iie mmiims m m
BELANGRIJK BERICHT
Pieter OumaMt-Oausercaer
Aannemer van openbare werken.
Voor Neuzel
Gemeenteraad van 7 Januari 1912
Men vraagt
Binnen- en Buitenland.
Eene oude historie
Nieuws uit Nieuport
Net als in België
Hij is niet tevreden
Land- en Tuinbouw
Andermans geestigheid
Hoogwater te Nieuport
’s morg.
1,19
1,55
2,31
3,05
3,40
4,17
4,58
Burgerstand van Nieuport
GEBOORTEN.
Rechterlijke kronijk
RECHTBANK VAN VEURNE
alle deftige vraagstukken te bespreken.
MENGELWERK
3
<-«•
(Wórdt voortgezet/.
zen
een
Kleine Harmonie. Morgen zondag
viert de kl.ine Harmonie haar jaarlijksch feast.
Om 11 1/2 uren voormiddag wandeling in stad
met muziek, om 5 uren groot concert den leden
aangebeden, met de medewerking van vreemde
kunstzangers en iestrumentisten.
Daarna danspartj en andere vermakelijkheden
"Willems-Fonds. Boekerij. Door
bijzondere omstandigheden zal er Zondag 21
dezer geane boekerij gehouden worden.
Carnaval. Ter gelegenheid van Cams-
val biedt da heer voorzitter Deswarte de leden I
van bel Willems Fonds een verkleed kinderbal
aan op hetwelk meisjes en knapen beneden 15
jaar uitgenoodigd zijn.
Wij twijfelen niet of dit initiatief zal bij alle
leden nogmaals welkom heeten en het zal dien
dag gewis aan geene verklede kinderen ontbreken
tot groote vreugde der ouders-leden,
22
23
26
27
s avonds
1,37
2,13
2,48
3,22
3,58
4,37
5,20
door
OWKH H'ATlljZ
Beerken! Beerken! b Dan werd zijn aangezicht
rood; zvjneoogen schoten vuur.
Hij bromde leelijke loeders! en trok zijn
hcofd uit het gat binnen, ’s Avonds bij het licht
plakte hij papieren takjes voor den winkel.
Als hij soms ’s middags in de week een uurken
mocht spelen, of ’s Zondags vrijen tijd had, trok
hij naar het ovenzolderken. Daar lagen in houten
kisten de vormen voor de Sint Nikolaaskoeken
mannen, honden, paarden en kerstboomen, en
de gekleurde schildekens in plaaster voor Jezus-
koeken mei Kerstdag Op die schildekens waren
mannekens, dieren en boompjes afgebeeld. Daar
kon hij met zijne groote kalfsoogen uren lang op
zitten kijken, neergehurkt bij die kisten.
Tijdens de winterfaestdagen, die met het Sint-
Nikolaas feest begonnen, weiden die vormen en
schildekens beneden gehaald om in de bakkerij
te worden gebezigd.
Dat was het liefste, dat Beerken in de bakkerij
zag verrichten. Eindelijk was hij met zijnen lie
renaar zelf aan ’t snijden gegaan van zulke vor
men in blokjes hout. Op zijne manier, zonder
dat iemand het wist, beoefende Beerken te Bra-
kel de kunst voor de kunst, en had in zijne kunst
op het dorp geene beoijders.
II.
Neuzöl vindt dat er in Nieuport niet,
genoeg getrouwd wordt.
Toen ik dat vernam vnoeg ik mij af
waarom hij het voorbeeld niet geeft en ik
zocht en vond het antwoord in de H.
Dat zou een Belgie naar hun zin zijn.
Maar, eilaas! de druiven zijn te groen.
Wat hun zou believen, staat ons niet aan
Als de bakkers elkander ’s morgens na het
opstaan zagen, mompelden zij iels tusschen
hunne tanden, dal goeden dag moest betee-
wierpen zij met stesnen naar hem of riepen kenen. Eenige stonden daarna vingen zij aan te
pruttelen. De eene maakte den anderen eene
opmerking over het werk, waarmee dien dag
moest kortinge gemaakt worden. Guul wilde
dit doen en Mol dat.
Na wat geprutteld te hebben, vielen zij ’t ak
koord; maar het herrebekken hield niet op,
vooraleer zij samen het werk afgedaan hadden.
Wat de eene prees moest de andere beknibbelen.
Het pruttelen was hun eene dagelijksche behoef
te, zoo noodig als het eten en het werken Zij
bestreden elkander in hun doen en laten, den
heelen dag door, en toch waren zij beste vrienden
zoo goed nadien als te voren. Als de eene soms
eenen dag afwezig was, hetzij om naar de markt
te Oudenaarde te gaan, om er koren, boter of
eiers te koopen, hetzij om eens eenen bloedver
want te bezoeken, was de andere niet in zijnen
sc ik. Hij gevoelde gelijk' iels, dat aan zijn
bestaan te kort was, iets dat als deel van zijn
eigen uitmaakta. Beerken moest het dan soms
bezuren. Zonder veel te mispikkelen kreeg
hij veel gauwer eenen klets om de ooren; eene
gift die hem overigens niet gespaard werd. De
stumper zag dan eens boos op zijde, zei niets en
deed zijn werk voort, in de meenin g, dat dit
klinkende stelsel van opvoeding het eenige was,
dat in de wereld op jongens kon toegepast wor
den.
Als de eene bakker den anderen beval iets te
doen, pruttelde deze natuurlijk tegen en als hij i
reeds lang bezig was met te doen, wat hem
bevolen werd, hoorde men hem binnensmonds
schoone jongens om te stelen; er zijn er geene
die op apen gelikken Alleen Jultje zit daar diep
denkend en, zonder het te willen, ontsnapt hem
een diepen zucht Wanneer zal ik hier voor
goed zitten (for ever, zei Julije, want hij begint
ook engelsch te spoken).
Halt, nog zoo rap niet, zegt Thomas, want ’k
zin ik hier ook nog, ’k zin ik een beele ent en
gij maar een klein mennetje
Ja, maar neen, zegt Lang Pietje, ezoo niet;
achter Jantjie is ’t mijn to r; want dat is vier
honderd franken per jaar weerd.
Silence, zegt Theopbiel.
Allo Jultje, gaat voort, opent de ziltinge, zoo
spreekt Theophiel. En Jullje spreekt met al de
kracht van zijne majoors- en kapiteinsstem
eigen
Theofiel, ik bid u, gelief ’t proces-verbaal der
vorige ziltinge af te lezen.
Daar is geen kwestie van, roepen Monken en
Mil uit d’Oostendeslrate, die toch zoo beslegen
zijn In de gemeentewet en ulder overal willen
mee bemoeien. De gemeentewet zegt, roepen ze
alle twee, artikels 62 en 63 paragraaf zoovele
dat we vandaage maar moeten overgaan tot de
eedaflegging van us Jantjie, tot de eedaflegging
van uzze nieuw gekozene vrienden (bravo, bravo
den anderen is toch buiten!) en tot de kiezinge
van een schepene; want uzzen Jules die is nog
aangebleven.
En zeggen dat gij, dien schepene had moeten
zijn, zegt Leo snik ende, hadde Lang Pietje geen
stokken in ’t wiel gestoken.
’k Was er niet dom genoeg voren, zegt ’t
Brilleventje, maar hij gaat het in zijn graf niet
dragen, nom de mille.
Eindelijk verklaart Jultje plechtig Mijnheers,
de zlttinge is geopend en ze is openbaar.
(De reporter van ’t Stinkerlje met zijn crayon
oh zijn zakboekje van een kiutte om notas op te
nemen is afwezig. Een batje voor Theofiel die
voor ’t verslag van ’t Slinkerl’e zal moeten zor
gen.)
En de zittinge begint
Jultje. Theofiel, ik bid u, gelief 1°) lezing te
gaven van ’t proces-verbaal der eeilijke en recht
vaardige ni t gekochte kiezing van 15 October
laatst en 2’) van de goedkeuring der permanende
deputatie, die alles goedkeurt als de kaloten
boven zijn. (Algemeen geroep Bravo! bravo!)
En Theofiel leest
Ten jare onzes Heeren 1911 dank aan de 30
fraak per stemme dank aan de beloften en de
medewerking van Pousse Carette, (algemeene
bravogeroep), Chareltje (den gemisten kandi
daat) en zijne gebrilde Pelagie snuitdooze met
heur geldbeurze, dank aan de medehulp van
julder allemale en al is ’t dat Thomas ele blauwe
schenen gdoopen heeft, zijn gekozen met hon
derd kopstemmen minder dan wij dachten
Jantje (bravo, bravo!)
Lang Pietje (stilzwijgen)
Pol (bravo)!
Monken (leve de schorten)!
Leo (’t Brilleventje klakt dat zijn princenez
aftuimelt) en Thomas (allemaal bravo, behalve
Jultje), en de bestendige afvaardiging der provin
cie West-Vlaanderen uit het Kóniokr.jk Belgie
keurt bij beslnit van den 10 November deze
kiezing goed. (Bravo!)
Jultje. Jantjie, leg den eed af als raa Isitd.
En Jantjie zweert bij hooge en bij lage dat iiij
zal voortzetten hetgeen zijn voorzate begonnen
heeft, want dit is niet moeielijk, zou Roland
zeggen gelijk toene als hij, Jantjie, in de Leeu
wenorde werd geslagen.
’t Proces-Verbaal is gereed
Waar moet ik teekenen? vraagt Jantjie.
Aan ’t rood kruisje, zegt Theofiel en gij der
oender, Jultje.
Als er nog maar plaatse is, zegt Jultje, want
met al die krullen aan zijn S.. name!
Er is nu voldaan aan de wet en un, deux,
trotsJultje verlaat het zeiteltjie waarin onzen
Jan plaats neemt.
Leve onze Jan roepen ze allemale.
En nu, artikel 61, roept Monken, terwijl Theo-
flel zwart naar em kikt en hem toesnauwt
Jantjie. Minheers, gelieft ulderen eed af te
leggen
Lang Pietje Ik zweer en zoo voorts.
Pol Ik zweer etcetera.
Monken Ik zweer ook.
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag 24
Donderdag 25
Vrijdag
Zaterdag
21 Januari
derste kloosterlijke orden in België.
Eene nieuwe grondwet zou uitgevaar- Maar de tjzerwegen waarvan er spraak is
digd worden met, als voornaamste arti
kelen het monopool, het onderwijs voor
de kloosterlingen liefst zonder diploom; de
verplichting voor alle Belgen den katho
lieken godsdienst te Delgden en uit te
oefenen, de verbanning aan alle anders
denkenden en de doodstraf voor hun in
geval van banbreuk van uitdrijving; de
afschaffing en het verbod van verkoop
van alle boeken of dagbladen welke door
de bisschoppelijke overheid niet zouden
goedgekeurd zijn.
Men meldt, als een der vermakelijkste
feiten welke de laatste duitsche kiezingen
kenschetsten het volgende Een der be
houdsgezinde kandidaten, graaf Oppers
dorff, gaf zich uit. in een laatste oproep tot
de kiezers, als kandidaat van God, en
voegde erbij dat de vraag was wie zou
overwinnen de Christ of de Antichrist!
Hij zegde nog Degene welke het kruis
afbreken willen, will n ook den troon
afbreken. Op trouwe christenen, op; de hel
bedreigt ons!
Is het niet net als in België, net als hier
te Nieuport? ’t Is waar dat Jantje en zijne
trawanten zulke volzinnen in hunne
kiesreklamen nog niet schrijven durven;
maar deofficieele moniteur van de sakristij
en van het stadhuis, alias de Stinker, als
mede de kerkmeetinghouders, doen het in
hunne plaats.
In Duitschland lacht men er mede en de
kiezers zouden wel doen er hier ook wat
meer mede te lachen.
Jantjie en zijne kliek, die bekwarne(?)
bestuurders kandidaten van God!! O la la!
laat het ons toch uitproesten! ’t En ware
waarlijk geen bewijs van zijne oneindige
wijsheid.
nog altijd onverstaanbare woonlen mompelden,
terwijl de andere bem van ter zijde aanblikte en
zich overtuigd hield, dat hij het laatste en naar
zijne meening het beste woord zou hebben.
Over het weder kregen zij dikwijlstwist, vooral
als er in de moestuin moest gewerkt worden
boontjes geplant, salade gewied of verdund, of
tuinbedden besproeid. Als de eene zei, dat het
zou regenen, beweerde de andere, dat het zou
opklaren, en zij kwikkelden nog voort over
de waarschijnlijkheid van den regen, als reeds
de eerste dikke druppels op de blauwe steenen
van het koerken pletsen, en de ruiten der bak
kerij vensters afdruppelden.
In de bakkerij, onder het werken, pruttelden
zij onophoudelijk. Als Guul aan Mol zei, dat I ij
den mulder versmoorde wat in hunne taal
beduidde, dat hij te veel water in ’t meel goot,
wierp Mol hem aanstonds tegen, dat het nog
te weinig was.
Daarop volgde dan eene pruttel ing van belang,
en Guul had er dan ook plezier in, dat Mol nog
wat meel moest bijvoegen, omdat er te veel
water in den trog was.
Onder het pruttelen bezagen de hakkers elkan
der niet, als wilden zij daardoor laten gevoelen,
dat zij niet veel belang hechtten aan hetgeen de
tegenstrever te zeggen had.
zou zeggen
Thomas Ik zweer, dat in den lijd ais ik nog
directeur was van de gaze...
(Tut de orde! roep n ze allemale)
Thomas Ik zweer en zoo voort;...
(Wordt voortgezet.
Wie is niet tevreden? De noodlottige
man of te groene Eminentie. In de
Revue Générale klaagt hij putten in
den grond omdat de vri zinnige partijen
een verbond hebben gesloten. Dat is voor
hem het ongeluk der ongelukken. Hij
voorspelt dat onze staatkundige vrijheden
de koninklijke macht, de invloed de? kerk
door de vrijheid der eerediensten be
schermd, daardoor in gevaar zullen wor
den gebracht en maakt daarom het proces
van het parlementaire stelsel.
Men vraagt zich af, zegt hij, hoe zulk
regiem kan voort bestaan zijne macht
volgt vooral uit de moeielijkheid er een
ander te vinden om het te vervangen.
Een regiem dat de katholieken en M.
Woeste zou voldoen het eenige zelfs wat
hun volledige voldoening zou schenken,
ware nochtans zoo moeilijk niet om vin
den.
In hunne plaats stelde ik, in p'aats van
den Korting, den pauselijken gezant, in
plaats van de Wetgevende Kamers, eenen
staatsraad samengesteld als volgt de
aartsbisschop als voorzitter en, als leden,
de bisschoppen en de hoofden der bijzon-
Bestaat er nog Peru-Guano?
Die vraag komt dikwijls ter tafel, vooral als
sommige menschen het steeds willen doen voor
komen alsof guano een meststcf is, die vroeger
Leo Ik zweer morventerre ook, gelijk Theofiel i bestond, maar hedèn niet meer. Ais deze heeren
- over alles zoo goed ingelicht zijn als over dit
punt, dan zijn ze wei te beklagen, ’t Is anders
niet moeilijk om te weten, dat er jaarlijks nog
talrijke scheepsladingen door de voornaamste
invoerders van deze meststof, namelijk de An-
glocontinentale (vorm. Ohlendorff’sche) guano
Werke te Antwerpen, betrokken worden. Zoo
kwamen er van October lot December 1.1. niet
minder dan acht schepen, met het niet Ie ver-
waarloozen gewicht van 20130 ton of meer dan
20 tnilliosn kilos voor genoemde firma te Ant
werpen binnen.
Een kolossale hoeveelneid anders! Een trein
van 2013 wagons! Even kolossaal is de leugen,
zoo iemand beweert dat de guanolagen uitgeput
zijn ’t is voor de Peru Guano nog verre van
waar! De boer kan nu zoo gerust als voorbeen,
met den guanozak naar ’t veld gaan, om zijne
aardappels te bemesten. Ais hij zich aan ’t goede
adre heeft gewend, zuilen de bekomen uitslagen
evengoed als eertijds wezen. LUC.
Een man, het aangezicht vol tranen,
biedt zich aan in ’t doodenhuis om ’t lijk
van zijn broeder te eischen, die sedert
asht dagen verdwenen was en welken
men kwam op te visschen.
Had hij eene bijzonderheid waaraan
gij hem wel zoudt herkennen? vraagt hem
de waker.
Ho, ja zeker, antwoordt de man bij
was doof als een kwakkel...
Eene oude historie, ja! maar die op vele
nieuwe gelykt.
De Railroad Magazine verhaalt dat
in 1828, eenige jonge lieden van Lancas
ter (Ohio)aan de stadsoverheid de toelating
vroegen om zich te vereenigen inde groote
zaal der school om er eene tegenstrijdige
bespreking te voeren over het vraagstuk
der ijzerwegen met stoombeweegkracht
waarover men onbepaald begon te redeka
velen.
De AmeriKaansche collega’s van Jantjie
en consoorten, in dien tijd, antwoordden
als volgtGij zijt welkom in de zaal om
(vrij naar ’t Stinkertje) i
’t Stinkerlje schrijft Waren tegenwomdig de
heeren Jantjie, burgemeester voorzitter (die nog
den eed moet afleggen) Lang Pietje en Jullje
en Wij hebben toch ook nog iets te zeggen, sc/iepenen (Pietje moet nog gekozen of he kozen
Wij hebben in de aderen nog geuzenbloed i worden), Monken en Pol (die nog den eed moeten
om ons door de opvolgers der inkwisiteurs afl"ggen); de 5 oude raadsleden
niet te laten verpletteren, en wat M.
Woeste ook vertelle om de liberalen van
het verbond met de socialisten afkeerig te
maken, het zal niet helpen. Tegen den
gezamentlijken vijand trekken wij een
drachtig te velde!
De twaalf of vijftien mannen dis hem samen
stellen, zij o werklieden van alle stielen. Hun
traktement bedraagt 250 franks per jaar, daaren
boven 5 franks per 24 uren bevolen* dienst; de
ouderdom dezer dapperen beloopt van dertig tot
zestig jaar; zij wonen, de eenen te Nieuport, de j
anderen in de omstreken, en geen hunner bezit
den telefoon. De paarden die den bootwagen
moeten trekken, behooren aan een landbouwer,
die ze tot zijne akkerwerken bezit en die ze
verhuurt wanneer de behoefte zich laat gevoelen.
Kortom, er is ten minste een uur noodig tot
de ereeniging van dat personeel bestemd tot
het waarnemen van den dienst der twee red-
dingsposten! b
En dat is niet alles Op de hoofden der
staketsels (er bestaat maar één meer sedert het
orkaan van 30 September) is er noch reddings
boei, noch gordelriem, noch kabel, noch boots
haak Er is niets, niets, noch niemand! Aan ’t
oosterhoofd, waar het pas gebeurde drama
voorviel, zijn de ijzeren ladders verdwenen, b
Het is waarlijk verbazend dat, in zulke jam
merlijke voorwaarden, de drama’s niet neg veel
menigvuldiger zijn. Is dat geene onwaardigheid
de regeering te zien millioenen bedelven in ’t
zand van de Panne, wanneer er te Nieuport
zulke zorgeloosheid heerscht dat de menschen
zonder hulp sterven op honderd meters van de
kust'?
Ver van ons gedachte een schaduw te
willen werpen op den moed der redders, die
reeds in menig geval blijken van zelfopoffering
en zelfverloochening hebben gegeven. Op hunne
handelwijze valt volstrekt niets te zeggen, inte
gendeel, wij hebben ze reeds meermalen bewon
derd, doch we willen alle verantwoordelijkheid
leggen op den rug van het bestuur, dat den
reddingsdienst inricht. Niets wordt gedaan om
het leven der soms zoo ongelukkige zeelieden
zooveel mogelijk te vrijwaren, zelfs geen mist-
klok mag ervan af, die in geval van mist, zulke
groote diensten zou bewijzen. Het staatsbestuur
wil voor Nieuport niets doen, en het Nieuportsch
marionetten-gemeentebestuur aanschouwt dit
alles met eene afschuwelijke onverschilligheid.
De reddingsdienst moet volstrekt heringericht
worden; het is eene dringende noodzakelijkheid,
en we durven hopen dat zoodra onze vrienden,
de antiklerikale blok, het staatsroer in banden
zullen hebben, ze hun plicht zullen weten te
vervullen tegenover die zoo belangwekkende
klassen der samenleving de zeelieden en de
vissebers.
zijn eene onmogelijkheid en zijn van het
domein derongeloovigheid, aargezien men
in den Bijbel geen woord over dit onder
werp kan vinden. Het is eene list van
Satan om de onsterfelijke zielen tot hun
verderf te leiden.
Ter overweging gegeven aan degene
welke gelooven dat de uit den Bijbel ge
trokken bewijsvoeringen onbetwistbaor
zijn.
Ik heb de eer te laten weten aan de Heeren
eigenaars der huizen van Nieuport, als dat Ik mij
belast met het plaatsen van de afleidingbui-
zen in grés, binnen de huizen voor het aflos
sen der keuken en andere waters. Het plaatsen
der buizen zal door mij persoonlijk gedaan en
nagezien worden, met zoo weinig schade moge-
lijk aan vloeren en plancher te veroorzaken.
Men kan ook ten alle tijde grésbulzen bekomen
uit zijn magazijn aan genadige prijzen.
P. S. Men gelieve goed in acht te nemen dat
ik geene leidingen leg vooraleer de groote riolen
in iedere straat zijn gemaakt voor verders alle
moeilijkheden te vermijden.
Ik heb de eer uwe geëerde orders met dank
baarheid te aanvaarden.
De boulevard. Wie ooit eenen boule
vard van ’t echte merk wil zien begeve zich eens
naar de zoogezegde boulevard de Kazerne ’t is
wat erger nog dan eene slijkstraat op den buiten
men heeft er reeds alles over bsloofd betreffende
de verbetering, doch zooals gewoonte beloven
ja, doen neen.
De nieuwe jaknikker, die nog al dikwijls dien
weg neemt om zich tot zijn kasteel te begeven,
en dan de toestand zeer wel kent mist eene
schoone gelegenheid de mond over die zaak
gesloten te houden hij, die het al zou verslaan,
metal zijne ijskoude kennissen van ingenieur!
De stadsmenagerie is hij binnen getreden, doch
het is ook reeds een leeuw zonder klauwen of
tanden geworden!
De straatjongens riepen hem soms dat, toe
hij den smouter in de babkerij opat. Om zulke
beschuldiging werd hij kwaad en bekeek de
stouteriken b, die zulks durfden zeggen, met
gloeiende oogen, en mompelde iusschen zijne
tanden leelijke loeders! b
Het geld, dat Beerken won, acht frank in de
maand, moest hij zijne moeder afgeven, ’s Zon
dags kreeg hij een halven kluit waarvan hij
een cent voor ijnen stoel in de kerk betaalde,
en nog anderenhalven cent spaarde. Van dit
spaargeld had hij zich eenen lierenaar gekocht
om stokken te snijden en figuurtjes in het hout
te kerven.
Beerken sliep op den zolder onder het pannen
dak en ’s nachts hoorde hij er vaak muizen en
ratten loopen.
Beerken had geen kameraden; hij zocht er
ook geene.
Als hij ’s avonds zijn werk gedaan bad, ging
hij wat aan de voordeur staan, of lag op den
zolder met zijn hoofd uit de ronde opening in
den trapgevel. Als de jongens hem daar zagen,
Schriftuur (I Cor VII 26, 27, 28, 29, 37)
waarin de apostel Paulus, onder de ingave
van den H. Geest zou Nezuel zeggen, ver
klaart
1) Dat het voordeelig is voor den mensch
niet te trouwen.
2) Dat wie geene vrouw heeft er geene
moet zoeken.
3) Dat zij die trouwen, in hun vleesch
verdriet en pijnen zullen lijden.
4) Dat zelfs degene welke vrouwen
hebben, zouden moeten zijn alsof zij er
geene hadden.
5) Dat hij die zijne dochter ongetrouwd
behoudt, een goed werk verricht.
Neuzel volgt dus den raad van den H.
Geest toen Iffi ongehuwd blijft, dat is de
vraag te weten waarom hij dan aan
and'-re het tegenovergestelde aanraadt.
Ik zeg daarom niet dat hij ongelijk heeft,
maar heeft de H. Geest dan ongelijk? ’t Is
i zeker ook eene mysterie.
En, apropos, waar blyft het antweord
van den fameuzen godsgeleerde van het
Nieuwsblad, die op alles ging antwoorden
op de vraag te weten wie gelijk had, hij
die beweerde dat de vrouw voor de kerk
de gelijke van den man is, of de H. Geest
die aan zelfde H. Paulns (I Ccr. XI3, 8, 9,
10) ingaf de vrouw7 onderworpen is aan
den man omdat
1) De man niet uit de vrouw, maar de
vrouw uit den man werd getrokken.
2) Dat de man niet voor de vrouw, maar
de vrouw voor den man geschapen werd.
Voor een man die op alles, alles her
haalde hij, ging antwoorden, zwijgt hij
wel lang.
Riolen. Die werken gaan met reuzen
stappen vooruit, ’t kan niet anders overigens als
men nagaat dat men heden zelf tot vier werklie
den toe gebruikt, de opziener en aannemer niet
in begrepen!!!
Wij stellen andermaal de vraag wanneer
zullen die werken geëindigd zijn: het termijn
voor hunne voleinding is reeds lang achter den
rug en nog is men aan het moeilijkste en groot
ste gedeelte der onderneming niet begonnen,
namelijk aan de hoofdriool der kaai. Benieuwd
zijn wij te weten wat wel de uitslag zal wezen
voor het toekennen der zoogezegde boete voor
uitvoering naden bepaalden termijn.
Eenieder raadt van nu af reeds dat die voor
waarde van het lastenboek enkele bladvulling is,
enkel toepasselijk wanneer er lust daartoe be
staat Te beter voor den belanghebbende :,’t is
toch ook een goed discipel geworden van ’t
kappelleken en dit is meer dan voldoende!
Met den toestand der straten waar men reeds
gewerkt heeft is eenieder bekend men breekt
er de beenen en in geval van regen bewandelt
men eenen breeden modderpoel ’t is toeh ook
iels.
De boulevard. Wij vernemen uit goeds
bron dat de burgemeester van Brussel bij het
lezen van het Stinkertje, besloten heeft tien van
zijne beste ingenieurs en architecten naar Nieu
port te zenden, cm de boulevards (en bijzonder
lijk de slijkkazerne) ea de nieuwe prachtgebou-
wen vai. De lioolaan te doen onderzoeken en te
doen afschetsen, want hij wil volstrekt dat de
boulevards van Brussel aan de deze van Nieuport
gelijken. Wij raden die heeren aan, als ze ulder
reis naar Nieuport ondernemen, van elk een
paar zware, groote waterleerzen aan te doen,
om droogvoets de boulevards, ofte slijkpoelen te
kunnen exploreeren. Ze zijn ook gelast van
stalen te nemen van de eerste kwaliteit gezond
water van de Coupe-gorge pompen, en zullen
er ook de plaats bestudeeren waar het nieuw
begijnhof aldaar zal opgericht worden.
14 Jan. Billet Maurits Leon Joseph Cornells, zoon
van Juliaan en Bertha Depover.
Sedert 1 Januari 1912 10 geboorten.
STERFGEVALLEN.
16 Jan. Ureel Lodewijk Jacob oud 59 j 7 m. en
3 d. zoon van Philip Jacob en Isabella
Clara Debruyne, weduwnaar van Sophi*’
Joanna Dekeyser en Leonia Antonia
Cathariua Debruyne.
Sedert 1 Januari 1912 3 sterfgevallen.
HUWELJIKEN
16 Jan Barbier Oscar Richard cud 34 j. bakker
te Pervyse en Genachte Maria Mathilde
Leontine Cornells oud30j. zonder be-
f roep te Nieupott.
Sedert 1 Januari 1912 5 huwelijken.
Zelfmoord Zondag avond rond 10 1/2
uur, ging een 20 jarig meisje langs de Entrepot-
laan te Brussel Aan de kazerne van het 9' linie
gekomen, bleef ze slaan en sprong plots in de
vaart van Charleroi, doch bleef eenige minuten
boven drijven. Een soldaat en eene schipperin
kwamen ter hulp, doch ’t meisje weigerde iets
aan te grijpen en deed pogingen om te zinken,
roepend dat ze wou sterven. Dra zag men ze ver
dwijnen. Slechts een uur later haalde men haar
lijk op. Op haar vond men een brief waarin ze
schreef dat ze uit liefdeverdriet een einde wou
stellen aan haar leven. Hare persoonsbeschijviog
werd overal rond gezond n. Het lijk werd naar
het doodenhuis gebracht.
Dieven verrast. Zondag avond
waren de echtegenooten Salmon, loodgieters,
steenweg van Vleurgat, uitgegaan met hunnen
zoon, oud 18 jaar.
Deze laatste keerde rond 5 ure ’s avonds weer.
Men had den ketting langs binnen ingelegd.
Drie kerels daalden van de trappen, boden zich
zeer stoutmoedig aan vóór de deur en vraagden
aan zoon Sal i en wat hij verlangde.
De jongeling, onderstellend dat hij met kwaad
doeners te doen had, antwoordde dat hij M.
Salmon wilde spreken. Het antwoord luide M.
Salmon is niet thuis, komt terug binnen een
uur. b
lu allerhaast, ging zoon Salmon zijne ouders
verwittigen in een naburig koffiehuis.
M Salmon zocht twee agenten op en wanneer
dezen vóór bel huis verschen, bemerkten zij de
drie kwaaddomers, die zich verwijderden alsof
er niets was gebeurd.
Zij achtervolgden hen en hielden er twee van
aan in de Hamerstraat. Men vond op hen eene
hoeveelheid juweelen, breekijzers, eene elektri
sche lamp en een sleutelbos. In het huis van M.
S Imon werd alles overhoop geworpen. De meu
beien werden opengebroken en hun inhoud
verspreid op den grond.
De twee dieven, welke opgesloten werden,
hebben geweigerd hunnen medeplichtige te doen
kennen.
Stoutmoedige diefstallen. Zon
dag avond werd ep de vierde wijk in de Wene
maerstr.<at te Gent, eene stoutmoedige disfstal
gepleegd.
Mad. wed. De Smet, 74 jaar, wonende in N. 58
der Wenemaerslraal, was alleen te huis toen
rond 6 34 ure, eensklips de voordeur geopend
werd. Denkende dat bet famil <-,laden waren,
kwam zij tol in den gang, toen zij eensklaps twee
gasten van een 25 tal jaren ontwaardde die op
haar toesprongen, hare handen en beenen vast
bonden en eene prop in den mond duwden.
Terwijl een der kerel» de oud) vrouw in be
dwang hield, en baar met den dood bedreigde,
indien zij om hulp dierf roepen, onderzocht de
andere geheel het huis en stool een som van
11000 fr., allen in stukken van vijf frank.
De zoon van M. De Smet, die met zijne vrouw
en kind bij zijoe moeder iowoont, is een persoon
die de stukken van vijf frank bier in Gent en
omtrek ophaalt ze naar Frankrijk stuurt.
De heer De Smet had Zaterdag voor ongeveer
11,000fr. vijffrankstukken opgehaald en die som
in linnen zakken verpacht, en op zijne kamer in
eene kas verborgen en hij moest ze Maandag
naar Frankrijk opsturen.
De stoutmoedige dieven hadden bij bet ont
vluchten van het huis de deur opengelaten.
Toen het slachtoffer dal het bewustzijn had
verloren tot bezinning kwam riep zij om hulp.
Seffens kwamen de geburen toegeloopen die
het slachtoffer van hare banden verlosten en de
policie van ele vierde wijk verwittigden.
Het was de heer Belliard, policlekommissaris
van de 7’wijk, die onmiddellijk een onderzoek
instelde, de vrouw ondervroeg en het parket
verwittigde.
Oogenblikkelijk werd in den omtrek der statie
een bewakingsdienst ingericht, doch tot hiertoe
heeft mea van de bandieten, waarover het slach
toffer weinig inlichtingen kon geven, geen spoor
gevonden.
Maandag morgen is ’t parket ter plaats ge
weest.
Toen de heer Belliard, rond 9 ure van zijn
onderzoek in de Wenemaertstraat te huis kwam,
vernam hij dat op zijn wijk insgelijks eene
stoutmoedige diefstal werd gepleegd.
Zondag namiddag had M. Slabbaert, wonende
Veemarkt, 13, zich met zijne vrouw en kinderen
naar Lourdes begeven. Toen hij om 8 1/2 ure ’s
avonds te huis kwam stelde hij vast dat dieven
bij middel van valsche sleutels in zijne woning
gedrongen waren, x
AI de meubelen van het gelijkvloers en de
verdiepen waren opengebroken en den inhoud
op den grond verspreid. Eene som van drie tot
vier duizend frank was gestolen.
De heer policiekommissaris opende onmiddel
lijk een onderzoek; de geburen werden onder
vraagd, doch niemand kon inlichtingen ver
schaffen.
Het parket werd insgelijks Maandag morgen
van dezen diefstal verwittigd.
- Revolverschoten. Onlangs had
eene vrouw het echtelijk dak verlaten en ver
bleef met zekeren H. S... te Rijsel.
Over enkele dagen was de echtgenoot der
boekbinden aan te leeren bij Leon Houve-
naeghel, Oostendestraat, 11, te Nieuport.
z, i en ook den
i snlkkenden Trappelaare en Thomas de 11“.
Ze waren er allemale
Theofiel stond boven op zen trappen van
secretariaat in de vierschaare te wachten
sigaar aan ’l mooren gelijk naar gewoonte; de
garden stoenden in grand tenua en sabre au clair
aan de poorte boven de trappen, en een voor
een kwamen ze af. Jantjie was den eersten; Jultje
de zoon van den ouden liberalen burgemeester
van Handzaeme, kwam met zen klaksjen aan; ’t
Brilleventje kwam met zen snlkkenden boezem
vriend aan, wie i bij zijne kiezing te danken heeft
zooals hij zegt; Monken en Miltje kwamen arm
en arm uit d’Oostendestraate; Michel was ook
aan tijden, want er waren geen vespers te zingen;
Tnomas, die zijn geiten niet aan heeft zooals
vroeger toen hij nog directeur van de gaze was
kwam met zen chapeau buze aan en eindelijk
Lang Pietje altijd te late zonder zijn vrouwe heel
alleene.
Proficiat, zelden de garden; maar jawel, er
mocht geen half voetje van af en Thomas ge
baarde dat hij ’t niet hoorde, ’k Heb al genoeg
beschoenken in de Coupe-Gorge, zei h|, en
mijn schoon servies van wijnglazen expres ge
kocht voor de kiezinge is ook al geschonden.
Daarbij ze kommen niet meer gemakkelijk bin
nen, sedert dat ik geen directeur van de gaz meer
zin.
Nu zijn ze allemale present. Pol gtefi een
polletje langs Lier en een polletje langs daar;
Lang Pietje gebaart dat hij ’t Brilleventje en
zijn snlkkenden kameraad niet en ziet; Jultje
keert zijn rug als Thomas zijn solenneele intrede
doet. En ze staan daar ezoo vijf minuten op ulder
hielen rond te draaien, terwijl Thomas de groove
kenner van kunsten, het prachtige werk van
onzen stadsgenoot Pieter Braecke in diepe stil
zwijgendheid bewondert. Kwestie waarvooren
dat het goad is; wie weet of wordt hij daardoor
geen schepene van schoone kunsten!?
Eiodelijk komt Theofiel majestueus van zijn
trappen en het galmt in de vierschaare
Jan, doe de deuren der raadszale open.
’t Kloksken luidt bim, barn, boum en onze
honorabelen treden binnen na Theofiel. 999 toe
schouwers stroomen binnen om de plechtige
installatie bij te wonen.
Zet julder allemale zegt Theofiel en ze doen 't.
Jantje wil naar zijn zetelljie. Halt, zegt Theofiel,
nog een beetje wachten; Jultje zet gij joen daar.
En Jultje zet hem in den burgemeesters zetel.
Algemeene stilzwijgendheid.
Ze kikken ne keer overal roend en glimlachen.
Hij is toch bulten, zeggen ze in ulder eigen en
ulder facade straalt van vreugde. Nu dat ze daar
zetelen hebben ze allemale een gezichte van
Vrijdagmorgen heeft men uit de Nieuport
vaart het lijk opgevischt van Karei Uyttenhove,
kantonier te Veurne. Daags te voren was hij per
velo uit zijn huis vertrokken, zeggende zich naar
Nieuport te begeven. Men vond zijn velo langs
den vaartkant, wat verder zijn revolver en daar
na zij kepi Daar hij vol bloed was, denkt men
dat hij zelfmoord heeft gepleegd. De ongelukkige
was ziek sinds eenigen iijd in de hersens geraakt.
Hij laat eane weduwe met kinderen achter.
Nieuport-Baden. Op strand heeft men
’t lijk gevonden van M Georges Coucquié, han
delaar te Oostduinkerke.
vrouw deze laatste naar Frankrijk gaan teru ha
len.
H. S... had daarop bedreigingen uitgesproken.
Zaterdag nacht was hij naar Genlbrugge-
Vogelboek, waar de echlgenooten wonen, geko
men
Hij loste verschillende schote in de richting
door de ruiten der slaapkamer van de echtge-
noolen.
Een kogel vloog op enkele centiemeters beven
het bed, in den muur.
Na een tiental schoten gelost te hebben
vluchtte H. S... weg.
Zondag morgen werd hij door de Gentbrug-
sche policie aangehouden en ter beschikking
van het parket gesteld.
H. S... is een Heusdenaar en bewoonde
Gentbrugge.
Drama In de Ursulagang, uitgevend
in de Aalststraat te Brussel, viel in den nacht
van Maandag op Dinsdag een schrikkelijk drama
voor.
Sinds twee jaar leefde daar de bloemenleurster
Marie V.. 38 jaar, gescheiden vrouw, met haar
minnaar Jan Van Z..., een 36-jarig daglooner. Zij
had nabij zich hare twee jongens, 17 en 14 jaar
oud, die op eene zolderkamer sliepen, terwijl
moederen minnaar beneden sliepen.
Pyliser Justina, melkverkoopster ter Panne en
Goderis Rosalie, werkvrouw te Goxyde, elk 50
fr. voor vervalsehing van melk.
Vanden veegaete Zenobie, huishoudster te
Veurne, 50 tr. voor vervalsching melk.
Vanwassenho'e Emilie werkvrouw te Westen-
de, 50 fr. voor eerroof en 50 fr. voor slagen.
Leroy Francies kostganger te Couckelaere, 5
maanden voor aanslag tegen de eerbaarheid.
Theunnick Arthur, werkman Wercken, voor
waardelijk 15 dagen voor slagen
Hare groote sterfte
ii§t in
bare zuiverheid
ÖS3
■4>
o
B
B
B
B