iie mmiims m m BELANGRIJK BERICHT Pieter OumaMt-Oausercaer Aannemer van openbare werken. Voor Neuzel Gemeenteraad van 7 Januari 1912 Men vraagt Binnen- en Buitenland. Eene oude historie Nieuws uit Nieuport Net als in België Hij is niet tevreden Land- en Tuinbouw Andermans geestigheid Hoogwater te Nieuport ’s morg. 1,19 1,55 2,31 3,05 3,40 4,17 4,58 Burgerstand van Nieuport GEBOORTEN. Rechterlijke kronijk RECHTBANK VAN VEURNE alle deftige vraagstukken te bespreken. MENGELWERK 3 <-«• (Wórdt voortgezet/. zen een Kleine Harmonie. Morgen zondag viert de kl.ine Harmonie haar jaarlijksch feast. Om 11 1/2 uren voormiddag wandeling in stad met muziek, om 5 uren groot concert den leden aangebeden, met de medewerking van vreemde kunstzangers en iestrumentisten. Daarna danspartj en andere vermakelijkheden "Willems-Fonds. Boekerij. Door bijzondere omstandigheden zal er Zondag 21 dezer geane boekerij gehouden worden. Carnaval. Ter gelegenheid van Cams- val biedt da heer voorzitter Deswarte de leden I van bel Willems Fonds een verkleed kinderbal aan op hetwelk meisjes en knapen beneden 15 jaar uitgenoodigd zijn. Wij twijfelen niet of dit initiatief zal bij alle leden nogmaals welkom heeten en het zal dien dag gewis aan geene verklede kinderen ontbreken tot groote vreugde der ouders-leden, 22 23 26 27 s avonds 1,37 2,13 2,48 3,22 3,58 4,37 5,20 door OWKH H'ATlljZ Beerken! Beerken! b Dan werd zijn aangezicht rood; zvjneoogen schoten vuur. Hij bromde leelijke loeders! en trok zijn hcofd uit het gat binnen, ’s Avonds bij het licht plakte hij papieren takjes voor den winkel. Als hij soms ’s middags in de week een uurken mocht spelen, of ’s Zondags vrijen tijd had, trok hij naar het ovenzolderken. Daar lagen in houten kisten de vormen voor de Sint Nikolaaskoeken mannen, honden, paarden en kerstboomen, en de gekleurde schildekens in plaaster voor Jezus- koeken mei Kerstdag Op die schildekens waren mannekens, dieren en boompjes afgebeeld. Daar kon hij met zijne groote kalfsoogen uren lang op zitten kijken, neergehurkt bij die kisten. Tijdens de winterfaestdagen, die met het Sint- Nikolaas feest begonnen, weiden die vormen en schildekens beneden gehaald om in de bakkerij te worden gebezigd. Dat was het liefste, dat Beerken in de bakkerij zag verrichten. Eindelijk was hij met zijnen lie renaar zelf aan ’t snijden gegaan van zulke vor men in blokjes hout. Op zijne manier, zonder dat iemand het wist, beoefende Beerken te Bra- kel de kunst voor de kunst, en had in zijne kunst op het dorp geene beoijders. II. Neuzöl vindt dat er in Nieuport niet, genoeg getrouwd wordt. Toen ik dat vernam vnoeg ik mij af waarom hij het voorbeeld niet geeft en ik zocht en vond het antwoord in de H. Dat zou een Belgie naar hun zin zijn. Maar, eilaas! de druiven zijn te groen. Wat hun zou believen, staat ons niet aan Als de bakkers elkander ’s morgens na het opstaan zagen, mompelden zij iels tusschen hunne tanden, dal goeden dag moest betee- wierpen zij met stesnen naar hem of riepen kenen. Eenige stonden daarna vingen zij aan te pruttelen. De eene maakte den anderen eene opmerking over het werk, waarmee dien dag moest kortinge gemaakt worden. Guul wilde dit doen en Mol dat. Na wat geprutteld te hebben, vielen zij ’t ak koord; maar het herrebekken hield niet op, vooraleer zij samen het werk afgedaan hadden. Wat de eene prees moest de andere beknibbelen. Het pruttelen was hun eene dagelijksche behoef te, zoo noodig als het eten en het werken Zij bestreden elkander in hun doen en laten, den heelen dag door, en toch waren zij beste vrienden zoo goed nadien als te voren. Als de eene soms eenen dag afwezig was, hetzij om naar de markt te Oudenaarde te gaan, om er koren, boter of eiers te koopen, hetzij om eens eenen bloedver want te bezoeken, was de andere niet in zijnen sc ik. Hij gevoelde gelijk' iels, dat aan zijn bestaan te kort was, iets dat als deel van zijn eigen uitmaakta. Beerken moest het dan soms bezuren. Zonder veel te mispikkelen kreeg hij veel gauwer eenen klets om de ooren; eene gift die hem overigens niet gespaard werd. De stumper zag dan eens boos op zijde, zei niets en deed zijn werk voort, in de meenin g, dat dit klinkende stelsel van opvoeding het eenige was, dat in de wereld op jongens kon toegepast wor den. Als de eene bakker den anderen beval iets te doen, pruttelde deze natuurlijk tegen en als hij i reeds lang bezig was met te doen, wat hem bevolen werd, hoorde men hem binnensmonds schoone jongens om te stelen; er zijn er geene die op apen gelikken Alleen Jultje zit daar diep denkend en, zonder het te willen, ontsnapt hem een diepen zucht Wanneer zal ik hier voor goed zitten (for ever, zei Julije, want hij begint ook engelsch te spoken). Halt, nog zoo rap niet, zegt Thomas, want ’k zin ik hier ook nog, ’k zin ik een beele ent en gij maar een klein mennetje Ja, maar neen, zegt Lang Pietje, ezoo niet; achter Jantjie is ’t mijn to r; want dat is vier honderd franken per jaar weerd. Silence, zegt Theopbiel. Allo Jultje, gaat voort, opent de ziltinge, zoo spreekt Theophiel. En Jullje spreekt met al de kracht van zijne majoors- en kapiteinsstem eigen Theofiel, ik bid u, gelief ’t proces-verbaal der vorige ziltinge af te lezen. Daar is geen kwestie van, roepen Monken en Mil uit d’Oostendeslrate, die toch zoo beslegen zijn In de gemeentewet en ulder overal willen mee bemoeien. De gemeentewet zegt, roepen ze alle twee, artikels 62 en 63 paragraaf zoovele dat we vandaage maar moeten overgaan tot de eedaflegging van us Jantjie, tot de eedaflegging van uzze nieuw gekozene vrienden (bravo, bravo den anderen is toch buiten!) en tot de kiezinge van een schepene; want uzzen Jules die is nog aangebleven. En zeggen dat gij, dien schepene had moeten zijn, zegt Leo snik ende, hadde Lang Pietje geen stokken in ’t wiel gestoken. ’k Was er niet dom genoeg voren, zegt ’t Brilleventje, maar hij gaat het in zijn graf niet dragen, nom de mille. Eindelijk verklaart Jultje plechtig Mijnheers, de zlttinge is geopend en ze is openbaar. (De reporter van ’t Stinkerlje met zijn crayon oh zijn zakboekje van een kiutte om notas op te nemen is afwezig. Een batje voor Theofiel die voor ’t verslag van ’t Slinkerl’e zal moeten zor gen.) En de zittinge begint Jultje. Theofiel, ik bid u, gelief 1°) lezing te gaven van ’t proces-verbaal der eeilijke en recht vaardige ni t gekochte kiezing van 15 October laatst en 2’) van de goedkeuring der permanende deputatie, die alles goedkeurt als de kaloten boven zijn. (Algemeen geroep Bravo! bravo!) En Theofiel leest Ten jare onzes Heeren 1911 dank aan de 30 fraak per stemme dank aan de beloften en de medewerking van Pousse Carette, (algemeene bravogeroep), Chareltje (den gemisten kandi daat) en zijne gebrilde Pelagie snuitdooze met heur geldbeurze, dank aan de medehulp van julder allemale en al is ’t dat Thomas ele blauwe schenen gdoopen heeft, zijn gekozen met hon derd kopstemmen minder dan wij dachten Jantje (bravo, bravo!) Lang Pietje (stilzwijgen) Pol (bravo)! Monken (leve de schorten)! Leo (’t Brilleventje klakt dat zijn princenez aftuimelt) en Thomas (allemaal bravo, behalve Jultje), en de bestendige afvaardiging der provin cie West-Vlaanderen uit het Kóniokr.jk Belgie keurt bij beslnit van den 10 November deze kiezing goed. (Bravo!) Jultje. Jantjie, leg den eed af als raa Isitd. En Jantjie zweert bij hooge en bij lage dat iiij zal voortzetten hetgeen zijn voorzate begonnen heeft, want dit is niet moeielijk, zou Roland zeggen gelijk toene als hij, Jantjie, in de Leeu wenorde werd geslagen. ’t Proces-Verbaal is gereed Waar moet ik teekenen? vraagt Jantjie. Aan ’t rood kruisje, zegt Theofiel en gij der oender, Jultje. Als er nog maar plaatse is, zegt Jultje, want met al die krullen aan zijn S.. name! Er is nu voldaan aan de wet en un, deux, trotsJultje verlaat het zeiteltjie waarin onzen Jan plaats neemt. Leve onze Jan roepen ze allemale. En nu, artikel 61, roept Monken, terwijl Theo- flel zwart naar em kikt en hem toesnauwt Jantjie. Minheers, gelieft ulderen eed af te leggen Lang Pietje Ik zweer en zoo voorts. Pol Ik zweer etcetera. Monken Ik zweer ook. Zondag Maandag Dinsdag Woensdag 24 Donderdag 25 Vrijdag Zaterdag 21 Januari derste kloosterlijke orden in België. Eene nieuwe grondwet zou uitgevaar- Maar de tjzerwegen waarvan er spraak is digd worden met, als voornaamste arti kelen het monopool, het onderwijs voor de kloosterlingen liefst zonder diploom; de verplichting voor alle Belgen den katho lieken godsdienst te Delgden en uit te oefenen, de verbanning aan alle anders denkenden en de doodstraf voor hun in geval van banbreuk van uitdrijving; de afschaffing en het verbod van verkoop van alle boeken of dagbladen welke door de bisschoppelijke overheid niet zouden goedgekeurd zijn. Men meldt, als een der vermakelijkste feiten welke de laatste duitsche kiezingen kenschetsten het volgende Een der be houdsgezinde kandidaten, graaf Oppers dorff, gaf zich uit. in een laatste oproep tot de kiezers, als kandidaat van God, en voegde erbij dat de vraag was wie zou overwinnen de Christ of de Antichrist! Hij zegde nog Degene welke het kruis afbreken willen, will n ook den troon afbreken. Op trouwe christenen, op; de hel bedreigt ons! Is het niet net als in België, net als hier te Nieuport? ’t Is waar dat Jantje en zijne trawanten zulke volzinnen in hunne kiesreklamen nog niet schrijven durven; maar deofficieele moniteur van de sakristij en van het stadhuis, alias de Stinker, als mede de kerkmeetinghouders, doen het in hunne plaats. In Duitschland lacht men er mede en de kiezers zouden wel doen er hier ook wat meer mede te lachen. Jantjie en zijne kliek, die bekwarne(?) bestuurders kandidaten van God!! O la la! laat het ons toch uitproesten! ’t En ware waarlijk geen bewijs van zijne oneindige wijsheid. nog altijd onverstaanbare woonlen mompelden, terwijl de andere bem van ter zijde aanblikte en zich overtuigd hield, dat hij het laatste en naar zijne meening het beste woord zou hebben. Over het weder kregen zij dikwijlstwist, vooral als er in de moestuin moest gewerkt worden boontjes geplant, salade gewied of verdund, of tuinbedden besproeid. Als de eene zei, dat het zou regenen, beweerde de andere, dat het zou opklaren, en zij kwikkelden nog voort over de waarschijnlijkheid van den regen, als reeds de eerste dikke druppels op de blauwe steenen van het koerken pletsen, en de ruiten der bak kerij vensters afdruppelden. In de bakkerij, onder het werken, pruttelden zij onophoudelijk. Als Guul aan Mol zei, dat I ij den mulder versmoorde wat in hunne taal beduidde, dat hij te veel water in ’t meel goot, wierp Mol hem aanstonds tegen, dat het nog te weinig was. Daarop volgde dan eene pruttel ing van belang, en Guul had er dan ook plezier in, dat Mol nog wat meel moest bijvoegen, omdat er te veel water in den trog was. Onder het pruttelen bezagen de hakkers elkan der niet, als wilden zij daardoor laten gevoelen, dat zij niet veel belang hechtten aan hetgeen de tegenstrever te zeggen had. zou zeggen Thomas Ik zweer, dat in den lijd ais ik nog directeur was van de gaze... (Tut de orde! roep n ze allemale) Thomas Ik zweer en zoo voort;... (Wordt voortgezet. Wie is niet tevreden? De noodlottige man of te groene Eminentie. In de Revue Générale klaagt hij putten in den grond omdat de vri zinnige partijen een verbond hebben gesloten. Dat is voor hem het ongeluk der ongelukken. Hij voorspelt dat onze staatkundige vrijheden de koninklijke macht, de invloed de? kerk door de vrijheid der eerediensten be schermd, daardoor in gevaar zullen wor den gebracht en maakt daarom het proces van het parlementaire stelsel. Men vraagt zich af, zegt hij, hoe zulk regiem kan voort bestaan zijne macht volgt vooral uit de moeielijkheid er een ander te vinden om het te vervangen. Een regiem dat de katholieken en M. Woeste zou voldoen het eenige zelfs wat hun volledige voldoening zou schenken, ware nochtans zoo moeilijk niet om vin den. In hunne plaats stelde ik, in p'aats van den Korting, den pauselijken gezant, in plaats van de Wetgevende Kamers, eenen staatsraad samengesteld als volgt de aartsbisschop als voorzitter en, als leden, de bisschoppen en de hoofden der bijzon- Bestaat er nog Peru-Guano? Die vraag komt dikwijls ter tafel, vooral als sommige menschen het steeds willen doen voor komen alsof guano een meststcf is, die vroeger Leo Ik zweer morventerre ook, gelijk Theofiel i bestond, maar hedèn niet meer. Ais deze heeren - over alles zoo goed ingelicht zijn als over dit punt, dan zijn ze wei te beklagen, ’t Is anders niet moeilijk om te weten, dat er jaarlijks nog talrijke scheepsladingen door de voornaamste invoerders van deze meststof, namelijk de An- glocontinentale (vorm. Ohlendorff’sche) guano Werke te Antwerpen, betrokken worden. Zoo kwamen er van October lot December 1.1. niet minder dan acht schepen, met het niet Ie ver- waarloozen gewicht van 20130 ton of meer dan 20 tnilliosn kilos voor genoemde firma te Ant werpen binnen. Een kolossale hoeveelneid anders! Een trein van 2013 wagons! Even kolossaal is de leugen, zoo iemand beweert dat de guanolagen uitgeput zijn ’t is voor de Peru Guano nog verre van waar! De boer kan nu zoo gerust als voorbeen, met den guanozak naar ’t veld gaan, om zijne aardappels te bemesten. Ais hij zich aan ’t goede adre heeft gewend, zuilen de bekomen uitslagen evengoed als eertijds wezen. LUC. Een man, het aangezicht vol tranen, biedt zich aan in ’t doodenhuis om ’t lijk van zijn broeder te eischen, die sedert asht dagen verdwenen was en welken men kwam op te visschen. Had hij eene bijzonderheid waaraan gij hem wel zoudt herkennen? vraagt hem de waker. Ho, ja zeker, antwoordt de man bij was doof als een kwakkel... Eene oude historie, ja! maar die op vele nieuwe gelykt. De Railroad Magazine verhaalt dat in 1828, eenige jonge lieden van Lancas ter (Ohio)aan de stadsoverheid de toelating vroegen om zich te vereenigen inde groote zaal der school om er eene tegenstrijdige bespreking te voeren over het vraagstuk der ijzerwegen met stoombeweegkracht waarover men onbepaald begon te redeka velen. De AmeriKaansche collega’s van Jantjie en consoorten, in dien tijd, antwoordden als volgtGij zijt welkom in de zaal om (vrij naar ’t Stinkertje) i ’t Stinkerlje schrijft Waren tegenwomdig de heeren Jantjie, burgemeester voorzitter (die nog den eed moet afleggen) Lang Pietje en Jullje en Wij hebben toch ook nog iets te zeggen, sc/iepenen (Pietje moet nog gekozen of he kozen Wij hebben in de aderen nog geuzenbloed i worden), Monken en Pol (die nog den eed moeten om ons door de opvolgers der inkwisiteurs afl"ggen); de 5 oude raadsleden niet te laten verpletteren, en wat M. Woeste ook vertelle om de liberalen van het verbond met de socialisten afkeerig te maken, het zal niet helpen. Tegen den gezamentlijken vijand trekken wij een drachtig te velde! De twaalf of vijftien mannen dis hem samen stellen, zij o werklieden van alle stielen. Hun traktement bedraagt 250 franks per jaar, daaren boven 5 franks per 24 uren bevolen* dienst; de ouderdom dezer dapperen beloopt van dertig tot zestig jaar; zij wonen, de eenen te Nieuport, de j anderen in de omstreken, en geen hunner bezit den telefoon. De paarden die den bootwagen moeten trekken, behooren aan een landbouwer, die ze tot zijne akkerwerken bezit en die ze verhuurt wanneer de behoefte zich laat gevoelen. Kortom, er is ten minste een uur noodig tot de ereeniging van dat personeel bestemd tot het waarnemen van den dienst der twee red- dingsposten! b En dat is niet alles Op de hoofden der staketsels (er bestaat maar één meer sedert het orkaan van 30 September) is er noch reddings boei, noch gordelriem, noch kabel, noch boots haak Er is niets, niets, noch niemand! Aan ’t oosterhoofd, waar het pas gebeurde drama voorviel, zijn de ijzeren ladders verdwenen, b Het is waarlijk verbazend dat, in zulke jam merlijke voorwaarden, de drama’s niet neg veel menigvuldiger zijn. Is dat geene onwaardigheid de regeering te zien millioenen bedelven in ’t zand van de Panne, wanneer er te Nieuport zulke zorgeloosheid heerscht dat de menschen zonder hulp sterven op honderd meters van de kust'? Ver van ons gedachte een schaduw te willen werpen op den moed der redders, die reeds in menig geval blijken van zelfopoffering en zelfverloochening hebben gegeven. Op hunne handelwijze valt volstrekt niets te zeggen, inte gendeel, wij hebben ze reeds meermalen bewon derd, doch we willen alle verantwoordelijkheid leggen op den rug van het bestuur, dat den reddingsdienst inricht. Niets wordt gedaan om het leven der soms zoo ongelukkige zeelieden zooveel mogelijk te vrijwaren, zelfs geen mist- klok mag ervan af, die in geval van mist, zulke groote diensten zou bewijzen. Het staatsbestuur wil voor Nieuport niets doen, en het Nieuportsch marionetten-gemeentebestuur aanschouwt dit alles met eene afschuwelijke onverschilligheid. De reddingsdienst moet volstrekt heringericht worden; het is eene dringende noodzakelijkheid, en we durven hopen dat zoodra onze vrienden, de antiklerikale blok, het staatsroer in banden zullen hebben, ze hun plicht zullen weten te vervullen tegenover die zoo belangwekkende klassen der samenleving de zeelieden en de vissebers. zijn eene onmogelijkheid en zijn van het domein derongeloovigheid, aargezien men in den Bijbel geen woord over dit onder werp kan vinden. Het is eene list van Satan om de onsterfelijke zielen tot hun verderf te leiden. Ter overweging gegeven aan degene welke gelooven dat de uit den Bijbel ge trokken bewijsvoeringen onbetwistbaor zijn. Ik heb de eer te laten weten aan de Heeren eigenaars der huizen van Nieuport, als dat Ik mij belast met het plaatsen van de afleidingbui- zen in grés, binnen de huizen voor het aflos sen der keuken en andere waters. Het plaatsen der buizen zal door mij persoonlijk gedaan en nagezien worden, met zoo weinig schade moge- lijk aan vloeren en plancher te veroorzaken. Men kan ook ten alle tijde grésbulzen bekomen uit zijn magazijn aan genadige prijzen. P. S. Men gelieve goed in acht te nemen dat ik geene leidingen leg vooraleer de groote riolen in iedere straat zijn gemaakt voor verders alle moeilijkheden te vermijden. Ik heb de eer uwe geëerde orders met dank baarheid te aanvaarden. De boulevard. Wie ooit eenen boule vard van ’t echte merk wil zien begeve zich eens naar de zoogezegde boulevard de Kazerne ’t is wat erger nog dan eene slijkstraat op den buiten men heeft er reeds alles over bsloofd betreffende de verbetering, doch zooals gewoonte beloven ja, doen neen. De nieuwe jaknikker, die nog al dikwijls dien weg neemt om zich tot zijn kasteel te begeven, en dan de toestand zeer wel kent mist eene schoone gelegenheid de mond over die zaak gesloten te houden hij, die het al zou verslaan, metal zijne ijskoude kennissen van ingenieur! De stadsmenagerie is hij binnen getreden, doch het is ook reeds een leeuw zonder klauwen of tanden geworden! De straatjongens riepen hem soms dat, toe hij den smouter in de babkerij opat. Om zulke beschuldiging werd hij kwaad en bekeek de stouteriken b, die zulks durfden zeggen, met gloeiende oogen, en mompelde iusschen zijne tanden leelijke loeders! b Het geld, dat Beerken won, acht frank in de maand, moest hij zijne moeder afgeven, ’s Zon dags kreeg hij een halven kluit waarvan hij een cent voor ijnen stoel in de kerk betaalde, en nog anderenhalven cent spaarde. Van dit spaargeld had hij zich eenen lierenaar gekocht om stokken te snijden en figuurtjes in het hout te kerven. Beerken sliep op den zolder onder het pannen dak en ’s nachts hoorde hij er vaak muizen en ratten loopen. Beerken had geen kameraden; hij zocht er ook geene. Als hij ’s avonds zijn werk gedaan bad, ging hij wat aan de voordeur staan, of lag op den zolder met zijn hoofd uit de ronde opening in den trapgevel. Als de jongens hem daar zagen, Schriftuur (I Cor VII 26, 27, 28, 29, 37) waarin de apostel Paulus, onder de ingave van den H. Geest zou Nezuel zeggen, ver klaart 1) Dat het voordeelig is voor den mensch niet te trouwen. 2) Dat wie geene vrouw heeft er geene moet zoeken. 3) Dat zij die trouwen, in hun vleesch verdriet en pijnen zullen lijden. 4) Dat zelfs degene welke vrouwen hebben, zouden moeten zijn alsof zij er geene hadden. 5) Dat hij die zijne dochter ongetrouwd behoudt, een goed werk verricht. Neuzel volgt dus den raad van den H. Geest toen Iffi ongehuwd blijft, dat is de vraag te weten waarom hij dan aan and'-re het tegenovergestelde aanraadt. Ik zeg daarom niet dat hij ongelijk heeft, maar heeft de H. Geest dan ongelijk? ’t Is i zeker ook eene mysterie. En, apropos, waar blyft het antweord van den fameuzen godsgeleerde van het Nieuwsblad, die op alles ging antwoorden op de vraag te weten wie gelijk had, hij die beweerde dat de vrouw voor de kerk de gelijke van den man is, of de H. Geest die aan zelfde H. Paulns (I Ccr. XI3, 8, 9, 10) ingaf de vrouw7 onderworpen is aan den man omdat 1) De man niet uit de vrouw, maar de vrouw uit den man werd getrokken. 2) Dat de man niet voor de vrouw, maar de vrouw voor den man geschapen werd. Voor een man die op alles, alles her haalde hij, ging antwoorden, zwijgt hij wel lang. Riolen. Die werken gaan met reuzen stappen vooruit, ’t kan niet anders overigens als men nagaat dat men heden zelf tot vier werklie den toe gebruikt, de opziener en aannemer niet in begrepen!!! Wij stellen andermaal de vraag wanneer zullen die werken geëindigd zijn: het termijn voor hunne voleinding is reeds lang achter den rug en nog is men aan het moeilijkste en groot ste gedeelte der onderneming niet begonnen, namelijk aan de hoofdriool der kaai. Benieuwd zijn wij te weten wat wel de uitslag zal wezen voor het toekennen der zoogezegde boete voor uitvoering naden bepaalden termijn. Eenieder raadt van nu af reeds dat die voor waarde van het lastenboek enkele bladvulling is, enkel toepasselijk wanneer er lust daartoe be staat Te beter voor den belanghebbende :,’t is toch ook een goed discipel geworden van ’t kappelleken en dit is meer dan voldoende! Met den toestand der straten waar men reeds gewerkt heeft is eenieder bekend men breekt er de beenen en in geval van regen bewandelt men eenen breeden modderpoel ’t is toeh ook iels. De boulevard. Wij vernemen uit goeds bron dat de burgemeester van Brussel bij het lezen van het Stinkertje, besloten heeft tien van zijne beste ingenieurs en architecten naar Nieu port te zenden, cm de boulevards (en bijzonder lijk de slijkkazerne) ea de nieuwe prachtgebou- wen vai. De lioolaan te doen onderzoeken en te doen afschetsen, want hij wil volstrekt dat de boulevards van Brussel aan de deze van Nieuport gelijken. Wij raden die heeren aan, als ze ulder reis naar Nieuport ondernemen, van elk een paar zware, groote waterleerzen aan te doen, om droogvoets de boulevards, ofte slijkpoelen te kunnen exploreeren. Ze zijn ook gelast van stalen te nemen van de eerste kwaliteit gezond water van de Coupe-gorge pompen, en zullen er ook de plaats bestudeeren waar het nieuw begijnhof aldaar zal opgericht worden. 14 Jan. Billet Maurits Leon Joseph Cornells, zoon van Juliaan en Bertha Depover. Sedert 1 Januari 1912 10 geboorten. STERFGEVALLEN. 16 Jan. Ureel Lodewijk Jacob oud 59 j 7 m. en 3 d. zoon van Philip Jacob en Isabella Clara Debruyne, weduwnaar van Sophi*’ Joanna Dekeyser en Leonia Antonia Cathariua Debruyne. Sedert 1 Januari 1912 3 sterfgevallen. HUWELJIKEN 16 Jan Barbier Oscar Richard cud 34 j. bakker te Pervyse en Genachte Maria Mathilde Leontine Cornells oud30j. zonder be- f roep te Nieupott. Sedert 1 Januari 1912 5 huwelijken. Zelfmoord Zondag avond rond 10 1/2 uur, ging een 20 jarig meisje langs de Entrepot- laan te Brussel Aan de kazerne van het 9' linie gekomen, bleef ze slaan en sprong plots in de vaart van Charleroi, doch bleef eenige minuten boven drijven. Een soldaat en eene schipperin kwamen ter hulp, doch ’t meisje weigerde iets aan te grijpen en deed pogingen om te zinken, roepend dat ze wou sterven. Dra zag men ze ver dwijnen. Slechts een uur later haalde men haar lijk op. Op haar vond men een brief waarin ze schreef dat ze uit liefdeverdriet een einde wou stellen aan haar leven. Hare persoonsbeschijviog werd overal rond gezond n. Het lijk werd naar het doodenhuis gebracht. Dieven verrast. Zondag avond waren de echtegenooten Salmon, loodgieters, steenweg van Vleurgat, uitgegaan met hunnen zoon, oud 18 jaar. Deze laatste keerde rond 5 ure ’s avonds weer. Men had den ketting langs binnen ingelegd. Drie kerels daalden van de trappen, boden zich zeer stoutmoedig aan vóór de deur en vraagden aan zoon Sal i en wat hij verlangde. De jongeling, onderstellend dat hij met kwaad doeners te doen had, antwoordde dat hij M. Salmon wilde spreken. Het antwoord luide M. Salmon is niet thuis, komt terug binnen een uur. b lu allerhaast, ging zoon Salmon zijne ouders verwittigen in een naburig koffiehuis. M Salmon zocht twee agenten op en wanneer dezen vóór bel huis verschen, bemerkten zij de drie kwaaddomers, die zich verwijderden alsof er niets was gebeurd. Zij achtervolgden hen en hielden er twee van aan in de Hamerstraat. Men vond op hen eene hoeveelheid juweelen, breekijzers, eene elektri sche lamp en een sleutelbos. In het huis van M. S Imon werd alles overhoop geworpen. De meu beien werden opengebroken en hun inhoud verspreid op den grond. De twee dieven, welke opgesloten werden, hebben geweigerd hunnen medeplichtige te doen kennen. Stoutmoedige diefstallen. Zon dag avond werd ep de vierde wijk in de Wene maerstr.<at te Gent, eene stoutmoedige disfstal gepleegd. Mad. wed. De Smet, 74 jaar, wonende in N. 58 der Wenemaerslraal, was alleen te huis toen rond 6 34 ure, eensklips de voordeur geopend werd. Denkende dat bet famil <-,laden waren, kwam zij tol in den gang, toen zij eensklaps twee gasten van een 25 tal jaren ontwaardde die op haar toesprongen, hare handen en beenen vast bonden en eene prop in den mond duwden. Terwijl een der kerel» de oud) vrouw in be dwang hield, en baar met den dood bedreigde, indien zij om hulp dierf roepen, onderzocht de andere geheel het huis en stool een som van 11000 fr., allen in stukken van vijf frank. De zoon van M. De Smet, die met zijne vrouw en kind bij zijoe moeder iowoont, is een persoon die de stukken van vijf frank bier in Gent en omtrek ophaalt ze naar Frankrijk stuurt. De heer De Smet had Zaterdag voor ongeveer 11,000fr. vijffrankstukken opgehaald en die som in linnen zakken verpacht, en op zijne kamer in eene kas verborgen en hij moest ze Maandag naar Frankrijk opsturen. De stoutmoedige dieven hadden bij bet ont vluchten van het huis de deur opengelaten. Toen het slachtoffer dal het bewustzijn had verloren tot bezinning kwam riep zij om hulp. Seffens kwamen de geburen toegeloopen die het slachtoffer van hare banden verlosten en de policie van ele vierde wijk verwittigden. Het was de heer Belliard, policlekommissaris van de 7’wijk, die onmiddellijk een onderzoek instelde, de vrouw ondervroeg en het parket verwittigde. Oogenblikkelijk werd in den omtrek der statie een bewakingsdienst ingericht, doch tot hiertoe heeft mea van de bandieten, waarover het slach toffer weinig inlichtingen kon geven, geen spoor gevonden. Maandag morgen is ’t parket ter plaats ge weest. Toen de heer Belliard, rond 9 ure van zijn onderzoek in de Wenemaertstraat te huis kwam, vernam hij dat op zijn wijk insgelijks eene stoutmoedige diefstal werd gepleegd. Zondag namiddag had M. Slabbaert, wonende Veemarkt, 13, zich met zijne vrouw en kinderen naar Lourdes begeven. Toen hij om 8 1/2 ure ’s avonds te huis kwam stelde hij vast dat dieven bij middel van valsche sleutels in zijne woning gedrongen waren, x AI de meubelen van het gelijkvloers en de verdiepen waren opengebroken en den inhoud op den grond verspreid. Eene som van drie tot vier duizend frank was gestolen. De heer policiekommissaris opende onmiddel lijk een onderzoek; de geburen werden onder vraagd, doch niemand kon inlichtingen ver schaffen. Het parket werd insgelijks Maandag morgen van dezen diefstal verwittigd. - Revolverschoten. Onlangs had eene vrouw het echtelijk dak verlaten en ver bleef met zekeren H. S... te Rijsel. Over enkele dagen was de echtgenoot der boekbinden aan te leeren bij Leon Houve- naeghel, Oostendestraat, 11, te Nieuport. z, i en ook den i snlkkenden Trappelaare en Thomas de 11“. Ze waren er allemale Theofiel stond boven op zen trappen van secretariaat in de vierschaare te wachten sigaar aan ’l mooren gelijk naar gewoonte; de garden stoenden in grand tenua en sabre au clair aan de poorte boven de trappen, en een voor een kwamen ze af. Jantjie was den eersten; Jultje de zoon van den ouden liberalen burgemeester van Handzaeme, kwam met zen klaksjen aan; ’t Brilleventje kwam met zen snlkkenden boezem vriend aan, wie i bij zijne kiezing te danken heeft zooals hij zegt; Monken en Miltje kwamen arm en arm uit d’Oostendestraate; Michel was ook aan tijden, want er waren geen vespers te zingen; Tnomas, die zijn geiten niet aan heeft zooals vroeger toen hij nog directeur van de gaze was kwam met zen chapeau buze aan en eindelijk Lang Pietje altijd te late zonder zijn vrouwe heel alleene. Proficiat, zelden de garden; maar jawel, er mocht geen half voetje van af en Thomas ge baarde dat hij ’t niet hoorde, ’k Heb al genoeg beschoenken in de Coupe-Gorge, zei h|, en mijn schoon servies van wijnglazen expres ge kocht voor de kiezinge is ook al geschonden. Daarbij ze kommen niet meer gemakkelijk bin nen, sedert dat ik geen directeur van de gaz meer zin. Nu zijn ze allemale present. Pol gtefi een polletje langs Lier en een polletje langs daar; Lang Pietje gebaart dat hij ’t Brilleventje en zijn snlkkenden kameraad niet en ziet; Jultje keert zijn rug als Thomas zijn solenneele intrede doet. En ze staan daar ezoo vijf minuten op ulder hielen rond te draaien, terwijl Thomas de groove kenner van kunsten, het prachtige werk van onzen stadsgenoot Pieter Braecke in diepe stil zwijgendheid bewondert. Kwestie waarvooren dat het goad is; wie weet of wordt hij daardoor geen schepene van schoone kunsten!? Eiodelijk komt Theofiel majestueus van zijn trappen en het galmt in de vierschaare Jan, doe de deuren der raadszale open. ’t Kloksken luidt bim, barn, boum en onze honorabelen treden binnen na Theofiel. 999 toe schouwers stroomen binnen om de plechtige installatie bij te wonen. Zet julder allemale zegt Theofiel en ze doen 't. Jantje wil naar zijn zetelljie. Halt, zegt Theofiel, nog een beetje wachten; Jultje zet gij joen daar. En Jultje zet hem in den burgemeesters zetel. Algemeene stilzwijgendheid. Ze kikken ne keer overal roend en glimlachen. Hij is toch bulten, zeggen ze in ulder eigen en ulder facade straalt van vreugde. Nu dat ze daar zetelen hebben ze allemale een gezichte van Vrijdagmorgen heeft men uit de Nieuport vaart het lijk opgevischt van Karei Uyttenhove, kantonier te Veurne. Daags te voren was hij per velo uit zijn huis vertrokken, zeggende zich naar Nieuport te begeven. Men vond zijn velo langs den vaartkant, wat verder zijn revolver en daar na zij kepi Daar hij vol bloed was, denkt men dat hij zelfmoord heeft gepleegd. De ongelukkige was ziek sinds eenigen iijd in de hersens geraakt. Hij laat eane weduwe met kinderen achter. Nieuport-Baden. Op strand heeft men ’t lijk gevonden van M Georges Coucquié, han delaar te Oostduinkerke. vrouw deze laatste naar Frankrijk gaan teru ha len. H. S... had daarop bedreigingen uitgesproken. Zaterdag nacht was hij naar Genlbrugge- Vogelboek, waar de echlgenooten wonen, geko men Hij loste verschillende schote in de richting door de ruiten der slaapkamer van de echtge- noolen. Een kogel vloog op enkele centiemeters beven het bed, in den muur. Na een tiental schoten gelost te hebben vluchtte H. S... weg. Zondag morgen werd hij door de Gentbrug- sche policie aangehouden en ter beschikking van het parket gesteld. H. S... is een Heusdenaar en bewoonde Gentbrugge. Drama In de Ursulagang, uitgevend in de Aalststraat te Brussel, viel in den nacht van Maandag op Dinsdag een schrikkelijk drama voor. Sinds twee jaar leefde daar de bloemenleurster Marie V.. 38 jaar, gescheiden vrouw, met haar minnaar Jan Van Z..., een 36-jarig daglooner. Zij had nabij zich hare twee jongens, 17 en 14 jaar oud, die op eene zolderkamer sliepen, terwijl moederen minnaar beneden sliepen. Pyliser Justina, melkverkoopster ter Panne en Goderis Rosalie, werkvrouw te Goxyde, elk 50 fr. voor vervalsehing van melk. Vanden veegaete Zenobie, huishoudster te Veurne, 50 tr. voor vervalsching melk. Vanwassenho'e Emilie werkvrouw te Westen- de, 50 fr. voor eerroof en 50 fr. voor slagen. Leroy Francies kostganger te Couckelaere, 5 maanden voor aanslag tegen de eerbaarheid. Theunnick Arthur, werkman Wercken, voor waardelijk 15 dagen voor slagen Hare groote sterfte ii§t in bare zuiverheid ÖS3 ■4> o B B B B

HISTORISCHE KRANTEN

Weekblad van Nieuwpoort en Kanton (1909-1914) | 1912 | | pagina 2