van i Mion
PUROL
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN.8Q
VS®/
GEBROEDERS DUPONT
aankondigingen
DUITSCHLAND
KOLONIALE LOTERIJ
Ruwe
schrale huid
DE DIKKE 8ERTHA
MINISTERRAAD
IN BELGIE.
drinkt 't zwijnlands bier
den «UITZET»
de wet op het
OUDERDOMSPENSIOEN.
leest en verspreidt de
gazet van poperinghe
14 JAAR. NUMMER 51.
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN.
ZONDAG 23 DECEMBER 1934.
ABONNEMENTEN
Jaar, per poat16 fr.
Congo25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Losae Nummera0.25 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De poatabonnenten in Belg'e, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't poat-
bureel dat hen bedient, en niet aan ona.
Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt 1
men beleefd verzocht een postzegel voor »nt-
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
Yp er straat, 2, POPERINGHE.
Poatcheck 48459 Telefoon 180
leder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen Donderdag morgen.
Kleine berichten tegen den Vrijdag noen.
Naamlooze ingezonden artikels worden in
de scheurmand gegooid.
Per regel1.00 fr,
(minimum 3.00 fr.
Ronwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen re-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
NIEUWE BESLUITWET VAN ONZE REGEERING.
Het te werk stellen van Werkloozen
dooi- Overheidsbesturen, en instellingen
van openbaar nut.
Het Staatsblad kondigd een Wets
besluit af, dat betrekking heeft op 'het
te werk stellen van werkloozen door
overheidsbesturen en instellingen van
openbaar nut.
Het verslag aan den Koning luidt
De ondervinding heeft geleerd dat
het noodig !s enkele wijzigingen te
brengen aan de bepalingen van het
Koninklijk Besluit van 31 Mei 1933,
nopens de deelname van de openbare
machten aan de controle en stramsanc-
ties inzake werkloosheid.
Het Nationaal Crisisfonds wien het
beheer is opgedragen van de gelden
tot bestrijding van de werkloosheid,
wordt overeenkomstig het bepaalde in
het zooeven genoemd besluit, uitslui
tend gestijfd met middelen door het
Rijk, de Provincies en de Gemeenten
verschaft, zoodat dezen alleen de gan-
sche last wordt opgelegd van het aan
deel van 't bedoelde Fonds in de hulp
en steunverleening aan werkloozen.
Er dient derhalve naar andere mid
delen uitgezien.
Overigens, is het bij de thans be
staande regeling inzake werkloosheid
niet mogelijk, de middelen, die ter be
schikking van het Nationaal Crisisfond;
zijn gesteld tot andere doeleinden aan
te wenden, dan tot het betalen van
vergoedingen of toelagen.
Het spreekt echter van zelf, dat het
uitkeeren van vergoedingen en toelagen
slechts kan worden verantwoord, in
zooverre het onmogelijk is aan de werk
loozen die daarvoor in aanmerking
komen werk te verschaffen.
Het zou derhalve behooren te bepa
len, dat een deel van de middelen
waarover bet Nationaal Crisisfonds
beschikt, zal mogen worden gebruikt,
hetzij tot verleenen aan openbare in
stellingen of instellingen van openbaar
nut van toelagen voor werken, bestemd
om ten behoeve van de werkloozen ar
beidsgelegenheid te scheppen, hetzij
zelfs om de professioneele heropleiding
van werkloozen te bevorderen.
Er dient echter verstaan dat de al
dus verleende toelagen den last niet
mogen vergrooten van de openbare
machten, die het Nationaal Crisisfonds
van middelen voorzien en dat dit fonds
derhalve zijn tusschenkomst slechts za.
mogen verleenen tot een bedrag, ge
lijkstaande met dit van de besparing,
die het uitvoeren van werken, als hiei
bedoeld zijn, zal medebrengen.
Het komt verder ook gewenscht vooi
wijziging te brengen in het stelsel van
tewerkstelling van werkloozen, onder
artikel 8 van het Koninklijk Besluit van
31 Mei 1933 bedoeld.
Het wijzigen van de bestaande rege
ling heeft ten doel een betere tennutte-
making van den arbeid der werklooze
Werknemers, door het samenstellen van
ploegen, gevormd met werkloozen, die
over een zelfde getal arbeidsuren wor
den te werk gesteld, tegen een loon,
dat ondanks mogelijk noodige aanvul
ling van het getal werkuren, toch nog
beneden het normale blijven zal.
De overheidsbesturen, die op den
arbeid van werkloozen beroep zullen
doen, zullen dezen 5 t.h. uitbetalen
boven het bedrag van de tegemoetko
mingen van het Nationaal Crisisfonds
naar hetwelk de duur berekend is van
de prestatiën om welke zij verzochten.
Zoo, eenerzijds, de gemeenten, die
Van het recht haar bij art. 8 verleend
gebruik maken, verdienen aangemoe
digd te worden, dan dringt zich ander
zijds op, maatregelen te treffen ten
aanzien van dezulke, die zonder wet
tige redenen, het landbestuur haar me
dewerking zouden weigeren.
Met de wijziging van artikel 8 wordt
beoogd zulks te bereiken.
Zekere wijzigingen dienden ten slotte
ook nog gebracht in het bepaalde on
der de artikelen 1 0 en 14 om werkloo
zen, om het even van welken leeftijd,
te kunnen verplichten leergangen te
Volgen, die te hunnen gerieve werden
ingericht en tevens om de controol te
Vergemakkelijken van de werkloozen,
die lessen bijwonen om zich verder in
een of ander vak te bekwamen.
De tekst van het besluit.
Art. 1Artikel I van het Konink
lijk Besluit van 31 Mei 1933, betref
fende de tusschenkomst van de open
bare machten de ccntrcol en de straf
bepalingen inzake werkloosheid, «vord
als volgt gewijzigd
Art. IFlet Nationaal Crisisfonds
ingericht bij Koninklijk Besluit van 31
December 1920, wordt gestijfd met
middelen, door het Rijk, de Provincies
en de Gemeenten verschaft, mitsgaders
eventueel van andere nader te bepalen
geldmiddelen.
Het Rijk komt tusschenbeide binnen
de perken van de uitgave daartoe in
de begrooting van het Ministerie van
Arbeid en Sociale Voorzorg begrepen.
De bijdrage der gezamentlijke pro
vincies en deze der gezamenlijke ge
meenten, zullen respectievelijk gelijk
zijn aan het vierde van de Rijksbij
drage.
Deze bijdrage wordt voorloopig
vastgesteld op een bedrag van maxi
mum I 00 millioen frank, hetwelk ech
ter, binnen de perken door het Konink
lijk Besluit van 31 Mei 1933 gesteld,
zal mogen worden overschreden, mits
daartoe bij een Koninklijk Besluit in
gemeen overleg met de in raad verga
derde ministers getroffen, verlof zal
zijn gegeven.
Art. 2. De volgende bepalingen
worden toegevoegd aan artikel 2 van
bovenvermeld Koninklijk Besluit van
31 Mei 1933
Art. 7 bis. Onze Minister van Ar
beid en Sociale Voorzorg zal de mid
delen, die ter beschikking van het Na
tionaal Crisisfonds zijn gesteld, gedeel
telijk mogen aanwenden tot het ver
leenen van toelagen tot het uitvoeren
van werken ter bevordering van het te
werk stellen van werkloozen.
Het daartoe te besteden bedrag
wordt elk jaar vastgesteld.
Het Nationaal Crisisfonds zal slechts
subsidien mogen verleenen voor zulke
werken, die uitgevoerd worden voor re
kening van het Rijk, van Provincies,
Gemeenten, interprovinciale of inter
communale maatschappijen van open
baar nut, van de Nationale Maatschap
pij van Belgische Spoorwegen, van de
Nationale Maatschappij van Buurt
spoorwegen of van andere instellingen
van openbaar nut, aan te wijzen bij
een in gemeen overleg met de in Raad
vergaderde Ministers genomen Konink
lijk Besluit.
Art. 7ter. Onze Minister van Arbeid
en Sociale Voorzorg mag eveneens on
der bij koninklijk besluit nader te be
palen voorwaarden, ten bezware van
het Nationaal Crisisfonds, geldelijken
steun verleenen om de professioneele
heraanpassing en de tewerkstelling van
werkloozen te bevorderen.
Artikel 3. Art. 8 van het kon.
besl. van 31 Mei 1933 wordt door de
hierna volgende bepalingen vervangen.
Art. 8. Werkloozen, die ten be
zware van bet Nationaal Crisisfonds
ondersteund worden, zullen door het
Rijk, door Provincies, Gemeenten en
instellingen van openbaar nut kunnen
worden opgeroepen voor werken, tot
welker uitvoering werd besloten om
hun werkgelegenheid te verschaffen.
De duur der prestaties zal een getal J
uren niet mogen overschrijden, dat
verkregen wordt bij deeling van den
werkloozensteun door dit van het spe
ciaal uurloon, door den minister van
Arbeid en Sociale Voorzorg vastge
steld, gehoord de commissie van re
clamaties.
Bij het berekenen van het bedrag
van den werkloozensteun, zal mede
worden gelet op het deel van de gezins
toelagen, dat hooger is dan dit welk
bij de wet op de veralgemeening van
de gezinstoelagen bepaald is.
Ingeval prestaties» berekend als hier
boven bepaald, in steden minder dar.
40 uren en op het platteland, minder
dan 36 uren per week bevatten, zullen
de overheidsbesturen, die werkloozen
hebben opgeroepen, er toe mogen be
slissen den duur ervan zoodanig te ver
lengen dat bovengenoemde cijfers be
reikt worden, mits de overuren te be-
loonen op den voet van bovenbedoeld
speciaal uurloon.
Dit loon, hetwelk nader zal worden
bepaald, voor geschoolde arbeiders
eenerzijds, en voor niet geschoolde ar
beiders anderzijds, zal voor den duur
van de in vorenstaande lid bedoelde
verlenging, niet meer mogen bedragen
dan de drie vierden van het respec
tievelijk normaal loon.
Ploegbazen en opzichters alleen zul
len als geschoolde arbeiders mogen
aanzien worden.
Tot goedmaking van de onkosten
den werkloozen opgelegd, door hun te
werkstelling als bedoeld in lid 2 en 3
van dit artikel, zullen de oproepende
overheidsbesturen hun een vergoeding
uitkeeren, gelijk aan 5 t.h. van den
werkloozensteun.
Bij een kon. besl. zal nader worden
bepaald op welke wijze het bedrag der
steungelden, aan opgeroepen werkloo
zen verschuldigd, door toedoen van de
diensten van arbeidsbemiddeling en
werkloosheid, ter beschikking van de
oproepende overheidsbesturen zal wor
den gesteld.
De gemeente zal voor den duur van
de prestaties, door werkloozen ter uit
voering van dit artikel geleverd wor
den ontslagen van de bij het kon. besl.
van 31 Mei 1933 tot wijziging van het
regime der werkloosheid opgelegde te
rugbetaling van 5 t.h. van het bedrag
der steungelden en gezinsvergoedingen,
door het Nationaal Crisisfonds uitge
keerd aan bedoelde werkloozen en die
bij de oproeping dezer tot grondslag
hebben gediend.
Door onze Ministers van Arbeid en
Sociale Voorzorg en van Binnenland-
sche Zaken, zal de bijdrage van de ge
meenten in de uitgaven van het Natio
naal Crisisfonds, haar krachtens het bo
vengenoemd Kon. Besl. opgelegd, van
3 tot 10 t.h. kunnen worden verhoogd,
in geval zij van het haar luidens het
bepaalde in het eerste lid van dit arti
kel verleende recht geen gebruik moch
ten maken.
Art. 4. Het bepaalde onder ar
tikel 1 0 van bet Kon. Besl. van 3 I Mei
1933 is thans gewijzigd als volgt
Art. 10. De tegemoetkomingen
van het Nationaal Crisisfonds zullen
insgelijks binnen de perken van bet be
paalde onder vooraanstaand artikel,
worden geweigerd aan werkloozen, die
niet geregeld de door den gouverneur
der provincie aangenomen leergangen
zouden volgen, die te hunnen gerieve
werden ingericht.
Art. 3. Artikel 14 van het Kon-
Besl. van 31 Mei 1933 wordt aange
vuld als volgt
Art. I 4. Elke gemeente is er toe
gehouden een of meer beambten er
mede te belasten ten minste eenmaal
daags de controolkaarten te stempelen
van de ingezeten verzekerde werkloo
zen.
De controol wordt geoefend onder
het toezicht van de Diensten van ar
beidsbemiddeling en werkloosheid.
De uren alsmede de wijze waarop
die controol dient te geschieden wor
den vastgesteld door den Minister van
Arbeid en Sociale Voorzorg. Door de
zen zullen geschikte maatregelen kun
nen worden getroffen, tot het inrichten
van de controol op de werkloozen, die
lessen bijwonen, ten doel hebbend hun
verstandelijke ontwikkeling te verhoo-
gen of hun beroepsvaardigheid te ver
grooten en ook nog hun wederaanpas
sing te bevorderen.
DE SCHULDEN VAN
Weet ge hoeveel de Duitsche han
delsschulden bedragen
Geen kleinigheid zulle
Hebben te goed Mark
Vereenigde Staten 11.000 miljoen
Engeland 4.000 miljoen
Frankrijk 2.000 miljoen
Nederland 2.500 miljoen
Zwitserland 1.500 miljoen
Italië 400 miljoen
Scandinavië 400 miljoen
Belgie 100 miljoen
23.900 miljoen
Tot Belgische munt herleid, wordt
dat ruim 200 miljard fr. (een mark
geldt 8.60 frank).
Belgie is gelukkig daar nog 't minst
erg aan toe.
Nu, van die 200 miljard gaat Duitsch
land tot nader order geen cent betalen.
De schatten gelds die het verschuldigd
is aan de verschillende landen en voor
welk het koopwaren en allefhande nij
verheidsprodukten ontving, zal het be
steden aan eigen hulp, aan het uitvoe
ren van groote werken waar het Reich
mede kan uitpakken tegenover de be
volking, aan 't fabrikeeren van wapens
en allerlei oorlogsgetuigen.
En zoo verhindert Duitschland het
hervatten van het internationaal han
delsverkeer en blijft een voorname oor
zaak van het voortduren der wereld
crisis.
Vrijdag laatst bad de trekking piaats
der y en 4' snede der Koloniale Lo
terij. De uitslagen
DERDE SNEDE.
Winnen 100 fr. al de biljetten ein
digende met het cijfer 1.
Winnen 250 fr. al de biljetten ein
digende met de cijfers 04.
Winnen 2.500 fr. al de biljetten ein
digende met de cijfer 653.
Winnen 10.000 fr. al de biljetten
eindigende met de cijfer 8476.
Winnen 50.000 fr. al de biljetten
eindigende met de cijfers 66.979.
Winnen 100.000 fr. ai de biljetten
eindigende met 89.848.
Winnen 500.000 fr. de biljetren dra
gende de hieronderstaande nummers
en reeksen
Nummer 59.402 van reeks B.
Nummer 52.01 1 van reeks M.
Nummer 4E045 van reeks E.
Nummer 37.917 van reeks M.
Nummer 08.107 van reeks M.
Winnen E000.000 fr. de biljetten
dragende de hieronderstaande num
mers en reeksen
Nummer 16.551 van reeks C.
Nummer 49.842 van reeks L.
Nummer 79.468 van reeks K.
Nummer 75.742 van reeks A.
Nummer 10.5 33 van reeks H.
Wint 5.000.000 frank, het biljet
dragende het nummer 04.204 van de
reeks H.
VIERDE SNEDE.
Winnen 100 fr. al de biljetten ein
digende met het cijfer 1.
Winnen 250 fr. al de biljetten ein
digende met het cijfer 16.
Winnen 2.500 fr. al de biljetten ein
digende met het cijfer 142.
Winnen 10.000 fr. al de biljetten
eindigende met de cijfers 3475.
Winnen 50.000 fr. al de biljetten
eindigende met de cijfers 96.751.
Winnen 100.000 fr. al de biljetten
eindigende met de cijfers 51.093.
Winnen 500.000 fr. de biljetten dra
gende de hieronderstaande nummers
en reeksen
Nummer 43.483 van reeks H.
Nummer 48.758 van reeks A.
Nummer 19.864 van reeks P.
Nummer 54.919 van reeks K.
Nummer 60.29 7 van reeks D.
Winnen 1.000.000 fr. de biljetten
dragende de hieronderstaande num
mers en reeksen
Nummer 51.093 van reeks K.
Nummer 78.675 van reeks D.
Nummer 59.101 van reeks E.
Nummer 77.404 van reeks K.
Nummer 1 3.263 van reeks A.
Wint 5.000.000 frank, het biljet
dragende het nummer 26.282 van de
reeks D.
en springende lippen
DOOS A EN 7Yi FRANK. IN ALLE APOTHEKEN
VAN 1918.
De waarheid nooit geheel ontsluierd.
Naar aanleiding van het bericht, dat
dezer dagen de oud-artilleristen, die de
Dikke Bertha in 1918 bedienden,
zich te Berlijn aan een maaltijd veree-
nigd hebben, vestigt het Petit Jour
nal er de aandacht op, dat de waar
heid over dit monsterkanon nooit ge
heel ontsluierd werd. Naar men weet
schoot het in 1918 op Parijs. Is het
waar, dat Fritz Rausenberger het uit
gevonden heeft Later werd als zoo
danig de naam van ingenieur Dreger
genoemd. Misschien had Bertha
twee vaders. Alles wel gezien, is dat
niet te veel voor zoo n verschijnsel
Volgens het vredesverdrag moest
Duitschland zijn grof geschut uitleve
ren. Geen enkele Bertha echter is
den Franschen in handen gekomen. De
Duitsc'hers beweerden, dat er maar zes
gebouwd en alle zes vernield waren.
Voor één ten minste geldt dit niet, die
uit het bosch van Saint-Gobain vuurde.
Den 16 October 1918 loste ze het
laatste schot en wel op den betonwand
die het kanon beschermde. Men wilde
het vernielen en had daartoe de lading
aangezet, maar de granaat doorboorde
den wand en bet stuk bood weerstand.
Ondanks haar gewicht van 77 ton
is de Dikke Bertha later spoorloos
verdwenen. De Franschen hebben
slechts het platform gevonden.
De ministers hebben Vrijdag een
vergadering gehouden. Al de minis
ters waren aanwezig, behalve de h.
Van Isacker, die zich in Italië bevond.
De beraadslagingen duurden onge
veer drie uren en half.
Na de vergadering werd aan de pers
een mededeeling verstrekt, waarin ver
klaard wordt, dat de minister van fi
nancies verslag had uitgebracht over
zijn reis naar Parijs.
De Raad heeft het onderzoek afge
sloten van het ontwerp betreffende de
kleine spaarders.
Overeenstemming werd bereikt be
treffende het vraagstuk der pensioenen
van de mijnwerkers, het werkloozen-
fonds, en de spoedige uitbetaling der
pensioenen.
De Raad heeft besloten de tarieven
der spoorwegen, voor wat het goede
renverkeer betreft, te verlagen.
Deze vermindering zal I 0 t.h. bedra
gen.
De raad heeft besloten een proef te
doen met een luchtverbinding tusschen
Belgie en de kolonie.
Vervolgens werd besloten, dat het
transport der troepen, welke zich langs
Belgie naar het Saargebied begeven,
kosteloos zal geschieden. Het gaat hier
over de Britsche en Nederlandsche be-
wapeningspolitie.
De strijd tegen de werkloosheid.
De regeering heeft een grondige stu
die gewijd aan het plan van profes
sor-volksvertegenwoordiger Van Hecke
tot bestrijding der werkloosheid door
het uitvoeren van werken van water
leiding.
De regeering heeft beslist dit plan
ten uitvoer te leggen voor sommige
steden en groote centra, in afwachting
dat de studie van het plan doorgedre
ven worde voor een grootere uitbrei
ding ervan.
Er werd ook een onderzoek gewijd
aan de kwestie der jonge werkloozen,
voor dewelke alle mogelijkheden tot ar-
beidverschaffing zullen opgespoord
worden. Men denkt er aan, dezen jon
gen werkloozen een voorrang te geven
tot vervanging der ongehuwde vreem
delingen en der pensioengerechtigde
arbeiders.
De regeering heeft een Koninklijk
Besluit gereed gemaakt tot verscher
ping van het karakter van verzekering
tegen de werkloosheid. Aldus wordt
beslist de cotisaties in de werkloozen-
kassen te verhoogen met één frank per
week voor al de aangeslotenen.
Ditzelfde besluit regelt ook den toe
stand van de gehuwde vrouwen, die
volledig werkloos zijn en die aan het
hoofd van haar gezin staan. Deze toe
stand zal verbeterd worden.
Verder bevat dit besluit nieuwe re
gelen voor het berekenen van het in
komen der werkloozen tot vaststelling
van den staat van behoefte. Een deel
van het invaliditeitspensioen zal vrij
gesteld worden, namelijk als volgt
indien het pensioen geen 6000 frank te
boven gaat, wordt het vrijgesteld voor
3000 frank de pensioenen boven de
6000 frank worden vrijgesteld voor 50
ten honderd. Zullen ook buiten reke
ning gesteld worden het bedrag van de
hypotheek-intresten op de huizen.
Het pensioen der mijnwerkers.
De Ministers hebben den toestand
onderzocht van de pensioenkas der
mijnwerkers. Deze kas heeft dit jaar
een deficit van 23 millioen frank. De
regeering zal dit tekort dekken, en
waarborgt ook de uitbetalingen der
huidige pensioenen op de basis van
6000 frank.
De kapitalisatie- en beleggings
maatschappijen.
De regeering heeft de studie geëin
digd van de besluiten tot bescherming
der kleine spaarzaamheid. Het gaat om
de Kapitalisatiemaatschappijen en om
de private spaarkassen en beleggings
maatschappijen met uitzondering van
de beleggingsbanken, voor dewelke er
in Augustus laatst reeds een regeling
werd getroffen.
Het nieuw besluit verscherpt de con
trool. De kapitalisatiemaatschappijen
zullen onderworpen worden aan de
zelfde controol, welke door de wet van
1930 is opgelegd aan de maatschap
pijen van levensverzekeringen.
Het wetsontwerp Carton de Wiart,
in 1925 ingediend, zal hier zijn toepas
sing vinden.
Wat de private spaarvereenigingen
betreft, om het even van welken aard,
zelfs deze die aan sparen doen zonder
den naam van spaarkas te dragen, of
die andermans geld beleggen in om het
even welke onderneming, zullen on
derworpen zijn 1. Aan een wettelijke
machtiging tot oprichting 2. Aan een
scherpe controol, niet alleen over hun
bestuur, maar ook over den aard van
hun werkzaamheden en beleggingen.
Verlaging der Spoortarieven.
De regeering heeft beslist dat de
koopwarentarieven op de |poorwegen
zullen verminderd worden met I 0 per
honderd.
Conversieleening te Parijs.
De heer Gutt, minister van Financies
heeft den Raad op de hoogte gebracht
van zijn onderhandelingen te Parijs.
Hij heeft daar een leening op langen
termijn aan 5 t.h. afgesloten, tot con
versie van de leening 6 /i p.h. welke
in Februari aanstaande moest terugbe
taald worden.
De luchtlijn Belgie-Congo zal
in Februari klaar zijn.
De Kabinetsraad heeft zijn goedkeu
ring gehecht aan het ontwerp tot in
richting eener regelmatige luchtlijn
Belgie-Congo. Deze lijn zal waarschijn
lijk in Februari aanstaande ingehuldigd
worden.
Mededeeling van het Ministerie van
Arbeid en Sociale Voorzorg.
Wijzigingen met ingang van den
2 Januari 1935.
Zooals men weet heeft een koninklijk
aesluit gedagteekend van 8 November
1 934, wijzigingen gebracht aan de wet
ten op de verzekeringen tegen de gel
delijke gevolgen van ouderdom en den
vroegtijdigen dood.
Deze wijzigingen worden van kracht
met 1 Januari 1935. Men lette er op,
dat zekere personen, wien geheel of
gedeeltelijk de kostelooze ouderdoms
rentetoeslag geweigerd werd, bij den
ontvanger der belastingen in wiens af-
deeling zij gehuisvest zijn, eene aan
vraag om herziening van hun geval
mogen indienen. Zulks geldt enkel voor
de personen die zich in vermelde ge
vallen bevinden.
1. Die over het verzekeringsjaar
1931-1932 ter Lijfrentkas eens som
van hetzij 72 fr. (mannen), hetzij 24
fr. (vrouwen) hebben gestort
2. die 'n afstammeling hebben die
te hunnen opzichte als onderhouds
plichtig wordt aanzien, wanneer deze
drie of meer kinderen van 1 6 jaar ten
laste heeft
3. die in een gemeente van 30.000
of meer inwoners een huis bezit en ook
bewonen, waarvan het kadastraal in
komen niet minder is dan 2800 fr, doch
niet hooger dan 3 1 00 fr.
4. wien de kostelooze rentetoeslag
werd geweigerd omdat zij met perso
nen andere dan ouderdomsgerechtig-
den, samen leven of hun inkomen met
deze van bedoelde personen samen
brengen.
Er dient bovendien opgemerkt, dat
de aanvragers die niet gehuwd zijn,
wien een rentetoeslag van slechts 1 600
fr. of minder verleend werd om reden
dat zij met andere personen samen
wonen, geen aanvraag om herziening
moeten indienen. Hun geval zal door
het ministerie van ambtshalve worden
onderzocht, zoodat de ontvangers der
belastingen er zich niet mede hebben
in te laten.
Aangezien reeds van 1 December
af, met de herziening is aangevangen,
en al het mogelijke zal worden gedaan
om de desbetreffende werkzaamheden
voor het einde van de maand Maart
1935 te beeindigen, zoo worden laatst
bedoelde personen in hun-eigen belang
dringend uitgenoodigd, noch aanbeve
lingen uit te lokken, waardoor de goe
de gang van den herzieningsarbeid van
het algemeen bestuur van ouderdoms
pensioenen slechts kan worden bemoei
lijkt.