Het Berlijnsch Avontuur van Mussolini. 17 JAAR. NUMMER 41. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN LANDBOUWKRONIEK- GEZINSVERGOEDINGEN. OUDERDOMSPENSIOEN. ONZE BEGROOTING IDEEN EN DOCUMENTEN WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ZONDAG 10 OCTOBER 1937. GAZET VAN POPERINGHE ABONNEMENTEN Jaar, per post16 fr. Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika30 fr. Losse Nummers 0.25 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. De postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hen bedient, en niet aan ons. Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. Uitgevers-Eigenaars GEBROEDERS DUPONT Yperstraat, 2, POPERINGHE. Poatcheck 484.59 Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen Donderdag middag. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag. Naamlooze ingezonden artikels worden in de scheurmand gegooid. AANKONDIGINGEN Per regel 1.00 fr. (minimum 3.00 fr.) Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen pe- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. MEER SOLDATEN DAN TELEGRAAFPALEN GELUKKIG MAAR DAT ALLES GOED VERLOOPEN IS Was Mussolini's leven in gevaar, toen Hij zijn collega Hitier bezocht Men mag aannemen dat dit wel het geval was, want hoe moeten anders de enorme, letterlijk overdreven maatre gelen verklaard worden, die in gansch Duitschland, ter bescherming van den Duce genomen werden En dus zal Dr. Goebbels ook wel niet zoo heel zeker van zijn stuk ge weest zijn, als hij op het Rijkssport veld aan den Italiaanschen dictator verzekerde dat op dit oogenblik de harten van het oneindig aantal millioe- nen Duitschers, van geestdrift en liefde voor den Duce en den Fuhrer klopten» Kloppen zullen ze stellig wel gedaan hebben, maar of dit bij allemaal van liefde en geestdrift was, is een kwestie die wij in het midden willen laten... Want het wil er bij ons nog maar altijd niet in, dat er in het vaderland van Marx-zelf, practisch gesproken, heelemaal geen Marxisten meer zouden te vinden zijn. Laat ze dan voorloopig dan ook al een nazi-uniform aange trokken hebben. Moedig is dit zeker niet, maar wel voorzichtig, en mis schien ook slim. Hoe het ook weze, wij stellen ons zoo voor, dat die eerste buitenland- sche tocht sinds zijn dictatorschap,voor Mussolini in elk geval een avontuur van belang zal geweest zijn. En dat hij zich al eens niet heelemaal op zijn gemak moet gevoeld hebben, kan men vrij ge rust aannemen en ook begrijpen Als er een gansche treinreis lang, meer ge wapende soldatenfiguren dan telegraaf palen voorbij uw coupéraamtje flitsen, en ge kent dan daarbij de reden van dit zonderling feit, moet de algemeene indruk inderdaad niet zoo heel opwek kend wezen En dus mag men ook wel toegeven, dat het den Duce niet aan moed ont broken heeft, als toch al die angstvolle veiligheidsmaatregelen het duidelijkste bewijs leveren, dat hem het gevaar niet denkbeeldig was. Maar zouden zij, communisten, so cialisten, bolsjewisten, of welke andere soort van Marxisten dan ook, die wel met alle genoegen een bommetje op Mussolini's hoofd hadden willen wer pen, zich daarvan alleen maar hebben laten weerhouden door den ver-door gedreven ordedienst Mogelijk wel, en dit ligt ook het meest voor de hand, hoewel dergelijke opgezweepte plegers van aanslagen, gewoonlijk niet veel om hun eigen hachje geven. Er blijft echter ook nog de veron derstelling, dat de terroristische tegen standers van de fascistische regiemen, liefst meer dan eenmaal nadenken, al vorens tot dergelijke gevaarlijke daad over te gaan. Nadenken, bedoelen wij, over de onafzienbare gevolgen die zij zou kunnen hebben. Een nieuwe we reldbrand en welke zou in dit geval zeker niet tot de onmogelijkhe den behooren. En daarom mogen wij allemaal een zucht van verlichting slaken, als de Duce zonder kleerscheuren van dit be zoek aan Hitier afkomt, en goed en wel terug in zijn Italiaanschen ivoren to ren zit. Wat die twee dictatoren nu zooal te Berlijn besproken hebben, zullen wij ongetwijfeld nog niet zoo spoedig naar waarheid te weten komen. Hardop heb ben zij stellig genoeg over vrede ge praat, en hun redevoeringen op het "Rijkssportveld» laten geen oogenblik twijfel aangaande hun anti-oorlogsge- zindheid. Maar als men daarbij dan ook hoort dat Mussolini van een fas cistisch Europa droomt, en Hitier zich daarbij al als de mede-aileenheerscher over het oude Vasteland ziet, kan het van de democratische landen toch ze ker niet kwalijk genomen worden, dat zij een oogje in het zeil blijven hou den. Het is mogelijk, dat wij de goede bedoelingen van de fameuze as Rome- Berlijn niet heelemaal op prijs weten te stellen, maar van den anderen kant 's het ook niet-onmogelijk, dat voor Hitier en Mussolini, voorloopig de druiven nog te groen zijn. Want alles wel beschouwd is des Duce s visioen nog zoo gek niet Eu- ruPa fascistisch Ziet het er inderdaad niet naar uit, of wij daarheen op weg zijn Italië en Duitschland zijn het reeds. Spanje zal het meer dan waar schijnlijk binnenkort worden, en in ve le andere landen begint het fascisme, of hoe men het anders ook al noe men moge, meer en meer den kop omhoog te steken. Nu is dit verschijnsel niet zoo moei lijk te verklaren, als men toch weet dat het fascisme een vrij natuurlijke reac tie daarstelt tegen de ongebreidelde uitspattingen van het links-extremisme, dat ons tenslotte toch ook een dicta tuur zou brengen, maar dan op zijn Russisch En dus hebben mogendheden als Frankrijk en Engeland er maar met de andere vrijheidslievende landen voor te zorgen, dat ook den communisti- schen vloed met zijn Soviet-drab, zoo krachtdadig mogelijk gekeerd worde. Geen dictatuur Noch een van links noch een van rechts Dit moet voor taan de leuze zijn van de landen, die tot hiertoe van beide plagen ver schoond bleven. En dan zeker in de allereerste plaats van Frankrijk, waar voor een tijdlang kon gevreesd worden, dat het onder den communistischen drang zou bezwijken. Dat er zelfs nog steeds sterk tegen te kampen heeft I Tusschen beide uitersten het midden houden, blijkt de verstandigste poli tiek te zijn. Het levend en schrikwek kend bewijs daarvoor is het rampzalige Spanje Een voorbeeld dat, laten wij het hopen. voldoende zal wezen om alle landen, die naar den eenen of den anderen kant dreigden over te hel len, te doen terugkrabbelen. Doen zij dit niet, dan heeft het hun toch zeker niet aan waarschuwingen ontbroken. Want Mussolini heeft, het dunkt ons, te Berlijn duidelijk genoeg gesproken om er even over na te den ken. Laat Mussolini Hitler bezoeken, en Hitler Mussolini, laat de Spanjaards elkaar uitmoorden als zij daar plezier in vinden, maar laten wij ook den bur geroorlog en met hem iedere dictatuur, zoover mogelijk van ons verwijderd houden CR. Wanneer is het de gepast*; tijd om de fruitboomen te bemesten. In het proefstation van East Malling (Graafschap Kent in Engeland) waar sinds meer dan 25 jaren methodische opzoekingen gedaan worden op het kweeken van fruitboomen, heeft men achtereenvolgens verschillende proeven gedaan met verschillende samengestel de meststoffen om na te gaan welken invloed deze hadden samen met de vochtigheid en warmtegraad van de grond op de ontwikkeling der wortels. Om dit te bestatigen heeft men rond de boomen in 2 meters omtrek een gracht gegraven tot op de diepte der wortels en deze daarna toegedekt met platen in glas zoo kan men wekelijks goed den groei der wortels nagaan en de proeven hebben bewezen dat de groei der fruitboomwortels vooral ge beurd in Februari-Maart. Van hieruit kan men afleiden dat de meststoffen vooral voor Februari dienen toegediend te worden de kalk, de potasch en de phosphoorzuur mogen voor den bloei toegediend worden. De volledige meststoffen hebben tot hiertoe volgens de proeven van East Malling de beste uitslagen gegeven de appelaars zijn het meest gevoelig aan potasch, deze heeft ook grooten invloed op de gezondheid der blade ren. Ziehier de noodige voedende be- standdeelen die noodig zijn per hec tare 400 kgr. potasch of 200 kgr. cloorpotasch. In onze gronden is het wel noodig van 5 a 600 kgr. per hec tare te gebruiken. Als stikstofmest ge bruikt men 500 kgr. ammoniaksulfaat en als phoshpoorzuurmest en potasch- mest gebruikt men 1000 kgr. metaal schuim in mengeling met 500 a 600 kg. per hectare. Deze laatste bemesting moet men toedienen in den winter. Gustaaf Gillekens Het Staatsblad heeft de wet van 10 Juni 1937 bekend gemaakt, waar bij de gezinsvergoedingen worden uit gebreid aan alle werkgevers en niet- loontrekkenden, welke wet volgens bij koninklijke besluiten te regelen modali teiten trapsgewijze, vanaf I Januari 1938 zal worden toegepast. De wet bedoelt de werkgevers die er toe gehouden zijn en de gewezen werkgevers die er toe gehouden waren aan de leden van hun personeel kin dertoeslagen te verzekeren. Deze bepalingen kunnen namelijk toepasselijk worden gemaakt op perso nen die een beroep uitoefenen of heb ben uitgeoefend zonder door een dienst contract te zijn gebonden, alsmede op de werkgevers en gewezen werkgevers die niet onder de toepassing vallen der wet van 4 Oogst 1930. De nieuwe wet voorziet de aanslui ting van werkgevers en onafhankelijke werkers. Dezelve zal namelijk van toe passing zijn op de volgende personen Advokaten, apothekers, bakkers, bankiers, beenhouwers, behangers en stoffeerders, belasting-deskundigen, de bloemisten, boekbinders, boekhande laars, deskundigen in boekhouden, de bouwkundigen, brouwers, deurwaar ders, drogisten, drukkers, handelaars in alle soorten eetwaren, enz., elek- triekwerkers, fabriekagenten, garnier- ders, leden der geestelijkheid en van alle godsdienstige gemeenschappen, met uitzondering der beschouwende or den, geneesheeren, deskundigen bij 't gerecht, handelaars in gevogelte, wild, enz., gieters, glasfabrikanten, glazen makers, groentenhandelaars, handelsa genten en handelaars in allen aard, her bergiers, hotelhouders, in- en uitvoer- agenten, ingenieurs, ijzersmelters, ju weliers, kantwerkers, kappers, klein handelaars van allen aard, kooplieden, landbouwers, leerlooiers, loodgieters, modisten, molenaars, naaisters, nijve- raars, notarissen, ondernemers van al le bouwwerken en van openbare en privaatwerken, enz., handelaars in oud heden, pelswerkers, pleitbezorgers, de postzegel-handelaars, rekenplichtige- deskundigen, scheepvaartagenten, de schilders, schrijnwerkers, spijshuishou ders, spinnerijbezitters, uitbaters van steengroeven,steenkoolagenten en han delaars, toebereiders, tuinbouwkundi gen, tuiniers, veefokkers, verhuisonder- nemers, verwers, verzekeringsagenten, slipters van alle aard, vrachtrijders, wapenmakers, weverijbezitters, wild- handelaren, winkeliers van alle aard, wijnbouwers, wisselagenten, woning deskundigen. De aan deze wet onderworpen per sonen zijn er toe gehouden deel uit te maken van een Kas of onderlinge sectie voor kindertoeslagen en een bij drage te storten waarvan het bedrag bij koninklijk besluit moet worden be paald en zal verschillen, van 36 tot 270 fr. per jaar, naar den graad van bemiddeldheid van de onder de wet vallende personen. De onderlinge kassen en secties zul len tenminste even belangrijke of ge lijkwaardige kindertoeslagen verleenen als deze die de arbeiders krachtens de wet van 4 Augustus 1930 genieten. Het is van groot belang voor de per sonen die geboren zijn na 1908, dat ze zich ten spoedigste aansluiten bij een pensioenkas en er jaarlijksch de noodi ge stortingen doen. Voor hen zal er geen rekening meer gehouden worden van hunne inkomsten op 65 jaar, zij moeten ook geen aanvraag doen voor pensioen zooals het nu gebeurt, zij zul len pensioen trekken volgens de ge dane stortingen. Hoe jonger men de stortingen be gint, hoe voordeeliger en het is te be grijpen ook, hoe hooger stortingen men gedaan heeft, hoe hooger het pensioen zal zijn. Nemen wij een mannelijk verzekerde die vanaf den leeftijd van 21 jaar een jaarlijksche storting zou doen van 120 fr., deze zou zich een lijfrente verzekert hebben van 967.56 fr., bij deze rente komt nog de Rijkstoelage van minstens 50 van het bedrag der lijfrente, hetgeen zijn pensioen zou brengen op 967.56 en 483.78 fr. is 1451.34 frank, fr., zou dit pensioen 2902.68 fr. be- Bij een jaarlijksche storting van 240 dragen. In geval hij een jaarlijksche storting zou doen van 300 fr., zou het pensioen 3618.90 fr. bereiken. Men merke goed op dat hier alleen spraak is van een mannelijke verze kerde de stortingen door de mannen gedaan, worden niet alleen bestemd voor hun persoonlijk pensioen, doch in geval van overlijden, ook ten voor- deele der Weduwe en Weezen, die in dat geval een weduwrente alsook een weezenrente zullen bekomen. Voor de vrouwelijke verzekerden, zijn de stortingen veel gunstiger belegd omdat deze slechts moeten dienen voor de lijfrente der vrouw persoonlijk. Eene vrouw die van af den leeftijd van 2 I jaar een jaarlijksche storting doet van 100 fr., bekomt hierdoor eene lijfrente van 1801.20 fr.,verhoogd met de Rijkstoelage van 50 900.60 fr., zou zij een totaal pensioen genieten van 2701.80 fr. Daar de stortingen voor pensioen strikt persoonlijk zijn en het pensioen dus uitsluitend betaald wordt aan hen die gestort hebben, kan men zich ge makkelijk een gedacht vormen van de groote voordeelen verworven door twee echtgenooten die de vereischte stortingen gedaan hebben. Indien zij de 65 jaar bereiken, wordt aan ieder van hen het verworven pensioen uit betaald veronderstellen wij dat de man jaarlijksch 300 fr. gestort heeft, dan bekomt hij een pensioen van 3618.90 fr., heeft de vrouw 100 fr. per jaar gestort, dan bekomt zij 2 701 fr. 80 pensioen, hetzij te samen voor man en vrouw 6320.70 fr., pensioen per jaar. Indien de echtgenoot moest overlij den voor de 65 jaar, dan zou de we duwe onmiddellijk begunstigd worden met de weduwerente en desgevallend met de weezentoelagen. Het is dus van het grootste belang, dat iedereen zich onmiddellijk in regel zet, en de noodige, zelfs hoogere stor tingen doet. HET BEHEER VAN DE PENNINGEN VAN ONS LAND. VOOR 1938. Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten titel van documentatie. Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren. De Korrespondenten van «Ideën en Documenten worden vriendelijk verzocht hun bijdragen in te dienen bij den Heer Hilaire LAHAYE. DE VROUW TEGENOVER ECONOMIE EN CULTUUR. door ROBERT AERNAUT, Voorzitter der Federatie van Liberale Jonge Wachten van het Arrondissement Antwerpen. TOELICHTING VAN MINISTER DE MAN. De heer De Man doet opmerken dat de regeering zich heeft gehouden aan den vervaldag, dien zij zich zich zelf had voorgeschreven voor het neer leggen van de begrootingen. Sinds '35 op welk oogenblik Belgie vastberaden den strijd aanving tegen de werkloos heid en de economische crisis, zijn tel kens bemoedigende cijfers de optimis tische vooruitzichten van de regeering komen bevestigen. In 1935 was er inderdaad op de be grooting een uitvoeringsboni van 73 millioen frank, dat het eerst voorzien mali verving in 1936 bedroeg het be- grootingsoverschot reeds I 36 millioen, en voor 1937 zijn de rekeningen nog niet gesloten en wij zullen deze waar schijnlijk slechts tegen einde Mei 1938 hebben, maar, van nu af aan, mag men rekenen op een boni van 100 tot 135 millioen. Dit geeft als globaal boni voor de drie laatste begrootingen 300 tot 350 millioen. Er blijft inderdaad een onbekende de opbrengst van de bij zondere belasting op de devaluatie winsten. Men mag dus, zonder vrees om door de feiten te worden tegenge sproken, beweren, dat de zekerheids marge voor de Schatkist zeer bedui dend is. Dan behandeld de Minister de rede nen die invloed zullen hebben op de begrooting van 1938, zoowel in gun- stigen als in ongunstigen zin. De twee groote moeilijkheden zijn de stijging van het index-cijfer en de stemming die ongeveer verzekerd is, door het par lement, van nieuwe schikkingen, ten voordeele van de gepensionneerden. Deze twee hinderpalen, hoe ernstig zij ook mogen zijn, zullen nochtans de financien niet door elkaar halen, daar de opbrengst der belastingen voortdu rend in stijgende lijn gaat en deze stij gende opbrengst zeer zeker een gevolg is van de stijging der loonen en van de levensduurte. De Buitenlandsche Schuld werd met 2 milliard verminderd en andere zeer belangrijke verbeteringen zullen volgen Meer in 't bijzonder handelend over het vraagstuk van de pensioenen, zegt de Minister dat de stijging der lasten door de nieuwe wet te voorzien, onge veer 1 10 millioen frank bedraagt, zoo dat het boni van 74 millioen van 1938 dus in een mali van 36 millioen zou Een van de grootste factoren van mis noegdheid onder de jongere mannengene- raties, en een der grootste moeilijkheden welke den huidigen econoom op te lossen krijgt, is stellig de kwestie van de onrustba rende massa vrouwen welke, in de fabriek, de plaats van den man innemen. Statistieken bewijzen dat wanneer, vóór den oorlog de vrouwensterkte in de fabriek 10 op de globale sterkte aan arbeidskrachten verte genwoordigde, dit coefficient thans... 95 c/c bedraagt. Onrustbarend... waarlijk ontzettend is dit cijfer dat van een Fransch statisticus komt. De kwestie van vrouwenarbeid heb ik reeds vroeger besproken en er de oorzaken van op gezocht, in een artikel van mijn hand dat in het West-Vlaamsche Liberaal blad Offen sief verscheen, onder den titel De Vrouw en het Sociale Leven Sedertdien heeft deze kwestie bij mij een steeds crescendo-gaande belangstelling gewekt, daar zij mij een der belangrijkste factoren schijnt te zijn in het zoeken naar gezondmaking der wereld-eco nomie. De oorsprong van vrouwenarbeid, schreef ik in voornoemd artikel, is geen actueel vraagstuk. Inderdaad I... het vindt zijn oor sprong in de middeleeuwen, toen, na de me nigvuldige oorlogen, de mannengeneraties zoodanig gedund werden, dat de vrpuw, die niet van ontbering wilde omkomen, moest gaan werken. Er ontstonden nevens manne lijke gilden eveneens vrouwelijke dergelijke beroepsvereenigingen. En uit oude archieven welke thans nog te Keulen berusten, vindt men de standregelen terug van gilden van weefsters verwsters leerlooisters enz. Stilaan nadien, in tijden van vrede groeide het mannenra8 aan. Doch telkenmale ver slond een oorlog het dubbele van hetgene het mannenras in de voorgaande vredesjaren aan getalsterkte gegroeid was. Men ga even na dat de feiten na eiken oorlog zich steeds herhaalden Verdunning van het mannelijke geslacht toename in getalsterkte van het vrouwelijk geslacht in de fabriek. De laatste groote slachting van 1914 heeft het mannelijk geslacht den genadeslag ge geven. De vrouw is thans heer en meester in de fabriek. En de statistiek die ik daar boven aanhaal hoe fantastisch zij ook op 't eerste zicht schijnt te zijn, krijgt, krach tens deze thesis, een grooten schijn van juist heid. Deze statistiek maakt echter geen onder scheid tusschen de vrouw die aan fabrieks arbeid of aan intellectueelen arbeid doet. Dat dit ontzaggelijk percent een globaal percent is, dat wellicht een weinig zal overdreven zijn, hoeft niet uitgelegd te worden. Ik wil breedsch zijn en het met 20 ver minderen. Toch blijft het even onrustwek kend om de goede reden dat in een nabije toekomst het nog zal aangroeien krachtens de ondervinding der bedrijfsleiders, die thans met vrouwenarbeid een schoon centje ver dienen terwijl hun productie al even hoog stijgt dan voorheen met 100 mannen krachten. En hier rijst een vraag op Moet de pa radoxale toestand nog blijven bestaan die we in elke vredesperiode kennen... en die erin bestaat dat de vrouwen de hoofden bijeen steken en... krachtens hun verdrukt zwakke geslacht... (dat zich tijdens die periode pret tig installeert op den machinestoel in de fa briek, vacant gelaten door den gesneuvelden man)... hun rechten van ontvoogding op- eischen Wordt het geen tijd dat die valsche schijn heilige toestand ophoude en wij, mannen, ons vereenigen en gaan opeischen... datgene wat ons recht is... het recht van arbeid dat het recht van het Gezinshoofd is Doch tot een rede ten voordeele van Man- ncnemancipatie wil ik dit stuk niet laten ver groeien. Ik wil mij er slechts bij bepalen de kwestie van vrouwenarbeid te onderzoeken en er het goede en het kwade van toelichten. 1 En in het bijzonder voor wat ons land be treft. Bestaan er statistieken over de vervrou welijking van den arbeid in Belgie Zij be staan misschien voor handenarbeidsters, maar wij willen het speciaal hebben over de intel- lectueele arbeidsters, daar wij, zooals wij het straks zullen zien. de overtuiging hebben dat de overlasting in deze categorie niet verrecht- vaardigd is. Hoe groot was het aantal vrouwen dat in 1914 werkzaam was in bureelen, openbare ambten, en vrije beroepen En hoe groot is dit aantal in T937 Zonder dat wij over statistieken beschikken mogen wij a priori stellig aannemen en een blik rondom ons geeft ons onmiddellijk deze overtuiging dat het aantal, ten minste verdubbeld is. Maar hoevele beroepen moeten daaronder gerekend worden, welke alleen door vrouwen kunnen worden vervuld, zooals naadwerk, onderhoud, enz. En hoevele beroepen, daarentegen zijn er niet welke zoowel door mannen als door vrouwen kunnen uitgeoefend worden Ik denk aan bureelwerk, haartooi, spijs- en drankhuisbediening, fabriekwerk, en vele vrije beroepen Heeft men, voor wat laatste categorie be treft, al eens onderzocht of het rendement van vrouwenarbeid gelijk is aan dat van man nelijke arbeidskracht Heeft men reeds al onderzocht of het physieke en psychische weerstandsvermogen der vrouw gelijk is aan dat van den man Heeft men zich nog nooit de vraag gesteld... of zwaren Hand- of Gees tesarbeid geen rechtstreekschen invloed uit oefent op de geaardheid, op het physisch wezen der vrouw zelve Op deze belangrijke vraag zal ik daarstraks, na onderzoek, ant woorden. Maar eerst nog een andere vraag, die wel wat onbescheiden lijkt doch even belangrijk is als de vorige wanneer het er om gaat een oplossing te vinden voor het netelig vraag stuk dat ons bezig houdt. En deze vraag stelt zich als volgt Hoevele van die publieke en particuliere betrekkingen, thans door de vrouw beoefend, beantwoorden aan wezen lijke behoeften van haar die ze bekleedt Ik noem wezenlijke behoeften de behoefte om in stand te blijven, door middel van ar beid. Het gaat er hier niet om, om aan de vrouw het recht te ontzeggen, door middel van ar- beid in haar onderhoud te voorzien, doch wel te onderzoeken in hoeverre vrouwenarbeid te verrechtvaardigen is. Ik geef zelfs toe dat het feminisme soms met goed recht den strijd aangebonden heeft tegen vooroordeelen en voorrechten waardoor vrouwen bepaalde loopbanen waarvoor zij WEL geschikt wa ren niet mochten volgen. Maar vooropge steld zelfs dat men aan beide geslachten ge lijkheid toekent in rechten tegenover den arbeid, dan moet men nog, wil men tot een goede verdeeling van den arbeid geraken, het voorrecht geven aan die categorie de welke aan arbeid de grootste behoefte heeft. (Vervolgt) veranderen, wat nog niet van overwe gend belang is op een begrooting van I I milliard. Ondanks dit wil de regee ring de totale uitgave voor de pensioe nen behouden, in het huidige kader. Vanaf de volgende week zal een ko ninklijk commissaris worden benoemd, die als opdracht zal krijgen het opzoe ken van de middelen om de lasten te verminderen ten minste voor deze 36 millioen (de totale begrooting der pen sioenen bedraagt 2 milliard 76 mil lioen). De betrachting is dus te ver wezenlijken, gezien de zeer uitgebreide macht die aan dezen commissaris zal worden verleend. Hij zal krachtdadig het bedrog, de misbruiken en de cu muls opsporen, en zijn bevoegdheid zal zich uitbreiden tot alle pensioenen. En de minister legt er den nadruk op militaire-, invaliditeits-, frontstreep-, mijnwerkers-, ouderdomspensioenen en zelfs de pensioenen die verzekerd wor den door de tusschenkomst van de be langhebbenden zelf. Dan behandelt de minister de bui tenlandsche begrooting, die nominaal in 1938 lager zal zijn dan die van 37. Al het belang van dit resultaat zal blij ken als men zal weten dat dit gedeelte van de begrooting niet alleen door de stijging van het index-getal wordt be- invloed, maar door deze in de groot- handelsprijzen (bijvb. beton). In 1937 werden voor 400 millioen werken gedaan op de vooruitzichten van de buitengewone begrooting, daar de herneming van de zaken heeft toe gelaten tot die verminderingen over te gaan, zonder den gang van de groote werken te schaden. Het spreekt van zelf dat in 1938 de regeering dezelfde be doelingen heeft. Nog een woord over de ontlastingen en de werkloosheid het bedrag van de ontlastingen, sinds 1935 aan de be lastingbetalers toegestaan, bedraagt in 1938 ongeveer één milliard 200 mil lioen, hetzij het tiende gedeelte van de begrooting en ongeveer 1 50 frank per inwoner. Dit verklaart dat ondanks de sterk verhoogde gezondmaking van de financieele toestand.de huidige begroo ting nauwelijks in evenwicht is. Wat de werkloosheid betreft, is de heer De Man er nauw aan toe te mee- nen dat het opslorpen zijn hoogtepunt heeft bereikt, en dat indien de uitga ven in drie jaar zijn gevallen van 1 milliard tot 400 millioen. het thans nog moeilijk zal gaan om deze som te ver minderen, daar zij bestaat uit vergoe dingen die slechts aan ongeschikten en zieken worden uitgekeerd.

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1937 | | pagina 1