De Kwestie der Familievergoedingen.
sultana rozijnen
FRATELLI allotti
FRATELLI aliotti
winterhanden
wintervoeten
geleverd door
ZIJN VAN PRIMA KWALITEIT,
Opgepast, 't is
v&zx&chl &n cje<neesl
WEEKBLAD 25 CEN- JEMEN
ZONDAG 24 DECEMBER 1933.
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN.
GEBROEDERS DUPONT
DE STRIJD OM
MINISTERPORTEFEUILLES
DE TABAKOOGST
DE HUISHUURWET.
gebarsten lippen, gesprongen huid
Does 4 en Th frank. In alle Apotheken
DE AANWERVING IN HET
FRANSCH LEGER.
STRENGE VOORWINTER,
KOUDE WINTER
13 JAAR. NUMMER 52.
GAZET TAS POPERIHGHE
ABONNEMENTEN
I Jaar, per po»t16 (r.
Conga25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Losse Nummers0.25 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De postabonnenten in Belgie, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat ben bedient, en niet aan ons.
Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een postzegel voor ant
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
Yperstraat, 2, POPERINGHE.
Postcheck 48459 Telefoon 180
leder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen den Donderdag noen.
Kleine berichten tegen den Vrijdag noen.
Naamlooze ingezonden artikels worden in
de scheurmand gegooid.
AANKONDIGINGEN
Per regel1.00 fr.
(minimum 3.00 fr.
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen re-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
Een vraagstuk te meer dat door de
crisis verwekt wordt is dat van de fa
milievergoedingen, een woord waar
mede men den toeslag betitelt die aan
de werklieden toegekend wordt naar
mate zij een of meer kinderen hebben.
Deze familievergoeding bedraagt
1 3 frank per maand voor één kind.
35 frank voor twee.
73 frank voor drie.
155 frank voor vier, en
100 frank meer per maand voor ie
der verder kind.
De wet betreffende de familiever
goedingen geeft het recht aan de ba
zen die de stortingen doen waar
mede de toeslag uitbetaald wordt
een of andere vergoedingskas te kiezen
voor hun stortingen, die 65 centiem
per werkdag per gebezigden werkman
en 35 centiem per dag voor de fa-
briekwerksters bedragen.
Tot twee maanden geleden werd die
wet toegepast zonder dat er aanleiding
tot ernstig geschil of woordenstrijd
over ontstond, alhoewel sommige kas
sen geld te kort kwamen en anderen
te veel hadden. De wet had zulks ech
ter voorzien en voorgeschreven dat or
ganisaties, die een batig overschot had
den, de helft ervan aan de Nationale
Compensatiekas zouden afstaan, die
dan de kassen met tekort zou bijstaan,
alhoewel daar reeds een kiem .van on
rechtvaardigheid in zat.
Tengevolge van de crisis zijn vele
kassen al langer hoe meer in minder
gunstigen toestand gekomen vooral om
deze reden, dat terwijl de stortingen
inkrompen door de vermindering van
werkdagen, de vergoedingen niet pro
portioneel kleiner werden.
Men wil nu echter, om de slecht
voorziene kassen te helpen, de meer
zuinig beheerde verplichten heel hun
overschot af te staan aan de Nationale
Compensatie-kas, die zelf haar actief
heeft zien verdwijnen. Dit heeft in de
belanghebbende kringen groote ont
roering verwekt vooral omdat de slech
te financieele toestand van zekere kas
sen vooral het gevolg is van misbruiken
in het toekenneq der familievergoe
dingen.
Hoe vreemd zulks ook moge schij
nen op het eerste zicht, toch is het ook
daar zoo gesteld als in de vergoedingen
voor werkloosheid waar er altijd zijn
die de reglementen weten te verschal
ken.
Wij zullen deze bewering door voor
beelden staven.
Het is, om te beginnen, opvallend
dat het juist enkel politieke kassen zijn
die uitblinken door tekort.
Men haalt wel aan dat in steden en
industriegebieden de kassen er beter
aan toe zijn dan de landbouwstreken
waar het aantal kinderen proportioneel
grooter zou wezen, maar dit argument
is niet zeer doorslaand want de ver
gelijking tusschen kassen uit een zelfde
streek valt immer slecht uit voor de
politieke.
Gemis aan conb-ool en misbruiken.
Maar wij zullen ons niet bepalen bij
een eenvoudige gevolgtrekking hoe
kenschetsend zij ook moge wezen, en
zullen bovendien verschillende soorten
misbruiken doen kennen en blameeren,
opdat, niet zonder de misbruiken in
kwestie te doen verdwijnen, het kapi
taal der goed beheerde kassen zou in
gepalmd worden.
Om te beginnen zouden de ontvang
sten der kassen grooter zijn indien er
voldoende toezicht uitgeoefend werd.
opdat alle bazen aangesloten zouden
zijn zonder uitzondering, want het is
niet rechtmatig dat enkelen aan de
verplichting en de kosten die zij na
zich sleept, zouden ontsnappen.
Ziehier nu verschillende misbruiken,
waardoor de kassen geexploiteerd wor
den.
Het is altijd niet om onwettelijke be
sparingen te doen dat bazen verzuimen
het noodige te doen, maar soms uit
nalatigheid, onverschilligheid of zelfs
onbekendheid met de voorschriften.
Het aantal bazen, die niet aangeslo
ten zijn, mag men wel op vijftig dui
zend schatten en eenigen beweren zelfs
dat men dit getal bijna mag verdub-
abelen. Zij steunen zich op 't aantal
werklieden in heel Belgie en 't aantal
waarvoor afgedragen wordt.
Tot zoover voor de inkomsten.
Het is echter in de uitgaven dat er
groote verkwistingen gebeuren en groo
ve besparingen zouden gemaakt wor
den indien men ze opzocht en uitroeide
want familievergoedingen werden in
overdreven mate toegekend, hoe on
waarschijnlijk dit voorkome, want zal
men zeggen, men kan niet gebaren
kinderen te hebben.
Maar ziehier Vooral in den buiten
bijvb. treft men vele gevallen aan van
voorgewende arbeidscontracten, die in
werkelijkheid niet bestaan. Jan Boer
beweert dat hij Jef Boer als werkman
aangenomen heeft. Hij betaalt de klei
ne stortingen, 65 centiem per dag, en
zijn maat, die vier kinderen heeft, ver
goedt hem deze kleine onkosten, om
dat hij aldus 155 frank voor zijn kin
deren ontvangt.
Men ziet hoe gemakkelijk het is op
onrechtmatige wijze «rechten op de
familievergoeding te doen gelden, zoo
gezegd voor werklieden, die in werke
lijkheid niet in dienst zijn, en dat, om
dat er geen controol is, althans geen
ersntige.
Een ander misbruik gebeurt in de
toepassing van het artikel 22 dat toe
laat de familievergoeding aan den oud
sten zoon of aan de dochter te betalen
als de vader gestorven of werkloos is.
In zulke gevallen bestonden tot onlangs
talrijke misbruiken, en bestaan er nog
alhoewel sedert de maand Augustus er
vele opgespoord werden en er een
eindje aan gesteld is.
Een ander uitbuiting van de familie-
toeslagkassen die van groote nalatig
heid getuigt, is het toekennen van fa
milievergoedingen zoowel aan den va
der als aan de moeder, zoodat die
ieder van hun kant, de voorgeschre
ven som inpalmen.
Het abuis der wettenmakers.
Wie weet op welke gegevens de wet
gevers gerekend hebben om de familie-
vergoedingspremien vast te stellen,
maar zeker hebben zij vergeten dat,
indien de uitgaven regelmatig zouden
wezen, dit niet het geval voor de in
komsten zou zijn, vermits deze meer
vervallen naarmate er minder gewerkt
wordt.
Een nieuwe fout van hunnentwege
zou het zijn, de kassen die gespaard
hebben, te berooven van hun overge
bleven kapitaal, nadat men er reeds
de helft van onttrokken heeft, zoodat
men ze gansch zou ruineeren of ten
minste ook haar financies in gevaar
brengen door hun batig overschot te
kapen.
Er is dus groot verzet ontstaan tegen
deze bedreiging en stemmen zijn op
gegaan opdat de familievergoedingen,
zooals die door de kassen in deficit
uitbetaald worden, nauwgezet zouden
nagezien worden.
Dat de regeering dus haar plicht
doe, strenge verordeningen uitvaardige
en nauwgezet controol uitoefene, zorge
dat iedereen wie het aanbelangt, aan
gesloten worde, en het zal niet noodig
wezen de onrechtvaardigheid, die reeds
tot nu toe geschiedde, door de wer
king der compensatiekas tot een volle
dige onteigening uit te breiden. ...Een
middel dat spoedig voor gevolg zou
hebben, dat de tot hiertoe spaarzaam
beheerde kassen even nalatig zouden
bestuurd worden, als de andere en dat
de toelagen aan deze laatste totaal
stop zouden gezet worden.
Schoon perspectief voorwaar en
slecht voorbeeld in deze tijden waarin
men reeds zooveel gebrek aan stipt
heid in de uitoefening van plichten kan
vaststellen alsmede gemis aan oprecht
heid en eerlijkheid tegenover den even-
mensch, Staat en algemeenheid.
N. G.— H.
LEEST EN VERSPREIDT DE
GAZET VAN POPERINGHE
AAN ONZE ABONNENTEN.
In den loop der eerstkomende dagen zal
het Poitbeheer de abonnementkwitancie*
voor 1934 aanbieden. We verhopen bij
al onze lezers een goed onthaal, en verzoe
ken hen wel te willen hun huisgenooten ver
wittigen, opdat de kwitantie bij de eerste aan
bieding zou worden betaald.
De abonnenten uit het buitenland gelieven
ons het bedrag per Internationaal Postman-
daat te willen doen geworden.
Aan deze die zich wcnschcn te abonneeren
voor 1934 wordt het blad hen van nu af
reeds kosteloos toegezonden.
De ronk gaat nu weer op, dat zeke
re ministers zouden aftreden. De heer
Van Cauwelaert doet zijn uiterste best
om minister te worden.
Naar het schijnt loopt zulks niet van
een leien dakje.
De christelijke democraten verlangen
dat de heer Carton de Wiart harakiri
zou doen. Waarom Is het omdat die
minister naar hun fluiten niet wil dan
sen Heeft hij iets gedaan dat hem
onmogelijk maakt als minister
Heeft hij zelf zijn inzicht laten ken
nen er van door te gaan 7 Niemen-
dalle van.
Hij is absoluut niet van meening dat
hij het slachtoffer van het óte-toi de la
que je m'y mette moet worden.
Wie zal hem ongelijk geven
Hij zou zich moeten opofferen voor
den oud-burgemeester van Antwerpen
dien hij zelf in 1921 onder voorbe
houd tot dit ambt heeft benoemd en
dus een grooten dienst bewees.
Daar de heer Carton de Wiart, po-
litiekerwijs afhangt van de federatie
van de katholieke vereenigingen heeft
deze macht ook haar woord te spreken
Zij heeft alle vertrouwen in den heer
Carton de Wiart bewaard. Wat Van
Cauwelaert betreft, hij maakt geen
deel uit van die federatie, zooals hij
ook buiten het verbond der christelijke
werklieden staat.
Hij is naar Dinant gegaan, zeggen
katholieken, om voor zijn candidatuur
van minister te ijveren.
De heer Paul Segers heeft er hem
hoffelijk ontvangen zooals het de be
leefdheid vereischt. Meer niet.
De oud-burgemeester moet er ge
voeld hebben dat de Federatie der ka
tholieke vereenigingen niet voorne
mens is een ministerportefeuille af te
staan aan een outsider als hij telken
maal er spraak was van een minister
schap van den heer Segers, er zich te
gen verzette.
Men weet of men weet niet dat deze
oud-minister het vertrouwen en de
vriendschap van den koning bezit.
Toen de heer de Broqueville op
dracht kreeg zijn ministerie te vormen
werd de heer Segers aan hem als mi
nister van Openbare Werken door den
koning speciaal aanbevolen met den
uitdrukkelijken wensch hem als dusda
nig van het nieuw kabinet te zien deel
uitmaken. De heer Van Cauwelaert die
toen nog burgemeester was kwam er
tegen op en dreigde het kegelspel om
ver te gooien. En nu zoekt hij zelf zijn
tegenstrever op om door hem minister
te worden.
Niet alleen met den heer Segers heeft
hij af te rekenen maar met dezes fede
ratie die andere candidaten wil voor-
uitzetten in de plaats van den haar
vreemden heer Van Cauwelaert.
Deze had zijn boontjes ook te week
gelegd op de eventueele opvolging van
den heer Poullet, die tusschen haakjes
gezegd, nog geen ontslaggever is. Hier
betreedt de heer Van Cauwelaert het
jachtterrein der Christen democraten.
Burggraaf Poullet is immers voorzitter
van den Bond der Christen werklieden
geweest en maakt deel uit van die fe
deratie. Deze heeft ook haar mannen
die minister kunnen worden.
Het zijn de heeren Van Overbergh,
Teyman, Rubbens, voorzitter van den
3ond der christen werklieden Marck,
voorzitter van hun kamergroep en nog
vele andere liefhebbers van portefeuil
les.
Dus loopt de heer Van Cauwelaert
weeral tegen een blinden muur. Voor
hem wordt dit een drama.
Verstooten door de traditioneele ka
tholieken, verstooten door de christene
werklieden loopt hij van de klaver op
de biezen.
Aan de liberale zijde is er nog altijd
spraak van het heengaan van den heer
Janson, maar wij zouden dit niet dur
ven verzekeren, des te meer daar de
heer Jennissen zijn candidatuur stelt.
Deze afgevaardigde van Luik is geen
persona grata. Bovendien zou de heer
Jaspar ontslag nemen indien zijn in
tieme vriend zijn collega in het minis
terie moest worden. Luiksche politiek.
O ja, dit alles is meer ingewikkeld dan
het publiek vermoedt. Men zou liever
den heer Bovesse zien.
Als er wat lap- of stopwerk aan het
huidig ministerie gebeurt, zou dit een
vervanging zijn van een of twee perso
nen en misschien blijft alles aan den
ouden stijl uit vrees dat het kaarten
huis zou invallen.
IN BELGIE, EN WAT ER AAN
TAKSEN OP BETAALD WORDT.
Uit een antwoord van den minister
van Financies op een vraag van Ka
merlid Bouilly, blijkt
In 1920 werden in ons land geoogst
6.501.000 kgr. tabak wat 9.130.000
fr. aan accijnsrechten opbracht.
In 1924 was de oogst nog enkel
2.774.300 kgr. en de opbrengst van
de acciinsrechten waren gedaald op
3.352.0Ö0 fr.
In 1924 waren die cijfers gestegen
op 5.531.900 kgr. en 3.720.000 fr.
In 1926 was de omvang weer klei
ner 4.061.300 kgr. en 4.038.000 fr.
In 1929 boekte men een oogst van
5.812.600 kgr. en een opbrengst van
de accijnsrechten ten beloope van
4.222.000 fr.
Voor 1933 bezit men het cijfer van
de tabakproductie nog niet, maar reeds
werden voor 4.400.000 fr. aan accijns
rechten geheven.
VERLENGING MET ZES MAAND.
De regeering heeft in de Kamer een
wetsontwerp ingediend tot verlenging
met zes maand van de huishuurwet,
"eitelijk zou men in zake huishuren nu
moeten terugkeeren tot het regiem van
Gemeen Recht. De uitzonderingswet
gaat nu echter verlengd worden. De
minister van Justicie rechtvaardigt het
ontwerp als volgt
Zooals men weet houdt de uitvoe
ring van deze bepalingen op, den 5
"ebruari e.k. de wet van 3 Augustus
rad inderdaad reeds eene nieuwe ver
enging van zes maanden toegestaan,
op grond van de door de bevoegde
gerechtelijke en administratieve over
reden uitgebrachte adviezen.
De uitslag van een onlangs ingesteld
onderzoek wees op een merkelijk be
teren toestand toch bestaat er, wat
sommige steden en gemeenten betreft,
een nog te groote onzekerhid om reds,
in vollen winter, den volledigen terug-
teer tot het gemeen recht in het voor
uitzicht te stellen.
Het ware menschlievend en geraden
dien terugkeer tot een gunstiger oogen-
slik te verdagen.
Wat echter een zeker aantal locali-
teiten betreft, zijn de geraadpleegde
overheden het eens om het behoud van
aijzondere beschermingsmaatregelen
ongepast te oordeelen het ontwerp
seperkt er zich dan ook niet bij de ge
volgen van bedoelde maatregelen zon
der meer te verlengen, maar kent den
Coning de bevoegdheid toe de toepas
sing er van voor te behouden voor de
steden en de gemeenten, waar zij nog
van eenig nut kunnen zijn.
DE WETTEKST.
De bijzonderste bepalingen der wet
uiden
ART. 1- De Koning kan, tot 1
"ebruari 1934, bij een voor een of
meer gemeenten genomen Koninklijk
Desluit, op advies van den gouverneur
der provincie, van den voorzitter der
rechtbank van eersten aanleg en van
den vrederechter, beslissen dat een
nieuwe verlenging van zes maanden
onder de voorwaarden voorzien in de
wet van 31 December 1929, toege
staan wordt aan de huurders en onder
huurders van vaste goederen of van
gedeelten van vaste goederen die, op
den datum van 31 December 1933,
beschermd zijn door de wetten van 28
December 1931, 30 December 1932
en 3 Augustus 1933, waarbij zekere
uitzonderingsbepalingen in zake huis
huur verlengd worden.
ART. 2.'-'De rechtsvordering, voor
zien bij de huishuurwetten, kan worden
ingesteld binnen drie maanden na de
inwerkingtreding van deze wet indien
de gewichtige -eden ontstaan is in den
loop van de tweede helft van het jaar
1933.
ART. 3. - Voor de vaste goederen
of gedeelten van vaste goederen, bij
deze wet bedoeld, wordt tot I Maart
1934 afgezien v?n elk uitzetting, ge
steund op het verstrijken der verlen
ging verleend bij de wet van 3 Augus
tus 1933.
De opzeggingen, regelmatig gedaan,
zijn, wat betreft de vaste goederen of
gedeelten van vaste goederen bij deze
wet bedoeld nietig en van geener
waarde.
Hun uitwerking wordt echter enkel
geschorst tot 1 Maart 1934, behoudens
een Koninklijk besluit waarbij een nieu
we verlenging wordt verleend in de
gemeente waar de vaste goederen of
gedeelten van vaste goederen zijn ge
legen.
De termijnen van verval voor deze
zaken worden met één maand verlengd
De vonnissen tot uitzetting die wer
den gewezen voor het inwerkingtreden
van deze wet en in strijd met hare be
palingen, kunnen niet ten uitvoer ge
legd worden behalve wat betreft de
kosten.
Hun uitwerking wordt echter enkel
geschorst tot I Maart 1934, behoudens
een Koninklijk besluit waarbij een nieu
we verlenging wordt verleend in de
gemeente waar de vaste goederen of
gedeelten van vaste goederen zijn ge
legen.
■6MI «Wil m 1111 II I 11W IBUMMBBHMBTiWW—Wi
Belangrijke Wijziging door de
Kamer gestemd.
Onder het voorzitterschap van M.
Moncelle, hield de Fransche Kamer
Dinsdag een belangrijke vergadering.
Vanaf het begin droeg de bespreking
over een wetsontwerp dat in naam der
egerkommissie was ingediend, en dat
een wijziging zou dienen aan te bren
gen aan de wet van 15 Juli 1932 be
treffende het herstel van het begroo-
tingsevenwicht. Deze beslissing der le-
gerkommissie had tot doel een vermeer
dering van den actieven dienstterm on
der gelijk welken vorm te verhinderen
en de regeering uit te noodigen in den
oop der jaren 1933-1934 en 35 den
huidigen ouderdom der inlijving
2 I jaar met 4 maanden te vermeer
deren en dat in de ma j van het nuttige
toe te staan dat de voorwaarden van
binnenroeping van ieder deel der voor
ziene klassen zou kunnen gewijzigd wor
den. Deze voorwaarden worden trou
wens door artikels 10,11 en 28 der
wet van 31 Maart 1928 voorzien op
de aanwerving van het leger.
De kommissie diende alsdan een
eenig artikel in dat luidde als volgt
De minister van oorlog zal met 4
maanden den gemiddelden ouderdom
der inlijving dienen te vermeerderen
en, bijgevolg de voorwaarden der tel
ling en binnenroeping van iedere klas,
zooals ze thans voorzien zijn in de ar
tikels der wet van 1928 op de aan
werving van het leger, wijzigen.
Er ontstond een levendige bespre
king over den inhoud en den vorm van
dit wetsontwerp. Een amendement dat
door M. Tardieu werd ingediend en
waardoor de woorden van het artikel
zal dienen zouden moeten gewij
zigd worden door is gemachtigd
werd aangenomen.
Vervolgens werd er nog geredetwist
met de oppositie. Vooral de heeren
Tardieu en Daladier lieten zich gelden.
De minister van oorlog verzocht ver
volgens de vergadering aanstonds het
ontwerp te stemmen.
Aan deze uitnoodiging werd gevolg
gegeven en het artikel werd aangeno-
mrn met 449 stemmen tegen 147.
Een en ander uit vroeger jaren.
De strenge vorst van begin Decem
ber heeft ons verrast, daar we aan J
de voorwinters gewend zijn. Tiental'
len jaren van zachte Winters hebben
ons tamelijk verwend, alleen onze
grootouders weten van regelmatige
echte Winters te vertellen, met toe-
gevroren zeeën, meren en rivieren en
witte Kerstnachten, jaar in, jaar uit.
Ook wij allen herinneren ons een
Eskimo -winter, maar die was een
uitzondering. Dat was de Winter v*n
Januari tot Maart I 929, welke de kol
ste Winter sedert honderd jaar is j
weest. Sindsdien hebben wij geen lange
wintervreugde genoten, vooral niet in
den voorwinter.
De thans heerschende koude is ni
te vergelijken met de Siberische teriiilllli
peraturen, want die bedragen wekei
neen, maandenlang 40 tot 50 graden
onder nul. Maar toch is deze vergeie-
een met andere jaren van beteekenis.
Met het jaar 1928-29 was een lange
rij van zachte Winters afgesloten en
men vermoedde toen, dat men aan het
aegin stond van een rij koude Winters,
die evenals de zachte Winters de nei
ging vertoonen groepsgewijze op te
treden. Van I 807 tot 1816 volgden bij
voorbeeld negen koude Winters elkan
der op. Van 1798 tot 1805 werden
zeven koude Winters, van 1 783 tot J
1 787 en van 1885 tot I 889 vier kouds
Winters achter elkander geteld.
Belangwekkend is het intusschen te
onderzoeken, of de strenge vorstperio-
de van thans, den geheelen Winter zal
voortduren, in het kort, cf ons een
strenge Winter wacht. Werkelijk stren
ge Winters zijn zeer zeldzaam. Hoog
stens vijf tot zes komen in één ïeuw
voor. Het beste doet men, door een
Winter te beoordeelen naar het aa
ijsdagen. Gemiddeld kwamen er in
aatste eeuw ongeveer 1 5 ijsdagen pet
jaar voor, in Noord-Duitschland 20,
die over de Wintermaanden waren te
verdeelen.
Groote afwijkingen van dit gemid
delde vertoonden de Winters 1840-41,
1849-50, de Winter van 1890 en die
van 1929, die alle veel meer ijsdagen
hadden. Maar er waren ook Winters
met één of geen enkelen ijsdag.
De strenge Winters zijn dikwijls door
strenge voorwinters voorafgegaan. Als
voorwinter beschouwt men den tijd van
November tot half December. 'ïi-Jc 4-
Winter 1 740-41 was een koude en v r
maanden lang, die Frederik den Groot
bij voorbeeld dwong de magazijnen e
voorraadschuren voor hulpverleeninj
te openen. Deze Winter had eveneens
een strengen voorwinter. De koudste
dag van de tijd was de achtste Januari
waarin zelfs de alcohol in de thermo
meters bevroor.
Ook in 1890 was er een strenge
voorwinter geweest.
Al mocht de huidige vorstperiode
ook niet lang aanhouden, toch wijst de
ontwikkeling van het weer gedurende
de laatste maanden er op, dat wij naar
alle waarschijnlijkheid geen zachten
Winter hebben te verwachten.
Dikwijls ook in den Eskimo-wii
ter van vijf jaar geleden bleek he I
weer afhankelijk te zijn van de aanwe.
zigheid van een gesloten sneeuwdek
over groote, uitgestrekte gebieden van
Europa. De nachtelijke uitstraling der
sneeuw is bij helderen hemel veel groo
ter dan die van den kalen grond, ont
trekt dezen daardoor veel meer warm
te en leidt op deze wijze voortdurend
tot sterkere afkoeling der onderste
luchtlaag. Alles te zamen genomen zou
men kunnen zeggen, dat alle vooruit
zichten op een witte Kerstmis op
een kouden Winter 1933-34 bestaan.
Te hopen is, dat een groote sneeuwval
onze velden en akkers voor vorstscha-
de zullen behoeden.