van Zeeland contra Degrelle De L. J. W. in feest te Poperinghe m r* \T JAAR. NUMMER 12. WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ABONNEMENTEN Men abonneert op alle belgische postkantooren. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN GEBROEDERS DUPONT Yperstraat, 2, POPERINGHE. AANKONDIGINGEN DE KRACHTMETING VAN 11 APRIL TE BRUSSEL. WAT ZOU ER GEBEURD ZIJN, HADDE DE EERSTE MINISTER NU EENS NIET ZIJN CANDIDATUUR GESTELD EEN GEWELDIGE MASSA DRUKT HAAR VERTROUWEN UIT IN DE DOOR DE LIBERALEN GEVOERDE POLITIEK. EEN PRACHTVERGADERING IDEEN EN DOCUMENTEN HET MARXISME. DE MEETING AZET TAK fOPERMSHE Jaar, per post Congo Frankrijk i Amerika Losse Nummers 16 fr. 25 fr. 25 fr. 30 fr. 0.25 fr. Oe postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hen bedient, en niet aan ons. Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. S -•? f Uitgevers-Eigenaars Postcheck 484.59 Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen Donderdag middag. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag. Naamlooze ingezonden artikels worden in de scheurmand gegooid. Per regel 1.00 fr. (minimum 3.00 fr.) Rouwberichten minimum 5.00 Ir. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen w- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. De verkiezing van I 1 April te Brus sel splitst de publieke opinie in het land niet volkomen zuiver tot Rexisten en anti-Rexisten, tot verdedigers van de vrijheid en tot verdedigers van de dictatuur. Daartusschen steken nog de natte vingers omhoog. Daar zijn deze van hen, die vol strekt niet de overwinning van Degrelle wenschen, of juister die aan Degrelle het dictatorschap over Belgie niet gun nen, omdat ze daarvoor andere klep pers op 't oog hebben. En dan zijn daar ook nog de overtuigde voorstanders van het grondwettelijk en parlementair regiem, maar die het toch wel aardig zouden vinden, indien op 1 1 April de heer van Zeeland en zijn gouverne ment eens 'n lesje kregen. En onder de laatsten dan zullen de meesten der onthouders bij deze verkiezing gezocht moeten worden. Hun geest staat weerspiegeld in die bladen, welke wel het door de natio nale concentratie beoogde doel willen of zeggen te willen maar niet de middelen om het te bereiken. Die het wel toejuichen, dat alle grondwettelijke partijen haar krachten vereenigen tegen den stormaanval van de Belgische Nazis tegen het regiem van de vrijheid, maar het afkeuren, dat de Eerste Minister-zelf daarvoor zijn naam en zijn gezag in de weegschaal heeft gegooid. Natuurlijk is dat een truc als een andere om op verkapte manier de zaak van Degrelle te dienen. Zulke be zwaren kunnen geen andere uitwer king hebben en ook geen ander doel dan verwarring te stichten in de nationale gelederen en hun «elan» te breken. En hoe volmaakt te goeder trouw zulke loensche tactièkers zijn, moge blijken uit een Antwerpsch Fransch blad, dat in de eerste kolom van zijn tweede bladzijde schrijft dat «de heer Bodart, in de Cité Nouvelle zeer goed zegt, waarom de heer van Zee land, niettegenstaande de onwaardig heid van zijn tegenstander, gelijk heeft zich tegenover Degrelle candidaat te stellen en in de tweede kolom van dezelfde bladzijde constateert, dat «andere provinciebladen, die minder gevoelig zijn dan deze van de hoofd stad aan de reacties van de regeerings- kringen.niet geestdriftig zijn bij 't voor uitzicht van het wespennest, waarin men den Eersten Minister heeft ge stort Het éénige wat we vanwege deze soort chicaneurs maar niet te weten kunnen komen, is hoe zij dan wel de uitdaging van Degrelle tot het re giem beantwoord hadden willen zien. Meenen ze ook dat alle nationale par tijen, alle verdedigers van het bedreig de regiem hun krachten op één per soon vereenigen moesten Wie moest deze persoon dan wezen, indien hij niet de heer van Zeeland mocht zijn Wien weten ze aan te duiden, die met zooveel kans op succes, tegelijker tijd als candidaat van katholieken en van socialisten optreden kon Of meenen ze, dat er geen nationale concentratie plaats vinden mocht tegen dit gevaar voor de Natie Dat men dus ciere verkiezing onder noimale om standigheden hadde moeten laten ge beuren, en dat alle partijen en groepee ringen hun eigen lijsten hadden moeten indienen Of... dat katholieken, liberalen en socalisten zich hadden moeten onthou den, hunnen volgelingen aanraden om blanco te stemmen, en het strijdperk dus vrijlaten aan de Rexisten en de communisten, mitsgaders aan nog een stuk of wat avonturierskens en grappen makers, zooals er nu ook wel eenige optreden zullen Dan waren we nog maar pas voor goed in den warboel, in een wespen nest gedompeld geworden In het eerste geval hadden alle grondwettelijke partijen het beste deel van haar krachten uitgeput in een strijd onder elkaar. Aangezien in alle geval de kans zou uitgesloten zijn, dat Degrelle het hoog hun tijd en hun krachten dan besteed zouden hebben aan een onderlinge schermutseling Heelemaal in dezen geest vertelde Zondag te Brussel de na-aper van Hit- Ier, dat door het persoonlijk en alléén tegen hem en vóór het grondwettelijk vrijheidsregiem op te nemen, de heer van Zeeland de normale bedrijvig heid der partijen belemmert en... «zelf dictatoriale doeleinden nastreeft» Hieruit straalt scherp genoeg zijn woedend spijt erover, dat de door hem veroorzaakte volksraadpleging thans in volle klaarheid zal kunnen plaats vin den, in stede van te leiden tot een ho- peloozen waarboel, waaruit hij op alle manieren conclusies, verklaringen en argumenten voor zijn Duitschen win kel hadde kunnen trekken. ste aantal stemmen behalen zou, ware 't onder katholieken, liberalen en so cialisten een gevecht geworden om 't bezit van den zetel, dien de Rexisten hebben opgegeven, en wat hadde De grelle wel als schoonsten troef in zijn spel kunnen wenschen, dan het jam merlijke spektakel dat zulk gevecht van honden om 't door hem te grabbel ge gooid been, onder de parlementaire partijen zou opgeleverd hebben En zoo mogelijk nog grootere dienst hadden deze partijen hem kunnen be wijzen, door zich te onthouden. Want wat zou er dan gebeuren Dat in ieder geval de communisten tegen hem zouden optreden, en dat dan deze verkiezing de beteekenis zou krij gen van Rexisme tegen bolsjewis me van Berlijn tegen Moscou Indien voor dit dilemna, de commu nisten zeker zouden kunnen rekenen op den steun van massas socialisten, dan zou dat juist voor tal van katholieken en liberalen een reden kunnen zijn om op Degrelle te stemmen. Men heeft er altijd mee af te reke nen, dat fascisme en communisme door honderdduizenden in Belgie beschouwd worden als twee kwaden maar waarvan zij wel weten, op hetwelk van beide hun keus vallen zou, mochten zij tot kiezen worden gedwongen. En zulk een gedwongen keuze zou deze tusschen Degrelle en een commu nist zijn. Maar nu is het juist zulke keuze, tus schen twee verafschuwde regiemen, waarvan de enorme massa der Belgen niet weten wil, en de dikke streep door de rekening van de voorloopig nog Bel gische nazis is nu wel de verzameling van alle niet anti-Rexistische, maar pro-grondwettelijke partijen tegen hen. Nu gaat het om de keuze Vrij heid of Dictatuur En de heer van Zeeland heeft de atsmosfeer nog op geklaard, door zijn afwijzing van de stemmen der communisten. Dit dilemna kon inderdaad slechts vertroebeld worden door den steun van de communisten aan den Eersten Minister, wanneer deze toch als beslis te tegenstander van eiken vorm van dictatuur optreden wil. Het ware zelfs wenschelijk, dat de communisten met een eigen lijst op traden. Zulks zou dan wel een zeker gevaar kunnen opleveren voor de socialisten, in dezen zin, dat uit het stemmencijfer op deze lijst blijken zou, hoeveel af valligheid de gematigde, «nationale» politiek van hun mandatarissen in de regeering en 't parlement al veroor zaakt heeft, maar in alle geval zouden de op den communistischen candidaat uitgebrachte stemmen geteld mogen bij de anti-Rexistische. Profijt voor Degrelle zou er dus op geen manier in zitten. Jammeren over de laksheid en het gebrek aan vooruitzicht van het parle ment, dat niet direct na het destijds door Spaak op dezelfde manier uitge lokt «plebisciet» de wet gestemd heeft die in de toekomst dergelijke bespot ting van het parlementair regiem onmo gelijk moest maken, dat brengt nu allemaal geen aarde meer aan den dijk Tenzij dan... aan den dijk van De grelle. De beste argumenten om alle twij felaars te overtuigen, dat de gekozen tactiek de goede is, zijn te vinden in de redevoeringen en de gazetjes var. den Fuhrer »-zelf. Heeft men hem Zondag te Brussel niet hooren zeggen, dat deze manier van optreden tegen hem niet eerlijk, geen fair plav is Weihoe Hij verklaart den oorlog aan het regiem maar het is niet eerlijk, geen fair play wanneer al de voorstanders van dit regiem hun krachten tegen hem samenslaan Zoo had Keizer Wilhelm in 1914 ook wel van het c fair play der Bel gen kunnen verlangen, dat zij in ver spreide orde tegen zijn troepen zouden zijn opgerukt met een katholiek, een liberaal en een socialistisch leger, ieder nog tot een Vlaamsch en een Waalsch gesplitst, en die het schoonste deel van Poperinghe was Zondag reeds van 's morgens af in een ware feeststem ming. Overal waren nationale en libe rale kleuren vereenigd om de duizend ste inschrijving te vieren van de Libe rale Jonge Wacht, 't Is daar het werk der gebroeders Lahaye. Deze Liberale Hoogdag zette in met een optocht, met aan het hoofd een vijftigtal vlaggen gekomen van uit alle hoeken van Vlaanderen, om mede te vieren en te verbroederen met de wak kere strijders uit Poperinghe. Om 5 uur, komende uit Gent wer den Zijn Excellentie Minister Hoste, en de verschillende andere sprekers voorgesteld door Heer Leonce Van Al- leynnes, bij wien zij afgestapt waren, en Yper Victor Sabbe, plaatsvervangend volksvertegenwoordiger te Brugge C. Van Elslande, provinciaal raadslid te Veurne A. Masschelein, Eere-voor- zitter der L.J.W. van Poperinghe M. Destenay, voorzitter der Fed. van L. J.W. van Belgie Valere 1 ahon, uit Kortrijk Arthur Vanhoutte, liberaal schepen te Adinkerke Dr Lamblin uit Meesen J. Trachez, burgemeester te Meesen Mevr. Lauwers, voorzitster der Vrouwenafdeeimg, met hare me debestuurleden, de bestuurleden van de L.J.W., alsmede talrijke afgevaar digden uit alle hoeken van Vlaanderen. Verder bemerkten we nog de Hee- ren J, Vandooren, burgemeester van Poperinghe A. Titeca, burgemeester van West-Nieuwkerke, A. Bossaert, Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten titel van documentatie. Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren. De Korrespondenten van ÏDEEEN EN DOKUMENTEN worden vriendelijk verzocht hun bijdragen in te dienen bij den Heer Hilaire LAHAYE. ALBERT CLAES, Jeugd-Solidarist. Van links naar rechts bemerkt men op de eerste reek Eerevoorzitter Alb. Masschelein, H. L. Van Alleynnes, Minister Julius Hoste, H. V. De Laveleye, Dr A. De Weerdt, H. A. Lahaye, Volksvertegenwoordiger Ad. Van Glabbeke, H. M. Destenay, H. Val. Tahon. Op de tweede reek van links naar rechts H. M. Hofman, H. O. Bataille, H. R. Vanden- berghe, H. A. Vanhoutte, H. H. Beheyt, Dr Lamblin, Mevr. J. Pouseele. verwelkomd door de Heeren Hilaire, Arthur, Désiré en Sylvain Lahaye, en het bestuur der L.J.W., aan wiens zijde wij bemerkten den Heer Vandooren, den nieuwen burgemeester van Pope ringhe. Een daverende Brabantjonne begroette de Liberale leiders en onder de opgewekte tonen van de Koninklij ke Philharmonie van Poperinghe en de Fanfare van West-Nieuwkerke, ging het stoetsgewijze, onder de toejuichin gen der bevolking naar het lokaal «Ons Huis waar een geweldigj massa een daverende ovatie bracht aan onze wak kere hoofdmannen. schepene te Poperinghe N. Liétaert en E. Lobeau, gemeenteraadsleden te Poperinghe O. Bataille, voorzitter der Com. van Openbaren Onderstand te Poperinghe en E. Beheyt, lid der C.O. O. te Poperinghe, Ad. Crousel, voor zitter en H. Beheyt, onder-voorzitter der Koninklijke Philharmonie, enz. enz. Het is de Heer Hil. Lahaye, welke de vergadering opent en in passende bewoordingen begroet hij den Heer Minister Hoste en M. De Laveleye. Het is een vreugde, zegt hij, voor ons klein Vlaamsch hoekje, om van daag in ons midden, den Minister van ECONOMISCH MARXISME. BELANG. Het economisch gedeelte van de theorie van Marx is van groot belang omdat zij de onderstruktuur vormt waarop hij heel de sociale en ideologische ontwikkeling van de maatschappij baseeren wil. DE WAARDE BIJ SMITH. Men is rijk of arm naar mate men zijn behoeften bevredigen kan. Nadat de verdee ling van den arbeid ingetreden is, kan men al zijn behoeften niet meer door eigen arbeid bevredigen. Om ze dan toch te kunnen be vredigen, zal hij arbeid van anderen moeten verkrijgen, en volgens hij hierin gelukt is hij rijk of arm. De waarde van al wat den inhoud vormt van dien rijkdom, van de wa ren die hij dus bezit, wordt bepaald door de hoeveelheid arbeid die men ervoor ver krijgen kan. DE WAARDE BIJ MARX. Marx wijst erop dat iedere waar een dub- ele waarde heeft Gebruikswaarde t.t.z. een waarde gehecht aan de eigen schappen van de waar dus feitelijk de graad waarin een waar aan onze behoeften kan voldoen. Ruilwaarde deze is schijnbaar relatief maar in feite is zij steeds herleidbaar tot een zelfde derde arbeid. Het begrip arbeidswaarde wordt dan ver der geanalyseerd. Een waar heeft waarde omdat zij het produkt is van den arbeid. Natuurlijk gaat het hier niet over een be paalden individueelen arbeid wei abstracte .soc.3 en arbeid, gestolden arbeid. Dit is de arbeid van een arbeider met gemiddelde ar beidskracht en vlijt, zooals deze gegeven wordt in een bepaalde beperkte gemeenschap (men denke aan de kurve van Quetelet). De waarde der waar stelt enkel verbruik van menschelijken arbeid in het algemeen voor. Het is verbruik van enkelvoudige ar beidskracht, die gemiddeld ieder gewoon mensch zonder bijzondere ontwikkeling, in zijn lichamelijk organisme bezit. De enkel voudige gemiddelde arbeid zelf verandert eliowaar van karakter in de verschillende landen en tijdvakken der beschaving, maar is één, in een bepaalde maatschappij ge geven». Als waardemassas zijn alle waren slechts bepaalde hoeveelheden gestolden arbeid De waarde zou dus konstant moeten blijven indien de voor haar productie noo- dige arbeidstijd konstant ware. Dit laatste verandert evenwel met iedere verandering in het voortbrengend vermogen van den ar beid». (Dus invloed van de techniek). ONTLEDING VAN HET RUILPROCES. Na de waarde aldus bepaald te hebben gaat Marx het ruilproces analyseeren, en hier komt hij tot een eigenaardige besta- tiging. Het normaal ruilproces volgt het schema Waar-Geld-Waar. Persoon A. bezit een waar, hetzij dat hij ze door eigen arbeid gewon nen heeft, of door een vorigen ruil verkre gen. Hij ontmoet persoon B. die een andere waar bezit. Zoo A. nu de waar van B. ver langt en B. deze van A. zullen zij hun waren uitwisselen, eerst rechtstreeks, later in een hoogere ontwikkelingstrap van de maat schappij onrechtstreeks, met geld als verge- lijkingsfaktor. Doch in de huidige economische verhou dingen bestatigen wij dat het ruilproces heel dikwijls een anderen vorm gaat aannemen Geld-Waar-Geld. Op het eerste zicht schijnt dit absoluut geen reden van bestaan te kun nen hebben Waarom, inderdaad, zou ie mand die 100 fr. bezit deze som gaan uit wisselen tegen een waar, en deze op haar beurt tegen 1 00 fr. De werkelijkheid doet ch echter heel anders voor, in dien zin, dat het tweede G. geen 100 fr., zal zijn .nu^r bvb. 110 of 120. Dus de waarde van de ./aar(W) vergroot. Hoe kunnen wij nu u léggen dat de waar tusschen het eerste p.oces (G-W) en het tweede (W-G) een roo.ere waarde verkregen heeft, een meer waarde. .Je vaar schijnt hier plots zelfstandig op e treden en iets buiten zichzelf te schep pen: dat toch haarzelf is. Precies God de ader, die zich onderscheidt van God den Zoon en toch een persoon met hem vormt. Ja voor velen is zij misschien wel de Mam mon, maar in de economie kunnen wij haar moe.iijk zoo'n goddelijke scheppingsaktivi- teit toekennen. Laat ons echter nader ana lyseeren de waarde verkrijgt meer waarde. Waar kan deze haar oorsprong vinden. Reeds hooger hebben wij bestatigd dat alle waarde le herleiden is tot arbeid. En inderdaad hoe doet het ruilproces G-W-G zich in de wer kelijkheid voor. Een persoon die G. bezit, en geen onmiddellijke behoeften te voldoen een kapitalist dus, zal trachten met dat G. dat hij reeds bezit nog meer G. te verkrij gen. Daarom zal hij iets koopen dat G. pro duceert ;en er is slechts een waar die waar de oplevert arbeid. Hij koopt dus arbeidskracht op de markt. De intrinseque waarde van dezen arbeid, wordt, zooals voor alle waren, bepaald door den arbeid die het produceeren ervan ge kost heeft, door de kosten om den arbeider te produceeren, zijn bestaansmiddelen dus. Dat is dan ook wat de kapitalist aan den arbeider uitbetalen zal. Veronderstellen wij nu dat het bedrag noodig om het bestaan van den arbeider te verzekeren, de waarde van zes uren arbeid vertegenwoordigt. Zal de kapitalist den ar beider zes uren laten arbeiden en hem de waarde van dien arbeid uitbetalen onder vorm van loon. Weineen want dan zou al zijn moeite hem niets opgebracht hebben en in het proces G-W-G, ware het tweede G. even groot als het eerste. Wat hij zal doen is de arbeider bv. 9 of 1 2 uren laten arbeiden en hem slechts de waarde van zes uren arbeid uitbetalen. Wat de arbeider dan produceert gedurende de overige drie of zes uren, zal de kapitalist voor zichzelf houden, i.t voimt zijn meerwaarde. Ue meerwaarde is dus tegelijkertijd een ■jïm van uitbuiting van den arbeider (een deel e van wal liij produceert wordt hem 6n stolen) eh een noodzakelijke voorwaarde mi vergrooting van het kapitaal toe te laten. Hoe meer nu het kapitaal vermeerdert, hoe meer de verdeeiing van den arbeid en de aanwending van machiens (vorm van ka pitaal) toenemen. Hierdoor stijgt de con currente tusschen de arbeiders. Dan zijn zij genei hun ievensbenoodigheden in te krim pen en zich tegen een lageren prijs te ver- k'oopen. Zoo gaan zij een afgrijselijke toe- Komst te gemoet. Zoo komen wij tot de accumulatietheorie van het kapitaal, de Vereiendungstherie van het proletariaat Deze vormen den grondslag van het po litiek sociaal Marxisme. KRITISCHE BESCHOUWINGEN. Tegen het economisch Marxisme kunnen wij twee bezwaren laten gelden. Vooreerst dat zijn vertrekpunt valsch is en hierdoor heel de redeneering in duigen valt, en twee- dens dat de maatschappelijke en economi sche verhoudingen een heel andere ontwik keling opgegaan zijn dan dat Marx het voorspeld had. I). Kritiek van het waardebegrip. De moderne economie, indien zij er zelfs nooit in geslaagd is het eens te worden over den inhoud van het waardebegrip, weert ten stelligste de bepaling van Marx af. De waar de wordt immers door andere faktoren ge- konditionneerd Nuttigheid van de waar een nutteloos goed, al kost het nog zoo veel arbeid heeft geen waarde. Zeldzaamheid zekere waren, kosten geen arbeid en hebben nochtans een groote waarde omdat zij zeldzaam zijn. Psychologisch gesteldheid van den per soon die de waarde bezit of haar bezitten wil. l De huidige sociale toestanden wijzen erop dat de ontwikkeling zich niet voltrok ken heeft zooals zij door Marx voorzien .3rd (als gevolg van logische deductie van de waardeleer). Wat in zijn tijd, zijn theorie scheen te staven is een voorbijgaande toe- s and geweest, te wijten aan de eerste aan wending van machienes. Deze toestand riep dan uit tot algemeen ge.dende wet. Hij kon echter niet voorzien, en dit was inder daad nie. aan le nemen zonder het histo risch rnaterialhme te verloochenen, dat de menschelijke wil zou ingeschakeld worden, onder vorm van syndicai.sme en sociale wet- ('t vervolgt) ^^5 Een kijkje op de nokvolle zaal. Het bureel was voorgezeten door M. H. Lahaye, voorzitter der cantonale Fe deratie der L.J.W., met aan zijne zijde de Heeren Julius Hoste, minister van Openbaar Onderwijs Victor De La veleye, voorzitter van den Liberalen Landsraad Dr Armand De Weerdt, onder-voorzitter van den Liberalen Landsraad Adolf Van Glabbeke, volksvertegenwoordiger uit Oostende Léonce V an Alleynnes, voorzitter der Liberale Federatie van het arrondisse ment Yper Arthur Lahaye, onder voorzitter der Lib. Fed. van het arr. Openbaar Onderwijs en den kranigen voorzitter onzer dierbare Liberale Par tij te mogen verwelkomen. Het is een eer voor ons dat zij zich gewaardigden deel te maken van onze successen en het zal voor mij en mijne vrienden een spoorslag zijn om voort te gaan op den ingeslagen weg, want wij zullen onver moeibaar voortgaan met te propagee- ren voor ons ideaal van Vrijheid, Ver antwoordelijkheid en Solidariteit, en onze arme misleide vrienden, misleid door de ronkende maar holklinkende zinnen van L. Degrelle, terug op het goede pad te brengen Hij dankt in de treffendste bewoor dingen Minister Hoste voor het terug winnen onzer Ylaamsche rechten. «\tij begroeten in Hem de vader der Vlaam- sche Universiteit van Gent (een war me ovatie, die lang aanduurt, onder- I breekt hier den spreker). Zijn rede voorzettend, huldigt hij jV. De Laveleye, voor zijn prachtig werk van reorganisatie. Hij is er toe gekomen, zegt hij, door zijn wilskracht en zijn plichtsbe sef, een einde te stellen aan den fatalen vooruitgang van Rex. Tusschen den eerlijken strijder en verdediger onzer democratische vrijheden en den avon turier die wanorde tracht te zaaien in het land, heeft het Belgische volk we ten te kiezen I Spreker stelt vervolgens den Heer Van Glabbeke voor wiens lof hij niet meer hoeft te herhalen, want ieder Po- peringhenaar kent onzen Adolf En wie kent er Dr Arm. De Weerdt niet, vervolgt spreker, de wilskrachti ge leider uit Meenen, wie geen enkele hinderpaal hem kan deeren op den weg die onze idealen hooger op moet bren gen en daarom ook kan ik het besluit van den Nationalen Landsraad, hem benoemend tot onder-voorzitter voor het Vlaamsch gedeelte, niet genoeg toe juichen Spreker eindigt daarop met de toe hoorders op te loepen hun vertrouwen te geven aan de L.'berale Partij, wanr den dag is niet ver meer af, zegt hij. dat de vrijheid zai zegevieren over de genen die bij ons de dictatuur en de wanorde willen invoeren (Een ge-

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1937 | | pagina 1