De achtbare lieer B. Dumortier vraegt de kana
lisatie van de Mandel en de verbinding van de Leije
aen den Yser door de Handzaemvaert. Dit ontwerp
moet al dezen, die hel inwendige van Westvluenderen
kennen, toelachen, deze kanalisatie zou eenen hevaer-
buren weg te midden der provincie zelve vormen.
Heden, loopen al onze rivieren, ai onze vaerten
van hel zuiden naer hel noorden, deze waterweg zou
al deze vaerten en rivieren dwars, in de rigting van
het oosten naer het west' n, doorsnyden.
Ook, mynheeren, de ontwerpen aenhevolen door
het arrondissement Yperen en de stad Rousselaere
ondersteunende, geloof ik aen myne provintie dienst
te hewyzen en hoop dat ik door al myne achtbare
koilegasvan Westvlaenderen zal ondersteund worden.»
Men mogt er zich aen verwachten dat, ten gevolge
van den uilslag der kiezingen van Leuven, de jubel
in hel katnp onzer tegenstrevers groot zou zyn. Maer
iedereen die de kwestie zonder vooringenomenheid
onderzocht heeft, vraegt zichzelven af, zoo er dan
zulke niagtige redens beslaen om viktorie te schreeu
wen, en te zeggen dat het ministerie en de liberale
party eenen geweldigen kaekslag ontvangen heuben.
Wy voor ons zyn van een ander gevoelen, onze
tegenstrevers mogen het opnemen zoo als ze willen.
Immers de uitslag is geweest, zoo als het te voorzien
was, noch meer, noch min Een blad karakterschets!
volkomen den toestand, als het zegt
Er is niets veranderd, dan een onderzoek te meer
voor onze tegenstrevers, en een neêrlaeg te meer
voor de liberalen. Maer wy geven nog den voorkeur
aen de neêrlaeg boven hel onderzoek. Het onderzoek
zal blyven, lerwyl in vier jaren de neêrlaeg kan her-
steld worden.
Maer wat bewyst de uilslag der kiezing van Leuven?
Kortheidshalve willen wy alleenlyk eens vlugtig de
uitslag der leuvensche kiezing volgens de stemop
neming in elk bureel aenschouwen. Wat vinden wy?
Dal de stad Leuven waer alleenlyk de stedelingen
aen de kiezing deelnemen, de liberale lyst eene meer
derheid van over de dry honderd stemmen heeft be
komen.
Thienen, Hougaerden en menige gemeente hebben
niet minder krachtig geprotesteerd tegen de liehlver-
doovers en de stemomkoopers. Een der katholieke
kandidaten M. van Dormuel, die Thienen bewoont en
er een groot getal jaren het ambt van burgemeester
uitgeoefend heeft, bekwam in die stad maer 175 stem
men, terwyl M. Delporte, de tegenwoordige burge
meester en liberale kandidaet, er 292 verkreeg.
De liberalen hebben in zeven kiesbureelen (er waren
er acht in hel geheel) de meerderheid gehad, niet eeue
meerderheid van anderhuiven kiezer, maer eene
meerderheid van honderd twintig stemmen, 't Is het
achtste bureel dat aen de katholieke kandidaten eene
meerderheid heeft gegeven van 20i> stemmen. En dit
achtste bureel was samengesteld uit kiezers van Aer-
scliot en Hacht.
Ergo zonder de boerkens van Aerschot en Hacht
zou de liberale lyst op de geheele linie hebben gezege-
praeld.
Wat gevolgtrekkingen hier uit opmaken?
De liberale drukpers is eenparig in het uitdrukken
barer gevoelens. Allen zeggen, dat het meer dan tyd
is om de hand aen het werk te slaen, en eene billyke
hervorming aen de kieswet te brengen, in een woord,
de stemming by alphabelische orde in te voeren.
Alsdan zouden onze tegenstrevers in de onmogelyk-
lieid gebragt zyn, de middelen te gebruiken die liun
heden zoo goed gelukken; alsdan zou hunne heer-
schappy veel verminderen in den buiten; en alsdan
zouden de landbouwers naer geweten, zonder vrees,
kunnen stemmen.
Onze tegenstrevers mogen zeggen wat zy willen, wy
houden staen dat het grootendeels aen de gebreken
der kieswet is te wyten dat de liberale party te Leuven
is overwonnen geworden.
Het is inderwaerheid een afstootelyk schouwspel
van te moeten zien dat in byna gelyk welke kiezing
Waer de klerikalen zegenpralen, deze uitslag meeren-
deels toe te wyten is aen de nnbekwaemheid waenn
vele builenkiezers zyn van te kunnen lezen of
schryven.
En dan zoo men, bv voorbeeld, eischle dat de per
soenen die niet schryven kunnen van hel kiesregt
beroofd zouden worden, o( wildp dat alle de kiezers
in liet bureel der stemming, in eene afgezonderde
plaels, zelve bet briefjen moeten schryven, die de
namen der kandidaten hunner keus bevatten, dan zou
men hel lawyt moeten hooien die de klerikale bladen
maken. En toch wal is er billyker, wat is er natuerlyker
dan dat?
De klerikale bladen zeggnn daerop dat de liberalen
de builenkiezers nog me,er tyd willen doen verliezen,
hun nog langer van hun werk trekken, om hunne
burgerpligleu te kunnen volbrengen.
Zoo de kwestie niet te ernstig ware zouden wy er
om lachen, maer wy vragen dan aen alle weldenkende
menschen, zoo dit te veel eischen is? Inderdaed is de
keus van de persnonen, die het land moeten beslieren,
niet gewigtig genoeg, dat de burger wel iets zou mogen
opofferen?
Het wordt van dag tol dag meer bewezen dat de
gevraegde hervormingen zullen moeten uitgevoerd
worden. VVaerom wacht men er zoo lang mede?
Wy welen hel niet.
Maer niettemin moeten wy het zeggen, dat het
ministerie, door werkeloosheid, op pene zonderlinge
wyze zyne vrienden, en de liberale party zal ont
moedigen.
Voor waer zoo het ministerie nog lang de kiesher-
vorming op den achtergrond schuift, zal het er om,
misschien denkt men zoo, in de achting iyner tegen
strevers te ryzenOh neen! wel integendeel zouden
de klerikale bladen op alle toonen rondbazuinen, dal
het niet durft of magteloos is. Dat men dan op zyne
hoede zy, wil men niet verrast worden.
Elektrieke feEegratrff.
Dixmude en Veurne zullen wêlhaest hel voordeel
genieten van te worden verbonden aen al de byzon-
dersle steden van binnen en buiten liet land, door den
elektrieken lelegraef, de schoonste en wonderbaersle
uitvinding van onze ty.den. De minister van openbare
werken heeft, in de zitting van donderdag, opentlyk
verklaerd.dat hy reeds niet meest al dekompagniender
toegestane yzeren wegen een verdrag geraaekt heeft,
om de eleklrieke lelegraef waer zy bestael, ten dienste
van het publiek te stellen of er een op te riglen waer
dit middel van gemeenmaking lof henen ontbreekt.
Onder de kompagnien doorden minisleraengehaeld,
vinden wy deze van Lichlervelde-Veurne, en wy ver
klaren het met genoegen, dit is een nieuwe stap
in den vooruitgang, waerdoor ons arrondissement
menigvuldige voordeden voor koophandel en nyver-
heid, mogelyk zal genieten.
Wanneer Frankryk het stelsel zal toepassen welk
door den keizer der Franschen in zynen brief aen dpn
staelsminister Eould aengekondigd is geworden, dan
zal het belgische gouvernement insgelyks maetregelen
moeten nemen ten gunste van nyverheid en handel.
Immers zal men in Frankryk, volgens de aenkondiging
des briefs er zich vooreerst en voornamelyk op toeleg
gen om de grondstoffen, benoodigd voor de prodnkten,
van groot verbruik te ontlasten.. Vele dier stoffen zyn
ook in Belgie vry zwaer belast en om de konkurenlie
tusschen onze en de fransche fabriekanten mogelyk te
maken, zal men in het voorkomend geval behooren
I'rankryks voorbeeld Ie volgen, wanneer men ten min
ste aen onze fabriekanten geen aenzienelyk nadeel wil
berokkenen.
Een blad van Brugge, het Burgerwelzijnhoudt zich
in een zyner laetste nummers met hetzelfdeonderwerp
bezig, van onder een byzonder oogpunt beschouwd.
Zielhier boe het zich reeds over eenige handelsartikels
uillaet
Indien Frankryk de volle vryheid van invoer toe-
staet aen de wol en het katoen, het vlas en andere
eerste stoffen noodigvnor de fabriekalie, is het zeker
dat onze belgische fabrieken er veel door zullen te l\-
den hebben reeds hebben de fabrieken van Roubaix
enT urcoing veel nadeelgedaen aen onze fabriekanten
van Koitryk en Doornyk nu zal ons gouvernement
ook maetregelen te riemen hebben, of wy zullen de
laetste onzer werklieden verliezen, want men dieneaen
Ie merken, dal het dagloon in hetNoorder-deparlement
van over twee en dry jaren reeds meer dan twintig ten
honderd liooger was dan by ons wanneer de fransche
fabriekanten nu noginde eerste sloffen zullen bevoor-
deehgd worden, zal de belgische medeslrevin" no<*
moeijelyker worden. 0
By ons behoort hel gouvernement ook alle hinder
palen op de eerste stof uit den weg te ruimen maer
dit is voor ons eene moeijelyke 'kwestie, dapr onze
financiële toestand zoo voldoende niet isals in Frankryk.
Het verhuel dat wy heden in feuilleton beginnen af
te kondigen, is uien verschuldigd aen de uitmuntende
pen van den heer Ed. Michels. Wy denken dat onze
lezers met genoegen zullen zien dat onze keus op
Bidder Kuno, gevallen is; immers dit geschiedkundig
roman is een talereel uit den goeden ouden tyd, zooal's
men hem hedendaegs belieft te noemen, en is een kreet
van afschruw voor het regiem waeronderin de
middeneeuwen, het volk gehukt ging. Wv durven
verzekeren, dat de lezing van dit verhael, aen onze
lezers, eenige uren van aendoening zal verschaffen
want het gewrocht van den heer Michels is iii
geinoedeiyken en mede bloemigen styl geschreven.
Het is de eerste mael niet dal wy onze lezers met een
voortbrengsel van dien schryver bekend make.ithet
Weekblad heeft in het jaer 1849, onmiddelyk na het
uitgebreide roman: Houten Clara, door IJ. Conscience,
de treurige geschiedenis Arme Leonora, van Eduard
Michels, afgekondigd. Bidder liuno is ontleend aeri
een bundel verhalen van den heer Michels, getiteld
llageruozen, welk hoek men heden niet veel meer iu
den handel ontmoet.
Weitelyke Itcsluitcn.
toegang tot alle geheimen maekten en haer deden voorkomen als
can hart dat talig is in den Heen
II.
Al# Beth hel hoofd opriglte, ging de deur des vertreks tachtkens
opsn, en een lango magere man trad langtaem binnen. Een
breed gekante hoed was hem diep op het hoofd gedrukt, een ruige
baerd bedekte hem de kin, en dikke wenkbrauwen hingen hem
over de vonkelende oogen.
Aen tyne *yde hing een jagtroes met elpenbeenen gevest,in eeno
lederen scheede. In de riem die hem de lenden omgordde, slaken
twee pistolen, en een hoorn en een snuphacn hingen hem met een
l©derover de schouderen.
Pas had do oude dien mensch gezien of stond zy op, ging tot
voor hem en sprak met eene zekere hoffelykheid, terwyl zy in de
handen wreef en zich voor hem neigde Welkom, heer Kuno!
Hoe is het met de jagt gevaren Hebt gy door uwe behendigheid
alweer eenig wild den dood gegeven?Voorzeker ja.Uwe
Edelheid isafgernatj leg ditjagluig af, en smaekderustj na
vermoeijenis is de rust zoetvooral
De ridder, zonder op Beth'a woorden te schynen acht te slaen,
legde den breedkantigen hoed op tafel, ontgordde den riem die hem
da lenden sloot, ontmaektc zich van snuphaen en jaglhoorn en liet
T~^ e(l.
By koning]yk besluit van <!en 19 January is !rt. Lodewyk
Vandaele, t„t l,d ,1,. pro.intinle l„„dl.ouW-kmissie van
Westvlaenrieren benoemd.
Te rekenen van 31 dezer, te middernacht, zal alle soort
van jagt verboden zyn. Slechts de jagt op hei water- en
trekwild, m de meerseben en langs heen de vloeden en ri
vieren, zal tot den 1 m-i in alle provinciën open blvven En
de bazewindenjagt (hoor.,jagt zonder vuervvapens) tot 15april
nenstaende in de provinciën Antwerpen, Brabant! West
vlaenderen, Oostvlaenderen, Henegouwen, Limburg, Lu«m-
borg en Namen.
By koninglyk besluit van den 20 dito, wordt M Vnn
Dromme ],d van de bestendige deputy,, v8„den provinijaler,
ra van Westvlaenderen, benoemd tot kon,misser,s van bet
gouvernement hy de „aemlooze maetsebappy van den yzercr.
weg van L.ebtervelde op V e„r„e, j„ vervanging-,ar, den beer
Montnye, d,c dezelfde hoedamgheid by de naemlooze maet
sebappy van den yzeren weg van Eecloo op Gent, benoemd is
- Door koninglyk beskot van 23 dito wordt goedgekeurd
De heraedslaging van ,1e gemeenten,ed der stad Dizmu.Je
strekkende om de goedkeuring te verkrygen van eenen akt'
gepasseerd den 29 september 1859, door den notaris Stever'
lynck, te D.zmude verblyvende, melding makende van de,
nenkoop, mits 4,200 franks, van eenige onroerende goederen
bestemd o,n in den openbaren weg ingelyld te worden.
Een koninglyk besluit van den 21 dezer behelst dat
eene algeineene tentoonstelling van werken van levende meeg-
ziel, in een armstoel vallen.
-- De rust is zoet.herhaalde de oudeen voegde er by: «Vooral
hem is ze zoet, die aen eene innige smart, aen een zielve,kroppend
wee schynt te iyden
- Gv zegt hel wel, Beth, rust heb ik noodig, alzoo ving de
ridder aen; veertien uren heb ik in die bosschen gedwaeld met
dit vervloekte jagttuig op het lyf. Nergens vond ik te zitten, om
myno honden een stuk brood toe te werpen, dan op den uit den
grond gegroeide,, wortel van een of anderen honderdjarigen eiken
boom. Eene helsche drift ia de jogt.... Hy maekt zichzelven tot
slaef die er als ik aen verkleeft' is.... En toch is er iets, er is iets,
dat ray in enger boeijen klinkt dan myn geliefkoosd tydverdryf.
Eene duivelschc gedachte voorwaer, n mompelde de oude,
In wat is dan dit iels dat u in enger boeijen klinkt, Heerschap?
vervolgde zy luid.
Ilier is het vrouwe! ou Kuno wees op zyn hart, liier
kwelt my iets dal ik niet meester kan worden, dot my de gansche
ziele overweldigt..,. Een vuer gloeit daer, al heviger en heviger;
een gloed die naermate ik hem ilooden wil, meer en meeraen-
vuert, en my nis eenen ellendigen slaef, moedeloos en kwynend
maekt...
Heerschop, sprak Beth op een gerusten toon, en zette
zich op eenen stoel voor den ridder neder, ik heb sinds lang
eene zekere moedeloosheid op uw gelaet bespeurd, ik heb my dik-
wyls by myzelve naer die zonderlinge, kwael ondervraegd; en toch
kon ik ze my niet uitlkggan. Niet. bragt my op het sp',or van dit
uw geheim.
Doch, daer ik u van in de wieg bewnokf en bezorgd heb, be-
kommer ik my met regt, over alles wal u de minsle foltering baren
kan. En daer ik, sinds den dood uwer moeder, in den tie-re
magzy rusten! u tot voedster verstrekt, u in vele omstandigheden op
den reglen weg gebragt, myn leven toegewyd, in een woord, als
een engelbewaerder over u geweekt heb, durf ik u gerust vragen
wat toch die folteringen zyn, die u het hart bespringen wat die
kwelling is, die u niet rusten laet?
Mensch, gy vraegt veel Ie welen, sprak Kuno met een
diepen zucht, Doch
Zoo, viel de oude hem op onnen tiiisigen toon in de rede
gy verbergt geheimen, Heerschap, gy wilt «ene smart die gy niet
lenigen kunt, voor uzelven bewaren?!,Zoo, gy twyfelt aen myne
deelneming,en verwacht van my niets dat verligting geven zou?^.
Eene zwarte ziel moet gy voorzeker hebben, a voegde' zy er onge-
duldig by.
Diepe heleediging!... riep Kuno verbleekt van woede
Beth, die den ridder kende, ylde naer de deur, wierp hem een
besclumpenden blik toe. en voor dat z, verdween, mompelde zv
tusschen du tanden Ellendig mensch
ffordl voort,jazat.