De Kroon Set Symbool der
Eenheid van Millioenen
De nieuwe Koning van Engeland.
Neutraliteit en Volkenbond.
Koning Leopold III in de Zuidergrensstreek
van West-Vlaanderen.
17 JAAR. NUMMER 21.
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN.
ZONDAG 23 MEI 1937.
ABONNEMENTEN
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN
GEBROEDERS DUPONT
Yperstraat, 2, POPERINGHE.
AANKONDIGINGEN
NA DE ENGELSCHE KRONING.
ZOO LUIDDEN DE WOORDEN VAN GEORGE VI
IDEEN EN DOCUMENTEN
HOE IS DE STAD GENT ONTSTAAN
door Prof. Dokter Hans Van Werveke.
EEN KONING BEZOEKT ZIJN VOLK
HOE OUD ZIJN
ONZE REGIMENTEN.
WIE BRENGT ER ONS EEN NIEUW
ABONNENT AAN
EEN BEZOEK AAN DE EEUWELINGE VAN HEESTERT
I
Pas om 6 uur kwam de Koning te
Meenen aan. Honderden vlaggen wap
GOEDE BIJVERDIENSTE.
ALLE SCHILDERWERKEN
EMILE DEN UT,
YPERSTRAAT, 42, POPERINGHE.
GAZET VAK P0PERIH6HE
Jaar. per post16 fr.
Congo 25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Losse Nummers 0.25 fr.
De postabonnenten in Belgie, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat hen bedient, en niet aan ons.
Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een postzegel voor ant
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
Postcheck 484.59 Telefoon 180
leder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen Donderdag middag.
Kleine berichten tegen den Vrijdag middag.
Naamlooze ingezonden artikels worden iD
de scheurmand gegooid.
Per regel 1.00 h.
(minimum 3.00 fr.)
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen r-e-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
Het verloop der Kroningsfeesten te
Londen heeft aan de stoutste verwach
tingen beantwoord.
Over de hooge beetekenis van dit
weergalooze praalvertoon is men het
thans over heel de wereld wel volko
men ééns.
Zelfs de weinigen die 't met leede
oogen hebben kunnen aanzien, moeten
erkennen dat het geen vergoddelijking
van één enkelen mensch gold, maar de
verheerlijking door een heel volk van
zijn eigen souvereiniteit.
Onmiddellijk na afloop van de
plechtigheid zei Koning George voor
heel de wereld die hem door de radio
beluisteren kon
De kroon is het symbool der
éénheid van millioenen wezens. Door
de genade Gods en de wil der vrije
volken van het keizerrijk, heb ik de
verantwoordelijkheid van deze kroon
aanvaard
Terwille van de eeuwenoude traditie
beschouwt George VI zich nog als
door God tot Koning uitverkoren,maar
aan de opvattingen van macht en ge
zag van heden beantwoordt hij vol
komen door zijn kroon ook te danken
aan den vrijen wil van zijn volk.
In een hoeveel waardiger houding
staat een volk niet tegenover zulk een
grondwettelijken vorst dan tegenover
een dictator naar de tegenwoordige
anti-parlementaire, absolutistische op
vattingen
Laat de Koning onafzetbaar zijn en
Iaat zijn waardigheid automatisch op
zijn nakomelingen overgaan de
macht om hem af te stellen blijft ten
allen tijde toch in de handen van de
Natie.
Kon driehonderd jaar geleden al, in
hetzelfde Engeland, waar de monarchie
toch steeds het diepst in de politieke
zeden geworteld heeft, Cromwell niet
de Republiek uitroepen en den Koning
Karei I, den grooten beschermer van
onzen Van Dyck, naar 't schavot zen
den
Het verzet, door Cromwell tegen de
kroon ontketend was meer wat men in
Spanje een pronunciamento noemt
een militaire opstand, en zeker heeft
het aan de Engelsche natie veel bloed
afgetapt. Maar wat beteekende deze en
iedere andere revolutie in de geschie
denis die tot het afzetten van een Ko
ning leidde zelfs de Fransche en
zelfs de Russische vergeleken bij
wat we te verwachten zouden hebben
van een poging van een modern-dicta
toriaal geregeerd volk om zijn niet-ge-
kroonden niet-gezalfden tyran weer
kwijt te geraken
Want dat behoort men steeds voor
oogen te houden, als men zich voor af
keer voor het parlementarisme en de
ongebonden politieke vrijheid en dus
door sympathie voor het absolutisme
zou aangevochten voelen
Dat de monarchie toch steeds voor
waardelijk is, steeds blijft afhangen
van den wil en de genade van de ge
meenschap, en dat zij steeds aan het
volk de vrije beschikking blijft laten
over de middelen om haarzelf te ver
nietigen.
Terwijl de dictatuur begint met het
volk alle wapens uit de hand te nemen
die ooit tegen haar zouden kunnen
worden gericht.
Van een grondwettelijke regeering,
van een Koning, van een Keizer, kan
ieder volk zich ontdoen zonder ook
maar één druppel bloed te moeten ver
gieten. Legde de laatste Spaansche Ko
ning, Alfonso XIII, zijn kroon niet ne
der en verliet hij niet het land, toen
de algemeene gemeenteraadsverkiezin
gen een zoo sterke republikinsche
meerderheid vertoond hadden
Van een dictator echter kan een volk
zich alleen nog maar bevrijden door
een binnenlandschen oorlog, waarin 't
vantevoren reeds door het absolutis
tisch regiem geplaatst is in de positie
van den steenen pot tegenover den
ijzeren.
Een moderne dictatuur is iets wat
ge niet op de proef kunt nemen. Hebt
ge ze eenmaal aanvaard, dan hebt ge
haar ook te behouden.
N. G.
Verleden week dus heeft de Kro
ningsplechtigheid van den nieuwen
Koning van Engeland plaats gehad.
I en behoeve onzer lezers hebben
wij, naar gegevens van Engelsche bla
den, enkele trekken verzameld uit het
leven van het nieuwe vorstenpaar.
Vooraleer, door den afstand der
kroon onlangs door zijn broeder ge
daan, Koning te worden was prins Al-
bert, hertog van York, niet geroepen
tot deze hooge bediening. Gedreven
door zijne natuurlijke eigenschappen,
had hij zich toegewijd aan de vloot.
Daar heeft hij geleerd kalm en vast
beraden te zijn, daar heeft hij proeven
gegeven van heldhaftigen moed en van
groot weerstandsvermogen. Doch te
genslagen in zijn gezondheidstoestand
beletten hem verder dienst te nemen
op de vloot en dreven hem onwillekeu
rig af naar de luchtvaart.
Bij het uitbreken van den wereld
oorlog 1914-18 had de prins dienst
genomen op hel oorlogsschip Colling-
wood. Hij was er echter slechts één
maand op of hij moest zijn dienst ver
laten om plaats te gaan nemen op de
operatietafel eener kliniek te Aberdeen
voor hetgene men dacht te zijn een
appendicitis. De blinde darm werd
weggenomen, doch de genezmg ging
niet spoedig vooruit en dit omdat men
zich misgrepen had over de oorzaak
zijner kwaal.
In Februari 1915 was zijn toestand
toch weer goed genoeg om zijn dienst
te hernemen en hij nam weer plaats
op zijn schip. Maar negen maanden
lang moest hij vruchteloos lijden onder
de knaging van een ziekte die de ge
neesheeren noch te bepalen noch te
genezen wisten.
Veer moest hij zich aan wal gaan
verzorgen, doch een paar weken voor
den befaamden zeeslag van Jutland,
was hij weer aan boord. Hij zou aan
dit zeegevecht deelnemen in het voor
torentje van de Collingwood.
Eerst kregen zij een duitsch schip
in 't zicht dat beschoten werd en men
denkt dat het geraakt werd en gezon
ken is maar daarop kwam de duitsche
vloot in 't zicht. Deze zette den slag
in met een aanval op het vijfde skwa-
dron waarin de Collingwood zat neven
de Colossus. Deze beide schepen vuur
den tegelijkertijd op een duitschen
Derfflinger en deze stond weldra in
brand. Kort daarna trok de duitsche
vloot, beschermd door een kunstmati-
gen mist, af. Maar de Collingwood
had acht en vijftig schoten gelost en
volgens getuigenis van bevoegde man
nen moest men van ijzer en staal zijn
om uur na uur in dat torentje te blij
ven gedurende dit oorlogswerk. En
niettegenstaande de ongekende kwaal
hem gedurig folterde werd de prins
meer dan eens in de berichten ver
noemd om zijn kalmte en moed. Noch
tans moest hij weer aan land, werd in
verschillige hospitalen opgenomen,
doch alle heelmiddelen bleven vruch
teloos, tot men eindelijk in November
1917 vond eene ontsteking aan het
duodenum.
Na de nieuwe operatie, die daarop
volgde, besloten de geneesheeren, tot
zijn grootsten spijt, dat hij in de vloot
niet meer mocht dienen. Hij ging dan
over naar den luchtvaartdienst en leer
de vliegen. Hij werd een zeer bevoegd
vliegenier en bleef bij het vliegwezen
tot aan den wapenstilstand op het front
van Nancy.
Lady Elisabeth, die later zijne vrouw-
werd en thans Koningin is, had ook
eene opleiding die karakter en zenu
wen staalden, door de onvoorziene om
standigheden van den oorlog. Hare
ouders hadden in 't kasteel Glamis
Castle een hospitaal voor oorlogsver-
wonden ingericht. Hare zuster was er
verpleegster, doch zij was te jong om
deze bediening aan te gaan. Toch wil
de zij hare diensten doen gelden zij
babbelde met de soldaten, stak een
handje toe in 't schotelhuis der keuken,
maakte het de soldaten gemakkelijk,
zij sprak hun het welkomswoord toe
bij 't binnenbrengen en vaarwel bij het
afreizen, deelde cigaretten uit en liet
gramofoonplaten afrollen voor hen. En
uit volle borst zong zij met hen de
liedjes To Tipperary en We don't
want to lose you
Vier broeders had zij in den oorlog
één ervan sneuvelde te Loos in Sep
tember 1915; één ander werd ver
mist en als dood beschouwd in 1917,
doch hij was slechts krijgsgevangen en
kwam na den wapenstilstand terug.
Toen ze slechts 5 jaar oud was ont
moette zij den prins en miek zulken
diepen indruk op hem, dat hij, toen
hij ze voor de tweede maal ontmoette,
1 3 jaar later, ze dadelijk herkende.
In 1919 zette de prins dan weer zijn
studiën voort en in 1920 kreeg hij zijn
titel, Duke of York bekleedde zij
ne plaats in het House of Lords en
begon zijn vader en broeder te helpen
in de plichten van de kroon. En wel
dra kwam de hernieuwde kennisma
king van deze die hij naar den troon
zou voeren en de koninklijke ouders
stemden met genoegen toe tot dit on
gekunsteld huwelijk.
In April 1926 werd hun een doch
tertje geboren, dat de vermoedelijke
troonopvolgster was, vooraleer men er
aan dacht dat haar vader eerst zelf
zou Koning worden.
Van de prinses zegt men dat zij
dadelijk innemend optreedt en aller
harten wint. De prins is koeler bij de
eerste aanraking, doch vooraleer men
hem verlaat, is men evenzeer voor hem
ingenomen als voor zijne echtgenoote.
De Engelsche bevolking is vol be
geestering voor het nieuwe vorsten
paar.
A. B. - Y.
De Zweedsche staatsman M. Sand
ler, heeft opnieuw ernstige verklaringen
afgelegd omtrent de neutraliteit en hij
heeft een radio-rede uigesproken, waar
bij wij ons enkele momenten willen op
houden.
Het is een feit dat M. Sandler even
als de Nederlandsche minister van bui-
tenlandsche zaken, M. de Graeff, niet
veel vertrouwen heeft in den Volken
bond. Zeker en vast wordt het princiep
van «-collectieve veiligheid niet ver
worpen, maar in de gegeven omstan
digheden wordt het aanzien als een on
bereikbaar ideaal. De Belgische minis
ter van buitenlandsche zaken M. Spaak
bestempelde het princiep van collec
tieve veiligheid met den naam van
ideologie fumeuse hetgeen zeker
geen plezier zal doen aan zijn partij
genoot, senator Rolin, die nog steeds
bij die droombeeldige gedachten ge
bleven is.
Maar komen wij terug tot de opvat
tingen van M. Sandler.
De Zweedsche minister meent dat
de Volkenbond verplicht is de positie
van neutraliteit te aanvaarden voor al
de Skandinaafsche landen, die het be
sluit hebben genomen eene gemeen
schappelijke verklaring in dien zin af-
te leggen.
M. Sandler heeft het bijzonderlijk
tegen de verplichtingen welke de Vol
kenbond zou kunnen opleggen als ge
volg van het beruchte artikel 1 6 van
het Pakt. M. Sandler verwerpt al deze
verplichtingen, niet alleen de militaire
sancties en het recht van doorgang
over het Zweedsch grondgebied, maar
tevens deze van economischen aard.
De twee eerste verplichtingen wer
den reeds officieel verworpen door
Zwitserland, toen dit land in den Vol
kenbond werd opgenomen in 1920.
Nederland deelt dezelfde meening
als de Skandinaafsche landen en ver
werpt alle verplichtingen, ingeslo.en de
economische sancties.
Tijdens zijn laatste redevoering ge
houden in den Senaat verwerpt de Bel
gische minister van buitenlandsche za
ken de militaire verplichtingen en het
recht van doorgang, maar heeft geen
woord gerept omtrent de economische
sancties.
De eerste maal dat dergelijke eco
nomische sancties gedeeltelijk werden
genomen door den Volkenbond, het is
te zeggen tijdens den oorlog tuschen
Abessinie en Italië, werd den uitslag
ervan als volstrekt ondoeltreffend aan
zien.
Zekere landen hebben stellig gewei
gerd economische sancties te nemen,
andere hebben slechts toegestemd in
eenen gedeeltelijken maatregel.
Ten slotte is men tot de bestatiging
gekomen dat de economische sancties
hun doel hebben gemist. Alleen de
kleine Staten, die deze sancties eerlijk
hadden nageleefd, werden het slacht
offer van hunne loyauteit.
De Zweedsche minister meent dat
dergelijke avonturen niet meer mogen
overkomen aan zijn land, en daarom
wenschen de kleine Skandinaafsche
landen, van heden af eene stellige ver
klaring af te leggen en hun neutrale
houding officieel te betalen.
Het is te voorzien dat de kwestie
van het overeenbrengen van de begrip
pen van neutraliteit met deze van de
internationale solidariteit, zooals ze
door den Volkenbond wordt voorge
steld in de aanstaande zittingen van
het Geneefsch organisme zal bespro
ken worden. De kleine Staten van Eu
ropa zullen eischen, dat de Volken
bond geene grotere verplichtingen zou
opleggen dan deze, welke zij redelij
kerwijze kunnen dragen.
Het is bijna zeker dat ook Belgie
zich zal aansluiten bij de zienswijze
van de Skandinaafsche landen en het
initiatief van M. Sandler zal steunen
te Genève.
Zoodoende zullen de kleine Staten
niet alleen hunne eigen belangen be
hartigen, maar zij zullen tevens een
factor daarstellen van den vrede in
Europa. De neutraliteit der kleine lan
den zal grootelijks de possibiliteit ont
nemen aan de groote mogendheden,
van elkander nogmaals te lijve te gaan.
De bijzonderste wegen zullen door
de neutrale strooken worden afgesne
den of grootelijks belemmerd.
De samenwerking der neutrale sta
ten zal een machtig remblok daarstel
len tegen eenen nieuwen oorlog, daar
geen aanvallende mogendheid het op
zich zal durven nemen, zich den weer
stand van de neutrale staten op den
hals te halen.
De kleine neutrale landen vormen
samen reeds een machtig bloc waar
mede niet alleen zal dienen te worden
afgerekend als zedelijke factor maar
dat tevens eenen ernstigen militairen
en economischen weerstand zal daar
stellen.
De schending van Belgie's neutrali
teit in 1914 was reeds een harde les
voor Duitschland. De solidariteit der
kleine landen zou nog een ernstiger
beteekenis kunnen aannemen.
G. v. B.
Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende
bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten
titel van documentatie.
Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons
het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren.
rN- Korrespondenten van 1DEFF.N EN DOKUMENTEN worden vriendelijk verzocht
..n bijdragen in te dienen bij den Heer Kilaire LAHAYE.
Vraagt men den Gentenaar, wat het oud
ste deel van zijn stad is, dan antwoordt hij
zonder aarzelen de Kuip van Gent
Daardoor verstaat hij het eiland gevormd
door de Leie, de Schelde (Reep) en de Ke-
telvest. Daar verrijzen de oudste openbare
gebouwen, belfort, halle, stadhuis, daar lig
gen de markten. Het is zonder twijfel de
kern van de stad.
Toch is het antwoord niet heelemaal
juist.
Als er in de geschiedenis voor de eerste
maal gewag gemaakt wordt van een bevol-
kingsgroepeering te Gent, die men als de
kiem van de stad mag beschouwen, dan
wordt ze in de Latijnsche teksten (er zijn
er geen andere op dat oogenblik) portus
genoemd. Dit woord beteekent haven
handelsplaats Poorter middeleeuwsch
woord voor burger is er uit afgeleid.
Het Gentsche portus komt voor de eer
ste maal voor in een schenkingsoorkonde
van den graaf van Vlaanderen Arnulf den
Groote voor de Sint Pietersabdij. Zij dag-
teekent van 94 I zoodat we, bij gebrek aan
een stichtingsdatum voor onze stad, binnen
vier jaren de duizendste verjaring zouden
kunnen vieren van haar eerste vermelding
in de geschiedschrijving.
Het blijkt nu dat de «portus» niet heele
maal in de Kuip van Gent lag, dat het zich
ook gedeeltelijk op den linkeroever van de
Leie uitstrekte, juister nog, dat het zich aan
beide zijden van die rivier ontwikkeld heeft,
uitgaande van de strook tusschen de Gras-
brug en de Sint Michielhelling. Dat was de
oorspronkelijke «haven», en dat is de bin
nenhaven van Gent gebleven de gansche mid
deleeuwen en nieuwere tijden door. Wanneer
de stad voor de eerste maal door verster-
kingswerken omringd wordt (begin Xle
eeuw), dan volgen deze in het zuiden de
Ketelvest (een kanaal dat omtrent dienzelf
den tijd moet gegraven zijn), in het oosten
de Schelde, in het noorden de Leie, en in
het westen de (thans gedempte Houtlei),
zoodat niet alleen de Kuip van Gent daarin
begrepen was, maar ook de strook, die wij
gemakshalve de Sint Michielswijk zullen noe
men.
Op het einde van de IXe eeuw of in het
begin van de Xe eeuw zijn er dus handelaars
die zich op de beide Leieoevers komen vesti
gen, en die er aanlegplaatsen voor hun sche
pen en stapelplaatsen voor hun koopwaren
opgericht hebben. De vraag is nu waarom
hebben zij juist dat bepaalde punt uitgeko
zen Men merke namelijk op, dat de kiem
van het oudste Gent niet te zoeken is op de
plaats waar Leie en Schelde samenvloeien,
maar ongeveer 1600 m. stroomopwaarts
langs deze laatste rivier.
Hier komt de vergelijkende geschiedenis
ons ter hulp. Wijlen prof. Pirenne heeft in
verschillende studiën aangetoond, dat in onze
gewesten de steden in regel ontstaan zijn uit
een handelsnederzetting («portus»), die zich
aan den voet van een versterkte plaats ge
vormd heeft, welke de teksten «castrum» of
«castellum» noemen. Dergelijke versterkin
gen werden sedert de invallen der Noor
mannen door de gewestelijke graven opge
richt om de bevolking van de streek onder
komen en bescherming te verschaffen. De
plaats van een stad wordt dan ook door
twee voorwaarden bepaald zij moet ge
schikt zijn voor den handel en vlak bij een
versterkt punt gebouwd zijn. Deze «castra»
en «castella» moet men zich allerminst als
burchten in den aard van ons Gravenkasteel
voorstellen, dat in zijn huidig uitzicht pas
van I I 80 dagteekent. Het waren veeleer ta
melijk uitgestrekte gebieden, omringd door
grachten of waterloopen, voorzien van aar
den omwallingen, waarbinnen zich een ste
vig blokhuis bevond, benevens voorraadschu
ren en dergelijke gebouwen.
Ook te Gent is er zulk een «castrum» ge
weest. Het strekte zich uit langs de Leie,
van af de Vischmarkt tot aan het Sluizeken.
Het omvatte dus in hoofdzaak het Veerle-
plein, de Steenstraat en den Oudburg. Deze
laatste naam herinnert nog aan die vroegere
toestanden het «castrum», de burg van den
graaf, die ouder is, wordt tegenover het
«portus» geplaatst, dat op zijn beurt als een
burg, als een nieuwe burg wordt be
schouwd.
In het Gentsche «castrum» bevond zich
I een stevig versterkt gebouw. Men kan het
nu nog met eenige verbeeldingskracht weer
samenstellen het is de kelder van den hui-
digen meesten toren van van 's Gravensteen
het zit thans weggedoken in het heuveltje
dat Filips van den Elzas in 1 180 opwierp om
zijn nieuw kasteel te bouwen.
Weet gij dat bij ons de kern van
verscheidene regimenten reeds vóór
I 830 bestond
De Ie, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e, 8e.
9e, 1 0e en 11e linieregimenten werden
op 16 October 1830 opgericht het
12e linieregiment kwam op 31 Maart
1831 tot stand, de 13e en 14e liniere
gimenten volgden op 29 Januari 1874.
Het eerste regiment onbereden ja
gers werd op 29 Januari 1874 gevonnu
de 2e en 3e regimenten onbereden ja
gers bestonden van 30 Maart 1831 af
het regiment karabiniers werd op 1
November 1830 opgericht de le
en 2e regimenten bereden jagers op
24 October 1830, evenals de 1 e en 3e
regimenten lansiers het 2e regiment
lansiers werd op 27 October 1830 op
gericht, het regiment gidsen op 24 Ja
nuari 1833 en het 4e regiment lansiers
op 16 Juni 1836.
Het Ie, 2e en 3e regiment artillerie
werd op 21 Februari 1836 samenge
steld het 4e regiment artillerie op 29
Januari 1874.
Tijdens den oorlog werden al deze
regimenten gesplitst na den wapen
stilstand werden de gesplitste eenheden
echter ontbonden.
In 1930 kwamen de Ardeensche ja
gers tot stand.
De Koning heeft Dinsdag een be
zoek gebracht aan de grensstreek van
het Zuiden van Wcst-Vlaanderen. Kort
na drie uur kwam hij aan te Kortrijk,
komend van Zoute. Hij werd ontvan
gen door den burgemeester, den heer
Mayeur.
In Kortrijk waren de huizen be-
vlagd met de Belgische driekleur, de
Kortrijksche- en de leeuwenvlag. Op
de Groote Markt waren de inwoners
van de stad samengeloopen. Vooraan
stonden de schoolkinderen geschaard,
en in het midden het magistraat.
Terwijl de Koning een kroon ging
neerleggen aan den voet van het Doo-
denmonument, brak de geestdriftige
menigte doorheen het politiecordon,
zoodanig dat de Koning zich te midden
van de geestdriftige massa een weg
moest banen naar zijn auto.
Dan reed de Koning doorheen het
blankstaande land, onder spandoeken
met welkomstleuzen, naar Spiere, waar
hij eveneens door de bevolking werd
begroet. Aan de zuiveringsstatie van 1
de waters van de Spiere werd hij op
gewacht door de ministers De Man en
Van Isacker, waarbij zich minister Mer-
lot en zijn kabinetsoverste Bollengier
hadden gevoegd, evenals de heer Baels
gouverneur van de provincie en Del-
fosse en d'Espierres, burgemeester.
Na een grondig bezoek van de in-
stelling begaf de Koning zich naar Her-
seeuw. Het was reeds over 4 uur ge
worden. Te Herseeuw bezocht de vorst
j de in aanbouw zijnde Christus-Koning
kerk. Te Moescroen had hij reeds een
aanzienlijke vertraging, verooizaakt
door de groote volksmenigten die Hem
overal op zijn weg begroetten. Daar
was hij verplicht op het perron van het
stadhuis het gejuich van de volksme
nigte te beantwoorden met een vrien
delijken en langdurigen groet.
perden aan de vensters, en de straten
stonden volgepropt met een geestdrif
tige en juichende menigte.
Van daar ging hij terug naar Kort
rijk, langs Wevelghem, waar I 4 leger
vliegtuigen stonden opgesteld, en de
Koning de lucht-troepen schouwde.
Het was zeven uur toen de Koning
Kortrijk verliet met bestemming naar
Brussel. Te Heestert echter werd hij
letterlijk opgehouden door de inwo
ners van het dorpje, die een primitie
ven triomfboog hadden opgericht, en
den weg hadden versperd. De Koning
stapte uit en werd door de inwoners
letterlijk naar de herberg In den Ja
ger gevoerd waar de 101-jarige
Mevr. Vervaecke woonde, waarmede
de Koning een vriendelijk gesprek had,
tijdens hetwelk de kranige eeuwelinge
aan den Koning vertelde, dat zij nog
dagelijks haar biertje drinkt.
Zij bood den Koning dan ook een
pint bier aan, en na het bezoek werd
gastvrouw en gast door den plaatselij
ken fotograaf getrokken na de op
merking Pas op, niet bougeeren
Bij zijn vertrek werd de Koning nog
maals jubelend begroet door de bevol
king, terwijl de St-Cecilia-fanfare zich
ten tweede male, liet hooren.
Nieuw Viaamsch Tijdschrift zoekt ern-
stige personen der beide geslachten, in elke
streek, welke zich THUIS in vrije uren wil
len bezig houden met adressen schrijven en
rekiaambrieven verzenden. Vraag schriftelijk
de gunstige voorwaarden aan Publicit. Nr.
33, VVeivaartstraat, 12)A, OOLEN.