i: Een brief IIE WUB ÏAI GUMMI! Bericht. Em. Lammêfls ei) Zonen BELANGRIJK BERICHT Pieter Dumont-Oansercoer Aannemer van openbare werken. Groote Kleerverwerij Huis Edgard Houck-Dedeystere Recollettenstraat, 43 (bij de markt) NIEUPORT. Toiletartikelen J SLIJPE Burgerstand Binnen- en Buitenland. RHETORICA o wam WATTE/ A Nieuws uit Nieuport Knorrepot’s praatje In den zoeten inval... Andermans geestigheid A ADELSON DEPLANTER Hoogwater te Nieuport van Nieuport GEBOORTEN. 2 20 21 I re- EINDE. Wat hier gebeurd is, vriend, is gansch MENGELWERK 8 dwingelandij dat zij dien aanslag op hunne vryheid niet eens meer voelen? het zijn kon dat de ongehoorde aanmati ging van Pius X in ens land zoo onver schillig wordt bejegend en niets heeft ver wekt dan eene vraag van M. Asou, volks- tegenwoordiger van Doernik aan den H. minister van buitenlandsche zaken. Zijn de Belgen dan r^eds zoo verknecht, zoo beste gelukwenschen aan. Wij herinneren ons dat de vriend Claes in de wereldtenloonslelling van Luik ook dergelijke vleiende onderscheiding bekwam. van om 5 6 ’s morg. 7,28 8,33 9,37 10,36 11,35 12,05 1,04 door Groote keus en beste hoedanigheid van Rooker sartikelen. Engelschen en Wervikschen Tabac Uigaren en Cigaretten der beste marken. Groot assor timent van Pijpe en Portecigaren in écume of racine met steert in amber Beste snuif in blauwe en gele pakken, enz. enz. Huis van Vertrouwen. Met veel genoegen stellen we vast dat onze jongere spelers De Jaegher, Braecke, De Vry, Vanden Eynde, A. Dingens enz. de oudere vol gen en ze op zeer verdienstelijke wijze terzijde staan. De eene speler munt voorzeker uit boven de andere doch den samenhang is zoo goed dat het moeilijk wezen zou bijzondere melding te maken. Aan u allen dus heeren tooneelliefhebbers dank, hartelijk dank voor uwe kunstvolle vertol- I m- 21 d. dochter van Lodewijk Frans en Isabella Theresia Coene, weduwe van Edmond Lodewijk Dejonge en Leopold Gregoor Vanhoutte. Colaert Magdalena Maria Mathildis, oud 25j. 7 m. en 10 d dochter van Karel en Fiorentia Bruneel en echtgenoote van Gustaaf Edward Cornelis Borgonie. Kleine Harmonie. Wij vernemen met genoegen da! onze Kleine Harmonie haar jaarlijksch feest, dat door bijzondere omslandig- heden niet op den gewonen datum kon gehouden worden, den 21 Januari zal vieren. De medewer king van verscheidene uitmuntende vreemde kunstliefhebbers is verzekerd, zoodat de leden aan een puik feest mogen verwachten zooals reeds verscheidene jaren het geval was. Onderscheiding. De heer Claes, gent onzer Staats Middelbare Sehool komt in de wereldtentoonstelling van Brussel de onderschei ding te bekomen van het diploma der zilveren medalie als bolaoning der door hem tentoonge stelde voorwerpen van zijnen bijzonderen leer gang van zeevaartkunde. Aan den laureaat die zich voor ons officieel gesticht reeds gedurende rnlm een vierde eeuw op voorbeeldige wijze opoffert bieden wij, als tolk van ouders en leerlingen en vrienden onze Zondag Maandag Dinsdag Woensdag 3 Donderdag 4 Vrijdag Zaterdag 31 December 1 Januari i Wouwer en Mevrouw De Vreeker te mogen terug zien. Rhetorika heeft aan ous verlangen voldaan en we hebben ze nogmaals mogen toejuichen. Oh! Roze Kale, Roze Kate, (Mej. Van den Wouwer) wat hebt ge toch overheerlijk, prachtig gespeeld! Hoe hebt ge telkens de gansche zaalin beroering gebracht met uw meesterlijk spel. Het was het algemeen verlangen dat aan zoo veel talent, eene bijzondere vereering werl be toond en toen maandag door den sympathieken hoofdman M. Dr Maertens, in naam der maat schappij, aan de kunstenares een prachtigen bloemtuil werd aangebod n, scheen er geen einde te zullen komen aan de begeesterende toe juichingen. Van harte geluk Mej. Van den Wouwer het is de eerste maal dat eene dergelijke vereering door Rhetorica gedaan wordt, maar ’t is verdiend. Mevrouw De Vreeker, die zich den zondag had doen vervangen door eene andere tooneelspeel- ster, verdient eveneens eene eervolle vermel ding. Zij is eene begaafde actrice en vertolkte hare rollen uitmuntend. Dat de kapping niets te wenschen Het en de heer Deraedt, die flinke tooneellist, in dit op zicht echt kunstwerk leverde, hoeft niet gezegd. verslaafd door de langdurige klerikale i king en geeft ons nog vele aangename en leer- Alhoewel de tegenwoordigen Paus ons Bet werkvolk te Groenendale, onwetend, en door den wil en de handelwijze van eene ver- franschte coterie van rijkgeworden burgers van alle ontwikkeling verwijderd, kon overigens niet redeneeren, zei Jan Gossije. In een half uur tijds waren alle werkhuizen leêg gestroomd. Duizenden werklieden liepen met boos inzicht naar de Groote Markt, vóór het hotel La Courönne ducale, waar de vreemde deugniet was ingetrokken. Zij zwoeren, dat hij niet levend zou naar huis gaan, nu zij toch allen van honger moesten sterven. Burgemeester Ameels zag welke wending de zaken in zijne stad gingen nemen, H j had de gendaimen verwittigd en had naar de naburige stad geseind om de soldaten der bezetting te zenden en de orde te handhaven. Intusschen had het opgehitste werkvolk de ruiten van het gasth f La Couronne ducale stuk geslagen; zij hadden de woning langs voren en achteren omringd om den vreemden deugniet niet te laten ontsnappen. Toen de gendarmen aankwamen, steeg de woede van het volk ten tap. Die gewapende mannen waren daar gekomen om hem te be schermen, die hen wilde uithongeren. Dat zou niet zijn! Als razenden vielen zij op de rijkswach- j den vreemden deugniet levend te verbranden. ’t Is een slecht ambacht, moordenaar ta zijn. Behalve de onaangenaamheden die het u verschaft wanneer, bij toeval, de politie u aanhoudt, onaangenaamheden waarvan de minste het schavot is, brengt het niet veel bijzonders op. Volgens eene statistiek onlangs voor hef tijdperk 1880-1910 opgemaakt, is de middelmatige winst die, per misdaad, aan de moordenaars toekwam, 1,75 fr. in Frankrijk, 2 marken 10 in Duitschland, 1,60 fr. in Engeland, 3,17 fr. in België en 15,14 fr. in Zwitserland. Zooals men ziet, het sop is de kool niet waard, en de huisvaders die met do toe komst hunner zonen bekommerd zijn, zouden wel doen ze afkeerig te maken van een beroep waarin er zoo weinig te ver dienen en alles te verliezen is. ’t Beroep is, overigens, weinig geacht, ’k Vraag me af waarom? Men doodt zelden om zich te vermaken. ’kHeb bestatigd, en ’k ben er niet boovaar digerom, dat de moordenaars bijna altijd uitmuntende redenen in te roepen hadden om hunne werkingen te rechtvaardigen. De eene gehoorzamen aan de hevigheid hunner driften, ze zijn jaloersch uitermate woedend of smoordronken; de andere wil len wraak nemen; andere nog hebben geld noo lig om op zwier te gaan of hebben bijzon Ier haast om te erven. Men zou bijna in verzoeking komen hen geluk te wenschen, en men wenscht hen geluk wanneer zij een welsprekenden verdediger genomen hebben, die met eenige helderheid, de bepalende oorzaken hunner snoode misdrijven aan den voor zitter der rechtbank heeft kunnen bloot leggen. Naar mijne nederige meening, bestaat het eenig ongel k der moordenaars in ’t feit dat ze niet per reeks te werk gaan, dat ze hun ambacht met karigheid en belachelijke wapenen uitoefenen, dat ze arbeiden voor bespottelijke vergelding, in de duisternis en’t geheim, in plaats van de edele voorbeelden te volgen welke du Geschiedenis ons in overvloed aanleert, in plaats van Tripolitaine te stelen, bijvoor beeld, en eenige duizenden verbaasde Turken en Arabiers neer te schieten. Maar niets is volmaakt in ’t ondermaan- sche, helaas! ’s Anderen daags ontwaakte Groenendale als uit een vreeselijken, naren droom. Er lagen in de werkmansbureelen dooden en gekwetsten. De menschen, welke elkander in de straten tegen kwamen, wisten niet wat te z-.ggen; zij bekeken elkander verbouwereerd. Toen de Duitsciia uitvinder der aniline verf yertrokke was, werd er gezegd, dat het papier van den burgemeester met de hahiteekening van den vreemdeling van geener waarde was; dat men hem gedwongen had te teekenen, en dat hij zijn recht zou vervolgen. Gansch Groenendale leefde dus in de onzeker heid. Het geweld had tot niets gediend, tn de colicot barons en de ververs zagen er zoo angstig uit als ’t werxvolk zelf, dat aan ’t sluiten er fabrieken geloof hechtte De «vreemde deugniet» was nu verre; men kon hem niet meer afranselen zei men in ’t veils. Wat zullen wij hier nog zien gebeuren? zei een werkman tot Jan Gossije, welke naar het lokaal van zijne partij ging om er voor een klein getal getrouwen eene groote redevoering te hou den. Eene nieuwe en overvloedige massa naturalisatiën, groote en gewone, komt het voorwerp te zijn van ’t gunstig verslag der commissie. Waarlijk wij mogen trotsch zijn over de gunst welke ons vaderland bij de vreemdelingen geniet... Nochtans, wanneer men de lijst der inburgeringen raadpleegt, bestatigt men dat vele onder hen personen betreffen, dia ’t beroep van onderwijzer of onderwijzeres uitoefenen, ol wel nog dat van kloosterling, onderpas toor of priester. Dat veroorzaakt ons eeni ge teleurstelling. En onze vreugde is, dientengevolge, zoo volmaakt niet meer. Men raadt, inderdaad, gemakkelijk dat de vreemde kloosterlingen en priesters, eens Belgen geworden, niet zullen ophou den van ’t zwarte leger deel te maken en dat de onderwijzers en onderwijzeressen datgene versterken dat aan onze officieels scholen zulke woedende aanvallen levert. Er bestaan reeds in België, in de katho lieke scholen, 6,659 onderwijzers waarvan 5000 het kloosterkleed dragen en waarvan 2,885 geen diploma bezitten. Hun getal groeit voortdurend aan. Indien de kleri kalen de gelijkheid der toelagen beko men, men mag verzekeren dat de massas naturalisatiën nog overvloediger zullen worden en dat de zielenredding aan 33 franks ’t stuk eene nijverheid zal worden, diede menigvuldige ondernemingen welke zich in de kloosters ontwikkelen, verre achter zich zal laten. In de herberg. Karei drinkt een grooten borrel bij mid del van een strootjej Waarom doet ge dat, Karei? vraagt hem de bazin. Waarom? ’k Heb aan mijne vrouw beloofd nooit mijne lippen aan een glas meer te zetten... ters, klampten zich aan hunne paarden vast en anderen wierpen er naar mU siukken hout, steenen en glazen uit de heibergen. De rijks wacht chargeerde. In eenige minuten was de Groote Markt veran derd in eene afgriiselijke kampplaats, waaruit gehuil, geschreeuw, gejank en gevloek opstegen De vrouwen uit het volk schenen nog het meest van allen opgewonden. Zij schreeuwden en tier den als bezetenen. Wie in ’t gewoel en geharre war was, kon niet wegkomen. Door nieuw toegestroomde drommen werden zij teruggedrongen en weggestooten. Velen wer den onder voelen getrapt. Revolverschoten knalden in ’t gewoel. Ontzettende kreten stegen op. Toen het gevecht ten hevigste was, verscheen burgemeester Ameels met zijn driekleurig sluier om de lenden op het balkon van het gasthof en deed toeken, dat hij wilde spreken. Hij stotterde eenige woorden in het weinige Vlaamscb, dat hij nu wel verplicht was te kennen. Hij zwaaide met een papier in de lucht. Het volk kwam in de nabijheid lot bedaren, en de naastbijstaanden konden vernemen uit den mond van hunnen burgervader, dat de uitvinder van de aniline-verf van de ver.olging der fabrikanten te Groenendale afzv,..', dat hij zich tevreden zou stellen met van dien dag af zijn patentgeld te ontvangen, en dat zij allen vreedzaam mochten naar huis gaan. Er werd voor hel i.otel bij ’t volk tosgejuiebt, terwijl het gebouw langs achter opeens begon te branden. Men had <-.r het vuur ingestoken om De ondergeteekenden maken het geacht pu bliek bekend dat zij van heden af in hun maga zijn voorzien van alle slach van landbouw- maoliienen, zooals tummel keernens, afroo- mers van alle marken, waschmacbienen laatste model, enz. enz. ¥perstraat, ff>, Nieuport Ik heb de eer te laten weten aan de Heeren eigenaars der huizen van Nieuport, als dat Ik mij belast met het plaatsen van de aïleidingbui- zen in grés, binnen de huizen voor het ailos sen der keuken en andere waters. Het plaatsen der buizen zal door mij persoonlijk gedaan en nagezien worden, met zoo weinig schade mogé- lijk aan vloeren en plancher te veroorzaken. Men kan ook ten alle tijde grésbuizen bekomen uit zijn magazijn aan genadige prijzen. P. S. Men gelieve goed in acht te nemen dat ik geene leidingen leg vooraleer de groote riolen in iedere straat zijn gemaakt voor verders alle moeilijkheden te vermijden. Ik heb de eer uwe geëerde orders met dank baarheid te aanvaarden. Sedert i Januari 1911 73 sterfgevallen. HUWELJIKEN 15 Dec. Maertens Edmond Frans, oud 23 j. pla fon nee rd ersgast en Demeegter Maria Eugenia 15 j. werkvrouw beiden te Nieu port. Sedert 1 Januari 1910 24 huwelijken. HUWELIJKSAANKONDIGINGEN. De Jaegher Joris Seraphin Lodewijk Maria, Handelsagent te Livorno (Italië) en Gommers Juliana Joanna Augusta, bijzondere te Nieuport. Vanhoutte Andreas Achiel Corniel, bediende bij ’t staatszeewezen en Demeester Romania Adolphina, naaister beiden te Nieupoit. Ghys Jacob Florentinus, zeeman en Bolle Zenobia Sophia, weduwe van Pieter Pauwel Loonis werkvrouw beiden te Nieuport. Geryl Hieronymus Firmin, tweede stuurman ter Lange Omvaart te Nieupoi t en Engelbeen Elodia Maria, dienstmeid te Oostduinkerke. Bogaert Gamiel Hendrik Frans, Meubelmaker te Nieuport en Levecque Irma Sophia diensmeid te Westende. Genachte Juliaan Fians Karel Leon, behanger Li Nieuport en Hautekiet Helena Maria winke lierster te Oostduinkerke. Vanden Abaele Pieter Lodewijk. scheepstim merman en Peire Alicia Melania Francisca naais ter heiden te Nieuport. Barbier Oscar Richard, bakker te Pervyse en Genachte Maria Mathilde Leontina Cornelia, zonder beroep te Nieuport D'oogwasschenj en verwerij van alle stoffen, in alle kleuren van vro iwen- mans- en kinder- kleedererr zonder ze los te maken. liet huis beveelt zich bijzonder aan voor het in ’t nieuw droog wasscheri van gordijnen tafel- kleederen en kamerbehangsels, chals, zijde pane handschoenen, alsook voor het verwen en was- schen van wolle en katoenen sargiën. Verwen van lederen handschoenen enz. enz. Zwarte rouwstoffen worden geleverd in 24 uren. Er is een bij huis bj Wed. HOUCK-DEZUTTERE Isenberg he. Verzorgd werk, spoedige bediening, matige prijzen Zingend en brallend trok de menigte af terwijl de brandweer het vuur bluschte. In de Statie straat kwam de bende een bataljon soldaten tegen, dat uit den trein was gestapt. De dienst dtr krijgslieden was niet meer noodig; de orde was hersteld. Groenendale was weer rustig. De vreemde deugniet was weg, als ’t avond was geworden. VIII '7 Schoone keus van allerbeste toiletartikelen, zooals reukwater, zeep, kammen, borstels enz. Scheerzen van uitmuntende kwaliteit. Verkoop van tabak, cigaren, cigaretten enz. van alle merken. Concureerende prijzen. Goede en trouwe bediening bij BARBIER COIFFEUR Lauf«straat, S», Nieuport Zondag, maandag en dinsdag gaf onze bloeien de Rhetorica,. telkens voor eene bomvolle zaal, hare 2', 3’ en 4’ vertooning van het tooneeljaar bestaande uit het beroemd treurspel Roze Kate van onzen genialen tooneelsshrijver Nestor De Tière en Schrik van soldaten, het koddig blijspel van P Kints. Wij denken het onnoodig Roze Kate te'ntle den. Op al de groote schouwburgen des lands en in alle maatschappijen van beteekm Is, is dit stuk ontelbare malen opgevoerd. En geen wonder het is rijk aan natuurlijkheid; vol leven, vol aangrijpende toestanden. Het is het meesterwerk van den Koning onzer hedendaagsehe vlaamsche tooneelschrijvers en dit zegt alles. Jammer dat den schrijver niet meer wil dat Roze Kate nog vertoond worde zooals het oorspronkelijk door hem geschreven is. De terechtstelling en voor namelijk de invrijheidstellieg van den onscl ul- digen Everard, was nochtans eene onilasiing voor de geprangde gemoederen van de toeschou wers. Door het weglaten van dit vijfde bedrijf, kan het stuk aan letterkundige waarde gewonnen hebben, onder tooneelkunxlig opzicht is het te betreuren. Schrik van soldaten is en blijft altijd eene goede klucht en wordt altijd door eenieder met genoe gen terug gezien En nu de vertolking. Is het wel noodig daar over uit te weiden? Hebben de ijverige spelers van Rhetorika ons niet sinds lang gewoon ge maakt aan goed en verzorgd.werk. Doen zij niet sedert jaren de faam onzer grijze Rhetorica in den vreemden kennen en hoogschatten? De heeren Dierendonck, Van’omme, Cabooter, Fryns, Vermeersch enz. enz. wiens lof wij reeos zoo dikwijls hebben mogen ^maken, zijn nog altijd bezield met de heilige liefde voor het too- neel waardoor zij zooveel kunstwerk aan de overlalrijke tooneelminnaars te genieten geven. Wildstroopersdrama. Twee bosch- w-ch ers van burggraaf Léon d’Ardoy, volksver tegenwoordiger van Brussel, deden zaterdag nacht hunne ronde te Ellingen, nabij St Kwin- tens Lennick. Weldra hoorden zij vuurschoten weerklinken en ontmoetten vier wildstroopers op jacht met een lichtbak. Dezen weigerden zich over ta geven en schoten naar de boschwachters zonder hen echter te treffen. Nu losten deze laatsten insgelijks vuurschoten. De wildstroopers her laadden hunne geweren en vuurden nogmaals. D ar do lichtbak plotseling uitging, verdwenen de wildstroopers in de duisternis. Zondag morgen bemerkten de boschwachters, door gendarmen vergezeld, bloedvlekken ier plaats. Dit schijnt aan te toonen dat de plichtlgen verwond werden. Vier gekende wildstroopers worden verdacht Het parket stapte te Ellinghen af. Mijnongeval. Zondag had in de kolenmijn van het Noorden van Rieu du Cceur, te Quaregnon, een verschrikkelijk mijnongeval plaats. Na volbrachten arbeid begaven zich vier werk lieden. welke moesten opgehaald worden langs den put Zuid naar den put «Noord» om alzoo, denkt men, den weg te verkorten en vroeger de oppervlakte te bereiken. Nauwelijks waren zij in den ophaalbak gezeten of zij werden gepletterd tusschen de wanden van denzelve en den muur van den put. Immers, men wist niet dat d ongelukkiger in dien bak plaats hadden genomen. De machinist, weerstand voelend, stopte en men poogde de slachtoffers te ontlasten. Drie hunner, Celestin Barbieux, Vital Fran cois en Frans Mansuelle, waren dood; zij werden vreeselijk verminkt en schier onthoofd. De vierde Ai r.é Detrain, werd gewond, doch niet gevaarlijk. Eene groote menigte nieuwsgierigen het onge val vernomen hebbend, verdrong zich weldra aan de oppervlakte, rond den put. Het parket van Berg n stapte ter plaats af en ging over tot een onderzoek met bet korps der mijnen. Zwaar ongeval. In de werkhuizen der maatschappij van Ougrée te Rodingen in Luxemburg gebeurde een smartijk ongeluk. Vier werklieden vervoerden een blok gegoten staal, wanneer het wagentje, w arop het blok rustte, tegen een pijler stootte, met het gevolg dat het blok ten gronde viel en ontplofte, het gloeiend metaal in alle richtingen werpend. De werkman Balbeur werd zoo zwaar verbrand dat hij dadelijk aan zijne wonden overleed. De drie anderen Fenoir, Gaspus en Fisscher, zijn zwaar gewond, doch de artsen hebben hoop dat Tij er zullen doorkomen. Bandietendaad. Mevr, weduwe Maes houdt een magazijn van koloniale waren in de Warmoesstraat, 48, te St-Joost-ten Noode. Zaterdag namiddag ontdekte zij in hare kelder keuken eenene kerel, die zich verborgen hield achter een kapstok waaraan vele kleedingstukken hingen. De kerel wilde de handelaarster steken toe brengen met een broodmes, doch Mevr. Maes verdedigde zich krachtdadig en ontwapende haren aanrander. De bandiet sprong eene tweede maal ep zijn slachtoffer toe, wierp haar ten gronde en poogde haar te verwurgen. Mevr. Maes behield hare koelbloedigheid, worstelde wanhopig en kon zich alweeronllasteo. Nu riep zij om hulp uit al hare macht. De agent Devogelaer, in hetzelfde huls wonend snelde toe, loste eenige revolverschoten om den bandiet te verschrikken en wierp zich dan op hem om hem aan te houden en naar het kom- raissariaat te leiden Daar bleek het, dat men te doen had met X..., oud 35 jaar, geboortig van Antwerpen, thans wonend op de Fonsnyiaan. te St Gillis. Men vond hem eene geladen revolver en talrij ke kleine voorwerpen, bij Mevr. Maes ontvreemd. X... vertelde dat hij langs den bijzonderen ingang was binnengekomen, Vrijdag namiddag, te 3 uur, en dat hij den nacht in de onderverdie pingen doorbracht. Mevr. Maes werd gekwetst aan de wang en den hals. Een dokter heeft haar verzorgd. De bandiet werd naar de gevangenis van Vorst overgebracht. Zondag morgen is het parket op het tooneel dezer stoutmoedige aanranding afge stapt. Werpen wij eenen sluier op dit treurige tijdvak en slippen wij liever aan dat na 35 jaren trouwe en eervolle ambtsbediening meer dan een eereteeken zijne gewaardeerde diensten mocht bekronen! Nog oefende hij gedurende zestien jaren het sekretarisambt, werd vereerd met de burgerlijke medalie van 1* klas op 20 December 1882, met het burgerkruis van 1’ klas op de 7 Oogst 1894 en met de herinneringsmedalie der regeering van Leopold II op 6 Juni 1906. Twintig jaren na zijn ontslag als onderwijzer begroette men h’m nog als Meester De Bal, en spijt al het doorstane vond geenea titel zoeteren weerklank in zijn mild gemoed noch vertaalde beter algemeene genegenheid en achting. Toch weerstond hij steeds aan den vurigen wensch zijner oudleerliogen hem in een hulde- b toog te vieren. Dit eerebewijs moest onver- mijdehjk herinneringen opbalen die hij liefst in zijn edelmoedig hert hield begraven. Weer vrede zien heerschen en zijne geliefde leerlingen te zien welgelukken in alle s'anden der samenleving was zijne eenige betrachting anderen loon wensebte hij niet. Sclioone figuur onzer kinderjaren, edel karak ter, waarde Meester, hier toch, op den rand uwer laatste rustplaats zal uwe ootmoed ons niet meer be elten den Weldoener der kleinen te huldi jen! Zij het eene troosl voor uwe diepbedroefde familie! Rondom uw stoffelijk overblijfsel scharen zich uwe vroegere verkleefde schoolkinderen om u ee laatste vaarwel toe te roepen; maar niet vóóraleer onze eerbiedige en roerendste gevoelen tot eenen krans van edulw is te hebben saamge- vlochten, niet vooraleer een innig eerbewijs gebracht te hebben aan dea weerdigen man wiens milde inborst met raad en daad eenieder wist ie steunen, wiens omgang zoo minzaam, zijn handel zoo dienstvaardig waren, wiens gouden hert noch haat noch vrok kende, en die steeds herdacht zal worden als geliefden huisva der en toonbeeld van burgerdeugd. Vaarwel, Meester De Bal! Zalig zijn zij die vervolging geleden hebben om de rechtveerdigheid! Rust zacht nu, in de nabijheid van hel oude schoolgebouw en gezegend blijve uwe dierbare nagedachtenis in het dankbaar geheugen uwer oudleerlingen als eene der treffendste herinne ringen hunner jeugd, als een onvergankelijk richtsnoer in hel leven! s avonds 2,31 9,06 10,07 11,05 12,- 12,35 1,32 rijke uren te genieten. In ons verslag over de vertooning van 17 reeds menig staaltje van middeleeuwsche I November laatst drukten we den wensch uit, heersshzucht gegeven heeft is het laatste Mejuffer Van den toch al te kras en wy kunnen het niet nalaten hem toe tê roepen Tot in hoe verre dan, Pius zult gij aan ons geduld j misbruik maken? We ontvingen vo'gende brief dia we volgaarne opneman Mijnheer de Hoofdopsteller, Niet wetende hoe mijne 'Oldoening uit ta drukken ovar de aangename avondstonden die de maatschappij Rhetorika m!j zondag 01 dinsdag heeft doen doorbrengen, zoo neem ik toevlucht tot uw geëerd Weekblad om publiek de lof te maken ven dien kring, die zich in gansch de •treek zoo waardig weat te doen kennen en te onderscheiden. Wij buitenlieden, die niet veel de gelegenheid hebben, zulke avonden bij te wonen, hunkeren immer naar de aankondigingen der vertooningen in het Willemsfonds, want we weten telkens ®p voorhand dat wa er ons zoo goed zullen verma ken en tevens ware kunstavonden zullen bijwo nan. Mijne maten en ik zouden nooit nalaten uwe zoo gevierde vertooningen bij te wonen, en meer en meer onzer dorpsgenooten komen er in mas sa’s naartoe. Da vertaoningen van Kerstdag hebben nog maals alles overtroffen; ’l is ook geen wonder dat telken dage de zaal meer dan stampvol was, en dat ge zulken bijval bekwam. Wat prachtig drama! wat tot in de ziel dringend spel! wat ver zorgde tooneelschikklng! Wat geestig blijspel! wat koddige toestanden en gezegden! Wat verschil he!, mst die andere maatschappij uwer stad, waar alles belachelijk toegaat, waar zulke schoone stukken, in brokken worden ge trokken, en waar ze zulke onnoozel blijspelen, waar snetneuzen portretkaders kussen, en voor dewelke da menschen de schouders optrekken voor het voetlicht brengen Wat verschil van publiek 00k, he! Bij u worden de kaarten uitge vochten, en daar voor niet te grabbelen gegooid! In alle geval spant ge ver de kroon over gansch de streek, en hier hoort men over niets anders meer spreken. Doet zoo voort, en wanneer de volgende ver tooning? Om te eindigen bedank ik al de medewerkers van Rhetorika over hunne zoo goed gelukte avonden, zwaai hun in naam mijner medebur gers onzen best gemeenden lof toe, en zeg hun lot weerziens, en zoo gauw mogelijk. Een buitenmensch, liefhebber van kundig tooneel. Zelfmoord. Zondag werd te Luik door een twintigjarig meisje een dramatische zelfmoord gepleegd. Dit meisje, Marie V..., geboortig van Vottem, wandelde langsheen de Maas met haren verloof de, een jongeling van Vottem, wanneer deze op de Universiteilskaai een vriend ontmoette. Beide jongelingen bleven een oogenblik praten terwijl Marie V... stilaan voortwandelde. Plots zagen de jongelingen het meisje naar de Maas loopen, over de ijzeren leuning Kruipen en in de revier springen Voorbijgangers snelden toe en wierpen aan de drenkelinge een reddings boei toe, doch zij kon die niet grijpen. Men zag de ongelukkige in de diepte verdwijnen, meege rukt door den stroom De verloofpe is zinneloos van droefheid daar niets dien zelfmoord wettigde, de twee geliefden malkander ten beste verstaande. Aanranding Maandag, rond 4 1/2 uur nanoen, ging M. A..., wonend te Laken, langs den steenweg op Meysse en keerde met zijn 15 jarigen zoon van eene wandeling terug Eensklaps sprongen twee kerels van achter bosehagies en vielen M. Aaan. Zij bedreigden hem met den dood en eischten zijn geld. M. A... liet zich geen schrik aanjagen. Esn revolver uit den zak balend, richtte hij ’t wapen op de twee misdadigers. Hij loste twee schoten naar de twee bandieten. Niet een dezer werd getroffen, maar inziende dat zij vooreen kranig persoon stonden, namen zij de vlucht. M. A... ging dadelijk eene aanklacht neerleggen in het kommissarlaat vao den Heysi-l. Twee agenten gingen op zoek en troffen (wee kerels aan, bezig met de plundering eener villa. Zij werden aangehouden en opgeslo ten Dra zal men nu weten of de schelmen de aanranders van M. A... zijn. Aanslag. Maandag avond rond 6 uur ging de 10 jarige Elisa V... huiswaarts achter het kerkhof van Schaarbeek, wanneer zij werd aangesproken door een jongen kerel, die, haar een half frankstuk in de hand duwend, haar meelokte op eene afgelegene plaats, waar hij een schandigen aanslag op baar pleegde. Zijn slachtoffer achterlatend, nam de vuige kerel de vlucht, gevolgd van zijn schapershond. Het arme kind begon ts weenen en te kermen en haar kreunen werd gehoord dooreen voorbij ganger die de kleine ter hulp kwam en met haar naar het politiekantoor der Daillyplaats ging, waar het geval werd verteld. Twee agenten, gevolgd door hunne honden, zetten zich dadelijk op zoek i den omtrek van de begraafplaats, doch vonden den kerel niet meer. Het slachtoffer kon eene tamelijke nauwkeuri ge beschrijving geven van haar aanrander, een 30 jarige kerel met klein zwart kneveltje, en de politie zond deze persoonbeschrijving in alle richtingen rond. Het meisje ligt ziek te bed. Diefstal. De landbouwer Frans Van Langenhove, oud 70 jaar, woont op ’t gehucht Groote Bolweg te Aalst, en gaat door als eenig fortuin bezittend. Zondag avond, terwijl hij in >ie buurt met de kaarten speelde, zijn dieven bij middel van braak in zijne woning gekomen. Al de meubelen werden opengebroken en dooi zocht, doch de kwaaddoeners hadden slechts een geringen buit, daar het geld van den ouder ling op eene plaats werd verborgen welke zij niet kenden. Rond 9 uur thuis komend, bastadigde de oude man den diefstal en verwittigde onmiddellijk de politie. Uit i et onderzoek is gebleken, dat de dieven op de hoogte moesten zijn van de gewoonten des landbouwers. Jachtdrama. Dinsdag morgen, is een wildslrooper dood geschoten gevonden op halfweg het dorp van Sysseele en Donk, aan den rand van een spartenbcsch, op 100 1 eters van den grooten steenweg van Eekloo naar Brugge. Ziehier hoe Ie feiten zich hebben voorgedaan, volgens de verklaring van eenen kameraad Maandag nacht waren Edmond Meulde, Sysseele-dorp, en zijn kameraad uitgegaan te pensjagen. Rond 4 1/2 uur van den morgend waren zij aan den sparrenbosch gekomen, op eene partij land, in gebruik door den veldwachter van Sysseele. Op da! oogenblik had Meulde zijne lantaarn uitgedaan, en in zijnen zak gestoken. In eenen zak droeg hij een konijntje dat zij ge stroopt hadden. Plotseling werden zij volk gewaar; het was donker; zij konden niemand herkennen, of niets onderscheiden. Het kwam den kameraad voor, als gingen de aankomende mannen schieten. Hij liet zich ten gron Je vallen Op dal zelfde oogenblik weer klonk een geweerschot. Meulde slaakte een luiden noodkreet, en stortte bloedend ten gronde; hij had de volle lading in de borst gekregen en stierf kort daarna. De man of de mannen die hot ~chot hadden golos', verwijderden zich. Ds ontsnapte kameraad kwam, toen het ge vaar voorbij was, op de plaats van het drama doch vond slechts het lijk van Meulde. Hij begaf zich naar bet dorp van Sysseele, klopte bij den veldwachter aan en verhaalde het drama nagenoeg op de wijze, als hierboven is medegedeeld. Op 13 December laatst overleed alhier den heer J. J. De Bal, oud-hoofdonderwijzer en se cretaris der gemeente. Door een zijner oud leerlingen de heer A. Verlende, thans ontvanger der registratie te Harelbeke, werd de volgende lijkrede uitgesproken. Mijnheeren, Eene treurige maar diepgevoelde plicht brengt ons aan den voet van dit graf. Over vier dagen verspreidde zich de droeve mare van het onverwachte overlijden van Mijn heer De Bal. Aan zijne oudleerlingen komt hel toe eene breede plaats in dezen treilenden lijkstoet te nemen en hier, op den altijd aangrijpenden akker onzer dooden den beminden ontslapene te herdenken. De ontroering en de deelneming eener gansche bevolking getuigen beter dan ie treffendste lijk rede wat wij in hem verliezen. De heer De Bal wierd geboren te Sint Pieters- cappeile den 9 Februari 1835. Hij voltrok zijne studiën ter normale school van Thourout en bekwam reeds den 29 Oogst 1851, op zestienjarigen ou erdom, het diploma van onderwijzer. AcbtervoLjens bekleedde hij dit ambt te Ley- seele en te Maiiakerke en in 1856 wierd hij als hoofdonderwiizer te Slijpe benoemd. Op een en twinligjarigen leeftijd, als veten nog op de banken hunne leergangen vultooiën, drukten reeds op hem geestes en zielenlasl! Met onvermoeibaren ijver en zeldzame opoffe ring behartigde hij zijne taak en met schrander heid en voorzichtigheid legde hij in de jeugdige herten en geesten de kiem werklust, wilskracht, eerlijkheid, braafheid en deugd. De drukbezochte gemeenteschool niettegen staande verafgelegene gehuchten des d< rps en ondanks moeilijke wegen bare goed faam de algemeene achting zijner oversten en ambt- genooten, de waarde die men hechtte, in kon gressen en onderwijsvergaderingen, aan zijne opstellen en werken, getuigen zijn onophoudend streven en het oefenen tol algemeen welzijn van zijnen rijkbegaafden geest Ouk iivbbeti veten onder ons hem hunne ontwikkeling en den vooruitgang op de levens baan te danken. Pijnlijke tegenkomsten stonden hem echter te wachten! De voor Belgie zoo noodlottige schoolstrijd brak los ik wil in die droevige gebeurtenissen niet dringen noch die ram zalige tijden schetsen. Hier, op ons alsdan verre dorp, woedde de politieke drift met onzeggelijk geweld. Onmensebelijk leed de heer De Bal in zijne dierbare gevoelens, zelfs io zijnen huiskring en in zijne belangen! Hij bleef zijnen eed en het staatsbestuur ge trouw en aanveerdde met kalme onderwerping, maar moedig zijne zware beproevingen nooit kon men zijne kristelijke overtuiging in twijfel brengen en toch, jaren lang bleef zijne loopbaan doorkruist met doornen, hinderpalen en onver diende tegenkanting! 1 atuurlijk, antwoordde da aanvoerder der Vlaamsche volkspartij. Da rijken waren hier te verwaand geworden. Zij zijn voor hunne hoo- vaardlghield nu gestratt. Zie ze nu loopen met bunnen neus naar dan grond toe. Dia lieden meenden dat hun alles loagelaten was, sedert zij eene vreemde taal spieken, dia ’t volk niet begrijpt. Zij dachten dat zij met hun Fraosch nu boven alles stonden, en dat zelfs geen Duilsch uitvinder hun voor ’t gebruik ian zijne aniline patent kon doen betalen. De straf is geko men. En ’t arme volk? Jammer genoeg. Men heeft hel arme Vlaamsche volk dom gelaten; men wil er niet anders mêe te doen hebben, dan zijn werk te aanvaarden en zoo weinig mogolijk te betalen. Het volk moet hier onwetend blijven door den wil van die verbasterde calicot-barons. Het volk? Het zijn maar slaven, die alles doen wat van hen verlangd wordt, die zelfs een vreemden uitvinder zouden vermoorder, die in zijn recht is. Arm, ongelukkig Groenendale! De twee personen gingen zwijgend voort en Jan Gossije, de aanvoerder der Vlaamsche volks partij hield dien avond voor zijn klein getal bezielde en overtuige partijgenooten eene gloei ende redevoering in den zin van de woorden, die hij gezegd had tot den werkman, welke hem naar j zijn lokaal vergezelde. 1 Maar zou ’t helpen? 20 Dac. Blondeel Frans Joannes zoon van Eugeen en Maria Neudt. Pecceu Maria Fmilia Louise Sophia, dochter van Cyriel en Louisa Deschieter. Sedert 1 Januari 1911 122 geboorten. STERFGEVALLEN. 20 Dec Verlende Sophia Rosalia, oud 74 j. 1 '«*1 i '•i 7 i" I imiMiiMiiinM 11—É—u

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1911 | | pagina 2