Duitschland wil niet, dat
we 't nog vreezen.
17 JAAR. NUMMER 42.
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN!
GEBROEDERS DUPONT
OUDERDOMSPENSIOEN.
DRINKT CASTAR BIER
IDEEN EN DOCUMENTEN
DE BELGISCHE POSITIE IN
WEST-EUROPA.
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN.
ZONDAG 17 OCTOBER 1937.
VAN
OPERIHGHE
ABONNEMENTEN
Jaar, per post16 fr.
Congo 25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Losse Nummers 0.25 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De poatabonnenten in Belgie, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat hen bedient, en niet aan ons.
Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een postzegel voor ant
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
Yperstraat, 2, POPERINGHE.
Postcheck 484.59 Telefoon 180
leder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen Donderdag middag.
Kleine berichten tegen den Vrijdag middag.
Naamlooze ingezonden artikels worden in
de scheurmand gegooid.
AANKONDIGINGEN
Per regel 1.00 fr.
(minimum 3.00 fr.)
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen pe-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
EEN GEWICHTIGE VERKLARING.
HET BELOOFT ONS NOOIT MEER TE ZULLEN AANVALLEN.
Algemeen is 't reeds geweten, dat
de Fuhrer onze regeering toezegt, dat
Duitschland zich nimmermeer schuldig
maken zal aan schending van ons
grondgebied, steeds onze onafhanke
lijkheid zal eerbiedigen, en zich zelfs
evenals Frankrijk en Engeland reeds
hebben gedaan bereid verklaart om
ons ter hulp te komen, mochten wij
door welk ander land ook worden aan
gerand.
Het door Hitier gemaakte en 't
trouwens volkomen logische voor
behoud is alleen maar, dat, om Duitsch-
lands respect en bescherming te blijven
verdienen, Belgie zich zelf met de
grootste angstvalligheid van alle mili
taire bondgenootschappen of afspra
ken met andere staten afzijdig houden
moet.
Voor zijn waarborg verlangt Duitsch
land van ons geen enkele tegenpresta
tie, en in dit opzicht is deze waarborg
ons nog gunstiger dan het Locarno-
pact, hetwelk ook wel bepaalde dat
Frankrijk, Duitschland, Engeland en
Italië ons tegen iederen aanval be
schermen zouden, maar op voorwaarde
dat wij, onzerzijds, ieder van deze lan
den ter hulp zouden komen, mocht het
door andere tot een oorlog worden ge
dwongen.
Belgen die zich maar niet wennen
kunnen aan het idee dat van Duitsch
land niets meer zou te vreezen zijn
en hoe begrijpelijk is dit onuitroeibaar
wantrouwen bij de generatie van 1914
niet willen zelfs tegenover deze
zoo formeele verbintenis van Hitier
sceptisch blijven staan.
Als Duitschland zelfs een internatio
naal tractaat tot een vodje papier
verfrommeld heeft, zoo zeggen ze, wat
zou het zich dan storen aan deze be
lofte van één man maar, mocht het
nogmaals zooals in 1914 oordeelen,
dat het om zijn Nood alle «Gebod»
vergeten mag
Hierop zouden we kunnen antwoor
den Indien het gebleken is, dat niets
minder betrouwbaar kan zijn, dan een
internationaal tractaat, door een Duit-
sche regeering onderteekend, dan
kan een belofte van een Duitschen dic
tator toch niet anders dan beter voor
ons wezen.
Deze belofte ziet er des te edelmoe
diger uit, als er zelfs geen bezwaar in
gemaakt wordt tegen het lidmaatschap
van den Volkenbond waardoor Belgie
in zekere gevallen toch genoodzaakt
worden kan tot deelname aan straf
maatregelen tegen een land, dat den
vrede zou verstoren.
Aan een boycot-actie of aan «sanc
ties», zooals deze tegen Italië, en zelfs
aan een gezamenlijk militair optreden
tegen den vredesverstoorder.
Aldus mag Duitschland tot op het
oogenblik nog steeds rekening houden
met de mogelijkheid dat, ingeval het
Rusland mocht aanvallen, en de Vol
kenbond dezen van zijn aangeslotenen
dan onder zijn bescherming nemen
mocht, wij, Belgen, genoodzaakt zou
den zijn om ons met elke sanctie tegen
het Reich en zijn eventueele bond-
genooten te solidariseeren.
En, niettegenstaande dat, zegt het
ons toch zijn vriendschap- en den be
stendigen eerbied voor onze onafhan
kelijkheid toe
Het is bijna te schoon om waar te
kunnen zijn.
Maar het is niet moeilijk om uit te
vinden, op welke manier Hitier door
deze verbintenis Duitschlands eigen be
lang dient.
Vooropgesteld zal hij wel hebben,
dat de droom van den Kaiser en zijn
kliek een Duitschland lot aan Calais,
nimmermeer zal te verwezenlijken zijn.
De ervaring zal hem genoegzaam ge
ieerd hebben, wat er te verwachten is
yan Engelands verzet tegen zulke on
derneming, mochten de Duitschers er
°oit weer eens aan willen beginnen.
En eenmaal verrijkt met de wijsheid,
dat Belg ie een druiventros is, die voor
hem toch altijd te hoog zal blijven han-
§en, kan de Duitsche vos zich wel van
^elgie desinteresseeren, als hij er eerst
maar gerust in kan zijn, dat Belgie zich
°P geen enkele manier meer tegen hem
*a' laten gebruiken.
Rn daarvoor moet hij beginnen met
alle wantrouwen bij ons weg te nemen.
De uitwerking van zijn verklaring,
welke hij op ons gemoed, op onze
openbare meening verwachten mag,
zien we vandaag reeds alom aan den
dag treden een afkeer voor alle bond
genootschappen en speciale afspraken
met welk ander land ook, waardoor we
onze volstrekte en alzijdige onafhan
kelijkheid in gevaar zouden kunnen
brengen.
En als we daarbij aan ons lidmaat
schap van den Volkenbond denken,
dan denken we er ook aan, dat Neder
land en Zwitserland even goed lid van
den Volkenbond kunnen zijn, terwijl
ze toch duidelijk te kennen hebben ge
geven, dat, ingeval door dezen Bond
tot welke sanctie ook tegen eenig
land mocht besloten worden, zij toch
altijd hun vrijheid van handelen wen-
schen voor te behouden.
Dat moet ook onze houding zijn, en
na deze verklaring van Duitschland,
meer en angstvalliger nog dan ooit te
voren.
Voor alles behooren we onszelven in
te prenten, dat in de politiek het sen
timent geen enkele rol speelt, en dat
zoowel vriendschap als vijandschap ons
slechts uit het belang van anderen be
toond en bewezen zullen worden en dat
zij die ons verdedigen, het niet minder
om hun eigen belang zullen doen dan
zij die ons aanvallen.
En daarom zullen onze regeeringen
en onze diplomaten in den vreemde
nooit nadrukkelijk genoeg kunnen zeg
gen, dat Belgie een natie is, die met
heel de wereld in vrede leven wil, en
die zich niet wenscht te bemoeien met
eenig geschil, veel minder met eenig
gewapend conflict tusschen andere lan
den.
Welke ook deze andere landen mo
gen zijn, en welke ook de aard van hun
geschillen.
Wie op 't oogenblik nog meesmuilen
tegen Hitiers verklaring, dat zijn enkele
socialisten en de communisten nog
meer.
Wat hun erin tegensteekt, dat is na
tuurlijk, dat onze regeering en ook onze
publieke meening in 't algemeen zich
thans meer dan ooit te wachten zullen
hebben voor iedere sympathiebetuiging
aan Soviet-Rusland, die Duitschland al
te verdacht zou kunnen voorkomen.
Dat aan Duitschland de verzekering
zal dienen gegeven, dat het, bij een
eventueele afrekening met het bolsje
wisme, gezocht of opgedrongen, nim
mer Belgie tegenover zich zal zien staan
En... dat ze dus van hun droom van
een heiligen oorlog tegen het fas
cisme maar liefst af te zien zullen heb
ben, voor zooveel ze er ook Belgie
zouden willen in betrekken.
En we begrijpen, dat voor onze roo-
den, die niets ergers ter wereld vreezen
dan 't fascisme, geen sensatie minder
aangenaam moet zijn dan zich in zeke
ren zin onder de bescherming van
't fascisme gesteld te gevoelen.
Ja,en wat nu met de Dietsche Nazis?
Welk gezicht trekken zij tegen het
Groote Germaansche Nationaal-socia-
listische en totalitaire Vaderland, dat
zich thans als beschermer voorstelt van
den door hun zoo diep verachten, sou-
vereinen en democratischen Belgischen
Staat
Als hun hoofdorgaan er van zegt,
dat het aan dit werk van Hitier dat
voor Vlaanderen slechts voordeel op
levert en voor Belgie ook nuttig zal
zijn, graag zijn hulp wil verleenen
mogen we dan niet gelooven, dat het
uit Berlijn een nieuw ordewoord ge
kregen heeft, in overeenstemming met
den nieuwen toestand, door de verkla
ring van den Fuhrer geschapen
R.
DE WEDUWERENTEN.
De Minister van Arbeid en Sociale
Voorzorg deelt mede r
Het lijkt noodzakelijk aan alle per
sonen die op eenige wijze belang stel
len in de wetgeving betreffende de ver
zekering tegen ouderdom en vroegtij
dig overlijden, te herinneren dat het
doel van die wetgeving niet slechts het
vormen van ouderdomsrenten die nor
maal ingaan op den leeftijd van 65 jaar
maar ook het vormen van weduweren
ten die bij het overlijden van den ver
zekerde ingaan, is.
Het bedrag van de weduwerenten is
vastgesteld op een deel (35 tot 50
der ouderdomsrenten welke de verze
kerde voor zichzelf, wanneer hij den
leeftijd voor het pensioen zal bereikt
hebben, vormt met zijn jaarlijksche
stortingen die per maandelijksche
twaalfden betaalbaar zijn.
Het verzekeringstelsel waarop de
wetgeving berust voorziet dat de bij
drage der verschillende kategorien van
verzekerden maandelijks moet gestort
worden, en de tarieven werden in ver
band daarmee opgemaakt.
Daaruit volgt dat elke maand op de
stortingskaart van de verzekerden
krachtens de algemeene pensioenwet,
een pensioenzegel moet geplakt worden
dat de bijdrage voor de afgeloopen
maand vertegenwoordigt.
Het volstaat dus niet een enkele stor
ting te doen op het einde van het ver
zekeringsjaar, dit is in den loop der
maand waarin de verzekerde verjaart,
voor de vorige twaalf maanden. Door
alzoo te handelen, stelt de verzekerde
zijn echtgenoote aan een zeker nadeel
bloot, ingeval hij vroegtijdig kwam te
sterven.
Eenerzijds ondergaan de weduwe
renten en de erbij passende Rijksbij
drage dikwijls aanzienlijke verlaging,
wegens de ontstentenis van de bijdra
gen voor de maanden, die sedert de
maand van den laatsten verjaardag zijn
verloopen.
Anderzijds verliest de weduwe on
der het stelsel van de thans van kracht
fcijnde wettelijke bepalingen het voor
deel van den weduwerentetoeslag
(540 tot 120 fr. per jaar) en van de
weezentoelage van 240 fr per jaar voor
haar kinderen beneden I 6 jaar.
Het thans ter beraadslaging bij de
wetgevende kamers ingediend wetsont
werp voorziet weliswaar dat die voor
deden niet beslist aan de belangheb
benden zullen geweigerd worden, maar
toch zullen zij betrekkelijke verlaging
ondergaan. Ten aanzien van de bere
kening der renten voorziet het ontwerp
geen verandering die, het dient aange
stipt, slechts zou kunnen geschieden ten
nadeele van de verzekerden, die nauw
gezet hun stortingen binnen de voor
geschreven termijnen doen.
Het is dus nuttig speciaal de aan
dacht van alle verzekerden te vestigen
op de noodzakelijkheid van het doen
van hun storting iedere maand. Voor
de vrije verzekerden is het misschien
niet altijd mogelijk zich elke maand bij
den afgevaardigde der mutualiteitsver-
eeniging te begeven om de storting van
een twaalfde der jaarlijksche bijdrage
te doen, maar niets belet de verzeker
den hun bijdrage voor geheel het vol
gend verzekeringsjaar vooraf te stor
ten. Dat de verzekerden dus aan den
afgevaardigde der mutualiteitsvereeni-
ging, in plaats van op het einde van het
verzekeringsjaar de bijdrage voor de
afgeloopen twaalf maanden te betalen,
hem het noodig bedrag toevertrouwen
om hem toe te laten de pensioens
zegels voor de eerstvolgende 1 2 maan
den op hun kaart te plakken.
WIE HEEFT RECHT OP
OUDERDOMSPENSIOEN
Het Ministerie van Arbeid en So
ciale Voorzorg deelt mede
Wie mag, onder de thans geldende
wetgeving, met het ouderdomspensioen
worden begunstigd
Er dient onderscheid gemaakt tus
schen ouderdomsrente en ouderdoms
rentetoeslag.
1- De ouderdomsrente zij wordt
uitgekeerd aan ieder persoin, zonder
uitzondering onverschillig zijn toestand
op gebied van vermogen, zijn nationa
liteit of zijn verblijfplaats en die den
leeftijd van 65 jaar heeft bereikt mits
hij als verzekeringsplichtige of als vrij
willig verzekerde de vereischte jaar
lijksche stortingen bij de lijfrentekas
heeft verricht. De door de stortingen
verworven rente wordt verhoogd met
een rijksbijdrage in verhouding met de
stortingen waarvan het jaarlijksch ma
ximum op 1.200 fr. is vastgesteld.
Degene die wenscht in het genot van
zijn rente te treden, dient ze bij de lijf
rentekas aan te vragen door middel
van een speciaal formulier, dat in alle
postkantoren kan worden verkregen.
2. - De ouderdomsrentetoeslag wordt
toegekend aan de Belgen in Belgie ver
blijvende, 65 jaar oud, die bij de lijf
rentekas de voorziene stortingen heb
ben verricht en wier bestaansmiddelen
het bij de wet vastgesteld maximum
niet overschrijden.
De personen, die verlangen met den
rentetoeslag te worden begunstigd die
nen zich daartoe bij den ontvanger van
belastingen aan te melden.
Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende
bevoegdbeden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten
titel van documentatie.
Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons
het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren.
De Korrespondenten van «Ideën en Documenten worden vriendelijk verzocht hun
bijdragen in te dienen bij den Heer Hilaire LAHAYE.
De Duitsche Regeering heeft Woens
dag aan burggraaf Davignon, minister
van Belgie te Berlijn, een verklaring
overhandigd, waarbij zij haar besluit
bevestigd ten allen tijde de onschend
baarheid en de integriteit van Belgie te
eerbiedigen. Deze verklaring sluit aan
bij de woorden door Kanselier Hitier
uitgesproken tijdens zijn redevoering
in Januari j.l. en waarbij de Duitsche
regeering bekend maakte dat zij bereid
was ten allen tijde Belgie als een on
schendbaar grondgebied te erkennen.
Duidelijke Taal.
Voor enkele maanden namen de
Britsche en de Fransche regeeringen,
rekening houdend met den tijd die nog
zou verloopen, vooraleer het verdrag
werd gesloten, bestemd om het pact
van Locarno te vervangen, 't initiatief,
hun positie ten opzichte van Belgie na
der te bepalen.
De regeering van het Reich, die ook
inziet dat nog een zekere tijd zal ver
loopen vooraleer een nieuw Westersch
Veiligheidspact kan worden gesloten,
heeft het op haar beurt wenschelijk ge
oordeeld, haar houding ten opzichte
van ons land te bepalen, in afwachting
van het opmaken der algemeene over
eenkomst, waarvoor thans onderhan
deld wordt.
Duitschland belooft ten allen tijde
het grondgebied van Belgie te eerbie
digen behalve natuurlijk indien in een
gewapend conflict, waarbij het Reich
betrokken zou zijn, ons land aan een
militaire actie tegen dit laatste zou
deelnemen.
De termen militaire actie zijn
duidelijk. Zij zouden van toepassing
zijn in geval de Belgische gewapende
macht tegen Duitschland zou strijden,
en natuurlijk ook in geval Belgie zijn
grondgebied ter beschikking zou stellen
van vreemde strijdkrachten die tegen
Duitschland optreden, hetzij als door
gangsgebied, hetzij als operatiebasis.
Moest Belgie aldus handelen, zou
Duitschland natuurlijk niet meer ge
houden zijn door de verbintenis die het
heeft aangegaan.
De Duitsche verklaring, komende na
degene afgelegd door Frankrijk en En
geland, op 24 April 1937, laat toe de
overeenstemming der drie groote Wes-
tersche Mogendheden, ten opzichte van
de door Belgie ingenomen positie vast
te stellen. Door te herkennen dat de
onschendbaarheid en de integriteit van
ons land een gemeenschappelijk belang
voor deze mogendheden uitmaken, be
vestigt zij de historische zending van
Belgie in Europa en versterkt zij aldus
onze internationale positie.
Belgie is verheugd vast te stellen dat
de naburige mogendheden zijn toe
stand begrijpen.
De Officieele Verklaring van de
Duitsche Regeering.
Ministerie van Buitenlandsche Zaken.
Berlijn, 13 October 1937.
Mijnheer de Minister,
Uit naam der Duitsche Regeering,
heb ik de eer aan Uw Excellentie mede
te deelen wat volgt
De Duitsche Regeering heeft met bij
zondere belangstelling kennis genomen
van de openbare verklaring der Belgi
sche Regeering, waarbij de internatio
nale positie van Belgie nader wordt be
paald. Van haar kant heeft zij herhaal
de malen en inzonderheid door de ver
klaringen van den kanselier van het
Reich in zijn rede van 30 Januari 1937
haar standpunt dienaangaande doen
kennen. Anderzijds heeft zij kennis ge
nomen van de verklaring deT Konink
lijke Britsche regeering en der Fran
sche regeering van 24 April 1937.
Rekening houdende met den tijd die
nog kan verloopen, vooraleer een ver
drag wordt gesloten om het pact van
Locarno te vervangen, en bezield met
den wensch de vredelievende bedoelin
gen van beide landen te versterken,
acht de Duitsche regeering het ge-
wenscht nu reeds haar houding ten op
zichte van Belgie naderyte bepalen.
Te dien einde legt zij de volgende
DE VROUW TEGENOVER ECONOMIE EN CULTUUR.
door ROBERT AERNAUT,
Voorzitter der Federatie van Liberale Jonge
Wachten van het Arrondissement Antwerpen.
(Vervolg)
Sommige vrouwen verkeeren in de abso
lute noodzakelijkheid een betrekking te ver
vullen het alleenstaande meisje, het éénig
kind van Ouders die onbekwaam tot werken
zijn, de weduwe, de gescheiden vrouw.
Doch deze noodzakelijkheid houdt op wan
neer het huwelijk ontstaat.
Soms leeren vrouwen, uit voorzorgsmaat
regel een beroep. Zulke voorzorgsmaatregel
is voorzeker gewettigd. Men zou aan een
vrouw die uit voorzorgsmaatregel een beroep
geleerd heeft het recht moeten geven dit be
roep uit te oefenen, zoodra de noodwendig
heid in haar eigen behoeften te voorzien zich
aan haar opdringt. Men zou eveneens de ge
huwde vrouw het recht mogen geven het
beroep van haar man in Hoeverre zulks
m_*t haar bevoegdheid als vrouw strekt, wel
te verstaan te leeren voor het geval dat
zij weduwe wordt. Zij zou alsdan het beroep
van haar man kunnen voortzetten in zijn
plaats, zoolang haar weduwschap duurt, des
noods tot aan haar dood. Dit geldt natuur
lijk het vroegtijdig weduwschap. Wanneer
het weduwsehap samenvalt met den leeftijd
waarop zij haar rechten op ouderdomspen
sioen mag doen gelden, is het logisch dat
men haar pensiónneere. Op deze wijze zou
men alvast verhinderen mits degelijke
arbeidcontrool dat de vrouw het beroep
dat zij uit voorzorgsmaatregel verkoos, zou
gaan uitoefenen tijdens het leven van haar
man.
Doch de kanker van vrouwenarbeid die
op het lijf onzer economie woekert is elders
te zoeken en wel in het volgende Er zijn
vrouwen die een beroep willen uitoefenen
omdat zij onafhankelijk willen zijn.
Het is het aantal, dat in deze categorie,
op onrustwekkende wijze stijgt, dat de kwa
de zijde van vrouwenarbeid vertegenwoor
digt. Wien wil men wijsmaken dat de econo
mische omstandigheden zich dusdanig heb
ben gewijzigd dat de burgerij, die vóór den
oorlog 10 c/c van haar dochters een betrek
king liet bekleeden, thans de behoefte zou
hebben om er 95 naar een betrekking te
doen dingen Dit enorm coefficient is juist.
Hier hebben we te doen met een niet te
verrechtvaardigen doel van vrouwenarbeid.
En hier krijgen wij het antwoord op de on
bescheiden vraag die ik daarstraks stelde.
Onafhankelijkheid is het ideaal geworden
van de vrouwen van 20 jaar. De moreele
kant dezer zaak die ik bij het einde van
mijn artikel zal toelichten houdt iets te
gennatuurlijks in. De economische kant van
deze vrouwenfilosophie beteekent niet meer
noch minder de algeheele vermindering van
den man uit het arbeidsveld, en zulks binnen
korten tijd. Het is duidelijk dat wie alleen
naar werk zoekt om onafhankelijk te zijn
NIET dezelfde aanspraken kan doen gelden
als hij voor wie arbeid een economische nood
zaak is. En deze vrouwelijke onafhankelijk
heid handhaaft zich meestal gedurende den
huwelijken staat der vrouw.
Welken omvang heeft deze CUMUL van
nkomsten gedurende de laatste twintig jaar
genomen Statistieken zouden ons hier zon- I
derlinge dingen leeren en fantastische cijfers
geven. Men heeft berekend dat, als een wer
kende vrouw een inkomen van 15.000 frank
por jaar heeft zulks een bruidschat van een
half millioen vertegenwoordigt. Bestaat er
werkelijk behoefte aan zulke inkomsten-cu-
mule Kunnen zij opwegen tegen de talrij
ke mannenhanden die zich smeekend om
werk... als een aanklacht hiertegen verhef-,
fen En een zonderling feit die huwelijken,
welke aan inkomstencumuul doen blijven het
meest verschoond van kinderen. Hierin heeft
de wetenschap het bewijs gezien dat vrou
wenarbeid iets tegennatuurlijks is dat de
vrouw van haar oorspronkelijke taak de
vruchtbaarheid ontaardt. Maar daar komen
wij straks op terug.
Wij stellen dus maar vast dat de maat
schappij hier het maximum van voordeelen
schenkt aan gezinnen die haar slechts een
MINIMUM teruggeven.
Hier moet een formule gevonden worden
die. alhoewel de rechten der vrouw eerbie
digend, toch eveneens de rechten der maat
schappij handhaaft, dit wil zeggen de voort-
p'anting handhaaft.
En die onafhankelijkheid dewelke zoo op
prijs gesteld wordt door de moderne vrouw...
wat beteekent zij Niet meer of minder dan
de bevordering van de echtscheiding naar
Willekeur der vrouw. Geleerden zien er den
wensch der vrouw klaar in uitgedrukt van
losbandigheid.
Een zedepreek zal mijn betoog echter ook
niet worden, doch ik leg deze laatste bewe
ring sleóhts even onder oogen omdat ik naar
waarheid zoek en het mij weinig schelen kan
waar ik ze moet zoeken, als ik ze maar vindt.
Voor mijn paart mag de vrouw den levens
vorm kiezen dien ze wil... al is het zelfs de
losbandigheid, als ze hiermede maar ons eco
nomie niet ontreddert... en onze maatschap
pij maar niet tot haar vernietiging leidt.
Toch wil ik nog even een sluier oplichten
omtrent vrouwenarbeid en nog enkele vra
gen die ik tevoren stelde, toelichten, zooals
ik het beloofde.
I" Oefent vrouwenarbeid invloed uit op
het psychisch en physiek wezen der vrouw
...op de geaardheid der vrouw dus...
Ik laat het recht op antwoord aan phys-
chiaters over. Doch in mijn brein rijzen in
verband hiermede de volgende vragen op
Moet de zware strijd om de handhaving van
het bestaan die de vrouw thans aan de zijde
van den man en in een korte toekomst IN
DE PLAATS VAN DEN MAN voert... op
den duur haar gansch psychisch wezen...
niet gaan veranderen de eeuwigdurende
geestesinspanning van den arbeid zal die oor
zaak niet worden dat de vrouw die, voor ons
mannen een gevoelswezen moet zijn, dat in
erste instancie het leven moet verrijken met
11e soorten gevoelens, zooals deze verstaan
onder de woorden Meisje... Vrouw... Moe
der... (die woorden die ons gansch geluk
inhouden)... zal de geestesinspanning van
den arbeid deze geaardheid der vrouw...
niet verwoesten
Zal arbeid en zijn verantwoordelijkheid en
zijn zorgen, op den duur van de vrouw geen
materialistisch wezen maken dat een reken
machine verbergt... daar waar een hart zou
moeten zitten
En een vraag die ik den geneesheeren
voorleg
Is de lichaamsconstitutie en de geestescon-
stitutie der vrouw... die toch bepaald is ge
worden en haar eigen geaardheid en be
kwaamheid verworven heeft krachtens een
aaneenschakeling van eeuwen ondergeschikt
heid (op gebied van arbeid)... gaat die vrou
welijke constitutie van lichaam en geest...
thans niet door een bruuske tegenstrijdige
beweging van Vrouwenarbeid en onafhanke
lijkheidszin... ontaarden... dat wil zeggen
minder vrouwelijk worden
Wij beleven het nu al reeds dat men op
straat specimens van het vrouwelijk geslacht
ontmoeten... waarbij men al zijn observatie-
•»eest moet te rade gaan om de verklaring
van het raadsel te vinden Is het een man...
of is het toch een vrouw
Ziedaar de eerste producten van vrouwen
arbeid... wat zullen zij in de toekomst zijn
...tweeslachtige wezen
En om te conclueeren Het wordt hoog
tijd dat de heerschers over economie en over
cultuur de hoofden bijeensteken om geza
menlijk het vraagstuk van vrouwenarbeid te
onderzoeken.
En ik ben ervan verzekerd als zij het in
handen geven van deskundigen hen de ver
zekering zal gegeven worden dat het hoog
tijd is dat men gezondmakers ten rade vraagt
...want de ineenstorting onzer economie, die
toch moet gebaseerd zijn op een rechtvaar
dige arbeidsverdeeling en de ineenstorting
van onze cultuur die harerzijds moet voor
doel hebben Het bevorderen van de ver
worven goede eigenschappen van het mensch-
dom zoowel op physiek als op psychisch ter
rein... nakend zijn.
En dat het hoog tijd worde dat men de op
lossing van vele duistere vraagstukken in
Vrouwenarbeid ga zoeken.
verklaring af
1. - De Duitsche regeering heeft acte
genomen van de inzichten, die de Bel
gische regeering zelf behoorde te doen
kennen, aangaande twee punten
A. - De onafhankelijkheidspolitiek,
die zij' in volle soevereiniteit wenscht
voort te zetten
B. - Haar vast voornemen, uit al
haar kracht de grenzen van Belgie te
gen eiken aan- of inval te verdedigen
en te verhinderen, dat het Belgisch
grondgebied, met het oog op een aan
val tegen een anderen staat, als door
gangsterrein of als basis voor operaties
te land. op zee of in de lucht worde
gebruikt, en te dien einde de verdedi
ging van Belgie op afdoende wijze, in
te richten.
2. - De regeering van het Reich stelt
vast, dat de onschendbaarheid en de
integriteit van Belgie een gemeenschap
pelijk belang voor de Westersche mo
gendheden uitmaken. Zij bevestigt haar
voornemen, in geen enkele omstandig
heid, inbreuk te maken op deze on
schendbaarheid en deze integriteit en,
ten allen tijde, het Belgisch grondge
bied te eerbiedigen, behalve natuurlijk,
in geval Belgie in een gewapend con
flict, waarin Duitschland zou betrok
ken zijn, aan een militaire actie tegen
dit land zou deelnemen.
3. - De regeering van het Reich is
bereid, evenals de Koninklijke Britsche
regeering en de Fransche regeering,aan
Belgie bijstand te verleenen, in geval
dit land het voorwerp van een aan-
of inval zou zijn.
Gelief, Mijnheer de Minister, de her
nieuwde verzekering mijner bijzondere
Hoogachting te aanvaarden.
(get.) Freiherr von Neurath.
Aan Zijn Excellentie
Burggraaf Davignon,
Minister van Belgie te Berlijn.