Schreeuwende Voorrechten
FRATELLI Aliotti
FRATELLI Aliotti
Fransche en Amerikaansche
Voorspellingen.
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN.
ZONDAG 3 SEPTEMBER 1933.
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN.
GEBROEDERS DUPONT
HET EDELMOEDIGE
AMERIKA.
DE TWEEFRANKSTUKKEN
INGETROKKEN
DE SPAARKAS
HEEREN BAKKERS
VRAAGT UWEN LEVERANCIER SULTANA ROZIJNEN VAN
VLAAMSCHE NAZIS
DRINK KRONEN PILSNER
DE INDEXGETALLEN.
13" JAAR.
NUMMER 36.
VAK
PEEMGHE
ABONNEMENTEN
I Jaar, per post16 fr.
Congo25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Losse Nummers0.25 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De postabonnenten in Belgie, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat hen bedient, en niet aan ons.
Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een postzegel voor ant
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
Yperstraat, 2, POPERINGHE.
Postcheck 48459 Telefoon 180
leder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen den Donderdag noen.
Kleine berichten tegen den Vrijdag noen.
Naamlooze ingezonden artikels worden in
de scheurmand gegooid.
AANKONDIGINGEN
Per regel1.00 fr.
(minimum 3.00 fr.
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen re-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
■USi
Waarom moeten de coöperatieven
geen taksen betalen op de winsten die
zij opstrijken vraagt het gezond ver
stand.
De samenwerkende maatschappijen
van verbruik, waarvan het princiep niet
kan beknibbeld worden, hebben se
dert eenigen tijd fel geevolueerd de
nederige vereenigingen van het begin,
enkel aan samenwerkers voorbehouden
zijn meestal groote handelsonderne
mingen geworden, die gemak van aan
koop schier aan iedereen verschaften.
De taksen zouden dezelfde moeten
zijn voor alle handelaars dat is maar
redelijk. Daarin dienen begrepen de
coöperatieven die dienst doen van
handel en dus hoegenaamd het recht
niet hebben ontslagen te worden van
de taksen, zooals het nu is. Zij betalen
dus geen bedrijfsbelastingen.
Maar zij genieten nog andere voor
deden, waardoor zij aan den hande
laar een oneerlijke concurrentie doen
en dat gebeurt dan nog in overtreding
van art. I 12 der grondwet dat zegt
inzake belastingen mogen er geene
voorrechten bestaan
Welke zijn nu al die voorrechten
1. Registratie. Een recht moet
betaald worden op het onderschreven
kapitaal bij het stichten der samenwer
kende maatschappijen.Er valt nochtans
op te merken dat het beginkapitaal
over 't algemeen nederig is, en daar
er geen verplichting bestaat een akt
te onderwerpen aan de formaliteit
't enregistrement, naarmate 't kapitaal
verhoogt door het aanvaarden van
nieuwe leden, is het niet overdreven te
zeggen dat de meeste samenwerkende
maatschappijen kunnen gesticht wor
den en buitenmatig aangroeien met
slechts een klein enregistratierecht te
betalen.
Voor het geval van belasiing op de
kapitaalverhoogingen, nemen wij bijv.
de Société Générale de Bruxelles
gesticht met I 70.000 frank kapitaal,
waarop zij 1.20 t.h. rechten betaalde,
en vanaf 1927 trapsgewijze aangroei
de tot 13 miljoen, zonder iets voor
die vermeerdering betaald te hebben
2. Zegelrecht. De naamtitels of
boekjes van zulke maatschappijen zijn
enkel aan 30 centiemen zegelrecht on
derworpen, terwijl de titels eener
naamlooze maatschappij 1.20 per vijf
honderd frank moeten betalen.
3. Kosten voor notaris en publicatie
Men heeft geen notaris noodig voor
het tot stand brengen eener samenwer
kende maatschappij. Het bilan en de
veranderingen in het leidende perso
neel moeten in de Moniteur niet
verschijnen.
4. Overdrachttaks. De coöpera
tieven zijn van de overdrachttaks ont
slagen bij de verzending van de eet
waren tusschen samenwerkende maat
schappijen, alhoewel er mutatie plaats
grijpt.
5. Tollen en accijnzen. De om
zendbrief van 30 Juni laatst heeft be
paald dat de coöperatieven zelfs wan
neer zij verrichtingen in het groot doen
welke ook de omvang van deze weze,
en ze hunne evenredigheid in het ge-
heele hunner verrichtingen ten opzichte
van het wetsontwerp van den 30 De
cember 1932, zuivere kleinverkoopers
en te dezen titel hunne stocks aan de
rechten niet onderworpen zijn.
6. Belastingen op het inkomen.
Alhoewel deze stof complexe is
vvant de coöperatieven stellen veel va
riëteiten voor volgens de natuur en
de modaliteiten hunner bedrijvigheid
moet men eenige onderscheidingen
maken. Wat er ook van zij, hier nog
kan men verschillige voordeelen der
coöperatief aanwijzen.
Inderdaad in verscheidene voort
brengende coöperatieven worden de
beheerders belast als de werkende le
den eener maatschappij van personen.
Deze beheerders worden in meestal de
samenwerkende maatschappijen (coö
peratieven van aankoop en verkoop)
beschouwd als eenvoudige bezoldigden
en daar de coöperatieve geen maat
schappij bij akties is, wordt de be
roepstaks dezer beheerders, hoe groot
hunne vergoedingen ook wezen, niet
verdubbeld zooals dit het geval is voor
de naamlooze maatschappijen.
7. Inkomsten toegekend aan de sa
menwerkers volgens de kapitalen, die
zij er in staken. Deze inkomsten
worden minder belast dan de dividen
den van naamlooze akties. Inderdaat
terwijl deze laatste inkomsten eene mo
bilaire taks ondergaan van 24.2 t.h
worden de inkomsten der kapitalen
gestort, door de samenwerkers, slechts
door eene mobilaire taks van 10 t.h.
getroffen die de toepassing der pro
vinciale en gemeentelijke opcentiemen
kan ondergaan.
8. Bestuur der rechtstreeksche be
lastingen. De coöperatieven wor
den ontslagen van de mobilaire taksen
op het uitgedeeld te veel ontvan
gen. Die schikking zet de deur open
aan veel misbruiken. En nochtans is
een uitgedeelde winst feitelijk een di
vidend.
ledereen kan zich in de samenwer
kende maatschappijen gerieven, wat de
mededinging nog oneerlijk maakt.
De zaak zooals deze onder cijfer 4
aangegeven is, is niet heel en al nauw
keurig. De coöperatieven betalen de
overdrachttaks zooals iedereen, wan
neer zij de koopwaren of nijverheids-
produkten in het groot koopen bij de
fabrikanten. Maar wanneer er spraak
is van aankoopscooperatieven, het is
te zeggen van groepeeringen, gevormd
met het doel in het algemeen te koo
pen, wordt de taks van 2.5 op 0.5 t.h.
gebracht wat toch eene vermindering
is van de vier vijfden der taks.
Er bestaat nog een ander voorrecht.
Sedert 1930 betalen de samenwer
kende maatschappijen voor het sparen
die de kapitalen verschaffen aan de
verbruikscooperatieven, slechts 5 t.h.
op de ontleende sommen, in plaats van
1 5 t.h. Tengevolge van de laatste ver
hooging der rechten, bedraagt die be
lasting 5.5 t.h. maar voor de andere
is het 16.5 t.h. geworden.
De handelaars eischen de afschaffing
van al die voorrechten. Er is zelfs een
dat onmiddellijk zou moeten verdwij
nen omdat het, het noodlottigst is, aan
den kleinhandel en het princiep der
gelijkheid voor de belasting schendt.
Moest men ons dwingen taksen op
onze winsten te betalen, zeggen de sa
menwerkend maatschappijen, dan zou
den wij onze prijzen verlagen en de
handelaars nog dieper treffen Dat is
eene bedreiging en niets meer, want
ware dit mogelijk, dan zouden wij
reeds lang voor een voldongen feit
staan. Men kan ze zelf verwijten dat
zij zich verzetten tegen het verminde
ren van het duur leven.
De handelaars worden zwaar ge
troffen door de mededinging der coö
peratieven dank zij hunne voorrechten.
Wanneer deze maatschappijen aan
de gemeenschappelijke handelsregels
onderworpen zijn en dezelfde belastin
gen betalen als de handelaars, dan is
er bun niets te verwijten.
Volgens zekere berekeningen zou
het getal klanten der. coöperatieven
1.120.000 bereiken en hun zakencijfer
900 miljoen frank bedragen.
Deel door het cijfer der 36.000 Bel
gische kleinverkoopers van koloniale
en etelijke waren die het meest getrof
fen worden, dan zult gij zien dat hun
gemis aan verkoop ter oorzake der
coöperatieven voor ieder 20.000 frank
per jaar bedraagt.
Ook de schatkist verliest daar veel
bij. Voor wat de winst betreft, voor
gesteld als zijnde een te veel ont
vangen is deze van de socialistische
coöperatieven 43.000.000 frank.
De winsten der andere worden op
10 miljoen geschat, 't zij meer dan
vijftig miljoen die aan de taks ont
snappen.
De handelaar heeft het recht te zeg
gen ten minste geen voorrechten,
geen onrechtvaardigheid, geen misbrui
ken meer, die mij en mijne klas ten
onder brengen. Wij willen den onder
gang der samenwerkende maatschap
pijen niet, waarvan het princiep goed
is, maar wij dulden niet dat ze ten
opzichte van den fiskus een bevoor
rechten stand hebben, die hun toelaat
zegevierend concurrentie te doen, zon
der eenig voordeel voor het algeheele
der verbruikers wij willen niet dat het
geld der samenwerkers grootelijks die
nen moet om er politiek mede te ma
ken ten voordeele van eenige partij
leiders. G. v. B.
LEEST EN VERSPREIDT DE
GAZET VAN POPERINGHE
Dat was het betooverend land. In
onze streek waren, vóór den oorlog,
aller oogen gericht naar dit goudland
en die er naartoe kon reizen, was aan
zien als op weg naar de fortuin. Ook
kwamen vele brieven toe van Pier of
Jan die er geld verdienden als slijk, die
daar leefden als prinsen in dat land
van belofte. Het was er voor eenigen
zeer goed en voor anderen zeer slecht.
Men hoorde er veel van spreken en
boffen met tientallen die er geld ver
gaarden, maar men verzweeg de namen
van de duizenden die er niet lukten.
Onze diplomaten, onze zakenman
nen, onze financiers, nijveraars en han
delaars waren betooverd door Ameri-
kaansche werkformulen of stelsels.
Amerika was de hemel op aarde.
De kleinste werkman bezat er zijn
Ford, zijn badkamer, zijn phono en
de week-ends ging hij doorbrengen
aan de zee of in de bergstreken. De
dollar was hemelsche munte en glin
sterde als diamant boven de wereld.
De Amerikaansche cinema, de Ame-
rikaansche Jazz, de Amerikaansche
skeeskrabbers.de Amerikaansche vlieg
tuigen, de Amerikaansche schepen...
al wat naar Amerika rook was god
delijk.
Er waren wel die 1 4 geboden van
Wilson, die histories van gangsters,
van ontvoeringen, van allerlei moor
den, maar dat waren maar lichte scha
duwen in die heldere lucht.
Op een schoonen morgen kwam
Amerika het geld opeischen van het
spek, de boonen, enz., die het ons
binst den oorlog toezond... het was
uit baldadigheid, meende men. Wij
jegonnen met te betalen en toen nog
waren er nog vele bewonderaars van
die wondermenschen uit dat wonder-
and.
Wanneer er internationale verwik-
celingen in Europa opdaagden, was
iet een Amerikaan die gevraagd werd
om ze te beslechten. Zekere Dawes,
een generaal, regelde eens de zaken
met een kluitje vijgen en iedereen
stond in bewondering. Als die rege-
ing niet meer strook met de werke-
ijkheid, was het Young die kwam.
Niettegenstaande dat zijn voorstel niet
meer waard was, dorst het niemand
zeggen en Young werd tot in den hoo-
gen hemel gedragen.
Er was geen beternis bij, zoodanig
dat er in Amerika ook gisting kwam
met haren nasleep van alle slach van
opstanden en opstootjes van protes-
teerenden aard, en de paniek teisterde
het rijkste, het voorspoedigste, het
lest georganiseerde land ter wereld
deel het gebouw kraakte en Hoover
die men bij zijne kiezing met bloemen
en wierook overlommerd had, vaar
digde een algemeen moratorium uit.
Belgen, Franschen, Engelschen,
enz., ge zult dit jaar ons niets beta-
en, maar Duitschland zal u ook geer.
cent storten
Maar Duitschland is ons meer
schuldig dan wij u moeten betalen
Genoeg zei korporaal Hoover
ge moogt zwijgen en uwe matten op
rollen.
En nog altijd, in Europa, waren de
groote koppen in bewondering voor
doover, Amerika en de Amerikanen.
Na Hoover kwam Roosevelt. Een
teeken van zijn klein vingertje was
genoeg om de vertegenwoordigers van
al de Europeesche landen naar het
Wit Huis van New-York te lokken.
Men zou er, langs al de kanten, de
economische en de finantieele vraag
stukken onderzoeken. Maar terwijl al
die groote koppen op weg waren, ver
namen zij, midden de Atlantische zee,
dat Roosevelt hun een sluwe toer speel
de met den goudstandaard en den dol
lar te laten begaan, 't En lette niet als
die mannen daar toekwamen dat er
muziek gespeeld, goed gegeten en ge
dronken werd, en daarbij de interna
tionale belangrijkheid met de nood
zakelijkheid van goede verstandhou
ding tusschen de volkeren toegejuicht
werd.
Ze kwamen van New-York terug,
trokken een schoon hemd aan en ver
trokken naar Londen, waar zij de nieu
we Amerikaansche formule zouden
ontvangen vanwege de Amerikaansche
afgevaardigden, 't Was de oprechte
Uncle Sam, want zonder Uncle Sam
kon Europa geen weg.
Als alles gereed was om den grooten
slag te slaan werd er aan Roosevelt
gevraagd of het nu definitief was en
of men mocht teekenen. Maar Roose
velt was weg en na lang zoeken were
hij ontdekt op een eenzaam eiland,
waar hij aan 't uitrusten was.
Hij nam in allerhaast kennis van
de vraag zijner afgezanten en zijn
antwoord was NO. En daarmee was
het te Londen ook afgeloopen.
En nu zitten Amerika en de Ame
rikanen te koekeloeren op hunne ber
gen papieren dollars. Ze trekken ten
strijde tegen de landen, zooals Belgie
die den goudstandaard willen behou
den en met inflatie hun volk niet willen
bestelen.
Maar nu heeft men er genoeg van
De groote koppen zijn eindelijk ont
nuchterd en zenden Uncle Sam naar
de weerlicht.
Hadden ze het gedaan in 1919, wij
hadden misschien al die Amerikaan
sche miseriën niet moeten beleven.
OPGEPAST
In het vooruitzicht van het slaan van
zilveren muntstukken, zullen de munt-
penningbons van twee frank definitief
buiten omloop dienen gebracht. Bij
Koninklijk Besluit zullen de muntpen-
ningbons van twee frank met ingang-
van 1 October 1933 geen wettelijken
koers meer hebben.
Het gewoon verslag over de verrich
tingen der Spaarkas in 1932 is ver
schenen.
Over het bedrag der beleggingen
valt er al niet veel te zeggen. Wijzen
wij er nochtans op dat ze de tien mil-
iard benaderen, wat tienmaal het voor-
oorlogsche cijfer voorstelt. In de goud-
franks is er dus voor de helft verhoo
ging.
Voor 't jaar 1 932 is er echter maar
een vooruitgang meer van 600 milioen
wanneer het overschot in 1 930 de twee
milliard overschreed, en dat 1931 er
nog een had van anderhalf milliard.
De invloed, dien men in deze cijfers
vindt, is sedert het begin van 't jaar
nog verscherpt zooals vroegere stati
stieke bewijzen.Sedert de maand Maart
overtreffen de afhalingen regelmatig
de stortingen. De maand Mei wijst op
een achteruitgang van 50 millioen. Als
dit voortduurt, dan gaan we voor een
inzakken staan van het globaal bedrag
der beleggingen, ondanks het overbren
gen op het boekje van de intresten,
op het einde van het jaar.
Dit afhalen kan niet volledig uit
gelegd worden door de economische
krisis. Het is waarschijnlijk dat andere
factoren tusschen gekomen zijn. Wel
licht hebben de inschrijvingen op de
laatste leeningen van het Gemeente
krediet verscheidene sommen den weg
der Spaarkas afgsneden, die er anders
zouden naartoe gegaan zijn.
Het getal spaarboekjes groeit aan.
In den loop van een jaar verhoogde
het met 126.000, wat bewijst dat men
en niet zonder reden vertrou
wen in die schoone inrichting stelt.
Twee Belgen op drie leggen geld neer
alhoewel veel boekjes dood zijn
en sedert lang geen verrichting meer
geven. Dat is een groote verhouding.
Wat doet de spaarkas met het geld
dat hun toevertrouwd wordt.
Zij plaatsen het natuurlijk uit. Om
trent 15 t.h. worden voorloopig ge
plaatst, zoodat eene gemakkelijke be
weging mogelijk is, in geval van af
halingen door 't publiek, deze uitzet
tingen bestaan uit handelseffecten en
leeningen op titels. De definitieve
plaatsingen worden voornamelijk ge
daan door Staatswaarden of waarbor
gen van de Staat. Er worden ook som
men verleend aan de werkmanswo
ningen ten bedrage van een miljard
en aan den landbouw ten bedrage van
305 millioen.
Wat het landbouwkrediet betreft
men kan wijzen op het klein procent
der voorschotten, die toegstaan wor
den tegen 4, 25 t.h. tot hoogstens 20
duizend frank. Zij worden verleend
door tusschenkomst der Landbouw-
bank die eene commissie vraagt op
dit percent. In 1932 verleende de
Spaarkas 4000 zulke leeningen. Er
bestaan zoo een twintigtal Landbouw-
banken vooral in 't Walenland waar de
Boerenbond niet tusschenkomt.
UW BROOD ZAL ER DOOR VERBETEREN
VERKRIJGBAAR IN ALLE KWALITEITEN.
LET VOORAL OP DEN NAAM
VERGIST U NIET
Camille Blanchard schrijft in Le
Petit Parisien een reeks artikelen over
Belgie. Hij heeft gesprekken gehad met
allerlei Belgen, ook met den dinaso
Van Severen.
In zijn kantoor hingen de portretten
van Mussolini, Baudelaire en Paul de
Valery. De Fransche journalist bemerk
te er een kaart van Europa waarvan
een hoek door het blauw potlood was
afgeteekend. Wat is dit vroeg hij.
Groot-Nederland dat mijn partij
wil tot stand brengen, antwoordde de
man.
Ik naderde. De trek van het pot
lood volgde de beruchte taalgrens
doorheen Belgie en eindigde niet voor
Vlaastricht. Gansc.h Holland was er in
begrepen. Langs de andere zijde
ïoud u vast ging die trek recht
in Frankrijk, in de richting van Saint
Omer en alsof hij bang was van die
stoutmoedigheid, ging hij niet verder
en keerde naar Oostende terug.
O O 1 zegde van Severen, wij
verbergen niet dat het moeilijk zal zijn
dit programma te verwezenlijken. Wat
wij willen herstellen zijn de oude Ne
derlanden. Onze partij heeft den naam
van Dietsch Nationaal Solidarist of
Dinaso aangenomen.
Ja, ik begrijp, naso, nazi, het is
letzelfde.
Van Severen beweerde dat zijn par
tij bestaat uit zeshonderd soldaten,
3000 aanhangers en 5000 leden en
syndicaten.
De meeste grondbeginselen van
Vtussolini vindt men in de ontwerpen
van den heer Van Severen. Zijn groote
gedachte is de Vlaamsche gilden van
de XIV" eeuw te herstellen.
Van Severen verklaarde dat hij voor
de verdeeling van Belgie is, dat zijn
vaderland niet is de man is noch
tans geboren te Wacken.
1 enslotte zegde van Severen Ik
jen geen vijand van Frankrijk. Zooals
velen van mijn landgenooten, dank ik
dit land bijna alles wat ik ken
L'Action Frangaise doet opmer-
cen Dit alles dient bewaakt te wor
den. En het blad van Ch. Maurras
en L. Daudet voegt er bij Het re
gionalisme dat een uitmuntende leer
is, mag het verraad niet dekken.
iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini
FABRIEKSMERKEN.
De bezitters van fabrieksmerken zul-
en met genoegen vernemen op welke
manier door de Administratie de tekst
der twee laatste reglementen, de wet
op de fabrieksmerken wijzigende,
wordt uitgelegd.
De verplichting tot de 1 0-jarige ver
nieuwing is opgegeven.
Het gevolg hiervan is dat de fa-
jrieksmerken, welke 10 jaar geleden
worden gedeponeerd, niet meer behoe
ven te worden vernieuwd. Deze nier-
cen zijn opnieuw van kracht voor een
onbeperkten duur, zooals dit vroeger
iet geval was.
De firmas welke fabrieksmerken be
zitten, vóór 22 Juli 1923 gedeponeerd,
en welke zouden hebben nagelaten
deze te hernieuwen, kunnen op zekere
manier verhelpen aan de gevolgen van
het niet hernieuwen van hun merk door
zoo vlug mogelijk een nieuw depot te
bewerkstelligen. Hierdoor zou den tus-
schentijd van niet-bescherming tot het
minimum worden terug gebracht.
Een photokopie der nieuwe wet en
van het Koninklijk Besluit kunnen gra
tis verkregen worden bij J. Gevers,
Aalmoezenierstraat, Antwerpen, die
zich geheel ter beschikking stelt voor
al de belanghebbenden voor het geven
van inlichtingen betreffende de betrek
kelijke teksten.
IS ER GEVAAR VOOR OORLOG
Eene voorspelling van
Maarschalk Lyautey.
Tijdens de inhuldiging van een vaan
del te Nancy, heeft maarschalk Lyau
tey een rede uitgesproken die scherp
gericht was tegen het nieuwe Duitsch
land. Hij verklaarde o.a., dat de be
woners van Oost-Frankrijk het beste
wisten welke offers een oorlog eischt,
want juist daar waren de heele geschie
denis door, de dorpen verbrand en
grijsaards, vrouwen en kinderen in
grooten getalle vermoord. Men zou met
blindheid moeten geslagen zijn wan
neer men niet zag, dat alle activiteit
in Duitschland gericht was op de voor
bereiding van een vergeldingsoorlog.
De maarschalk verklaarde, dat hij
gedurende zijn 30-jarige werkzaam
heid altijd had gehandeld naar het be
ginsel, dat men zijn macht moet too-
nen, ten einde haar niet te moeten ge
bruiken.
Een Duitsch Antwoord
op Lyautey's Uitlatingen.
Op de uitlatingen van maarschalk
Lyautey te Nancy, reageerde een Ber-
lijnsch blad met een artikel dat als
volgt besluit
De opvoeding van een oorlogs
zuchtige jeugd bestaat niet in Duitsch
land. Wij willen haar enkel de waar
heid voor den geest houden, die het
best toegelicht wordt door de geweld-
politiek van Frankrijk. Bovendien is
het moeilijk over gansch de wereld een
jeugd te vinden, die men meer den
haat van het pacifisme inpompt dan
de Fransche.
Amerikaansch Oordeel over den
Toestand in Europa.
De oorlog in Europa dreigt en is
niet te vermijden aldus is het oor
deel van Henry Morgenthau, het hooJd
der Amerikaansche delegatie op de in
ternationale tarwe-conferentie te Lon
den, die thans in de Vereenigde-Staten
is teruggekeerd.
De vrees voor een oorlog zoo
zegt hij, hing boven de hoofden der
delegaties van alle landen op de eco
nomische wereldconferentie, en de toe
stand is gelijk aan dien van 1913. Er
is geen oprecht verlangen naar blij-
venden vrede in Europa. Zij die op het
oogenblik aan 't bewind zijn.wenschen
thans den vrede, doch slechts zoo, dat
zij zich kunnen voorbereiden op den
komenden oorlog
Morgenthau zeide ten slotte, dat de
groote massa's in Europa geen oorlog
wenschen.
Het ministerie van Nijverheid en
Arbeid geeft de index-getallen opge
maakt op 1 5 Augustus op als volgt
Oogst Juli
Het Rijk 698 695
Brussel en agglomeratie 730 728
Antwerpen en agglomer. 735 728
Gent en agglomeratie 672 671
Luik en agglomeratie 686 683
Provincie Brabant 700 698
Prov. Antwerpen 716 710
Prov. West-Vlaanderen 706 701
Prov. Oost-Vlaanderen 686 683
Prov. Henegouwen 712 711
Prov. Luik 679 678
Prov. Limburg 700 700
Prov. Luxemburg 683 681
Prov. Namen 698 699
De stabilisatie-index voor het Rijk-
bedraagt 89.1 tegen 89 voor de ver
leden maand.