Het Berlijnsch Avontuur
van Mussolini.
17 JAAR. NUMMER 41.
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN
LANDBOUWKRONIEK-
GEZINSVERGOEDINGEN.
OUDERDOMSPENSIOEN.
ONZE BEGROOTING
IDEEN EN DOCUMENTEN
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN.
ZONDAG 10 OCTOBER 1937.
GAZET VAN POPERINGHE
ABONNEMENTEN
Jaar, per post16 fr.
Congo 25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Losse Nummers 0.25 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De postabonnenten in Belgie, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat hen bedient, en niet aan ons.
Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een postzegel voor ant
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
GEBROEDERS DUPONT
Yperstraat, 2, POPERINGHE.
Poatcheck 484.59 Telefoon 180
leder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen Donderdag middag.
Kleine berichten tegen den Vrijdag middag.
Naamlooze ingezonden artikels worden in
de scheurmand gegooid.
AANKONDIGINGEN
Per regel 1.00 fr.
(minimum 3.00 fr.)
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen pe-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
MEER SOLDATEN DAN TELEGRAAFPALEN
GELUKKIG MAAR DAT ALLES GOED VERLOOPEN IS
Was Mussolini's leven in gevaar,
toen Hij zijn collega Hitier bezocht
Men mag aannemen dat dit wel het
geval was, want hoe moeten anders de
enorme, letterlijk overdreven maatre
gelen verklaard worden, die in gansch
Duitschland, ter bescherming van den
Duce genomen werden
En dus zal Dr. Goebbels ook wel
niet zoo heel zeker van zijn stuk ge
weest zijn, als hij op het Rijkssport
veld aan den Italiaanschen dictator
verzekerde dat op dit oogenblik de
harten van het oneindig aantal millioe-
nen Duitschers, van geestdrift en liefde
voor den Duce en den Fuhrer klopten»
Kloppen zullen ze stellig wel gedaan
hebben, maar of dit bij allemaal van
liefde en geestdrift was, is een kwestie
die wij in het midden willen laten...
Want het wil er bij ons nog maar
altijd niet in, dat er in het vaderland
van Marx-zelf, practisch gesproken,
heelemaal geen Marxisten meer zouden
te vinden zijn. Laat ze dan voorloopig
dan ook al een nazi-uniform aange
trokken hebben. Moedig is dit zeker
niet, maar wel voorzichtig, en mis
schien ook slim.
Hoe het ook weze, wij stellen ons
zoo voor, dat die eerste buitenland-
sche tocht sinds zijn dictatorschap,voor
Mussolini in elk geval een avontuur van
belang zal geweest zijn. En dat hij zich
al eens niet heelemaal op zijn gemak
moet gevoeld hebben, kan men vrij ge
rust aannemen en ook begrijpen Als
er een gansche treinreis lang, meer ge
wapende soldatenfiguren dan telegraaf
palen voorbij uw coupéraamtje flitsen,
en ge kent dan daarbij de reden van
dit zonderling feit, moet de algemeene
indruk inderdaad niet zoo heel opwek
kend wezen
En dus mag men ook wel toegeven,
dat het den Duce niet aan moed ont
broken heeft, als toch al die angstvolle
veiligheidsmaatregelen het duidelijkste
bewijs leveren, dat hem het gevaar
niet denkbeeldig was.
Maar zouden zij, communisten, so
cialisten, bolsjewisten, of welke andere
soort van Marxisten dan ook, die wel
met alle genoegen een bommetje op
Mussolini's hoofd hadden willen wer
pen, zich daarvan alleen maar hebben
laten weerhouden door den ver-door
gedreven ordedienst Mogelijk wel,
en dit ligt ook het meest voor de hand,
hoewel dergelijke opgezweepte plegers
van aanslagen, gewoonlijk niet veel
om hun eigen hachje geven.
Er blijft echter ook nog de veron
derstelling, dat de terroristische tegen
standers van de fascistische regiemen,
liefst meer dan eenmaal nadenken, al
vorens tot dergelijke gevaarlijke daad
over te gaan. Nadenken, bedoelen wij,
over de onafzienbare gevolgen die zij
zou kunnen hebben. Een nieuwe we
reldbrand en welke zou in dit
geval zeker niet tot de onmogelijkhe
den behooren.
En daarom mogen wij allemaal een
zucht van verlichting slaken, als de
Duce zonder kleerscheuren van dit be
zoek aan Hitier afkomt, en goed en wel
terug in zijn Italiaanschen ivoren to
ren zit.
Wat die twee dictatoren nu zooal
te Berlijn besproken hebben, zullen wij
ongetwijfeld nog niet zoo spoedig naar
waarheid te weten komen. Hardop heb
ben zij stellig genoeg over vrede ge
praat, en hun redevoeringen op het
"Rijkssportveld» laten geen oogenblik
twijfel aangaande hun anti-oorlogsge-
zindheid. Maar als men daarbij dan
ook hoort dat Mussolini van een fas
cistisch Europa droomt, en Hitier zich
daarbij al als de mede-aileenheerscher
over het oude Vasteland ziet, kan het
van de democratische landen toch ze
ker niet kwalijk genomen worden, dat
zij een oogje in het zeil blijven hou
den.
Het is mogelijk, dat wij de goede
bedoelingen van de fameuze as Rome-
Berlijn niet heelemaal op prijs weten
te stellen, maar van den anderen kant
's het ook niet-onmogelijk, dat voor
Hitier en Mussolini, voorloopig de
druiven nog te groen zijn.
Want alles wel beschouwd is des
Duce s visioen nog zoo gek niet Eu-
ruPa fascistisch Ziet het er inderdaad
niet naar uit, of wij daarheen op weg
zijn Italië en Duitschland zijn het
reeds. Spanje zal het meer dan waar
schijnlijk binnenkort worden, en in ve
le andere landen begint het fascisme,
of hoe men het anders ook al noe
men moge, meer en meer den kop
omhoog te steken.
Nu is dit verschijnsel niet zoo moei
lijk te verklaren, als men toch weet dat
het fascisme een vrij natuurlijke reac
tie daarstelt tegen de ongebreidelde
uitspattingen van het links-extremisme,
dat ons tenslotte toch ook een dicta
tuur zou brengen, maar dan op zijn
Russisch
En dus hebben mogendheden als
Frankrijk en Engeland er maar met de
andere vrijheidslievende landen voor
te zorgen, dat ook den communisti-
schen vloed met zijn Soviet-drab, zoo
krachtdadig mogelijk gekeerd worde.
Geen dictatuur Noch een van links
noch een van rechts Dit moet voor
taan de leuze zijn van de landen, die
tot hiertoe van beide plagen ver
schoond bleven. En dan zeker in de
allereerste plaats van Frankrijk, waar
voor een tijdlang kon gevreesd worden,
dat het onder den communistischen
drang zou bezwijken. Dat er zelfs nog
steeds sterk tegen te kampen heeft I
Tusschen beide uitersten het midden
houden, blijkt de verstandigste poli
tiek te zijn. Het levend en schrikwek
kend bewijs daarvoor is het rampzalige
Spanje Een voorbeeld dat, laten
wij het hopen. voldoende zal wezen
om alle landen, die naar den eenen of
den anderen kant dreigden over te hel
len, te doen terugkrabbelen.
Doen zij dit niet, dan heeft het hun
toch zeker niet aan waarschuwingen
ontbroken. Want Mussolini heeft, het
dunkt ons, te Berlijn duidelijk genoeg
gesproken om er even over na te den
ken.
Laat Mussolini Hitler bezoeken, en
Hitler Mussolini, laat de Spanjaards
elkaar uitmoorden als zij daar plezier
in vinden, maar laten wij ook den bur
geroorlog en met hem iedere dictatuur,
zoover mogelijk van ons verwijderd
houden
CR.
Wanneer is het de gepast*; tijd om
de fruitboomen te bemesten.
In het proefstation van East Malling
(Graafschap Kent in Engeland) waar
sinds meer dan 25 jaren methodische
opzoekingen gedaan worden op het
kweeken van fruitboomen, heeft men
achtereenvolgens verschillende proeven
gedaan met verschillende samengestel
de meststoffen om na te gaan welken
invloed deze hadden samen met de
vochtigheid en warmtegraad van de
grond op de ontwikkeling der wortels.
Om dit te bestatigen heeft men rond
de boomen in 2 meters omtrek een
gracht gegraven tot op de diepte der
wortels en deze daarna toegedekt met
platen in glas zoo kan men wekelijks
goed den groei der wortels nagaan en
de proeven hebben bewezen dat de
groei der fruitboomwortels vooral ge
beurd in Februari-Maart. Van hieruit
kan men afleiden dat de meststoffen
vooral voor Februari dienen toegediend
te worden de kalk, de potasch en de
phosphoorzuur mogen voor den bloei
toegediend worden.
De volledige meststoffen hebben tot
hiertoe volgens de proeven van East
Malling de beste uitslagen gegeven
de appelaars zijn het meest gevoelig
aan potasch, deze heeft ook grooten
invloed op de gezondheid der blade
ren. Ziehier de noodige voedende be-
standdeelen die noodig zijn per hec
tare 400 kgr. potasch of 200 kgr.
cloorpotasch. In onze gronden is het
wel noodig van 5 a 600 kgr. per hec
tare te gebruiken. Als stikstofmest ge
bruikt men 500 kgr. ammoniaksulfaat
en als phoshpoorzuurmest en potasch-
mest gebruikt men 1000 kgr. metaal
schuim in mengeling met 500 a 600 kg.
per hectare.
Deze laatste bemesting moet men
toedienen in den winter.
Gustaaf Gillekens
Het Staatsblad heeft de wet van
10 Juni 1937 bekend gemaakt, waar
bij de gezinsvergoedingen worden uit
gebreid aan alle werkgevers en niet-
loontrekkenden, welke wet volgens bij
koninklijke besluiten te regelen modali
teiten trapsgewijze, vanaf I Januari
1938 zal worden toegepast.
De wet bedoelt de werkgevers die
er toe gehouden zijn en de gewezen
werkgevers die er toe gehouden waren
aan de leden van hun personeel kin
dertoeslagen te verzekeren.
Deze bepalingen kunnen namelijk
toepasselijk worden gemaakt op perso
nen die een beroep uitoefenen of heb
ben uitgeoefend zonder door een dienst
contract te zijn gebonden, alsmede op
de werkgevers en gewezen werkgevers
die niet onder de toepassing vallen der
wet van 4 Oogst 1930.
De nieuwe wet voorziet de aanslui
ting van werkgevers en onafhankelijke
werkers. Dezelve zal namelijk van toe
passing zijn op de volgende personen
Advokaten, apothekers, bakkers,
bankiers, beenhouwers, behangers en
stoffeerders, belasting-deskundigen, de
bloemisten, boekbinders, boekhande
laars, deskundigen in boekhouden, de
bouwkundigen, brouwers, deurwaar
ders, drogisten, drukkers, handelaars
in alle soorten eetwaren, enz., elek-
triekwerkers, fabriekagenten, garnier-
ders, leden der geestelijkheid en van
alle godsdienstige gemeenschappen,
met uitzondering der beschouwende or
den, geneesheeren, deskundigen bij 't
gerecht, handelaars in gevogelte, wild,
enz., gieters, glasfabrikanten, glazen
makers, groentenhandelaars, handelsa
genten en handelaars in allen aard, her
bergiers, hotelhouders, in- en uitvoer-
agenten, ingenieurs, ijzersmelters, ju
weliers, kantwerkers, kappers, klein
handelaars van allen aard, kooplieden,
landbouwers, leerlooiers, loodgieters,
modisten, molenaars, naaisters, nijve-
raars, notarissen, ondernemers van al
le bouwwerken en van openbare en
privaatwerken, enz., handelaars in oud
heden, pelswerkers, pleitbezorgers, de
postzegel-handelaars, rekenplichtige-
deskundigen, scheepvaartagenten, de
schilders, schrijnwerkers, spijshuishou
ders, spinnerijbezitters, uitbaters van
steengroeven,steenkoolagenten en han
delaars, toebereiders, tuinbouwkundi
gen, tuiniers, veefokkers, verhuisonder-
nemers, verwers, verzekeringsagenten,
slipters van alle aard, vrachtrijders,
wapenmakers, weverijbezitters, wild-
handelaren, winkeliers van alle aard,
wijnbouwers, wisselagenten, woning
deskundigen.
De aan deze wet onderworpen per
sonen zijn er toe gehouden deel uit
te maken van een Kas of onderlinge
sectie voor kindertoeslagen en een bij
drage te storten waarvan het bedrag
bij koninklijk besluit moet worden be
paald en zal verschillen, van 36 tot
270 fr. per jaar, naar den graad van
bemiddeldheid van de onder de wet
vallende personen.
De onderlinge kassen en secties zul
len tenminste even belangrijke of ge
lijkwaardige kindertoeslagen verleenen
als deze die de arbeiders krachtens de
wet van 4 Augustus 1930 genieten.
Het is van groot belang voor de per
sonen die geboren zijn na 1908, dat ze
zich ten spoedigste aansluiten bij een
pensioenkas en er jaarlijksch de noodi
ge stortingen doen. Voor hen zal er
geen rekening meer gehouden worden
van hunne inkomsten op 65 jaar, zij
moeten ook geen aanvraag doen voor
pensioen zooals het nu gebeurt, zij zul
len pensioen trekken volgens de ge
dane stortingen.
Hoe jonger men de stortingen be
gint, hoe voordeeliger en het is te be
grijpen ook, hoe hooger stortingen men
gedaan heeft, hoe hooger het pensioen
zal zijn.
Nemen wij een mannelijk verzekerde
die vanaf den leeftijd van 21 jaar een
jaarlijksche storting zou doen van 120
fr., deze zou zich een lijfrente verzekert
hebben van 967.56 fr., bij deze rente
komt nog de Rijkstoelage van minstens
50 van het bedrag der lijfrente,
hetgeen zijn pensioen zou brengen op
967.56 en 483.78 fr. is 1451.34 frank,
fr., zou dit pensioen 2902.68 fr. be-
Bij een jaarlijksche storting van 240
dragen. In geval hij een jaarlijksche
storting zou doen van 300 fr., zou het
pensioen 3618.90 fr. bereiken.
Men merke goed op dat hier alleen
spraak is van een mannelijke verze
kerde de stortingen door de mannen
gedaan, worden niet alleen bestemd
voor hun persoonlijk pensioen, doch
in geval van overlijden, ook ten voor-
deele der Weduwe en Weezen, die in
dat geval een weduwrente alsook een
weezenrente zullen bekomen.
Voor de vrouwelijke verzekerden,
zijn de stortingen veel gunstiger belegd
omdat deze slechts moeten dienen voor
de lijfrente der vrouw persoonlijk.
Eene vrouw die van af den leeftijd
van 2 I jaar een jaarlijksche storting
doet van 100 fr., bekomt hierdoor eene
lijfrente van 1801.20 fr.,verhoogd met
de Rijkstoelage van 50 900.60 fr.,
zou zij een totaal pensioen genieten
van 2701.80 fr.
Daar de stortingen voor pensioen
strikt persoonlijk zijn en het pensioen
dus uitsluitend betaald wordt aan hen
die gestort hebben, kan men zich ge
makkelijk een gedacht vormen van de
groote voordeelen verworven door
twee echtgenooten die de vereischte
stortingen gedaan hebben. Indien zij
de 65 jaar bereiken, wordt aan ieder
van hen het verworven pensioen uit
betaald veronderstellen wij dat de
man jaarlijksch 300 fr. gestort heeft,
dan bekomt hij een pensioen van
3618.90 fr., heeft de vrouw 100 fr.
per jaar gestort, dan bekomt zij 2 701
fr. 80 pensioen, hetzij te samen voor
man en vrouw 6320.70 fr., pensioen
per jaar.
Indien de echtgenoot moest overlij
den voor de 65 jaar, dan zou de we
duwe onmiddellijk begunstigd worden
met de weduwerente en desgevallend
met de weezentoelagen.
Het is dus van het grootste belang,
dat iedereen zich onmiddellijk in regel
zet, en de noodige, zelfs hoogere stor
tingen doet.
HET BEHEER VAN DE
PENNINGEN VAN ONS LAND.
VOOR 1938.
Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende
bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten
titel van documentatie.
Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons
het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren.
De Korrespondenten van «Ideën en Documenten worden vriendelijk verzocht hun
bijdragen in te dienen bij den Heer Hilaire LAHAYE.
DE VROUW TEGENOVER ECONOMIE EN CULTUUR.
door ROBERT AERNAUT,
Voorzitter der Federatie van Liberale Jonge
Wachten van het Arrondissement Antwerpen.
TOELICHTING VAN MINISTER
DE MAN.
De heer De Man doet opmerken
dat de regeering zich heeft gehouden
aan den vervaldag, dien zij zich zich
zelf had voorgeschreven voor het neer
leggen van de begrootingen. Sinds '35
op welk oogenblik Belgie vastberaden
den strijd aanving tegen de werkloos
heid en de economische crisis, zijn tel
kens bemoedigende cijfers de optimis
tische vooruitzichten van de regeering
komen bevestigen.
In 1935 was er inderdaad op de be
grooting een uitvoeringsboni van 73
millioen frank, dat het eerst voorzien
mali verving in 1936 bedroeg het be-
grootingsoverschot reeds I 36 millioen,
en voor 1937 zijn de rekeningen nog
niet gesloten en wij zullen deze waar
schijnlijk slechts tegen einde Mei 1938
hebben, maar, van nu af aan, mag men
rekenen op een boni van 100 tot 135
millioen. Dit geeft als globaal boni voor
de drie laatste begrootingen 300 tot
350 millioen. Er blijft inderdaad een
onbekende de opbrengst van de bij
zondere belasting op de devaluatie
winsten. Men mag dus, zonder vrees
om door de feiten te worden tegenge
sproken, beweren, dat de zekerheids
marge voor de Schatkist zeer bedui
dend is.
Dan behandeld de Minister de rede
nen die invloed zullen hebben op de
begrooting van 1938, zoowel in gun-
stigen als in ongunstigen zin. De twee
groote moeilijkheden zijn de stijging
van het index-cijfer en de stemming die
ongeveer verzekerd is, door het par
lement, van nieuwe schikkingen, ten
voordeele van de gepensionneerden.
Deze twee hinderpalen, hoe ernstig
zij ook mogen zijn, zullen nochtans de
financien niet door elkaar halen, daar
de opbrengst der belastingen voortdu
rend in stijgende lijn gaat en deze stij
gende opbrengst zeer zeker een gevolg
is van de stijging der loonen en van de
levensduurte.
De Buitenlandsche Schuld werd met
2 milliard verminderd en andere zeer
belangrijke verbeteringen zullen volgen
Meer in 't bijzonder handelend over
het vraagstuk van de pensioenen, zegt
de Minister dat de stijging der lasten
door de nieuwe wet te voorzien, onge
veer 1 10 millioen frank bedraagt, zoo
dat het boni van 74 millioen van 1938
dus in een mali van 36 millioen zou
Een van de grootste factoren van mis
noegdheid onder de jongere mannengene-
raties, en een der grootste moeilijkheden
welke den huidigen econoom op te lossen
krijgt, is stellig de kwestie van de onrustba
rende massa vrouwen welke, in de fabriek,
de plaats van den man innemen. Statistieken
bewijzen dat wanneer, vóór den oorlog de
vrouwensterkte in de fabriek 10 op de
globale sterkte aan arbeidskrachten verte
genwoordigde, dit coefficient thans... 95 c/c
bedraagt.
Onrustbarend... waarlijk ontzettend is dit
cijfer dat van een Fransch statisticus komt.
De kwestie van vrouwenarbeid heb ik reeds
vroeger besproken en er de oorzaken van op
gezocht, in een artikel van mijn hand dat in
het West-Vlaamsche Liberaal blad Offen
sief verscheen, onder den titel De Vrouw
en het Sociale Leven Sedertdien heeft deze
kwestie bij mij een steeds crescendo-gaande
belangstelling gewekt, daar zij mij een der
belangrijkste factoren schijnt te zijn in het
zoeken naar gezondmaking der wereld-eco
nomie.
De oorsprong van vrouwenarbeid, schreef
ik in voornoemd artikel, is geen actueel
vraagstuk. Inderdaad I... het vindt zijn oor
sprong in de middeleeuwen, toen, na de me
nigvuldige oorlogen, de mannengeneraties
zoodanig gedund werden, dat de vrpuw, die
niet van ontbering wilde omkomen, moest
gaan werken. Er ontstonden nevens manne
lijke gilden eveneens vrouwelijke dergelijke
beroepsvereenigingen. En uit oude archieven
welke thans nog te Keulen berusten, vindt
men de standregelen terug van gilden van
weefsters verwsters leerlooisters
enz.
Stilaan nadien, in tijden van vrede groeide
het mannenra8 aan. Doch telkenmale ver
slond een oorlog het dubbele van hetgene
het mannenras in de voorgaande vredesjaren
aan getalsterkte gegroeid was.
Men ga even na dat de feiten na eiken
oorlog zich steeds herhaalden Verdunning
van het mannelijke geslacht toename in
getalsterkte van het vrouwelijk geslacht in
de fabriek.
De laatste groote slachting van 1914 heeft
het mannelijk geslacht den genadeslag ge
geven. De vrouw is thans heer en meester
in de fabriek. En de statistiek die ik daar
boven aanhaal hoe fantastisch zij ook op
't eerste zicht schijnt te zijn, krijgt, krach
tens deze thesis, een grooten schijn van juist
heid.
Deze statistiek maakt echter geen onder
scheid tusschen de vrouw die aan fabrieks
arbeid of aan intellectueelen arbeid doet. Dat
dit ontzaggelijk percent een globaal percent
is, dat wellicht een weinig zal overdreven zijn,
hoeft niet uitgelegd te worden.
Ik wil breedsch zijn en het met 20 ver
minderen. Toch blijft het even onrustwek
kend om de goede reden dat in een nabije
toekomst het nog zal aangroeien krachtens
de ondervinding der bedrijfsleiders, die thans
met vrouwenarbeid een schoon centje ver
dienen terwijl hun productie al even hoog
stijgt dan voorheen met 100 mannen
krachten.
En hier rijst een vraag op Moet de pa
radoxale toestand nog blijven bestaan die we
in elke vredesperiode kennen... en die erin
bestaat dat de vrouwen de hoofden bijeen
steken en... krachtens hun verdrukt zwakke
geslacht... (dat zich tijdens die periode pret
tig installeert op den machinestoel in de fa
briek, vacant gelaten door den gesneuvelden
man)... hun rechten van ontvoogding op-
eischen
Wordt het geen tijd dat die valsche schijn
heilige toestand ophoude en wij, mannen,
ons vereenigen en gaan opeischen... datgene
wat ons recht is... het recht van arbeid dat
het recht van het Gezinshoofd is
Doch tot een rede ten voordeele van Man-
ncnemancipatie wil ik dit stuk niet laten ver
groeien. Ik wil mij er slechts bij bepalen de
kwestie van vrouwenarbeid te onderzoeken
en er het goede en het kwade van toelichten.
1 En in het bijzonder voor wat ons land be
treft.
Bestaan er statistieken over de vervrou
welijking van den arbeid in Belgie Zij be
staan misschien voor handenarbeidsters, maar
wij willen het speciaal hebben over de intel-
lectueele arbeidsters, daar wij, zooals wij het
straks zullen zien. de overtuiging hebben dat
de overlasting in deze categorie niet verrecht-
vaardigd is.
Hoe groot was het aantal vrouwen dat in
1914 werkzaam was in bureelen, openbare
ambten, en vrije beroepen En hoe groot
is dit aantal in T937 Zonder dat wij over
statistieken beschikken mogen wij a priori
stellig aannemen en een blik rondom ons
geeft ons onmiddellijk deze overtuiging
dat het aantal, ten minste verdubbeld is.
Maar hoevele beroepen moeten daaronder
gerekend worden, welke alleen door vrouwen
kunnen worden vervuld, zooals naadwerk,
onderhoud, enz.
En hoevele beroepen, daarentegen zijn er
niet welke zoowel door mannen als door
vrouwen kunnen uitgeoefend worden Ik
denk aan bureelwerk, haartooi, spijs- en
drankhuisbediening, fabriekwerk, en vele
vrije beroepen
Heeft men, voor wat laatste categorie be
treft, al eens onderzocht of het rendement
van vrouwenarbeid gelijk is aan dat van man
nelijke arbeidskracht Heeft men reeds al
onderzocht of het physieke en psychische
weerstandsvermogen der vrouw gelijk is aan
dat van den man Heeft men zich nog nooit
de vraag gesteld... of zwaren Hand- of Gees
tesarbeid geen rechtstreekschen invloed uit
oefent op de geaardheid, op het physisch
wezen der vrouw zelve Op deze belangrijke
vraag zal ik daarstraks, na onderzoek, ant
woorden.
Maar eerst nog een andere vraag, die wel
wat onbescheiden lijkt doch even belangrijk
is als de vorige wanneer het er om gaat een
oplossing te vinden voor het netelig vraag
stuk dat ons bezig houdt. En deze vraag stelt
zich als volgt Hoevele van die publieke en
particuliere betrekkingen, thans door de
vrouw beoefend, beantwoorden aan wezen
lijke behoeften van haar die ze bekleedt Ik
noem wezenlijke behoeften de behoefte
om in stand te blijven, door middel van ar
beid.
Het gaat er hier niet om, om aan de vrouw
het recht te ontzeggen, door middel van ar-
beid in haar onderhoud te voorzien, doch wel
te onderzoeken in hoeverre vrouwenarbeid
te verrechtvaardigen is. Ik geef zelfs toe dat
het feminisme soms met goed recht den strijd
aangebonden heeft tegen vooroordeelen en
voorrechten waardoor vrouwen bepaalde
loopbanen waarvoor zij WEL geschikt wa
ren niet mochten volgen. Maar vooropge
steld zelfs dat men aan beide geslachten ge
lijkheid toekent in rechten tegenover den
arbeid, dan moet men nog, wil men tot een
goede verdeeling van den arbeid geraken,
het voorrecht geven aan die categorie de
welke aan arbeid de grootste behoefte heeft.
(Vervolgt)
veranderen, wat nog niet van overwe
gend belang is op een begrooting van
I I milliard. Ondanks dit wil de regee
ring de totale uitgave voor de pensioe
nen behouden, in het huidige kader.
Vanaf de volgende week zal een ko
ninklijk commissaris worden benoemd,
die als opdracht zal krijgen het opzoe
ken van de middelen om de lasten te
verminderen ten minste voor deze 36
millioen (de totale begrooting der pen
sioenen bedraagt 2 milliard 76 mil
lioen). De betrachting is dus te ver
wezenlijken, gezien de zeer uitgebreide
macht die aan dezen commissaris zal
worden verleend. Hij zal krachtdadig
het bedrog, de misbruiken en de cu
muls opsporen, en zijn bevoegdheid zal
zich uitbreiden tot alle pensioenen.
En de minister legt er den nadruk op
militaire-, invaliditeits-, frontstreep-,
mijnwerkers-, ouderdomspensioenen en
zelfs de pensioenen die verzekerd wor
den door de tusschenkomst van de be
langhebbenden zelf.
Dan behandelt de minister de bui
tenlandsche begrooting, die nominaal
in 1938 lager zal zijn dan die van 37.
Al het belang van dit resultaat zal blij
ken als men zal weten dat dit gedeelte
van de begrooting niet alleen door de
stijging van het index-getal wordt be-
invloed, maar door deze in de groot-
handelsprijzen (bijvb. beton).
In 1937 werden voor 400 millioen
werken gedaan op de vooruitzichten
van de buitengewone begrooting, daar
de herneming van de zaken heeft toe
gelaten tot die verminderingen over te
gaan, zonder den gang van de groote
werken te schaden. Het spreekt van zelf
dat in 1938 de regeering dezelfde be
doelingen heeft.
Nog een woord over de ontlastingen
en de werkloosheid het bedrag van
de ontlastingen, sinds 1935 aan de be
lastingbetalers toegestaan, bedraagt in
1938 ongeveer één milliard 200 mil
lioen, hetzij het tiende gedeelte van de
begrooting en ongeveer 1 50 frank per
inwoner. Dit verklaart dat ondanks de
sterk verhoogde gezondmaking van de
financieele toestand.de huidige begroo
ting nauwelijks in evenwicht is.
Wat de werkloosheid betreft, is de
heer De Man er nauw aan toe te mee-
nen dat het opslorpen zijn hoogtepunt
heeft bereikt, en dat indien de uitga
ven in drie jaar zijn gevallen van 1
milliard tot 400 millioen. het thans nog
moeilijk zal gaan om deze som te ver
minderen, daar zij bestaat uit vergoe
dingen die slechts aan ongeschikten en
zieken worden uitgekeerd.