De Kwestie der Familievergoedingen. sultana rozijnen FRATELLI allotti FRATELLI aliotti winterhanden wintervoeten geleverd door ZIJN VAN PRIMA KWALITEIT, Opgepast, 't is v&zx&chl &n cje<neesl WEEKBLAD 25 CEN- JEMEN ZONDAG 24 DECEMBER 1933. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN. GEBROEDERS DUPONT DE STRIJD OM MINISTERPORTEFEUILLES DE TABAKOOGST DE HUISHUURWET. gebarsten lippen, gesprongen huid Does 4 en Th frank. In alle Apotheken DE AANWERVING IN HET FRANSCH LEGER. STRENGE VOORWINTER, KOUDE WINTER 13 JAAR. NUMMER 52. GAZET TAS POPERIHGHE ABONNEMENTEN I Jaar, per po»t16 (r. Conga25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika30 fr. Losse Nummers0.25 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. De postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat ben bedient, en niet aan ons. Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. Uitgevers-Eigenaars Yperstraat, 2, POPERINGHE. Postcheck 48459 Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen den Donderdag noen. Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. Naamlooze ingezonden artikels worden in de scheurmand gegooid. AANKONDIGINGEN Per regel1.00 fr. (minimum 3.00 fr. Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen re- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. Een vraagstuk te meer dat door de crisis verwekt wordt is dat van de fa milievergoedingen, een woord waar mede men den toeslag betitelt die aan de werklieden toegekend wordt naar mate zij een of meer kinderen hebben. Deze familievergoeding bedraagt 1 3 frank per maand voor één kind. 35 frank voor twee. 73 frank voor drie. 155 frank voor vier, en 100 frank meer per maand voor ie der verder kind. De wet betreffende de familiever goedingen geeft het recht aan de ba zen die de stortingen doen waar mede de toeslag uitbetaald wordt een of andere vergoedingskas te kiezen voor hun stortingen, die 65 centiem per werkdag per gebezigden werkman en 35 centiem per dag voor de fa- briekwerksters bedragen. Tot twee maanden geleden werd die wet toegepast zonder dat er aanleiding tot ernstig geschil of woordenstrijd over ontstond, alhoewel sommige kas sen geld te kort kwamen en anderen te veel hadden. De wet had zulks ech ter voorzien en voorgeschreven dat or ganisaties, die een batig overschot had den, de helft ervan aan de Nationale Compensatiekas zouden afstaan, die dan de kassen met tekort zou bijstaan, alhoewel daar reeds een kiem .van on rechtvaardigheid in zat. Tengevolge van de crisis zijn vele kassen al langer hoe meer in minder gunstigen toestand gekomen vooral om deze reden, dat terwijl de stortingen inkrompen door de vermindering van werkdagen, de vergoedingen niet pro portioneel kleiner werden. Men wil nu echter, om de slecht voorziene kassen te helpen, de meer zuinig beheerde verplichten heel hun overschot af te staan aan de Nationale Compensatie-kas, die zelf haar actief heeft zien verdwijnen. Dit heeft in de belanghebbende kringen groote ont roering verwekt vooral omdat de slech te financieele toestand van zekere kas sen vooral het gevolg is van misbruiken in het toekenneq der familievergoe dingen. Hoe vreemd zulks ook moge schij nen op het eerste zicht, toch is het ook daar zoo gesteld als in de vergoedingen voor werkloosheid waar er altijd zijn die de reglementen weten te verschal ken. Wij zullen deze bewering door voor beelden staven. Het is, om te beginnen, opvallend dat het juist enkel politieke kassen zijn die uitblinken door tekort. Men haalt wel aan dat in steden en industriegebieden de kassen er beter aan toe zijn dan de landbouwstreken waar het aantal kinderen proportioneel grooter zou wezen, maar dit argument is niet zeer doorslaand want de ver gelijking tusschen kassen uit een zelfde streek valt immer slecht uit voor de politieke. Gemis aan conb-ool en misbruiken. Maar wij zullen ons niet bepalen bij een eenvoudige gevolgtrekking hoe kenschetsend zij ook moge wezen, en zullen bovendien verschillende soorten misbruiken doen kennen en blameeren, opdat, niet zonder de misbruiken in kwestie te doen verdwijnen, het kapi taal der goed beheerde kassen zou in gepalmd worden. Om te beginnen zouden de ontvang sten der kassen grooter zijn indien er voldoende toezicht uitgeoefend werd. opdat alle bazen aangesloten zouden zijn zonder uitzondering, want het is niet rechtmatig dat enkelen aan de verplichting en de kosten die zij na zich sleept, zouden ontsnappen. Ziehier nu verschillende misbruiken, waardoor de kassen geexploiteerd wor den. Het is altijd niet om onwettelijke be sparingen te doen dat bazen verzuimen het noodige te doen, maar soms uit nalatigheid, onverschilligheid of zelfs onbekendheid met de voorschriften. Het aantal bazen, die niet aangeslo ten zijn, mag men wel op vijftig dui zend schatten en eenigen beweren zelfs dat men dit getal bijna mag verdub- abelen. Zij steunen zich op 't aantal werklieden in heel Belgie en 't aantal waarvoor afgedragen wordt. Tot zoover voor de inkomsten. Het is echter in de uitgaven dat er groote verkwistingen gebeuren en groo ve besparingen zouden gemaakt wor den indien men ze opzocht en uitroeide want familievergoedingen werden in overdreven mate toegekend, hoe on waarschijnlijk dit voorkome, want zal men zeggen, men kan niet gebaren kinderen te hebben. Maar ziehier Vooral in den buiten bijvb. treft men vele gevallen aan van voorgewende arbeidscontracten, die in werkelijkheid niet bestaan. Jan Boer beweert dat hij Jef Boer als werkman aangenomen heeft. Hij betaalt de klei ne stortingen, 65 centiem per dag, en zijn maat, die vier kinderen heeft, ver goedt hem deze kleine onkosten, om dat hij aldus 155 frank voor zijn kin deren ontvangt. Men ziet hoe gemakkelijk het is op onrechtmatige wijze «rechten op de familievergoeding te doen gelden, zoo gezegd voor werklieden, die in werke lijkheid niet in dienst zijn, en dat, om dat er geen controol is, althans geen ersntige. Een ander misbruik gebeurt in de toepassing van het artikel 22 dat toe laat de familievergoeding aan den oud sten zoon of aan de dochter te betalen als de vader gestorven of werkloos is. In zulke gevallen bestonden tot onlangs talrijke misbruiken, en bestaan er nog alhoewel sedert de maand Augustus er vele opgespoord werden en er een eindje aan gesteld is. Een ander uitbuiting van de familie- toeslagkassen die van groote nalatig heid getuigt, is het toekennen van fa milievergoedingen zoowel aan den va der als aan de moeder, zoodat die ieder van hun kant, de voorgeschre ven som inpalmen. Het abuis der wettenmakers. Wie weet op welke gegevens de wet gevers gerekend hebben om de familie- vergoedingspremien vast te stellen, maar zeker hebben zij vergeten dat, indien de uitgaven regelmatig zouden wezen, dit niet het geval voor de in komsten zou zijn, vermits deze meer vervallen naarmate er minder gewerkt wordt. Een nieuwe fout van hunnentwege zou het zijn, de kassen die gespaard hebben, te berooven van hun overge bleven kapitaal, nadat men er reeds de helft van onttrokken heeft, zoodat men ze gansch zou ruineeren of ten minste ook haar financies in gevaar brengen door hun batig overschot te kapen. Er is dus groot verzet ontstaan tegen deze bedreiging en stemmen zijn op gegaan opdat de familievergoedingen, zooals die door de kassen in deficit uitbetaald worden, nauwgezet zouden nagezien worden. Dat de regeering dus haar plicht doe, strenge verordeningen uitvaardige en nauwgezet controol uitoefene, zorge dat iedereen wie het aanbelangt, aan gesloten worde, en het zal niet noodig wezen de onrechtvaardigheid, die reeds tot nu toe geschiedde, door de wer king der compensatiekas tot een volle dige onteigening uit te breiden. ...Een middel dat spoedig voor gevolg zou hebben, dat de tot hiertoe spaarzaam beheerde kassen even nalatig zouden bestuurd worden, als de andere en dat de toelagen aan deze laatste totaal stop zouden gezet worden. Schoon perspectief voorwaar en slecht voorbeeld in deze tijden waarin men reeds zooveel gebrek aan stipt heid in de uitoefening van plichten kan vaststellen alsmede gemis aan oprecht heid en eerlijkheid tegenover den even- mensch, Staat en algemeenheid. N. G.— H. LEEST EN VERSPREIDT DE GAZET VAN POPERINGHE AAN ONZE ABONNENTEN. In den loop der eerstkomende dagen zal het Poitbeheer de abonnementkwitancie* voor 1934 aanbieden. We verhopen bij al onze lezers een goed onthaal, en verzoe ken hen wel te willen hun huisgenooten ver wittigen, opdat de kwitantie bij de eerste aan bieding zou worden betaald. De abonnenten uit het buitenland gelieven ons het bedrag per Internationaal Postman- daat te willen doen geworden. Aan deze die zich wcnschcn te abonneeren voor 1934 wordt het blad hen van nu af reeds kosteloos toegezonden. De ronk gaat nu weer op, dat zeke re ministers zouden aftreden. De heer Van Cauwelaert doet zijn uiterste best om minister te worden. Naar het schijnt loopt zulks niet van een leien dakje. De christelijke democraten verlangen dat de heer Carton de Wiart harakiri zou doen. Waarom Is het omdat die minister naar hun fluiten niet wil dan sen Heeft hij iets gedaan dat hem onmogelijk maakt als minister Heeft hij zelf zijn inzicht laten ken nen er van door te gaan 7 Niemen- dalle van. Hij is absoluut niet van meening dat hij het slachtoffer van het óte-toi de la que je m'y mette moet worden. Wie zal hem ongelijk geven Hij zou zich moeten opofferen voor den oud-burgemeester van Antwerpen dien hij zelf in 1921 onder voorbe houd tot dit ambt heeft benoemd en dus een grooten dienst bewees. Daar de heer Carton de Wiart, po- litiekerwijs afhangt van de federatie van de katholieke vereenigingen heeft deze macht ook haar woord te spreken Zij heeft alle vertrouwen in den heer Carton de Wiart bewaard. Wat Van Cauwelaert betreft, hij maakt geen deel uit van die federatie, zooals hij ook buiten het verbond der christelijke werklieden staat. Hij is naar Dinant gegaan, zeggen katholieken, om voor zijn candidatuur van minister te ijveren. De heer Paul Segers heeft er hem hoffelijk ontvangen zooals het de be leefdheid vereischt. Meer niet. De oud-burgemeester moet er ge voeld hebben dat de Federatie der ka tholieke vereenigingen niet voorne mens is een ministerportefeuille af te staan aan een outsider als hij telken maal er spraak was van een minister schap van den heer Segers, er zich te gen verzette. Men weet of men weet niet dat deze oud-minister het vertrouwen en de vriendschap van den koning bezit. Toen de heer de Broqueville op dracht kreeg zijn ministerie te vormen werd de heer Segers aan hem als mi nister van Openbare Werken door den koning speciaal aanbevolen met den uitdrukkelijken wensch hem als dusda nig van het nieuw kabinet te zien deel uitmaken. De heer Van Cauwelaert die toen nog burgemeester was kwam er tegen op en dreigde het kegelspel om ver te gooien. En nu zoekt hij zelf zijn tegenstrever op om door hem minister te worden. Niet alleen met den heer Segers heeft hij af te rekenen maar met dezes fede ratie die andere candidaten wil voor- uitzetten in de plaats van den haar vreemden heer Van Cauwelaert. Deze had zijn boontjes ook te week gelegd op de eventueele opvolging van den heer Poullet, die tusschen haakjes gezegd, nog geen ontslaggever is. Hier betreedt de heer Van Cauwelaert het jachtterrein der Christen democraten. Burggraaf Poullet is immers voorzitter van den Bond der Christen werklieden geweest en maakt deel uit van die fe deratie. Deze heeft ook haar mannen die minister kunnen worden. Het zijn de heeren Van Overbergh, Teyman, Rubbens, voorzitter van den 3ond der christen werklieden Marck, voorzitter van hun kamergroep en nog vele andere liefhebbers van portefeuil les. Dus loopt de heer Van Cauwelaert weeral tegen een blinden muur. Voor hem wordt dit een drama. Verstooten door de traditioneele ka tholieken, verstooten door de christene werklieden loopt hij van de klaver op de biezen. Aan de liberale zijde is er nog altijd spraak van het heengaan van den heer Janson, maar wij zouden dit niet dur ven verzekeren, des te meer daar de heer Jennissen zijn candidatuur stelt. Deze afgevaardigde van Luik is geen persona grata. Bovendien zou de heer Jaspar ontslag nemen indien zijn in tieme vriend zijn collega in het minis terie moest worden. Luiksche politiek. O ja, dit alles is meer ingewikkeld dan het publiek vermoedt. Men zou liever den heer Bovesse zien. Als er wat lap- of stopwerk aan het huidig ministerie gebeurt, zou dit een vervanging zijn van een of twee perso nen en misschien blijft alles aan den ouden stijl uit vrees dat het kaarten huis zou invallen. IN BELGIE, EN WAT ER AAN TAKSEN OP BETAALD WORDT. Uit een antwoord van den minister van Financies op een vraag van Ka merlid Bouilly, blijkt In 1920 werden in ons land geoogst 6.501.000 kgr. tabak wat 9.130.000 fr. aan accijnsrechten opbracht. In 1924 was de oogst nog enkel 2.774.300 kgr. en de opbrengst van de acciinsrechten waren gedaald op 3.352.0Ö0 fr. In 1924 waren die cijfers gestegen op 5.531.900 kgr. en 3.720.000 fr. In 1926 was de omvang weer klei ner 4.061.300 kgr. en 4.038.000 fr. In 1929 boekte men een oogst van 5.812.600 kgr. en een opbrengst van de accijnsrechten ten beloope van 4.222.000 fr. Voor 1933 bezit men het cijfer van de tabakproductie nog niet, maar reeds werden voor 4.400.000 fr. aan accijns rechten geheven. VERLENGING MET ZES MAAND. De regeering heeft in de Kamer een wetsontwerp ingediend tot verlenging met zes maand van de huishuurwet, "eitelijk zou men in zake huishuren nu moeten terugkeeren tot het regiem van Gemeen Recht. De uitzonderingswet gaat nu echter verlengd worden. De minister van Justicie rechtvaardigt het ontwerp als volgt Zooals men weet houdt de uitvoe ring van deze bepalingen op, den 5 "ebruari e.k. de wet van 3 Augustus rad inderdaad reeds eene nieuwe ver enging van zes maanden toegestaan, op grond van de door de bevoegde gerechtelijke en administratieve over reden uitgebrachte adviezen. De uitslag van een onlangs ingesteld onderzoek wees op een merkelijk be teren toestand toch bestaat er, wat sommige steden en gemeenten betreft, een nog te groote onzekerhid om reds, in vollen winter, den volledigen terug- teer tot het gemeen recht in het voor uitzicht te stellen. Het ware menschlievend en geraden dien terugkeer tot een gunstiger oogen- slik te verdagen. Wat echter een zeker aantal locali- teiten betreft, zijn de geraadpleegde overheden het eens om het behoud van aijzondere beschermingsmaatregelen ongepast te oordeelen het ontwerp seperkt er zich dan ook niet bij de ge volgen van bedoelde maatregelen zon der meer te verlengen, maar kent den Coning de bevoegdheid toe de toepas sing er van voor te behouden voor de steden en de gemeenten, waar zij nog van eenig nut kunnen zijn. DE WETTEKST. De bijzonderste bepalingen der wet uiden ART. 1- De Koning kan, tot 1 "ebruari 1934, bij een voor een of meer gemeenten genomen Koninklijk Desluit, op advies van den gouverneur der provincie, van den voorzitter der rechtbank van eersten aanleg en van den vrederechter, beslissen dat een nieuwe verlenging van zes maanden onder de voorwaarden voorzien in de wet van 31 December 1929, toege staan wordt aan de huurders en onder huurders van vaste goederen of van gedeelten van vaste goederen die, op den datum van 31 December 1933, beschermd zijn door de wetten van 28 December 1931, 30 December 1932 en 3 Augustus 1933, waarbij zekere uitzonderingsbepalingen in zake huis huur verlengd worden. ART. 2.'-'De rechtsvordering, voor zien bij de huishuurwetten, kan worden ingesteld binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet indien de gewichtige -eden ontstaan is in den loop van de tweede helft van het jaar 1933. ART. 3. - Voor de vaste goederen of gedeelten van vaste goederen, bij deze wet bedoeld, wordt tot I Maart 1934 afgezien v?n elk uitzetting, ge steund op het verstrijken der verlen ging verleend bij de wet van 3 Augus tus 1933. De opzeggingen, regelmatig gedaan, zijn, wat betreft de vaste goederen of gedeelten van vaste goederen bij deze wet bedoeld nietig en van geener waarde. Hun uitwerking wordt echter enkel geschorst tot 1 Maart 1934, behoudens een Koninklijk besluit waarbij een nieu we verlenging wordt verleend in de gemeente waar de vaste goederen of gedeelten van vaste goederen zijn ge legen. De termijnen van verval voor deze zaken worden met één maand verlengd De vonnissen tot uitzetting die wer den gewezen voor het inwerkingtreden van deze wet en in strijd met hare be palingen, kunnen niet ten uitvoer ge legd worden behalve wat betreft de kosten. Hun uitwerking wordt echter enkel geschorst tot I Maart 1934, behoudens een Koninklijk besluit waarbij een nieu we verlenging wordt verleend in de gemeente waar de vaste goederen of gedeelten van vaste goederen zijn ge legen. ■6MI «Wil m 1111 II I 11W IBUMMBBHMBTiWW—Wi Belangrijke Wijziging door de Kamer gestemd. Onder het voorzitterschap van M. Moncelle, hield de Fransche Kamer Dinsdag een belangrijke vergadering. Vanaf het begin droeg de bespreking over een wetsontwerp dat in naam der egerkommissie was ingediend, en dat een wijziging zou dienen aan te bren gen aan de wet van 15 Juli 1932 be treffende het herstel van het begroo- tingsevenwicht. Deze beslissing der le- gerkommissie had tot doel een vermeer dering van den actieven dienstterm on der gelijk welken vorm te verhinderen en de regeering uit te noodigen in den oop der jaren 1933-1934 en 35 den huidigen ouderdom der inlijving 2 I jaar met 4 maanden te vermeer deren en dat in de ma j van het nuttige toe te staan dat de voorwaarden van binnenroeping van ieder deel der voor ziene klassen zou kunnen gewijzigd wor den. Deze voorwaarden worden trou wens door artikels 10,11 en 28 der wet van 31 Maart 1928 voorzien op de aanwerving van het leger. De kommissie diende alsdan een eenig artikel in dat luidde als volgt De minister van oorlog zal met 4 maanden den gemiddelden ouderdom der inlijving dienen te vermeerderen en, bijgevolg de voorwaarden der tel ling en binnenroeping van iedere klas, zooals ze thans voorzien zijn in de ar tikels der wet van 1928 op de aan werving van het leger, wijzigen. Er ontstond een levendige bespre king over den inhoud en den vorm van dit wetsontwerp. Een amendement dat door M. Tardieu werd ingediend en waardoor de woorden van het artikel zal dienen zouden moeten gewij zigd worden door is gemachtigd werd aangenomen. Vervolgens werd er nog geredetwist met de oppositie. Vooral de heeren Tardieu en Daladier lieten zich gelden. De minister van oorlog verzocht ver volgens de vergadering aanstonds het ontwerp te stemmen. Aan deze uitnoodiging werd gevolg gegeven en het artikel werd aangeno- mrn met 449 stemmen tegen 147. Een en ander uit vroeger jaren. De strenge vorst van begin Decem ber heeft ons verrast, daar we aan J de voorwinters gewend zijn. Tiental' len jaren van zachte Winters hebben ons tamelijk verwend, alleen onze grootouders weten van regelmatige echte Winters te vertellen, met toe- gevroren zeeën, meren en rivieren en witte Kerstnachten, jaar in, jaar uit. Ook wij allen herinneren ons een Eskimo -winter, maar die was een uitzondering. Dat was de Winter v*n Januari tot Maart I 929, welke de kol ste Winter sedert honderd jaar is j weest. Sindsdien hebben wij geen lange wintervreugde genoten, vooral niet in den voorwinter. De thans heerschende koude is ni te vergelijken met de Siberische teriiilllli peraturen, want die bedragen wekei neen, maandenlang 40 tot 50 graden onder nul. Maar toch is deze vergeie- een met andere jaren van beteekenis. Met het jaar 1928-29 was een lange rij van zachte Winters afgesloten en men vermoedde toen, dat men aan het aegin stond van een rij koude Winters, die evenals de zachte Winters de nei ging vertoonen groepsgewijze op te treden. Van I 807 tot 1816 volgden bij voorbeeld negen koude Winters elkan der op. Van 1798 tot 1805 werden zeven koude Winters, van 1 783 tot J 1 787 en van 1885 tot I 889 vier kouds Winters achter elkander geteld. Belangwekkend is het intusschen te onderzoeken, of de strenge vorstperio- de van thans, den geheelen Winter zal voortduren, in het kort, cf ons een strenge Winter wacht. Werkelijk stren ge Winters zijn zeer zeldzaam. Hoog stens vijf tot zes komen in één ïeuw voor. Het beste doet men, door een Winter te beoordeelen naar het aa ijsdagen. Gemiddeld kwamen er in aatste eeuw ongeveer 1 5 ijsdagen pet jaar voor, in Noord-Duitschland 20, die over de Wintermaanden waren te verdeelen. Groote afwijkingen van dit gemid delde vertoonden de Winters 1840-41, 1849-50, de Winter van 1890 en die van 1929, die alle veel meer ijsdagen hadden. Maar er waren ook Winters met één of geen enkelen ijsdag. De strenge Winters zijn dikwijls door strenge voorwinters voorafgegaan. Als voorwinter beschouwt men den tijd van November tot half December. 'ïi-Jc 4- Winter 1 740-41 was een koude en v r maanden lang, die Frederik den Groot bij voorbeeld dwong de magazijnen e voorraadschuren voor hulpverleeninj te openen. Deze Winter had eveneens een strengen voorwinter. De koudste dag van de tijd was de achtste Januari waarin zelfs de alcohol in de thermo meters bevroor. Ook in 1890 was er een strenge voorwinter geweest. Al mocht de huidige vorstperiode ook niet lang aanhouden, toch wijst de ontwikkeling van het weer gedurende de laatste maanden er op, dat wij naar alle waarschijnlijkheid geen zachten Winter hebben te verwachten. Dikwijls ook in den Eskimo-wii ter van vijf jaar geleden bleek he I weer afhankelijk te zijn van de aanwe. zigheid van een gesloten sneeuwdek over groote, uitgestrekte gebieden van Europa. De nachtelijke uitstraling der sneeuw is bij helderen hemel veel groo ter dan die van den kalen grond, ont trekt dezen daardoor veel meer warm te en leidt op deze wijze voortdurend tot sterkere afkoeling der onderste luchtlaag. Alles te zamen genomen zou men kunnen zeggen, dat alle vooruit zichten op een witte Kerstmis op een kouden Winter 1933-34 bestaan. Te hopen is, dat een groote sneeuwval onze velden en akkers voor vorstscha- de zullen behoeden.

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1933 | | pagina 1