Prijsdeeling aan de leerlingen der teekenakademie.
Eenige overwegingen tot nut m eenieder.
het gild zevenöOjarige jubelarissenzijngeweest,te welen
de heeren Pieter Weyne, jubelaris in 1732, overleden
in 1733. Albertus Desmichl, jubelaris in 1732 overl. in
1743. Hoofdman Lieven, jubelaris in 174b overl. in 1748.
CornelisDevleeschouwer, jubelaris in 1736 overledenin
177i. Joseph Leyre, jubelaris in 1797 overledenin
1800. Carolus Baeckeroot, jubelaris in 1807 overleden
id 1809, en Pieter Declercq, jubelaris in 1807 over
leden in 1810.
Alles bewijst dat de maatschappij op vaste gronden
gebouwd, zich ten allen tijde door de goede orde, een
dracht en standvastigheid heeft weten te onderscheiden,
voor leus nemendedoe nu wel, morgen moet gij niet
vreezen.
Ja, wij mogen met fierheid en zelfsgenoegen de jaar
tallen 1449 en 1867opdennieuwenstandaard lezen.418
jaren tusschenruimte. Vier eeuwen zijn verdwenen.
Geslachten op geslachten de eeuwigheid ingetreden en
nog leeftde Ghcselscepe van Nu morgen nietbloeiender
dan ooitonder het vredelievend gezag van haren
hoofdman, verheerlijkt door haar hoogstverdienslelijk
eerelid mevrouw Van Ackere ,onze inboorlinge en slad-
genoote,de wijdvermaarde vlaamsche dichteres,lellende
boven de 80 leden, waaronder 20 jubelarissen versierd
met hel eermetaal van 25 jaren lidmaatschap.
Ja, ik zeg het met blijdschap, wij zijn trotsch over onze
maatschappij,alwaar vrede,liefdeen eendracht heerscht,
alwaar hoofd- en gewone leden elkander verkleefd
blijven. Noch Staats- noch stadsomwentelingen hebben
die vriendschapsbanden kunnen verbreken.
Welaan dan, broeders, wij opvolgers der oude rede
rijkers van 1449, scharen wij ons rond den nieuwen
standaard, zweeren wij eensgezind te blijven. Uiten wij
den wensch dat dit feest van heden den ijver en moed
der jonge looneelminnaren moge opwekken. En roepen
wij uit volle borst Leve de ware broedermin in Nu
morgen nietsgild! Leve de hoofdman! Leve mevrouw
Van Ackere!
,i
Wij nemen met spijt de pen in de hand. Waarom?
Omdat wij over een feest van het onderwijs moeten
spreken, waar wij deonverschilligheid onzer bestuurders
hebben zien schitteren klaar ais de dag.
Waar zijn nu de mannen die toen zij gekozen werden,
het volk wijs maakten dat zij de kinderen van den
werkman op alle wijzen zouden bekwaam maken.
Weet gij hoeveel leden van den gemeenteraad de
prijsdeeling der akademie bijgewoond hebben. Niet
een!!! zelfs doktor Vandenbussche niet, dien groooolen
hervormer der akademie. Slechts de heeren Ghyselen,
burgemeester en Paret, schepen, woonde* dat feest bij.
De vraag is dees. Waarom zijn de heeren van het
Stadhuis zoo onverschillig? Is het om de ijverige jeugd
die zich zoo leerzuchtig toont den moed te doen verlie
zen? Is het om 't bestuur der akademie te tergen? Is het
om hel schepenkollegie te hoonen?
W'j gelooven~_d»€c dri« -tn-scLulJiglhgou
gegrond. Ah! de gemeenteraad handelt op die wijze met
een harer eerste plichten, namelijk het ondersteunen
van het onderwijs. Weg met de mannen van beloften,
die niets doen dan woorden uitkramen. Wij willen
mannen die met woord en daad het onderwijs onder
steunen, geene laffe onverschilligheid om het volks
onderwijs den doodsteek te geven, uil persoonlijke nijd
en mislukte heerschzucht.
Waar is de tijd dat wij alle onze bestuurders met
iever zagen werken aan het volksonderwijs. Nu bezitten
wij mannen als hoofden van stad, die meenen dat het
genoeg is voor het volk mastklimmingen en wit en
zwart als feesten in te richten, als leefden wij nog in
het domste boeredorp
De prijsdeeling der akademie heeft eergisteren met de
gewoone plechtigheid op hel Stadhuis plaats gehad. De
kommissie der akademie was er (uitgenomen M. Vanden
bussche) voltallig tegenwoordig met professors en leer
lingen. De heer burgemeester sprak de sluitingsrede
voering uit, die wij hier laten volgen omdat zij waar
heden bevat die nuttig om weten zijn,en om te bewijzen
dat wij alle poogingen ondersteunen die aan hel onder
wijs voordeelig zijn
Heerendames en leerlingen,
Voor de eerste maal dat het mij gegeven is de prijs
deeling aan de leerlingen der teeken-akademie voor te
zitten, acht ik het mij eene plicht ue eenige korte
woorden toe te slieren.
Ledent 22 jaren bezitten wij in onze stad eene der
nuttigste onderwijsgestichten, eeneakademie van leeken-
en bouwkunde, waar de jongelingen der werkende klas
kennissen kunnen bekomen om eens ervarene ambachts
lieden te worden of om zich in het vak der schoone
kunsten eenen weg te banen.
Groot is bet getal leerlingen die lot alsnu de lessen
hebben bijgewoond en het nut dat onze akademie opge
leverd heeft is algemeen erkend.
In hal begin bemerkte men weinig de voordeelen der
teekenkunde, maar welhaast betoonde het groot getal
jongelingen die onze akademie bijwoonden, dat men de
zaken beter verstond en wij zagen, die instelling eene
eervolle plaats bekleeden onder de gestichten van dien
aard.
Die plaats blijft ze behouden, Mijnheeren, het getal
harer leerlingen beliep in het verleden schooljaar tot
76 ende uilslag van den laalsten prijskamp, die aan het
onderzoek van de heereif^ofessors der koninklijke
akademie van Antwerpen onderworpen is geweest, is
eeu klaar bewijs van den vooruitgang onzer school.
De jurij met het onderzoek gelast» verklaart met te
vredenheid dat de werken der leerlingen in het alge
meen, zeer voldoende zijn, en hij keurt eene groote
i
koninklijke medalie toiaan e.erien leerling der klas van
bouwkunde en eene degelijke medalie van klein modul
aan deklas van ornemuten.
Als wij in aanmerkig nemen welke juiste uitvoering
er vereischt wordt on de koninklijke belooningen te
verdienen, hebben wij «treden ons over den bekomen
uilslag te verheugen
Indien het ons aangaaam is, MM., hier dien voor-
treffejjjken toestand oner akademie te besialigenge
loven wij dien te mogn toewijien aan de loffelijke
medewerking der leden'an de kommissie, en den vlijt
der heeren leeraars wtke wij hier plechtiglijk over
het welslagen hunner gzamenllijke poogingen geluk-
wenschen.
Nemaar er is iels vandien uitslag die ons verwon
dering baart. Wij vilden dot de afdeeling van
bouwkunde meest gevlgd wordt door leerlingen
die aan de stad veend zijn en bemerken «lat
diezelfde leerlingen hetmeest prijzen behalen. Dft feit
kennen wij ons niet Utleggen, ten zijdat wij aannemen,
dat men maar iets btheriigd naarmate het moeite kost
om hel te bekomen Poch. handelt de Dixmudsche
jeugd heel verkeerd omdat zij gemakkelijk de lessen
der akademie kan bijvoonen, zoude zij daarom minder
vlijiig, minder oplettend moeten zijn
Wij wenschen dat de klas van bouwkunde voortaan
meer Dixmudenarefi lelie, en zij alle hare krachten in-
spanne omzich door hunnen voortgang te onderscheiden
gelijk hunne bekroonde schoolgezellen, welke wij over
hunnen moed en hunne naarstigheid onze hulde bewij-
zen en tot volharding opwekken.
Tracht dan allen te vedijveren, beminde jongelingen,
om al het mogelijke nut te trekken uit de lessen die
u gegeven worden, want de voordeelen die de teeken
kennis oplevert, zijn onwaardeerbaar en er is niet een
beroep waar zij kan genist worden zij ontwikkelt het
gevoel voor hel schoore en hel goede en heeft eenen
krachtigen invloed op let leven van den mensch.
Maakt dan gebruik, lieve jongelingen, van de voor-
deelige gelegenheid die gij hebt om u Ie onderwijzen.
Volgt regelmatig de lessen der akademie, weest er
neerstig en oplettend. De meesters van hunnen kant
zullen in uwen vlijt nieiwe aanmoediging vinden om u
steeds vooruit te helpei de besturende kommissie zal
mei rechtop uwen voortgaan trotsch wezen en de ste
delijke regeering zal des te liever alle opofferingen
aanwenden, die de omstandigheden vereischeii.
Ik eindig, MM., met uit naam van stad eene welver
diende dank te betuigen aan de heeren leden der be
sturende kommissie over hunne welwillende bemoeiin
gen, aan de meesters over hunne ijvervolle zorgen en
aan de eerleden der akademie over de krachtdadige
ondersleuning die zij aan dit nuttig gesticht verleenen.
Eindelijk bieden wij u allen onzen dank, achtbare toe
hoorders, die dit feest door uwe tegenwoordigheid
hebt willen vereeren. ^Wij twijfelen geenzins of deze
plichligheid zal de ouders en werkbazen aansporen
om hunne kinderen eimeergnsten naar de akademie te
o.» i ni^l f ii -Tm irilttüiiirg en
den voorspoed van onzWgeliefde moederstad.
Ziehier nu de uilslag van den prijskamp lusschen de
leerlingen. Wij hebben de beoordeeling van den ant-
werpschen jurij over de werken onzer akademie gelezen
en bestaligen met voldoening dat men in de hoofdstad
der kunst van ons land, den vooruitgang onzer akademie
waardeert. Dit strekt lot eere aan het ieverig bestuur
der teekenschool, dat op eene ware liberale wijze te
werk gaat en wier poogingen nog later als voorbeeld
zullen aangehaald worden. Dit strekt lol eere aan de
professors en leerlingen. Dit strekt lot eere aan ons
oud-besiuur dat over 22 jaren Dixmude met zulk schoon
en nuttig onderwijs begiftigd heeft.
Wij zijn gelukkig te mogen besialigen dat de burgers
zoo onverschillig niet zijn als hunne bestuurders. Don
derdag was geheel de gebeurte der Weststraal bevlagd
om den zegepraal harer kinderen te vieren. Zoo is het
wel, zoo zien wij het gaarne!
Nu de namen der bekroonde leerlingen
BOUWKUNST.
I* Afdeeling. Samenstelling. Prijs eene groote koninklijke
medalie oan Vincke Pamfiil, van Caasketke. Beste uitvoering
der samenstelling. Prijs eene sledelijke medalie aan Vincke,
voornoemd.
2Afdeeling. 1° Prijs eene kleine medalie aan Karei
Symoenvan Beersl; 2e id. «en Loekncik aan SymoenPieter,
van Beer&t.
3* Afdeeling. Prijs een boekwerk aan Iloilen Leo,
van Dixmude.
4" Afdeeling. le Prijs eene kleine medalie aan
Catteeuw Désiié, van St. Jacobscapelle 2» id. een boekwerk
aan Vlaemynck Bené, van Wercken.
Een boekwerk is door de besturende commissie der akademie
toegekend aan Vincke vooruuemd, voor het vervaardigen van een
gescbiijnvverkt draaitrupje.
WERKTUIGTEEKENING.
Prijs eeu boekwerk aan Weyne Pieier, van Dixmude.
TEEKENKUNST.
Hoofden naar plaaster. Prijs een boekwerk aan Beun Hijpo-
liel, van Dixmude.
Stpa.de n naar plaaster. Prijs eeu boekwerk aan Van Sassen-
brouck Emiel, van Dixmude.
Figuur- en kopteekeniny. Prijs: eene kleine koninklijke medalie
aan Descbryver Robert, van Dixmude.
Kleinkopteekening. Prijs een boekwerk aan Nryrinck
Adolf,van Dixmude2® id.:een boekwerk aan Droesbeke Emiel ,id.
Sieraden met twee tinten. 1* Prijs eene kleine koninklijke
medalie aan Simons Gentil, van Dixmude; 'Ifi id. een teekenhalm
aan Vanalderweireld August, id.
Geschaduwde sieraden. 1* Piijs een boekwerk aan Deswaeno
Balmond, van Dixmude2e id. een boekwerk aan Vantroyeu
August, id.
Sierhden in omtrek. Prijs eene medalie aan Mahieu Emiel,
van Eessen 2« id. een boekwerk aan Degraeve Alf.Dixmude.
Lijnteekening naar print. 1« Prijs een leekenhalm aan De-
poorter Napoleon, van Dixmude; 2« id. eene print aan Pioters
Robert, id.
Lijnteekeninglaagste afdeeling. I" Prijseene print aan Van-
decappellc Edmoiid, van Dixmude; 2" id. eene print aan Coquet
Alfons, id.
LEERGANG VAN CIJFERKUNDE.
1* Prijs. een boekwerk aan llillebrnnt llijpoliet, van Dixmude,
met 47 punten op 51; 2° id een boekwerk aan Vincke Pamfiel
voornoemd, met 46 punten op 50.
BIJZONDERE •ELOONINGEN.
Eene som van 16 franks boven hel bijgeld benoodigd tot aankoop
eenur rent op de pensioenkas van den Maat, is aan de volgende
leerlingen toegestaan voor liunue vlijt, goed gedrag en naarstig
heid in hel bijwonen der klussen
Eene derde renldiploma ami Iloilen Leo klas der bouwkunde.
id.
id.
Weyne Pi.-ler, id.
weiktuigkuiide.
eerslo
id.
Ilill'-brant llijp., id.
bouwkunde.
id.
id.
DrichryverRobert, id.
fig., en kopleek.
id.
id.
Depoorler Nnpol., id.
lijnteekening.
id.
id.
Dcgrave Allons, id.
lieraden.
1
In tijd van ramp of gevaar is eenieder beneerstigd
om den geesel van zich af te wenden en ongedeerd uil
den slag te geraken. Maar nauwelijks is de roede
afgekeerd ol men vergeet al de goede voornemens en
tnen leeft alsof ons voortaan niets meer hinderen kon.
Staven wij ons gezegde op eenige daadzaken.
Wij allen herinneren ons dé besmettelijke koléra-
ziekte die, 't is slechts een jaar geleden, in dorp en stad
dagelijks honderden menschen ten grave sleepte en
eenen algemeenen rouw over ons land verspreidde. Zoo
lang deze wreede plaag woedde, waren wij allen met
angst en schrik bevangen. Aan beloften en gebeden, aan
reinigingsmiddelen en allerhande maatregelen, aan niets
ontbrak het om de kwaal te bestrijden. De baldadigsten
zeiven zegden vaarwel aan hunne grove uilspattingen,
in de hoop dat zij van de onverzadelijke ziekte, die
eiken oogenblik. als een uitgehongerde tijger, naar
nieuwe slachtoffers zocht, zouden bevrijd blijven.
Schaars veilige maanden heeft de koléra opgehouden
te heerschen, en velen schijnen reeds alles vergeten
te hebben, bij zoo verre dal men niet zelden lieden
vindt die in hunne oude gewoonten, eerste oorzaak van
verpestende ziekien, hervallen zijn. 'l Is liet geval hier
le zeggen uit het oog. uit het hart.
Wie siddert niet bij het aandenken der jaren zes- en
zeven- en veertig, aardappelplaag. duurte der levens
middelen, tiphus en roodeloop, gebrek aan geldwinning,
bekroond dooreenen hongersnood die eeuwig in de ge
schiedenis zal geboekt staan, zulks waren de grievende
rampen welke alsdan gelijktijdig op het menschdom
drukten! Hoe gelukkig waren zij die een appelketi tegen
den dorst gespaard hadden en zoo liet nakende gevaar
konden afweren! Ueden-, dank zij God, beleven wij
betere lijden menigeen kan, indien Inj wil, zich legen
lateren nood wapenen. Maar, helaas vele lieden,'bij
zonderlijk onder de gemeene volksklas, leven gelijk God
in Frankrijk, alsof heigéne vroeger geschiedde, Ihans
-• niet niei'i gCscliiedeti kon. Nogtflns'het sfireekwoord zegï!"
God spijst de vogelenmaar zij moeten er om vliegen.
Wij sluiten met eene laatste overdenking. Ruim
een jaar geleden borst ergens een hevigen brand uil. Hel
gansche dorp stond in rep en roer want de schaarsche
hulpmiddelen die men ter hand had, bicven den gloed
onmachtig, en het steeds toenemende vuur dreigde een
groot deel van den bouw in asch te leggen. In dezen
akeligen toestand, wanneer bestuurders en ingezetenen
zich wanhopig in het oog zagen en elkander naar raad
en daad schenen te vragen, snelden onverwachts de
pompiers eener naburige gemeente met hunne blusch-
tuigen ter hulp. Aanstonds, als bij begoocheling, stelden
deze dappere mannen palen aan de alvernietigende
vlammende brand was gebluschtEen algemeene
hourrahl steeg ten hemel en welverdiende dankbetui
gingen ontvielen eiken monde! Ooggetuigen van het
onschatbaar nul Welk eene bluschspuit oplevert, vatte
men het gedacht op daar ook een pompierskorps tot
stand te brengen. Maar (alwéér dien ongelukkigen maar)
nauwelijks is de eerste aandoening voorbij of men
spreekt er noch van pompiers noch van brandspuit. Dit
alles, hoe onmisbaar hel wezen moge, rust thans in
vergetelheid totdat, God gave dat het zoo niet geschiedde,
eene nieuwe ramp hel zoo beproefd" dorp nogmaals in
schrik en wanhoop dompelt! 't Is te laat den put gevuld
als het kalf verdronken is.
Mochten deze weinige regelen eenig nut verspreiden,
en de oogen van vele verdwaalden openen!
Vrije Burger.)
Verschillige Nieuwstijdingen.
De heeren Lodewijk Copp-nv en David Laleman, onzer
stad, beiden studenten in de lloogeschool van Leuven, hebbeu
bun exanm afgelegd, de eerste van 1® doktoraat in de rechten,
en de tweede van 2e doktoraat in de genees- en heelkunde.
Bij koninklijk besluit is er een jnarlijkscb en levenlang
pensioen van 5000 frs verleend aan eenen Dixrnudeling, den
heer L. J.. Mobaeys, oud-bestuurder der registratie te Gent.
Ziehier den uitslag der scbieting van bet handboog gild
Willem. Telldie maandag alhier beeft plaats gehad en waar
aan 128 schotters hebben deelgenomen Opper vogel aan den
beer Karei Hesuuter, xoon, van Dixmude; zijdsvogels aan de
heeren Lndewijk Vanpoelvoorde en Cesar Vanslaen, beiden
van Veürne, Fr. Bryseboo van Dixmude en Amhroos Saisier
van Wercken.De medalie voor verstafgelegenlmid en die voor
meest in getal zijn toegekend aan het gild St Sebastiacin
van Veurne, die door 14 leden vertegenwoordigd was.
De gemeenteraad van Werck.-n is bij koninklijk besluit
bemachtigd eene som te ontleenen van 20,000 frs aan p.
100, aflegbaar in lOjaren en bestemd om steenwegen te
leggen.
De lieer Petit ontvanger der direkte belastingen te
v