De Kroon Set Symbool der Eenheid van Millioenen De nieuwe Koning van Engeland. Neutraliteit en Volkenbond. Koning Leopold III in de Zuidergrensstreek van West-Vlaanderen. 17 JAAR. NUMMER 21. WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ZONDAG 23 MEI 1937. ABONNEMENTEN Men abonneert op alle belgische postkantooren. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN GEBROEDERS DUPONT Yperstraat, 2, POPERINGHE. AANKONDIGINGEN NA DE ENGELSCHE KRONING. ZOO LUIDDEN DE WOORDEN VAN GEORGE VI IDEEN EN DOCUMENTEN HOE IS DE STAD GENT ONTSTAAN door Prof. Dokter Hans Van Werveke. EEN KONING BEZOEKT ZIJN VOLK HOE OUD ZIJN ONZE REGIMENTEN. WIE BRENGT ER ONS EEN NIEUW ABONNENT AAN EEN BEZOEK AAN DE EEUWELINGE VAN HEESTERT I Pas om 6 uur kwam de Koning te Meenen aan. Honderden vlaggen wap GOEDE BIJVERDIENSTE. ALLE SCHILDERWERKEN EMILE DEN UT, YPERSTRAAT, 42, POPERINGHE. GAZET VAK P0PERIH6HE Jaar. per post16 fr. Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika30 fr. Losse Nummers 0.25 fr. De postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hen bedient, en niet aan ons. Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. Uitgevers-Eigenaars Postcheck 484.59 Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen Donderdag middag. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag. Naamlooze ingezonden artikels worden iD de scheurmand gegooid. Per regel 1.00 h. (minimum 3.00 fr.) Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen r-e- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. Het verloop der Kroningsfeesten te Londen heeft aan de stoutste verwach tingen beantwoord. Over de hooge beetekenis van dit weergalooze praalvertoon is men het thans over heel de wereld wel volko men ééns. Zelfs de weinigen die 't met leede oogen hebben kunnen aanzien, moeten erkennen dat het geen vergoddelijking van één enkelen mensch gold, maar de verheerlijking door een heel volk van zijn eigen souvereiniteit. Onmiddellijk na afloop van de plechtigheid zei Koning George voor heel de wereld die hem door de radio beluisteren kon De kroon is het symbool der éénheid van millioenen wezens. Door de genade Gods en de wil der vrije volken van het keizerrijk, heb ik de verantwoordelijkheid van deze kroon aanvaard Terwille van de eeuwenoude traditie beschouwt George VI zich nog als door God tot Koning uitverkoren,maar aan de opvattingen van macht en ge zag van heden beantwoordt hij vol komen door zijn kroon ook te danken aan den vrijen wil van zijn volk. In een hoeveel waardiger houding staat een volk niet tegenover zulk een grondwettelijken vorst dan tegenover een dictator naar de tegenwoordige anti-parlementaire, absolutistische op vattingen Laat de Koning onafzetbaar zijn en Iaat zijn waardigheid automatisch op zijn nakomelingen overgaan de macht om hem af te stellen blijft ten allen tijde toch in de handen van de Natie. Kon driehonderd jaar geleden al, in hetzelfde Engeland, waar de monarchie toch steeds het diepst in de politieke zeden geworteld heeft, Cromwell niet de Republiek uitroepen en den Koning Karei I, den grooten beschermer van onzen Van Dyck, naar 't schavot zen den Het verzet, door Cromwell tegen de kroon ontketend was meer wat men in Spanje een pronunciamento noemt een militaire opstand, en zeker heeft het aan de Engelsche natie veel bloed afgetapt. Maar wat beteekende deze en iedere andere revolutie in de geschie denis die tot het afzetten van een Ko ning leidde zelfs de Fransche en zelfs de Russische vergeleken bij wat we te verwachten zouden hebben van een poging van een modern-dicta toriaal geregeerd volk om zijn niet-ge- kroonden niet-gezalfden tyran weer kwijt te geraken Want dat behoort men steeds voor oogen te houden, als men zich voor af keer voor het parlementarisme en de ongebonden politieke vrijheid en dus door sympathie voor het absolutisme zou aangevochten voelen Dat de monarchie toch steeds voor waardelijk is, steeds blijft afhangen van den wil en de genade van de ge meenschap, en dat zij steeds aan het volk de vrije beschikking blijft laten over de middelen om haarzelf te ver nietigen. Terwijl de dictatuur begint met het volk alle wapens uit de hand te nemen die ooit tegen haar zouden kunnen worden gericht. Van een grondwettelijke regeering, van een Koning, van een Keizer, kan ieder volk zich ontdoen zonder ook maar één druppel bloed te moeten ver gieten. Legde de laatste Spaansche Ko ning, Alfonso XIII, zijn kroon niet ne der en verliet hij niet het land, toen de algemeene gemeenteraadsverkiezin gen een zoo sterke republikinsche meerderheid vertoond hadden Van een dictator echter kan een volk zich alleen nog maar bevrijden door een binnenlandschen oorlog, waarin 't vantevoren reeds door het absolutis tisch regiem geplaatst is in de positie van den steenen pot tegenover den ijzeren. Een moderne dictatuur is iets wat ge niet op de proef kunt nemen. Hebt ge ze eenmaal aanvaard, dan hebt ge haar ook te behouden. N. G. Verleden week dus heeft de Kro ningsplechtigheid van den nieuwen Koning van Engeland plaats gehad. I en behoeve onzer lezers hebben wij, naar gegevens van Engelsche bla den, enkele trekken verzameld uit het leven van het nieuwe vorstenpaar. Vooraleer, door den afstand der kroon onlangs door zijn broeder ge daan, Koning te worden was prins Al- bert, hertog van York, niet geroepen tot deze hooge bediening. Gedreven door zijne natuurlijke eigenschappen, had hij zich toegewijd aan de vloot. Daar heeft hij geleerd kalm en vast beraden te zijn, daar heeft hij proeven gegeven van heldhaftigen moed en van groot weerstandsvermogen. Doch te genslagen in zijn gezondheidstoestand beletten hem verder dienst te nemen op de vloot en dreven hem onwillekeu rig af naar de luchtvaart. Bij het uitbreken van den wereld oorlog 1914-18 had de prins dienst genomen op hel oorlogsschip Colling- wood. Hij was er echter slechts één maand op of hij moest zijn dienst ver laten om plaats te gaan nemen op de operatietafel eener kliniek te Aberdeen voor hetgene men dacht te zijn een appendicitis. De blinde darm werd weggenomen, doch de genezmg ging niet spoedig vooruit en dit omdat men zich misgrepen had over de oorzaak zijner kwaal. In Februari 1915 was zijn toestand toch weer goed genoeg om zijn dienst te hernemen en hij nam weer plaats op zijn schip. Maar negen maanden lang moest hij vruchteloos lijden onder de knaging van een ziekte die de ge neesheeren noch te bepalen noch te genezen wisten. Veer moest hij zich aan wal gaan verzorgen, doch een paar weken voor den befaamden zeeslag van Jutland, was hij weer aan boord. Hij zou aan dit zeegevecht deelnemen in het voor torentje van de Collingwood. Eerst kregen zij een duitsch schip in 't zicht dat beschoten werd en men denkt dat het geraakt werd en gezon ken is maar daarop kwam de duitsche vloot in 't zicht. Deze zette den slag in met een aanval op het vijfde skwa- dron waarin de Collingwood zat neven de Colossus. Deze beide schepen vuur den tegelijkertijd op een duitschen Derfflinger en deze stond weldra in brand. Kort daarna trok de duitsche vloot, beschermd door een kunstmati- gen mist, af. Maar de Collingwood had acht en vijftig schoten gelost en volgens getuigenis van bevoegde man nen moest men van ijzer en staal zijn om uur na uur in dat torentje te blij ven gedurende dit oorlogswerk. En niettegenstaande de ongekende kwaal hem gedurig folterde werd de prins meer dan eens in de berichten ver noemd om zijn kalmte en moed. Noch tans moest hij weer aan land, werd in verschillige hospitalen opgenomen, doch alle heelmiddelen bleven vruch teloos, tot men eindelijk in November 1917 vond eene ontsteking aan het duodenum. Na de nieuwe operatie, die daarop volgde, besloten de geneesheeren, tot zijn grootsten spijt, dat hij in de vloot niet meer mocht dienen. Hij ging dan over naar den luchtvaartdienst en leer de vliegen. Hij werd een zeer bevoegd vliegenier en bleef bij het vliegwezen tot aan den wapenstilstand op het front van Nancy. Lady Elisabeth, die later zijne vrouw- werd en thans Koningin is, had ook eene opleiding die karakter en zenu wen staalden, door de onvoorziene om standigheden van den oorlog. Hare ouders hadden in 't kasteel Glamis Castle een hospitaal voor oorlogsver- wonden ingericht. Hare zuster was er verpleegster, doch zij was te jong om deze bediening aan te gaan. Toch wil de zij hare diensten doen gelden zij babbelde met de soldaten, stak een handje toe in 't schotelhuis der keuken, maakte het de soldaten gemakkelijk, zij sprak hun het welkomswoord toe bij 't binnenbrengen en vaarwel bij het afreizen, deelde cigaretten uit en liet gramofoonplaten afrollen voor hen. En uit volle borst zong zij met hen de liedjes To Tipperary en We don't want to lose you Vier broeders had zij in den oorlog één ervan sneuvelde te Loos in Sep tember 1915; één ander werd ver mist en als dood beschouwd in 1917, doch hij was slechts krijgsgevangen en kwam na den wapenstilstand terug. Toen ze slechts 5 jaar oud was ont moette zij den prins en miek zulken diepen indruk op hem, dat hij, toen hij ze voor de tweede maal ontmoette, 1 3 jaar later, ze dadelijk herkende. In 1919 zette de prins dan weer zijn studiën voort en in 1920 kreeg hij zijn titel, Duke of York bekleedde zij ne plaats in het House of Lords en begon zijn vader en broeder te helpen in de plichten van de kroon. En wel dra kwam de hernieuwde kennisma king van deze die hij naar den troon zou voeren en de koninklijke ouders stemden met genoegen toe tot dit on gekunsteld huwelijk. In April 1926 werd hun een doch tertje geboren, dat de vermoedelijke troonopvolgster was, vooraleer men er aan dacht dat haar vader eerst zelf zou Koning worden. Van de prinses zegt men dat zij dadelijk innemend optreedt en aller harten wint. De prins is koeler bij de eerste aanraking, doch vooraleer men hem verlaat, is men evenzeer voor hem ingenomen als voor zijne echtgenoote. De Engelsche bevolking is vol be geestering voor het nieuwe vorsten paar. A. B. - Y. De Zweedsche staatsman M. Sand ler, heeft opnieuw ernstige verklaringen afgelegd omtrent de neutraliteit en hij heeft een radio-rede uigesproken, waar bij wij ons enkele momenten willen op houden. Het is een feit dat M. Sandler even als de Nederlandsche minister van bui- tenlandsche zaken, M. de Graeff, niet veel vertrouwen heeft in den Volken bond. Zeker en vast wordt het princiep van «-collectieve veiligheid niet ver worpen, maar in de gegeven omstan digheden wordt het aanzien als een on bereikbaar ideaal. De Belgische minis ter van buitenlandsche zaken M. Spaak bestempelde het princiep van collec tieve veiligheid met den naam van ideologie fumeuse hetgeen zeker geen plezier zal doen aan zijn partij genoot, senator Rolin, die nog steeds bij die droombeeldige gedachten ge bleven is. Maar komen wij terug tot de opvat tingen van M. Sandler. De Zweedsche minister meent dat de Volkenbond verplicht is de positie van neutraliteit te aanvaarden voor al de Skandinaafsche landen, die het be sluit hebben genomen eene gemeen schappelijke verklaring in dien zin af- te leggen. M. Sandler heeft het bijzonderlijk tegen de verplichtingen welke de Vol kenbond zou kunnen opleggen als ge volg van het beruchte artikel 1 6 van het Pakt. M. Sandler verwerpt al deze verplichtingen, niet alleen de militaire sancties en het recht van doorgang over het Zweedsch grondgebied, maar tevens deze van economischen aard. De twee eerste verplichtingen wer den reeds officieel verworpen door Zwitserland, toen dit land in den Vol kenbond werd opgenomen in 1920. Nederland deelt dezelfde meening als de Skandinaafsche landen en ver werpt alle verplichtingen, ingeslo.en de economische sancties. Tijdens zijn laatste redevoering ge houden in den Senaat verwerpt de Bel gische minister van buitenlandsche za ken de militaire verplichtingen en het recht van doorgang, maar heeft geen woord gerept omtrent de economische sancties. De eerste maal dat dergelijke eco nomische sancties gedeeltelijk werden genomen door den Volkenbond, het is te zeggen tijdens den oorlog tuschen Abessinie en Italië, werd den uitslag ervan als volstrekt ondoeltreffend aan zien. Zekere landen hebben stellig gewei gerd economische sancties te nemen, andere hebben slechts toegestemd in eenen gedeeltelijken maatregel. Ten slotte is men tot de bestatiging gekomen dat de economische sancties hun doel hebben gemist. Alleen de kleine Staten, die deze sancties eerlijk hadden nageleefd, werden het slacht offer van hunne loyauteit. De Zweedsche minister meent dat dergelijke avonturen niet meer mogen overkomen aan zijn land, en daarom wenschen de kleine Skandinaafsche landen, van heden af eene stellige ver klaring af te leggen en hun neutrale houding officieel te betalen. Het is te voorzien dat de kwestie van het overeenbrengen van de begrip pen van neutraliteit met deze van de internationale solidariteit, zooals ze door den Volkenbond wordt voorge steld in de aanstaande zittingen van het Geneefsch organisme zal bespro ken worden. De kleine Staten van Eu ropa zullen eischen, dat de Volken bond geene grotere verplichtingen zou opleggen dan deze, welke zij redelij kerwijze kunnen dragen. Het is bijna zeker dat ook Belgie zich zal aansluiten bij de zienswijze van de Skandinaafsche landen en het initiatief van M. Sandler zal steunen te Genève. Zoodoende zullen de kleine Staten niet alleen hunne eigen belangen be hartigen, maar zij zullen tevens een factor daarstellen van den vrede in Europa. De neutraliteit der kleine lan den zal grootelijks de possibiliteit ont nemen aan de groote mogendheden, van elkander nogmaals te lijve te gaan. De bijzonderste wegen zullen door de neutrale strooken worden afgesne den of grootelijks belemmerd. De samenwerking der neutrale sta ten zal een machtig remblok daarstel len tegen eenen nieuwen oorlog, daar geen aanvallende mogendheid het op zich zal durven nemen, zich den weer stand van de neutrale staten op den hals te halen. De kleine neutrale landen vormen samen reeds een machtig bloc waar mede niet alleen zal dienen te worden afgerekend als zedelijke factor maar dat tevens eenen ernstigen militairen en economischen weerstand zal daar stellen. De schending van Belgie's neutrali teit in 1914 was reeds een harde les voor Duitschland. De solidariteit der kleine landen zou nog een ernstiger beteekenis kunnen aannemen. G. v. B. Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten titel van documentatie. Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren. rN- Korrespondenten van 1DEFF.N EN DOKUMENTEN worden vriendelijk verzocht ..n bijdragen in te dienen bij den Heer Kilaire LAHAYE. Vraagt men den Gentenaar, wat het oud ste deel van zijn stad is, dan antwoordt hij zonder aarzelen de Kuip van Gent Daardoor verstaat hij het eiland gevormd door de Leie, de Schelde (Reep) en de Ke- telvest. Daar verrijzen de oudste openbare gebouwen, belfort, halle, stadhuis, daar lig gen de markten. Het is zonder twijfel de kern van de stad. Toch is het antwoord niet heelemaal juist. Als er in de geschiedenis voor de eerste maal gewag gemaakt wordt van een bevol- kingsgroepeering te Gent, die men als de kiem van de stad mag beschouwen, dan wordt ze in de Latijnsche teksten (er zijn er geen andere op dat oogenblik) portus genoemd. Dit woord beteekent haven handelsplaats Poorter middeleeuwsch woord voor burger is er uit afgeleid. Het Gentsche portus komt voor de eer ste maal voor in een schenkingsoorkonde van den graaf van Vlaanderen Arnulf den Groote voor de Sint Pietersabdij. Zij dag- teekent van 94 I zoodat we, bij gebrek aan een stichtingsdatum voor onze stad, binnen vier jaren de duizendste verjaring zouden kunnen vieren van haar eerste vermelding in de geschiedschrijving. Het blijkt nu dat de «portus» niet heele maal in de Kuip van Gent lag, dat het zich ook gedeeltelijk op den linkeroever van de Leie uitstrekte, juister nog, dat het zich aan beide zijden van die rivier ontwikkeld heeft, uitgaande van de strook tusschen de Gras- brug en de Sint Michielhelling. Dat was de oorspronkelijke «haven», en dat is de bin nenhaven van Gent gebleven de gansche mid deleeuwen en nieuwere tijden door. Wanneer de stad voor de eerste maal door verster- kingswerken omringd wordt (begin Xle eeuw), dan volgen deze in het zuiden de Ketelvest (een kanaal dat omtrent dienzelf den tijd moet gegraven zijn), in het oosten de Schelde, in het noorden de Leie, en in het westen de (thans gedempte Houtlei), zoodat niet alleen de Kuip van Gent daarin begrepen was, maar ook de strook, die wij gemakshalve de Sint Michielswijk zullen noe men. Op het einde van de IXe eeuw of in het begin van de Xe eeuw zijn er dus handelaars die zich op de beide Leieoevers komen vesti gen, en die er aanlegplaatsen voor hun sche pen en stapelplaatsen voor hun koopwaren opgericht hebben. De vraag is nu waarom hebben zij juist dat bepaalde punt uitgeko zen Men merke namelijk op, dat de kiem van het oudste Gent niet te zoeken is op de plaats waar Leie en Schelde samenvloeien, maar ongeveer 1600 m. stroomopwaarts langs deze laatste rivier. Hier komt de vergelijkende geschiedenis ons ter hulp. Wijlen prof. Pirenne heeft in verschillende studiën aangetoond, dat in onze gewesten de steden in regel ontstaan zijn uit een handelsnederzetting («portus»), die zich aan den voet van een versterkte plaats ge vormd heeft, welke de teksten «castrum» of «castellum» noemen. Dergelijke versterkin gen werden sedert de invallen der Noor mannen door de gewestelijke graven opge richt om de bevolking van de streek onder komen en bescherming te verschaffen. De plaats van een stad wordt dan ook door twee voorwaarden bepaald zij moet ge schikt zijn voor den handel en vlak bij een versterkt punt gebouwd zijn. Deze «castra» en «castella» moet men zich allerminst als burchten in den aard van ons Gravenkasteel voorstellen, dat in zijn huidig uitzicht pas van I I 80 dagteekent. Het waren veeleer ta melijk uitgestrekte gebieden, omringd door grachten of waterloopen, voorzien van aar den omwallingen, waarbinnen zich een ste vig blokhuis bevond, benevens voorraadschu ren en dergelijke gebouwen. Ook te Gent is er zulk een «castrum» ge weest. Het strekte zich uit langs de Leie, van af de Vischmarkt tot aan het Sluizeken. Het omvatte dus in hoofdzaak het Veerle- plein, de Steenstraat en den Oudburg. Deze laatste naam herinnert nog aan die vroegere toestanden het «castrum», de burg van den graaf, die ouder is, wordt tegenover het «portus» geplaatst, dat op zijn beurt als een burg, als een nieuwe burg wordt be schouwd. In het Gentsche «castrum» bevond zich I een stevig versterkt gebouw. Men kan het nu nog met eenige verbeeldingskracht weer samenstellen het is de kelder van den hui- digen meesten toren van van 's Gravensteen het zit thans weggedoken in het heuveltje dat Filips van den Elzas in 1 180 opwierp om zijn nieuw kasteel te bouwen. Weet gij dat bij ons de kern van verscheidene regimenten reeds vóór I 830 bestond De Ie, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e, 8e. 9e, 1 0e en 11e linieregimenten werden op 16 October 1830 opgericht het 12e linieregiment kwam op 31 Maart 1831 tot stand, de 13e en 14e liniere gimenten volgden op 29 Januari 1874. Het eerste regiment onbereden ja gers werd op 29 Januari 1874 gevonnu de 2e en 3e regimenten onbereden ja gers bestonden van 30 Maart 1831 af het regiment karabiniers werd op 1 November 1830 opgericht de le en 2e regimenten bereden jagers op 24 October 1830, evenals de 1 e en 3e regimenten lansiers het 2e regiment lansiers werd op 27 October 1830 op gericht, het regiment gidsen op 24 Ja nuari 1833 en het 4e regiment lansiers op 16 Juni 1836. Het Ie, 2e en 3e regiment artillerie werd op 21 Februari 1836 samenge steld het 4e regiment artillerie op 29 Januari 1874. Tijdens den oorlog werden al deze regimenten gesplitst na den wapen stilstand werden de gesplitste eenheden echter ontbonden. In 1930 kwamen de Ardeensche ja gers tot stand. De Koning heeft Dinsdag een be zoek gebracht aan de grensstreek van het Zuiden van Wcst-Vlaanderen. Kort na drie uur kwam hij aan te Kortrijk, komend van Zoute. Hij werd ontvan gen door den burgemeester, den heer Mayeur. In Kortrijk waren de huizen be- vlagd met de Belgische driekleur, de Kortrijksche- en de leeuwenvlag. Op de Groote Markt waren de inwoners van de stad samengeloopen. Vooraan stonden de schoolkinderen geschaard, en in het midden het magistraat. Terwijl de Koning een kroon ging neerleggen aan den voet van het Doo- denmonument, brak de geestdriftige menigte doorheen het politiecordon, zoodanig dat de Koning zich te midden van de geestdriftige massa een weg moest banen naar zijn auto. Dan reed de Koning doorheen het blankstaande land, onder spandoeken met welkomstleuzen, naar Spiere, waar hij eveneens door de bevolking werd begroet. Aan de zuiveringsstatie van 1 de waters van de Spiere werd hij op gewacht door de ministers De Man en Van Isacker, waarbij zich minister Mer- lot en zijn kabinetsoverste Bollengier hadden gevoegd, evenals de heer Baels gouverneur van de provincie en Del- fosse en d'Espierres, burgemeester. Na een grondig bezoek van de in- stelling begaf de Koning zich naar Her- seeuw. Het was reeds over 4 uur ge worden. Te Herseeuw bezocht de vorst j de in aanbouw zijnde Christus-Koning kerk. Te Moescroen had hij reeds een aanzienlijke vertraging, verooizaakt door de groote volksmenigten die Hem overal op zijn weg begroetten. Daar was hij verplicht op het perron van het stadhuis het gejuich van de volksme nigte te beantwoorden met een vrien delijken en langdurigen groet. perden aan de vensters, en de straten stonden volgepropt met een geestdrif tige en juichende menigte. Van daar ging hij terug naar Kort rijk, langs Wevelghem, waar I 4 leger vliegtuigen stonden opgesteld, en de Koning de lucht-troepen schouwde. Het was zeven uur toen de Koning Kortrijk verliet met bestemming naar Brussel. Te Heestert echter werd hij letterlijk opgehouden door de inwo ners van het dorpje, die een primitie ven triomfboog hadden opgericht, en den weg hadden versperd. De Koning stapte uit en werd door de inwoners letterlijk naar de herberg In den Ja ger gevoerd waar de 101-jarige Mevr. Vervaecke woonde, waarmede de Koning een vriendelijk gesprek had, tijdens hetwelk de kranige eeuwelinge aan den Koning vertelde, dat zij nog dagelijks haar biertje drinkt. Zij bood den Koning dan ook een pint bier aan, en na het bezoek werd gastvrouw en gast door den plaatselij ken fotograaf getrokken na de op merking Pas op, niet bougeeren Bij zijn vertrek werd de Koning nog maals jubelend begroet door de bevol king, terwijl de St-Cecilia-fanfare zich ten tweede male, liet hooren. Nieuw Viaamsch Tijdschrift zoekt ern- stige personen der beide geslachten, in elke streek, welke zich THUIS in vrije uren wil len bezig houden met adressen schrijven en rekiaambrieven verzenden. Vraag schriftelijk de gunstige voorwaarden aan Publicit. Nr. 33, VVeivaartstraat, 12)A, OOLEN.

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1937 | | pagina 1