m
ZONDAGSBLAD
1
Zondag 24 April 1892.
10 cent. per nummer
48* Jaar. N. 15.
lat.
1.
UT
voor de Stad en het Arrondissement.
Politiek Overzicht.
Herziening der Grondwet.
MOEDERSMART.
De
De klerikale lasteraars
Antwerpsche brieven.
H>py
den zete'
post-
chenen
konden
lorden.
Drt.
evers,
tie,
trick
Idicinale
I in fles-
Irs 2-75.
len, aan
Jfr. 1-25.
Iidwater
ltjes aan
u
DIXMUDE, den 23 APRIL 1892.
Frankrijk. De fransche bisschoppen
zetten hunne politiek van weerstand voort,
inweêrwil de bullen van den Paus. Leo XIII
predikt bevrediging aan, de aartsbisschop
van Avignon geeft aan de gelovigen en zijne
geestelijkheid ware strijdonderrichtingen,
zonder er veel doekjes aan te winden, en
voor wie tnsschen de regelen kan lezen ge
lijken het oproepen te wapen! De aarts
bisschop aarzelt niet den Paus zijne plichten
voor te schrijven en af te teekenen waar de
pauzelijke macht begint. Hij gebruikt zoo
stoutmoedig de pen opzichtens den Heiligen
Vader als tegen de Republiek.
Dat gelijkt aan eene onbewimpelde uitda
ging tegen het fransch ministerie om ver
volgingen in te spannen en de bisschoppen
als martelaren te kunnen doen schreeuwen.
De klerikale pers heeft reeds minister Ricard
uitgemaakt als Diocletiaan op de tafel,
omdat hij de jaarwedde van eenige bis
schoppen verminderd of afgeschaft heeft.
M. Ricard zal niets doen, maar den Paus
gelasten de weerspannige bisschoppen tot
de orde en gehoorzaamheid te roepen.
De minister van hinnenlandsche zaken in
Frankrijk heeft aan de prefecten een om
zendbrief gezonden waarin hij hen uitnoo-
digt manifestation samenscholingen en
optochten op den openbaren weg te verbieden
op 1 mei. Verder bevat dezeomzendbrief voor
schriften tot handelen voor de burgerlijke
en militaire macht om de orde te handhaven,
indien het onvermijdelijk zou wezen anders
dan beteugelend te werk te gaan. Intus-
schen gelooft men dat de 1 mei zonder ernstig
voorval zal voorbijgaan.
De groote dag is aanstaande.
De groote dag is daar, nog drij nachten
en wij zijn den 26 april, dag op welken de
Kamers zullen te beslissen hebben dat de
belgische Grondwet moet herzien worden.
Men verwacht dat de discussie niet lang
zal duren en de voorstellen van M. Janson,
het gouvernement en M. de Hemptinne
spoedig zullen gestemd worden.
De Kamer moet nog ander werk ver
richten, namelijk het budget van buitenge
wone uitgaven, dat nog te stemmen is, ook
de vermindering der tarieven op den ijzeren
weg en een aantal nieuwe belastingen om
deze tariefvermindering te vergoeden.
De tijd van praten zal uit zijn, want met
half Mei zullen de Kamers stelliguiteengaan,
dewijl in Juni dealgemeene kiezingen voor
de Constituante moeten plaats hebben, om
de afgevaardigden te benoemen die ge-
Mengelwerk van de Dixmudenaar. 3.
Hij kon niet verder hij zakte vermoeid
in zijnen zetel terug. Hedwig richtte zich op;
met al de fierheid harer moederliefde en
bleek van gramschap, sprak zij met trillende
stem
Heer van 's Hemelsdaele, wat! gij
veroorlooft u de moeder in open gelaat te
zeggen dat zij hare kinderen haat! Maar, ik
ben slechts afgunstig voor mijnen Walter
van al de liefdebetuigingen die zij mij geven.
Ik zie ze altijd uwe dochtertjes maar dezen,
die geene moeder meer bezit, die misschien
nimmer dit zoete woord heeft uitge
sproken, dezen zie ik nooit. Ah, mijnheer,
uwe dochters zijn niet te beklagen! zij be
minnen mij omdat ik hunne moeder ben,
doch, wie kan hij beminnen, mijn zoete,
zoete Walter?
En altijd die Walter, o doemnis!
grommelde Reinier binnenmonds.
Uwe dochters zijn edel en zullen edelen
tot echtgenooten bekomen. Is dit het doel
uwer eerzucht niet? Wat behoeft gij meer?
Hebt gij ooit iets anders betracht dan ijdele
roem en eer?
- Verdere uitleg is onnoodig, mevrouw,
onderbrak Reinier. Ik vroegu eenen laatsten
blijk van genegenheid. Gy weigert! Welnu, 1
roepen zijn aan Belgie eene nieuwe Grond
wet te geven.
Met de ontbinding der Kamers durven wij
hopen dat de overgroote klerikale meerder
heid zoo niet vernietigd, dan toch op m6er
dan de helft zal gebracht worden. Dat is
noodig voor het geluk des vaderlands.
De liberalen, in Vlaanderen vooral, hech
ten veel belang aan de kwestie, dat de
vertegenwoordiging der minderheid in de
aanstaande nieuwe Grondwet geschreven
worde.
Van eerst afhebben wij voorzegd, dat van
dien wensch niets komen zou, omdat de
klerikalepartij er niet van wil weten, zij die in
zes, van de negen, provinciale raden de
meerderheid bezit, en bijvoorbeeld in West-
vlaanderen voltallig meester is van den
provincieraad en van bijna al de gemeente
raden der provincie.
Verwacht niet dat de klerikale partij eene
enkele hervorming zal stemmen die de gees
telijke overheersching schadelijk zou kunnen
zijn of worden. Verhoop geene weldaden
van wege den klerikaleu vijand, zelfs geen
recht, liberalen
Men heeft goed uit te roepen dat zoo de
vertegenwoordiging der minderheid in
de Grondwet niet geschreven wordt, deze
kwestie nimmer zal opgelost worden.
Zulks is de waarheid, doch wat is er tegen
te doen.
Zoolang den kiescijns hoog was, mocht
men ons Vlaanderen onder de liberaalste
provinciën van het land rekenen.
Meer dan de helft van de senators en
represententen waren liberalen en de groote
meerderheid van den provincieraad was
liberaal.
Zeg eens wie kan gelooven dat met het
algemeen stemrecht of met het stelsel der
huisbewoning den toestand zal verbeteren,
nu de liberale partij in zoo weinig gemeenten
meester mag genoemd worden.
Ja wij zegden het vroeger en vinden het
nog altijd een gevaarlijk ding eene gift of
hervorming ten gunste der liberalen van den
politieken vyand te moeten verwachten.
Zulks behoort tot de menschelijke onmoge
lijkheden.
Wie leven zal, zal zien. Bovendien nim
mer en nooit heeft het vrijzinnig land zich
te beloven gehad van de jesuitepartij.
te Oostende aan de schandpaal.
Als de kiezingen naderen, dan beginnen
de klerikalen te lasteren zonder vare noch
vreeze. Te Oostende geven zij er het afschu
welijkste voorbeeld van, en maakten er den
heer burgemeester uit, in 1889, wijnpotten
genoten te hebben van een oud-pachter der
hetzij zoo. Doch ik heb niet vergeten dat ik
ridder ben. Ik wil, hoort gij, mevrouw, het
is de eerste maal dat ik zulke taal gebruiken
moet, ik wil dat gij het feest bijwonet.
- Onbarmhartige, antwoordde Hedwig,
maar zeg mij, wie is de schuld dat ik uwe
dochtertjes zoo zeer niet bemin als mijnen
Walter. Gij hebt ze mij sinds hunne tee-
derste jeugd onttrokkendan later bracht
gij ze mij hier. Uwe dienstknechten, even
zoo groote verraders als gij, mieken haar
wijs dat hunne moeder zinneloos was en
dat haar leven slechts eene afgrijselijke
droom was. Ziedaar wat ge deedt.
En de wereld zegt het ook, mevrouw,
even als uw echtgenoot en uwe kinders.
Nogtans, waarom moest gij zoo droevig en
eenzaam uwe schoone levenslente slijten.
Uw zoon? Zinnelooze! Eens in 't leven komt
vreugd de lange smart verijdelen. Wie zegt
u dat uw zoon dood is?
God gave dat hij het ware, riep zij ver
voerd uit. Indien ik op zijn graf had mogen
knielen en met mijne eigene handen zijn
lykje in de aarde nederleggen, dan hadikmij
misschien kunnen troosten, dan had ik hem
misschien... vergeten. Maar daar hij mij
ontstolen is, dien engel, mijn tweede leven.
Weet gij wat mij afschrikt, burchtheer? Het
zicht van den misdadige die men ten recht-
banke leidt; en deze ter dood veroordeelde
die zijn leven in de duistere holen des ge-
vangs slijt, wie zegt u dat dit uw zoon niet
spelen; die uit Belgie gebannen is, maar
echter vrijgeleide ontvangen heeft om den
heer Montangie voor het gerecht te komen
beschuldigenen wel te verstaan in zijne
afwezigheid valschdijh te beschuldigen!
Dinsdag heeft de heer burgemeester Mon
tangie voor den gemeenteraad van Oostende
volkomen zijne onschuld en vlekkeloos ge
drag bewezen. De burgemeester heeft de
twee wisselbrieven, de eene van 1000 en de
andere van 500 franks, die nooit te gelde
gemaakt geweest zijn, ter tafel nedergelegd.
De gemeenteraad heeft een dagorde van vol
doening gestemd, echter betreurende dat
de heer burgemeester zijne uitleggingen
voor derechtbank niet gegeven had.
Inderdaad M. Montangie heeft het ongelijk
gehad de zaal van het vredegerecht te ver
laten voor dat de zitting gesloten werd.
Maar al a vliegt de leugen nog zoo snel, de
waarheid achterhaalt haar wel. Zal de
klerikale drukpers, nu haar schandalig
lasteren opzichtens den burgemeester van
Oostende herroepen Of zal zij aan die plicht
van eer te kort blijven? Wij zullen zien.
De tijd nadert op welken het kiezerskorps
van Belgie zal uitspraak te doen hebben
over het voornaamste vraagpunt, dat sinds
1830 de bevolking van ons land heeft bezig
gehouden de grondwetherziening.
Jarenlang heeft de vooruitstrevende partij
met moed en geduld gewerkt om het alge
meen stemrecht te doen zegepralen. Ongeloof
en weerïïarstigherdzyh overwonnen gewor
den dank aan den buitengewonen ijver, dien
de vooruitstrevers hebben aan den dag gelegd
om de zaak van het algemeen stemrecht bij
het volk te doen ingang vinden. Na lang
tegenstribbelen heeft de kamer van volks
vertegenwoordigers de grondwetsherziening
in aanmerking genomen het was niet meer
mogelijk haar uit te stellen en wij staan
vóór het kort verwijderd tijdstip op welke
de Kamers wellicht zullen ontbonden wor
den. De grootste moeilijkheid was gelegen
in de liberale partij zelve. Tegenover de
vooruitstrevers stonden de doctrinairen
de laatsten even onverbiddelijk als de eersten.
Nederlagen op nederlagen hadden wij te be
treuren en deze hadden voor onmiddelijk
gevolg, dat de katholieken aan het bewind
kwamen en bleven, tot groot nadeel van het
onderwijs in 't bijzonder en van 's lands
welvaart in 't algemeen.
Allen hadden wij evenwel de oogen op
Brussel gevestigd. In de stad, waar de ver-
deelheid ontstaan was, hield zij het langst
den strijd tusschen ja en neen vol. Bijna
geheel het walenland, uitgenomen Luik en
Doornijk, waar Frère-Orban en Bara, de
leiders der doctrinairen zijn, kleefde de
nieuwe grondbeginsels aan het liberale
Antwerpen had bij monde van zijne drij
groote korpsen het algemeen stemrecht
is? Misschien is mijn Walter een dief, een
baanstrooper; hij kan u zelf, u zijn eigen
vader, het moordend staal in de borst
ploffen. O gruwel!
O! onderbrak Reinier, eene moeder
beeldt zich het schrikkelijkste in.
Zij vervolgde Maar indien hij noch
geketend noch veroordeeld isweet dat
hij mogelijks die bedelaar zijn kan wie wij
eene schamele aalmoes schenken en die ze
bij eenigen schaamteloos wordt geweigerd.
Het is misschien dat bleek en afgemat wezen
dat langs de baan den laatsten adem uit
blaast! En wij zijn het, wij, ongelukkige
rijken op aarde, die de schuld zijn dezer
smarten, dezer ellende; 't is wij die er vóór
God en de menschen de schrikkelijke ver
antwoordelijkheid van dragen!
Dit was een donderslag. Eensklaps sprong
de burchtheer recht; zijne tanden klap
perden geweldig tegen elkander en met eene
schrikwekkende stem riep hij uit
Wat zegt zij!
Ah? eindelijk beweegt zich de steen,
het beeld herleeft, vervolgde Hedwig. Ja,
verantwoordelijk, zijn wij. Ik, die in stede
van op het heilig pand dat mij toevertrouwd
was te waken, het overgelaten heb aan de
willekeurigheid van anderen; gij...
Maar spreek dan, ongelukkige!
Gij, wat weet ik? Welk geheim knaagt
u het hart af? Welke sombere denkbeelden
hebben uwe haren vergrijsd en uwe gezond-
insgelijk uitgeroepen en nog streed men in
de hoofdstad. Nuis ook daar de zaak beslist.
Ligue en Associatie aijn overeengekomen
Waarom nog tegenstribbelen toch Ik be
grijp wel dat de zaak nieuw is en misschien
veel raadselachtigs bevat. Ik begrijp dus ook
de terughouding van sommige liberalen.
Maar die terughouding mag niet blijven
duren vooral wanneer men niets stellig weet
in te brengen om haar te wettigen. Ik heb
het dan ook lang betreurd dat de Diksmv,-
denaarhet eenig liberaal blad omtrentvan
den Vlaamschen Westhoek, zoo halsstarig
bij zijne oude zienswijze bleef (t). Was er in
Diksmude dan geen enkel vooruitstrever om
nu en dan eens eene lans te breken voor de
goede zaak Ik zienu echter met voldoening
dat daar veld gewonnen is. Diksmude
heeft ook zijn afgevaardigden gehad in heb
vooruitstrevend congres. Dat is een verheu
gend teeken. De liberaalste stad van West-
Vlaanderen, zij die omtrent zestig jaar de
liberale vlaag hoog heeft gehouden, mocht
niet achterblijven en het ware te wenschen
dat elke liberaal daar tneedede.
Het is evenwel niet door schelden en
kleineeren, zooals de Strijd het doet, dat
het komen zal. Het Gentsche blad heeft
misschien gemeend dat het niets anders dan
verachting moest over hebben voor dezen,
die niet gedwee zijne stappen volgen. Hst
handelt daarin verkeerd en velen hebben
gewis met mij de twee artikels, vooral het
eerste, betreurd, waarin het op even onhan
dige als brutale wijze een liberalen confrater
heeft aangevallen (s). De Strijd heeft
daarin getoond hoe onhervaren hij is «p
politiek gebied wanneer er spraak is
vrienden voor zijne zienswijze te winnen.
Hij is een jonge spring-in-'t-veld, wanneer
hij denkt door aijne dwarsheid en zijne ha
telijke, bitsige uitvallen een schuppeken
aarde aan dendijktebrengen,die den stroom
van het katholicismus moet tegenhouden.
Hij moet beseffen dat er meer moed noodig
is om gedurende bijna vijftig jaar den libe
ralen kop recht te houden in de dichte
omgeving van adeljjke kasteelen dan om
een viertal jaren te bestaan te midden van
eene liberale werkersbevolking in eene
groote stad gesteund door de medehulp van
strijdmakkers uit andere steden. De Strijd
heeft bewijzengegeven van eene onvolledige
kennis van den West-Vlaamschen landaard
en het West-Vlaamsche buitenleven. Hij
moest nog wat meer toezien et leeren in
plaats van zoo te bulderen en te schimpen op
confraters, die door niets anders dan door
voorzichtigheid van zijne zienswijze ver
schillen. Ik weet wel dat iemand soms te
heid gekrenkt? Gij veracht de wereld en
trapt alle gevoel van eer onder de voeten.
Gij moet licht, immer licht hebben, want de
duisternis doet u schrikken en beven. Men
zou zeggen dat een spook u op de hielen zit
dat de knagingen van uw geweten u onder
hare ijzeren hand verplettert. En als gij dan
nadenkt op de rampen die nwhuis getroffen
hebben dan hoort gij eene ijzingwekkende
stemutoeroepenReinier,heer van 's Hemels
daele, wat hebt gij met uw zoon gedaan?
Dit was te veel. De burchtheer, gansch
buiten zichzelven, sloeg de handen voor het
gelaat, slaakte eenen dooven gil en viel als
een loodklomp neder vóór de voeten der
troostelooze moeder.
En op hetzelfde oogenblik klonk vóór de
poort van het kasteel van 's Hemelsdaele
het lied eens bedelaars. Het was een frisch,
kloek jong raensch, een ware kerelszoon,
zijn lied galmde heinde en ver.
Op het kasteel was alles doodstil en men
hoorde duidelijk het lied
De kaste lei ne aanhoorde met verbaasd
heid dit lied, het was dit dat zij zong bij de
Ialles wat
Ie verricht
losachtige
1 laat niets
|loosheid
de tanden
lie tanden,
lier.)
lveeren of
prtelen en
ze tanden
(stelsel is
|jk kunst-
aarboven,
Ite zeggen
door de
Jemen de
stelsel,
namiddag
(Woensdag
D» 11.
luet leven.
(werpen
ter
der 3
ver-
de
f/wel
on
tken
iet
aeli-
ZiJ
pk en
llen,
hgen
lijke
(zijn
leht,
aden
leze
lelve
Llse-
leere
voor
üen.
lop-
Iting
tune
Irt'et,
lafde
DE DIXMEDEEAAB
Abonnement ten allen tijde voorop betaalbaar
A ir. d". aoonnenten genieten het rechs jaar
lijks een bericht van 10 drukregelshunne
neering of beroep betreffende, drij maal koste
loos in ons blad te lijven.
Alle ajjichen bij den drukker van dit blad
gedrukt, morden eens onvergeld in hettelve
geplaatst.
Men wordt aantocht alle hoegenaamde arti
kels uiterlijk tegen Vrij dag-avond vrachtvrij
en onderteekend toe te tenden.
De bekendmakingen betalen 20 ecniimsn den
drukregel; rechterlijke eerherstellingen 1 fr; von<
nissen 30 c. Groote letters volgens plaatsruimte.
Er morden, wekelijks exemplaren van dit blad
gratis getonden in de voornaamste herbergen
onver omstrekenten einde aan de annoncen
welke in ons blad gelijfd morden, meerdere
ruchtbaarheid te geven.
Men schrijft in bij den drukker van dit blad
alsook bij alle postdirecteurs.
Brieven, geld, vrachtvrij toe te tenden.
(1) 't Is dat wij ongaarne katten in zakken koopen,
verstaat ge dat, vriend I
(2) Men heeft ons verteld dat de Dixmudenaar
door den Strijd aangevallen is geweest, doch wij
hebben te vergeefs getracht de nummers in lezing
te bekomen. Oh! het doet ons genoegen een doren
in het hart eens radikalen gestoken te hebben die
hem doet schreeuwen.
Er was eene moeder die haar kindje
Verschopte uit haar eigen schoot,
Omdat er ondeugd in haar schuilde
En zij voor 't kwaad de oogen sloot.
En 't lieve wichtje moest, verdwijnen 1
Zoohaast de wereld haar dit schonk,
Had zij de vloek reeds uitgesproken,
Dan, nog meer haat in 't harte zonk.