand der lokalen der Mid-
delbare meisjesschool waren deze plech- i
tigheden door de katholieke schoolverde I
digers(?) afgeschaft, die nu eindelijk onder
het herhaald aandringen der liberale
partij niet anders gedurfd hebben voor
zeker met tegenzin dan de Stadshalle
ter beschikking der hoofden dier scholen
te stellen.
Op het gestelde uur verdrong zich beide
dagen eene uitgezóchte menigte in de
ruime zaal. Een groot getal ouders, en
vele voorstanders van liet officieele on
derwijs hadden er aan gehouden die zoo
gezellige feesten door hunne tegenwoor
digheid te vereeren, terwijl de gelukkige
kinders, allen verrukkelijk uitgedoscht,
met ongeduld het begin der uit te voeren
nummers afwachten.
We zullen in geene bijzonderheden tre
den, doch enkel zeggen, dat, tot groot lof
van de dames onderwijzeressen en de
hoeren onderwijzers, alles opperbest van
stapel liep, en dat menig ouderhart klopte
van fierheid als ze hunne lieveli gen met
zooveel overtuiging en aanleg door hun
spel of zang de zaal in verrukking hoor
den brengen.
Daarna greep telkendage de prijsuitrei
king plaats, en tot bewijs dat de katholie
ken die zich nochtans tegen deze bewering
zoo hevig trachten te verzetten, zulke
groote voorstanders zijn van het officieel
onderwijs zullen we zeggen dat den don-
derdag slechts een enkel li l van het be
sturend bureel het zich waardig had ge
vonden op die plechtigheid tegenw’oordig
te zijn; geen enkel der katholieke schepe
nen of gemeenteraadsleden vertegenwoor
digden de stad, terwijl de liberale min
derheid zich gelukkig achtte die onderwijs
gestichten te komen begroeten.
Ziehier de namen der leerlingen die in
versoheideue klassen den eersten prijs
bebben behaald.
Middelbare Jongensschool.
Voorbereidende afdeeling.
1* studiejaar M. Vermeire René
M, Deplantsr Louis
M. Van Elverdinghe Joris
M. Decroo Henri
M. Cloet Charles
M. Houvenaeghel Emiel
Middelbare afdeeling.
1'studiejaar M. Dedecker Franz
2" b M. Poublon William
M. Vermout Georges
3* b M. Hillebrandt Emmanuel
Middelbare Meisjesschool.
Voorbereidende afdeeling.
studiejaar Mej. Deplanler Ernestine
scheldt, dat zijne lezers moeten denken dat het
doelt op den vers van den profeet David waaraan
hij zijn geheel artikel wijdt, en niet op de aan
halingen uit de brieven van Paulus, waarop hij
zich weder wacht te antwoorden.
Een eerlijke godsdienst, Mijnheer, zouden wij
niet bekampen. Maar de volksbedriegerij in zake
van Godsdiensten wetenschap, de inmenging
van den godsdienst in de politiek, dat bekampen
wij. Wilt gij ons, daarom godsdiensthater, ge-
geloofsvervolger en zoo meer noemen, het kan
ons niet schelen; wij zullen daarom aan den
plicht het volk in te lichten niet te kort blijven.
En nu van dien vers van den profeet geproken
Dus volgens u zelf, terwijl wij schreven (met
eene fout zon gij wilt).
In iniquitatifbuB concepit me mater mea b
moest het zijn et in peccatis concepit me mater
mea.
Welnu wij vragen u Waar is het verschil?
Onnoodig allerhande godsgeleerde karpelspron-
gen te maken om te zoeken, zooals uwe uitdruk
king luidt naar den letterlijken zin hij staat er
klaar en duidelijk en tn zonde heeft mijne
moeder mij ontvangen b
Het is wel waar dat, in het geheele van den
psalm, David zijn eigen vernedert voor God en
vergiffenis vraagt voor zijne zonden; maar daar
uit kan men slechts besluiten dat hij zijne moe
der bevuilt om zich zelf te verschoonen, wat
niet zeer schoon is voor een koninklijken profeet.
Dat de katholieke schriftgeleerden dat, door be
hendige karpeisprongen trachten goed te maken
is nogal natuurlijk, maar dat kan tegen het feit
zelf niet op. In die kunst gaat onze tegenstrever
zoo ver dat hij eenvoudig aen latijnschen tekst
op zijde stelt om van den Hebreeuwschen te
spreken. Dit zou misschien passen voor een
rationalist, maar niet voor hem, want hij, katho
liek, moet zich onderwerpen aan de beslissing
van het concilie van Trente volgens dewelke de
latijnsche Vulgate den eenigen officieelen tekst
der heilige schriftuur beval. En had David nu
ook nog in het Hebreeuwsch gezegd en in
zonde heeft mijne moeder mij gekoesterd dan nog
blijft het vast dat hij ook door dien tekst zijne
moeder heeft beleedigd.
En wat meer is er kan geene spraak zgn te
bsweran dat David op de erfzonde en de daaruit
voortspruitende aangeborene neigingen doelde.
Dat sprookje van de erfzonde dagteekent slechts
van den tijd van den H. Augustinus, die er de
ware uitvinder van is. De zoogezegde bewijzen
van dit dogma, welke men in le schriftuur zoekt
houden geen stand, zelfs met den tekst van
Paulus (Rom. V 12) welke In de latijnsche verta
ling dan nog vervalscht werd. De kerkvaders der
vier eeiste eeuwen geloofden meestal aan de
erfzonde niet. (Zie daarover Lemorin; Vérités
d’hier, blz. 229 tot 235).
Maar met menschen bij wie het er niet op
aankomt da waarheid te zoeken; maar beweren
in ’t bezit ta zijn dier waarheid; met menschen
voor wie alle middeltjes goed zijn om hunne
waarheid, of wat zij daarvoor nemen, slaande te
houden en aan hunne medemenschen ta verdui
ken wat ze zou kunnen omverstoolen met zulke
menschen baten geene redaueeringen. Warneer
men hun rechtzinnig en uit waarheidsliefde een
punt toegeeft, zeggen zij Da Muis zit in de
val b en verblijden zich als een kind dat zijn
meester op eene dwaling betrapte. Maar zij zelf
zullen zich wel wachten alzoo le handelen van
zoodra een of ander punt hun in moeilijkheid
brengt zwijgen zij er an Dat is voorzichtig! In
alle geval, in de \al is de muis nog niet, al tracht
men bet de lezers van het Nieuwsblad te doen
gelooven.
Op Donderdag 3" en Vrijdag 4a dezer
hebben opvolgentlijk d plechtige prijsuit
reikingen voor de Middelbare meisjes- en
jongensschool plaats gehad. Sedert den
e
®£3!
ESW9
---- --
I
25
26
28
3'
4'
5'
22
B
-—Ss—-
-r-,.,,
B
B
B
B
B