Alonde voorreglen der edeiliedea die op de Inge
volksklasse drukten.
De halelyke beschuldiging vau bei Bolerkoipje in
den grond geslagen.
Een reisje m de Beer van de Logie in Westvlaenderen.
vast, zelfs ine! genoegen, tint deze regel van gelyk-
deelende regt, na door de klerikalen vruchteloos ge-
vraegd te zyn geweest, eindelyk door de liberalen
verwezenllykt is.
Hel beloop der grondbelasting wordt jaerlyks by de
budjel-wel vastgesteld.
Voor 1863, zoo als voor 1857, beloopt deze belas
ting voor liet Ryk tol liet voorgemeld cyfer van
f8,886,000 IV., le verdoelen tussclien de negen pro
vinciën, in evenredigheid van ieders belaslbaer in
komen. Het belaslbaer inkomen van geheel hel land
bereikt de totale som van omtrent 163 millioeuen
franken. In dit cyfer is de provincie Luik begrepen
voor byna f6 millioenen, diesvolgens in evenredigheid
aengeslagen voor een aendeel grondlasten van omtrent
f,880,000 IV.. en onze provincie Weslvlaenderen voor
byna .23 millioenen, diesvolgens ook in evenredigheid
aengeslagen voor ongeveer 2,700,000 fr., en zoo voort
van sla-el op provincie, van provincie lusschen de ge
nieenten pn de steden, en van de gemeente lusschen al
de belastingschuldigen. Ziedaer het stelsel.
Hevvel, kiezers, wilt gy nu hel.doel van die herzie
ning kennen, will gY welen welken uitslag zy zal
medebrengen
Juist het verkeerde der duistere voorzeggingen van
liet Kuipje, en de voltrekking van de te late belofte
van M. De Coninek zy heelt voor doel lusschen de
twee aengehaelde eyfers eene eerlykere proportie le
doen nitsehynen. de orovincie West vlaenderen te ver-
liglen en degene van Luik te verhnogen; zy zal voor
uitslag hebben u allen, conlribuabelen van hel arron
dissement Dixmude, binneu korten lyd een afslag le
verleenen.
Wal zegt gy daervan, Kuipje
En het is ook in zulkdanigen zin dat, volgens de kle
rikalen, mynheer De Brcyne-Peellaerlvan dén eenen
kant, zyne eigene belangen en die van zyne familie
pleit, lerwyl hy van den anderen kant de accyns-
regten op hel bierbron wen gestemd heelt-, het is ook
op die wyze dat mynheer De Breyne geheel ons land
had moeten verhinderen ten voordeele der 55 brou
wers van zyn arrondissement.
Zeg, kiezers, vrat verkiest gy of het algemeen nut,
bevallende de afschaffing der oklrooi-regten en wel-
haest degene van hel abonnement aengezien hel
aireede verminderd is, of wel de byzondere belangen
«Ier 55 brouwers van uw arrondissement?
Destyds, volgens hetzelve stelsel, onderwees men
ook de'behoefligen, zelfs degene van geringe klassen,
gratis en onvergelden nogtans verryklen de Broeders
van liefde zich gedurig, sta pelden onophoudend schatten
op elkander; volgens hetzelve systema vormden
zich ook magtige gecslelyke vereenigingen, bouwde
men zware gestichten, verspreidde men licht en lief
dadigheid; en nogtans bevroehl men 'slechts de ver
slaving dQS volkp, ile verkrenking der vryheden, de
lerugkeeriug naer de midden-eeuwen.
Maer helaes! voor de klerikalen en de priesters
liPl is te laet, de goedp oude tyden zyn verdwenen
de oog is wakend en de geest ontwikkeld!
De liberale weldaden hebben ons overwonnen!
AlleS is genoegzuem levend om ons onwederlegbaer
tebewyzen dat liydie allyd kruCbldadigallemisbruiken
heeft helpen bevechten, onze echte liberale volksver
tegenwoordiger M. He
op 9 jun v aenstaendp, met eene groole meerderheid
van stemmen zal herkozen worden.
Ook bemerkt men aireede dat de moed van onze
tegenstrevers begint te zinken.
(Zal *norlgezet wonlioi). XXX-
In het nuinmcr
kolom, laetstc regel,
van o/i£fer»eiMaeiilim
nu 7.0H lag II.
leest mco
eerste hladzyde, eersle
««verstgenbarc, in plaets
historische opsporingen, zyn stellige waerheden, die
wy uil goede bronnen geput hebben.
JSa dat hel den edelen in de XII" eeuw verboden
was de reizigers urnl geweld öen te vallen en ze uil le
plunderen, en dat liet zedeloos regt van den eersten
nacht by de bruid hunner boeren te slapen vervallen
was, bleven zy uog de volgende voorreglen behouden
en uitoefenen
Al hunne onderdanen moesten hun hulde doen en
getrouwheid zweeren. Zy hadden alleen het regt om
te jagen, konynenperkeu le hebben en duiven le hou
den die door hun groot getal den landbouweren
Onberekenbare schade aenriglen, waerover zy aen
niemand rooglen klagen. Niemand rnogt eenig visch
vangen. Een onedele die eenen haes ol een wild konvn
doodde of een visch ving, werd uil de heeriykheid
gebannen, of met de zweep geslagen, of aen eene kaek
gebonden en openbaerlyk door den beul de hand ge-
braudmerkt.
De edelen hadden den voorrang in alle plegligheden,
zy hadden in de kerk eene. zitplaets by liet nllaer,
wacr zy door den priester, die de mis deed, werkelyk
bewierookt werden, het gewyd water en hel eerste
stuk gewyd brood aengeboden werden. Zy hadden
het regt eeneu degen te dragen. Zy hadden eene me
nigte zoogenaemde dwangregten, bestaende in eenen
graeo- en oliemolen, waerin al hel graen en al het
oliezaed hunner heeriykheid tegen eene willekeurige
belooning moest gemalen of geslagen worden; de
brouweryen en slokeryen waren ook de hunne; daer-
enboven hadden zy verschillige zoogenaemde heeren-
rentjes en het zoogenaemde Champart (I), bestaende
in een deel vau de veldvruchten te moeten hebben;
zy hieven ook eeu regt op allen verkoop. Door het
uitoefenen van deze regten was de landman in de
drukkeusle ellende gedompeld, zonder hoop van er
ooit uil le geraken.
Een deel van den edeldum was echter arm. de
oudste erfde alles en de jongere zonen waren verpligt
soldaet te worden of zy vervielen in armoede; de
dochters moesten zich tegen wil en dank tusschen de
wanden van een klooster laten opsluiten, waer zy ze-
kerlyk do slechte wellen vervloekten in plaets van God
le bidden. De dienstbaerhedén en de gronden ia te
groole deelen verdeeld, maekten dal zy maer hall be
ploegd waren; dit was de oorzaek van deschrikkelyke
hongersnooden, waervan de kronyken oen schrikver
wekkend tafereel ophangen.
De geestelykheden en de monikken betaelden geene
grondbelastingen. Zoohaest eene hofstede door hunne
leeken beploegd werd, was zy laste vry. Daervan vindt
men nog een voorbeeld in een charte van den hertog
van Bra ba ud, in 1300, aen de abdy van Tongerloo
verleend, waerin hy belooft van aen de mansionarii,
dat is gebruikers van grond geene belasting le
eischen (2). Integendeel, waren de gecslelyken onver-
biddèlyk in het heflwi hunner tienden; zy haelden
dikwyls wel het vierdedeel der veldvruchten van de
arme landbouwers wei. Deze tienden met de groote
voordeelen (beneficienl die zy hadden, maekten die
geestelyke gestichten dnschatbaer ryk. De abten en
monikken hieven tiende! en hadden groote voordeelen,
en deden de parochiën trior ongelukkige pastoors be
dienen, aen wie zy bjia niets gaven. Deze laelsten
verkeerden in armoede,lerwyl de gemylerden in den
overvloed leefden. De lerkvergaderingen waren niet
maglig genoeg om <lie\ verergernissen te doen op
houden.
De boeren, door de gefslelyke tienden en de regten
van den edelman verplelferd, moesten nog belastingen
aen 's lands opperbest lenh r betalen In lyd van oorlog
moesten zy wulpsche krygjlieden, zonder betaling te
ontvangen, logeren; daeionboveu waren zy verpligt
leendiensten te doen. li-l is tfe zoggen straten vermaken,
waterloopen zuiveren, enz.' Daerby 1
belasting op liet zout di
In hel Weekblad van den 24 mei II., heb ik met veel
belangstelling een opstel gelezen, gedagteekend uit
Bovtkerk» den 22 mei 1863. Da erin loont de land
bouwer, schryver daervan. hoe de boeren oudtyds
onder de zware belastingen, die de gronden moesten
opbrengen, gebukt lagen. Die schrandere korrespon-
dont van hel Weekblad had belmoren ht> ;or in de
oudheid op te varen om de hatelyke voorreg. 'n waer-
uiede de edeldom en de geestelijkheid (I), door eene
gebrekkelyke wetgeving begunstigd waren, aen te
toonen. Danrdoor had die boer zekerïyk hel zyne by-
gebragl om de kaudidatiier van den edelen ridder
De Coninck als volksvertegenwoordigerdoor de
priesters voorgedragen en mei heiligheid aengepre-
dikt. te doen in duigen vallen.
Vyand van alle dwinglandy, acht ik hel voor eene
heilige pligl. de gaping die de Bovekerksche boer in
zyn gegrond opstel gelaten heeft, aen le vullen. Daer
\vv moeten kort zyn. zullen wy hier slechts de hale-
lykste voorreglen aenhalen, die by de edelen oudtyds
in gebruik waren, wy roepen de aendaebt der lezers
vait liet Yeekblad daeroiutrenl in, en wy bidden hen,
dit numiner met zorg le bewaren; want deze, onze
in
hunne woning wegge ruk]
waer zy vaek van hong
die byna niets aen den S|a
geringe voorwendsels
talen. Boven al de vol
hebben, had de edeldonj
beid, aeiispt aek op alle
douderen zal, omdat ik niet de geschiedenis in de
hand de waerheid geschreven heb. Daerover bekreun
ik my niet; ik heb de kiezers in hunne plichten toege
licht* en hel gevaer dat ons dreigt aengeloond, alzoo
heb ik myn hert ontlast en misschien doorditschryven
myn vaderland van de geestelyke slaAerny bevryd. Dit
is myn vurigste wensch.
Ken icare menschenvriend.
Dewyl het Boterkuipje onzen weerdigen volksverte
genwoordiger in zyne hoedanigheid van burgemeester,
nu zoo dikwyls heeft komen aenraoden, met het ver-
uchlelyk inzicht om de burgery legen haer opperhoofd
op le hitsen, heb ik mv willen verzekeien of die
beschuldigingen en alarmgescbreeuwen gegrond zyn,
en of de heer De Breyne-Peellaerl den lasternaem van
dwingeland verdienL.
Ik herinner my, dal het algemeen policiereglement
hier ter slede is vastgesteld geweest, in openbare
zitting van den gemoenteraed, in date 12 augusly 1861;
diesvolgens tien dagen na doszelfs afkondiging, is het
ten uitvoer gebrugt geweest. Sedert dal dit policie
reglement in zwang gekomen is, heb ik in het Weekblad,
telkens de regteilyke krouyk nagezien en heb daerin
de hieronder gemelde namen gevonden der iuwooners,
welke wegens overtreding aen dat reglement zyn
gestraft geworden; ik tel er dus sederl 12 augusly
1861, in alles twaelf persoonen, lol op den dag van
heden, deze zyn
VanP8 november 1861 rtronki ngchap en
buitensporijjluxlen op de slraet;
VerF51 januarj 1862. verborgen bedorven
paei'lenvleeseb binnen hui te
Ver20inaert 1862, herhaelde mai l vuilnissen
op de straet
Mae1,9 rnei en Ver H30 mei 1862,
losloopen van Ininne linnden en weigering der laslenbetalingj
RosA2 itiny 1862, dronkenschap en buitenspo
righeden up de straet
BogK.... en Th... F9 november 1862. volle
galop rvden met wagen op rle groote markt, en des maeudags;
Van" P91 november 18Ö2, dronkenschap en
baitpnsporiggeden np de straet;
Br.. R12 december 1862, bedorven en stinkende
vischsop op de straet;
Lau.... J28 january 1865, dansparty tonder oorlof.
Voor wat de overtredingen aen hel policiereglement
der gemeente Merckem betreft, vind ik lerzelver tyde
en sinds 19 december 1861, de volgende namen der
Merckeinnaers
DelK...., VerSGlo... KLano
K...., DowBTraA...., PnuP
MarIjRamI)Bru...
K...., badA...., Kcr..
kwam de zware
ngangregten der steden,
waervan0hel oktrooi neg eJn hatelyk overblyfsel was.
Wanneer zy hun deel in de zware lasten niet konden
betalen, werden zy doift onberniherlige officieren uit
en aen een kelen gebonden,
stierven. Terwyl de edeleu,
•t betaelden, dikwyls onder
'eerden hunne quote le bc-
iu ileelen, die wy opgenoemd
en de geestelyke weerdig-
liibten, het bestuur dersteden,
de bedieningen in het lijf van den opperleenheer, de
diplomatie, de groote ledieningen van deu Staet en
van het ministerie, al degraden in het leger en meer
andere voordeelen. De jnedelc moest van alles ver
stoken blyven, in zyne ellende wroeten, tot dal de
algemeene zucht naer vkheid hem daeruit is komen
verlossen
Ziedaer, lezer, den arrir.aligen toestand, waeruil de
verdrukte tnenschbeid zpi door eeuwen worsteling
los gewrongen heeft en jvaer naer onze nakomeling
schap zal leruggestooten orden, indien wy edelen en
priesters kiezen om onze
mannen betrachten imm
slaverny vau de onedelen
kandidatuer van den edele
'l'erwyl ik deze regele
men tegen my van den
wilde van den edeldom en de geestclykheid
itc klussen maken; io'flerde /aken wel doorgrond,
■lechts tién enkelen staet uit.
(1) Van het latyn campi p
1^2) Zie Sauderi chore suca
Van...
Car...
Tuv.
Pla...
Van...
Ver..
S..
P...
K....
K..
M
Ij
Van...
Del
Van....
Der.,..
Dew....
Deb.
P....
Ij...
E...
v....
K...
P..
f).
Mali..
Van..
Rae.
De»
Dcf
1
J..,
M
S
...11....
P....
F...
Lal
Van
Dew..,.
Lau
Der...
Wil
ellen te maken; want die
de stoffelyke en morele
oluriersWeg dan met de
ridder De Coninck!...
schryf, weet ik stellig dat
idiksloel den banvloek uit-
•s of campi partus.
t ib. torn. 1p. 549.
In alles 39 persoonen.
Welnu Kuipjemet bewyzen in de hand overtuigen
wy iedereen dat er te Merckem meer straffen zyn uit
gevoerd geweest, in hetzelfde lydstip dan le Dixmude.
Moet ieder weldenkend tnensch zelve niet overtuigd
zyn legen u, als men u de scheldwoorden van dwinge-
landy, kollery en overheersching naer hel hoofd van.
onzen weerdigen De Breyne ziet werpen? Zoudt gy uvr
hatelyk wapen niet eerder legen uwen De Coninck
moeten uittrekken die op eene kleine gemeente zoo
veel meer strafregt heeft 'doen uitvoeren als in eene
stad van 4085 zielen? Zeg nu 3>j£|.iaa Boterkuip
welke burgemeester is de gematigde, reglveerdigeman
geweest en wie is er hier de dwingeland? Zoude het
niet uwen heer ridder zyn? Ja onbeschaemde beschul
diger, gv treft uw eigene manuen; wy vrye en vranke
kiezers breken en verbryzelen uw schandelyk wapen
tegen uwe eigene borstKen getrouwe kiezer
VERVOt.G
Op dit gezegde, Dyzen scha rle wal achter zyne oor
en antwoorddeVerdoind't is toch nog waer... Beer
g'hebt gelvk mynheer De Breyne heeft voor ons
kanton veel gedaen en het zoude eene groote ondauk-
baerheid zyn, voor hen; niet te stemmenMaer
vindt gy ook niet dat '1 chevaliertje nog wat le jong is
om naer de Kamers le gaen?hy heeft toch weinig
kennis en ondervinding van Staelsbestuer of adminis
tratie en hy zou daer waerachlig toch maer vodde-
kappery vertellenDeze eenvoudige maer gegronde
aenmerking van Dyzen, die eiken kiezer alreeds in
zichzelven gedaen heeft, overtuigde my voorzeker dat
de westerlingen onzer provincie nog hun oud goed
en gezond oordeel bewaerd hebben... dit verheugde
myn Beerenheri en 'k zei Dyzen gy zyt een waren
en rondborstigen Vlaming... gauw! 'k Wil u eens trak
teren.... gauw! wy gaen naer Langewaede, naer den
Witten's. Gedurende deze saraenspraek was myn
vriend Uil my ontvlogen met belofte van zoohaest mo-
gelyk weder le keeren.