Duitschland wil niet, dat we 't nog vreezen. 17 JAAR. NUMMER 42. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN! GEBROEDERS DUPONT OUDERDOMSPENSIOEN. DRINKT CASTAR BIER IDEEN EN DOCUMENTEN DE BELGISCHE POSITIE IN WEST-EUROPA. WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ZONDAG 17 OCTOBER 1937. VAN OPERIHGHE ABONNEMENTEN Jaar, per post16 fr. Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika30 fr. Losse Nummers 0.25 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. De poatabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hen bedient, en niet aan ons. Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. Uitgevers-Eigenaars Yperstraat, 2, POPERINGHE. Postcheck 484.59 Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen Donderdag middag. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag. Naamlooze ingezonden artikels worden in de scheurmand gegooid. AANKONDIGINGEN Per regel 1.00 fr. (minimum 3.00 fr.) Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen pe- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. EEN GEWICHTIGE VERKLARING. HET BELOOFT ONS NOOIT MEER TE ZULLEN AANVALLEN. Algemeen is 't reeds geweten, dat de Fuhrer onze regeering toezegt, dat Duitschland zich nimmermeer schuldig maken zal aan schending van ons grondgebied, steeds onze onafhanke lijkheid zal eerbiedigen, en zich zelfs evenals Frankrijk en Engeland reeds hebben gedaan bereid verklaart om ons ter hulp te komen, mochten wij door welk ander land ook worden aan gerand. Het door Hitier gemaakte en 't trouwens volkomen logische voor behoud is alleen maar, dat, om Duitsch- lands respect en bescherming te blijven verdienen, Belgie zich zelf met de grootste angstvalligheid van alle mili taire bondgenootschappen of afspra ken met andere staten afzijdig houden moet. Voor zijn waarborg verlangt Duitsch land van ons geen enkele tegenpresta tie, en in dit opzicht is deze waarborg ons nog gunstiger dan het Locarno- pact, hetwelk ook wel bepaalde dat Frankrijk, Duitschland, Engeland en Italië ons tegen iederen aanval be schermen zouden, maar op voorwaarde dat wij, onzerzijds, ieder van deze lan den ter hulp zouden komen, mocht het door andere tot een oorlog worden ge dwongen. Belgen die zich maar niet wennen kunnen aan het idee dat van Duitsch land niets meer zou te vreezen zijn en hoe begrijpelijk is dit onuitroeibaar wantrouwen bij de generatie van 1914 niet willen zelfs tegenover deze zoo formeele verbintenis van Hitier sceptisch blijven staan. Als Duitschland zelfs een internatio naal tractaat tot een vodje papier verfrommeld heeft, zoo zeggen ze, wat zou het zich dan storen aan deze be lofte van één man maar, mocht het nogmaals zooals in 1914 oordeelen, dat het om zijn Nood alle «Gebod» vergeten mag Hierop zouden we kunnen antwoor den Indien het gebleken is, dat niets minder betrouwbaar kan zijn, dan een internationaal tractaat, door een Duit- sche regeering onderteekend, dan kan een belofte van een Duitschen dic tator toch niet anders dan beter voor ons wezen. Deze belofte ziet er des te edelmoe diger uit, als er zelfs geen bezwaar in gemaakt wordt tegen het lidmaatschap van den Volkenbond waardoor Belgie in zekere gevallen toch genoodzaakt worden kan tot deelname aan straf maatregelen tegen een land, dat den vrede zou verstoren. Aan een boycot-actie of aan «sanc ties», zooals deze tegen Italië, en zelfs aan een gezamenlijk militair optreden tegen den vredesverstoorder. Aldus mag Duitschland tot op het oogenblik nog steeds rekening houden met de mogelijkheid dat, ingeval het Rusland mocht aanvallen, en de Vol kenbond dezen van zijn aangeslotenen dan onder zijn bescherming nemen mocht, wij, Belgen, genoodzaakt zou den zijn om ons met elke sanctie tegen het Reich en zijn eventueele bond- genooten te solidariseeren. En, niettegenstaande dat, zegt het ons toch zijn vriendschap- en den be stendigen eerbied voor onze onafhan kelijkheid toe Het is bijna te schoon om waar te kunnen zijn. Maar het is niet moeilijk om uit te vinden, op welke manier Hitier door deze verbintenis Duitschlands eigen be lang dient. Vooropgesteld zal hij wel hebben, dat de droom van den Kaiser en zijn kliek een Duitschland lot aan Calais, nimmermeer zal te verwezenlijken zijn. De ervaring zal hem genoegzaam ge ieerd hebben, wat er te verwachten is yan Engelands verzet tegen zulke on derneming, mochten de Duitschers er °oit weer eens aan willen beginnen. En eenmaal verrijkt met de wijsheid, dat Belg ie een druiventros is, die voor hem toch altijd te hoog zal blijven han- §en, kan de Duitsche vos zich wel van ^elgie desinteresseeren, als hij er eerst maar gerust in kan zijn, dat Belgie zich °P geen enkele manier meer tegen hem *a' laten gebruiken. Rn daarvoor moet hij beginnen met alle wantrouwen bij ons weg te nemen. De uitwerking van zijn verklaring, welke hij op ons gemoed, op onze openbare meening verwachten mag, zien we vandaag reeds alom aan den dag treden een afkeer voor alle bond genootschappen en speciale afspraken met welk ander land ook, waardoor we onze volstrekte en alzijdige onafhan kelijkheid in gevaar zouden kunnen brengen. En als we daarbij aan ons lidmaat schap van den Volkenbond denken, dan denken we er ook aan, dat Neder land en Zwitserland even goed lid van den Volkenbond kunnen zijn, terwijl ze toch duidelijk te kennen hebben ge geven, dat, ingeval door dezen Bond tot welke sanctie ook tegen eenig land mocht besloten worden, zij toch altijd hun vrijheid van handelen wen- schen voor te behouden. Dat moet ook onze houding zijn, en na deze verklaring van Duitschland, meer en angstvalliger nog dan ooit te voren. Voor alles behooren we onszelven in te prenten, dat in de politiek het sen timent geen enkele rol speelt, en dat zoowel vriendschap als vijandschap ons slechts uit het belang van anderen be toond en bewezen zullen worden en dat zij die ons verdedigen, het niet minder om hun eigen belang zullen doen dan zij die ons aanvallen. En daarom zullen onze regeeringen en onze diplomaten in den vreemde nooit nadrukkelijk genoeg kunnen zeg gen, dat Belgie een natie is, die met heel de wereld in vrede leven wil, en die zich niet wenscht te bemoeien met eenig geschil, veel minder met eenig gewapend conflict tusschen andere lan den. Welke ook deze andere landen mo gen zijn, en welke ook de aard van hun geschillen. Wie op 't oogenblik nog meesmuilen tegen Hitiers verklaring, dat zijn enkele socialisten en de communisten nog meer. Wat hun erin tegensteekt, dat is na tuurlijk, dat onze regeering en ook onze publieke meening in 't algemeen zich thans meer dan ooit te wachten zullen hebben voor iedere sympathiebetuiging aan Soviet-Rusland, die Duitschland al te verdacht zou kunnen voorkomen. Dat aan Duitschland de verzekering zal dienen gegeven, dat het, bij een eventueele afrekening met het bolsje wisme, gezocht of opgedrongen, nim mer Belgie tegenover zich zal zien staan En... dat ze dus van hun droom van een heiligen oorlog tegen het fas cisme maar liefst af te zien zullen heb ben, voor zooveel ze er ook Belgie zouden willen in betrekken. En we begrijpen, dat voor onze roo- den, die niets ergers ter wereld vreezen dan 't fascisme, geen sensatie minder aangenaam moet zijn dan zich in zeke ren zin onder de bescherming van 't fascisme gesteld te gevoelen. Ja,en wat nu met de Dietsche Nazis? Welk gezicht trekken zij tegen het Groote Germaansche Nationaal-socia- listische en totalitaire Vaderland, dat zich thans als beschermer voorstelt van den door hun zoo diep verachten, sou- vereinen en democratischen Belgischen Staat Als hun hoofdorgaan er van zegt, dat het aan dit werk van Hitier dat voor Vlaanderen slechts voordeel op levert en voor Belgie ook nuttig zal zijn, graag zijn hulp wil verleenen mogen we dan niet gelooven, dat het uit Berlijn een nieuw ordewoord ge kregen heeft, in overeenstemming met den nieuwen toestand, door de verkla ring van den Fuhrer geschapen R. DE WEDUWERENTEN. De Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg deelt mede r Het lijkt noodzakelijk aan alle per sonen die op eenige wijze belang stel len in de wetgeving betreffende de ver zekering tegen ouderdom en vroegtij dig overlijden, te herinneren dat het doel van die wetgeving niet slechts het vormen van ouderdomsrenten die nor maal ingaan op den leeftijd van 65 jaar maar ook het vormen van weduweren ten die bij het overlijden van den ver zekerde ingaan, is. Het bedrag van de weduwerenten is vastgesteld op een deel (35 tot 50 der ouderdomsrenten welke de verze kerde voor zichzelf, wanneer hij den leeftijd voor het pensioen zal bereikt hebben, vormt met zijn jaarlijksche stortingen die per maandelijksche twaalfden betaalbaar zijn. Het verzekeringstelsel waarop de wetgeving berust voorziet dat de bij drage der verschillende kategorien van verzekerden maandelijks moet gestort worden, en de tarieven werden in ver band daarmee opgemaakt. Daaruit volgt dat elke maand op de stortingskaart van de verzekerden krachtens de algemeene pensioenwet, een pensioenzegel moet geplakt worden dat de bijdrage voor de afgeloopen maand vertegenwoordigt. Het volstaat dus niet een enkele stor ting te doen op het einde van het ver zekeringsjaar, dit is in den loop der maand waarin de verzekerde verjaart, voor de vorige twaalf maanden. Door alzoo te handelen, stelt de verzekerde zijn echtgenoote aan een zeker nadeel bloot, ingeval hij vroegtijdig kwam te sterven. Eenerzijds ondergaan de weduwe renten en de erbij passende Rijksbij drage dikwijls aanzienlijke verlaging, wegens de ontstentenis van de bijdra gen voor de maanden, die sedert de maand van den laatsten verjaardag zijn verloopen. Anderzijds verliest de weduwe on der het stelsel van de thans van kracht fcijnde wettelijke bepalingen het voor deel van den weduwerentetoeslag (540 tot 120 fr. per jaar) en van de weezentoelage van 240 fr per jaar voor haar kinderen beneden I 6 jaar. Het thans ter beraadslaging bij de wetgevende kamers ingediend wetsont werp voorziet weliswaar dat die voor deden niet beslist aan de belangheb benden zullen geweigerd worden, maar toch zullen zij betrekkelijke verlaging ondergaan. Ten aanzien van de bere kening der renten voorziet het ontwerp geen verandering die, het dient aange stipt, slechts zou kunnen geschieden ten nadeele van de verzekerden, die nauw gezet hun stortingen binnen de voor geschreven termijnen doen. Het is dus nuttig speciaal de aan dacht van alle verzekerden te vestigen op de noodzakelijkheid van het doen van hun storting iedere maand. Voor de vrije verzekerden is het misschien niet altijd mogelijk zich elke maand bij den afgevaardigde der mutualiteitsver- eeniging te begeven om de storting van een twaalfde der jaarlijksche bijdrage te doen, maar niets belet de verzeker den hun bijdrage voor geheel het vol gend verzekeringsjaar vooraf te stor ten. Dat de verzekerden dus aan den afgevaardigde der mutualiteitsvereeni- ging, in plaats van op het einde van het verzekeringsjaar de bijdrage voor de afgeloopen twaalf maanden te betalen, hem het noodig bedrag toevertrouwen om hem toe te laten de pensioens zegels voor de eerstvolgende 1 2 maan den op hun kaart te plakken. WIE HEEFT RECHT OP OUDERDOMSPENSIOEN Het Ministerie van Arbeid en So ciale Voorzorg deelt mede Wie mag, onder de thans geldende wetgeving, met het ouderdomspensioen worden begunstigd Er dient onderscheid gemaakt tus schen ouderdomsrente en ouderdoms rentetoeslag. 1- De ouderdomsrente zij wordt uitgekeerd aan ieder persoin, zonder uitzondering onverschillig zijn toestand op gebied van vermogen, zijn nationa liteit of zijn verblijfplaats en die den leeftijd van 65 jaar heeft bereikt mits hij als verzekeringsplichtige of als vrij willig verzekerde de vereischte jaar lijksche stortingen bij de lijfrentekas heeft verricht. De door de stortingen verworven rente wordt verhoogd met een rijksbijdrage in verhouding met de stortingen waarvan het jaarlijksch ma ximum op 1.200 fr. is vastgesteld. Degene die wenscht in het genot van zijn rente te treden, dient ze bij de lijf rentekas aan te vragen door middel van een speciaal formulier, dat in alle postkantoren kan worden verkregen. 2. - De ouderdomsrentetoeslag wordt toegekend aan de Belgen in Belgie ver blijvende, 65 jaar oud, die bij de lijf rentekas de voorziene stortingen heb ben verricht en wier bestaansmiddelen het bij de wet vastgesteld maximum niet overschrijden. De personen, die verlangen met den rentetoeslag te worden begunstigd die nen zich daartoe bij den ontvanger van belastingen aan te melden. Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende bevoegdbeden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten titel van documentatie. Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren. De Korrespondenten van «Ideën en Documenten worden vriendelijk verzocht hun bijdragen in te dienen bij den Heer Hilaire LAHAYE. De Duitsche Regeering heeft Woens dag aan burggraaf Davignon, minister van Belgie te Berlijn, een verklaring overhandigd, waarbij zij haar besluit bevestigd ten allen tijde de onschend baarheid en de integriteit van Belgie te eerbiedigen. Deze verklaring sluit aan bij de woorden door Kanselier Hitier uitgesproken tijdens zijn redevoering in Januari j.l. en waarbij de Duitsche regeering bekend maakte dat zij bereid was ten allen tijde Belgie als een on schendbaar grondgebied te erkennen. Duidelijke Taal. Voor enkele maanden namen de Britsche en de Fransche regeeringen, rekening houdend met den tijd die nog zou verloopen, vooraleer het verdrag werd gesloten, bestemd om het pact van Locarno te vervangen, 't initiatief, hun positie ten opzichte van Belgie na der te bepalen. De regeering van het Reich, die ook inziet dat nog een zekere tijd zal ver loopen vooraleer een nieuw Westersch Veiligheidspact kan worden gesloten, heeft het op haar beurt wenschelijk ge oordeeld, haar houding ten opzichte van ons land te bepalen, in afwachting van het opmaken der algemeene over eenkomst, waarvoor thans onderhan deld wordt. Duitschland belooft ten allen tijde het grondgebied van Belgie te eerbie digen behalve natuurlijk indien in een gewapend conflict, waarbij het Reich betrokken zou zijn, ons land aan een militaire actie tegen dit laatste zou deelnemen. De termen militaire actie zijn duidelijk. Zij zouden van toepassing zijn in geval de Belgische gewapende macht tegen Duitschland zou strijden, en natuurlijk ook in geval Belgie zijn grondgebied ter beschikking zou stellen van vreemde strijdkrachten die tegen Duitschland optreden, hetzij als door gangsgebied, hetzij als operatiebasis. Moest Belgie aldus handelen, zou Duitschland natuurlijk niet meer ge houden zijn door de verbintenis die het heeft aangegaan. De Duitsche verklaring, komende na degene afgelegd door Frankrijk en En geland, op 24 April 1937, laat toe de overeenstemming der drie groote Wes- tersche Mogendheden, ten opzichte van de door Belgie ingenomen positie vast te stellen. Door te herkennen dat de onschendbaarheid en de integriteit van ons land een gemeenschappelijk belang voor deze mogendheden uitmaken, be vestigt zij de historische zending van Belgie in Europa en versterkt zij aldus onze internationale positie. Belgie is verheugd vast te stellen dat de naburige mogendheden zijn toe stand begrijpen. De Officieele Verklaring van de Duitsche Regeering. Ministerie van Buitenlandsche Zaken. Berlijn, 13 October 1937. Mijnheer de Minister, Uit naam der Duitsche Regeering, heb ik de eer aan Uw Excellentie mede te deelen wat volgt De Duitsche Regeering heeft met bij zondere belangstelling kennis genomen van de openbare verklaring der Belgi sche Regeering, waarbij de internatio nale positie van Belgie nader wordt be paald. Van haar kant heeft zij herhaal de malen en inzonderheid door de ver klaringen van den kanselier van het Reich in zijn rede van 30 Januari 1937 haar standpunt dienaangaande doen kennen. Anderzijds heeft zij kennis ge nomen van de verklaring deT Konink lijke Britsche regeering en der Fran sche regeering van 24 April 1937. Rekening houdende met den tijd die nog kan verloopen, vooraleer een ver drag wordt gesloten om het pact van Locarno te vervangen, en bezield met den wensch de vredelievende bedoelin gen van beide landen te versterken, acht de Duitsche regeering het ge- wenscht nu reeds haar houding ten op zichte van Belgie naderyte bepalen. Te dien einde legt zij de volgende DE VROUW TEGENOVER ECONOMIE EN CULTUUR. door ROBERT AERNAUT, Voorzitter der Federatie van Liberale Jonge Wachten van het Arrondissement Antwerpen. (Vervolg) Sommige vrouwen verkeeren in de abso lute noodzakelijkheid een betrekking te ver vullen het alleenstaande meisje, het éénig kind van Ouders die onbekwaam tot werken zijn, de weduwe, de gescheiden vrouw. Doch deze noodzakelijkheid houdt op wan neer het huwelijk ontstaat. Soms leeren vrouwen, uit voorzorgsmaat regel een beroep. Zulke voorzorgsmaatregel is voorzeker gewettigd. Men zou aan een vrouw die uit voorzorgsmaatregel een beroep geleerd heeft het recht moeten geven dit be roep uit te oefenen, zoodra de noodwendig heid in haar eigen behoeften te voorzien zich aan haar opdringt. Men zou eveneens de ge huwde vrouw het recht mogen geven het beroep van haar man in Hoeverre zulks m_*t haar bevoegdheid als vrouw strekt, wel te verstaan te leeren voor het geval dat zij weduwe wordt. Zij zou alsdan het beroep van haar man kunnen voortzetten in zijn plaats, zoolang haar weduwschap duurt, des noods tot aan haar dood. Dit geldt natuur lijk het vroegtijdig weduwschap. Wanneer het weduwsehap samenvalt met den leeftijd waarop zij haar rechten op ouderdomspen sioen mag doen gelden, is het logisch dat men haar pensiónneere. Op deze wijze zou men alvast verhinderen mits degelijke arbeidcontrool dat de vrouw het beroep dat zij uit voorzorgsmaatregel verkoos, zou gaan uitoefenen tijdens het leven van haar man. Doch de kanker van vrouwenarbeid die op het lijf onzer economie woekert is elders te zoeken en wel in het volgende Er zijn vrouwen die een beroep willen uitoefenen omdat zij onafhankelijk willen zijn. Het is het aantal, dat in deze categorie, op onrustwekkende wijze stijgt, dat de kwa de zijde van vrouwenarbeid vertegenwoor digt. Wien wil men wijsmaken dat de econo mische omstandigheden zich dusdanig heb ben gewijzigd dat de burgerij, die vóór den oorlog 10 c/c van haar dochters een betrek king liet bekleeden, thans de behoefte zou hebben om er 95 naar een betrekking te doen dingen Dit enorm coefficient is juist. Hier hebben we te doen met een niet te verrechtvaardigen doel van vrouwenarbeid. En hier krijgen wij het antwoord op de on bescheiden vraag die ik daarstraks stelde. Onafhankelijkheid is het ideaal geworden van de vrouwen van 20 jaar. De moreele kant dezer zaak die ik bij het einde van mijn artikel zal toelichten houdt iets te gennatuurlijks in. De economische kant van deze vrouwenfilosophie beteekent niet meer noch minder de algeheele vermindering van den man uit het arbeidsveld, en zulks binnen korten tijd. Het is duidelijk dat wie alleen naar werk zoekt om onafhankelijk te zijn NIET dezelfde aanspraken kan doen gelden als hij voor wie arbeid een economische nood zaak is. En deze vrouwelijke onafhankelijk heid handhaaft zich meestal gedurende den huwelijken staat der vrouw. Welken omvang heeft deze CUMUL van nkomsten gedurende de laatste twintig jaar genomen Statistieken zouden ons hier zon- I derlinge dingen leeren en fantastische cijfers geven. Men heeft berekend dat, als een wer kende vrouw een inkomen van 15.000 frank por jaar heeft zulks een bruidschat van een half millioen vertegenwoordigt. Bestaat er werkelijk behoefte aan zulke inkomsten-cu- mule Kunnen zij opwegen tegen de talrij ke mannenhanden die zich smeekend om werk... als een aanklacht hiertegen verhef-, fen En een zonderling feit die huwelijken, welke aan inkomstencumuul doen blijven het meest verschoond van kinderen. Hierin heeft de wetenschap het bewijs gezien dat vrou wenarbeid iets tegennatuurlijks is dat de vrouw van haar oorspronkelijke taak de vruchtbaarheid ontaardt. Maar daar komen wij straks op terug. Wij stellen dus maar vast dat de maat schappij hier het maximum van voordeelen schenkt aan gezinnen die haar slechts een MINIMUM teruggeven. Hier moet een formule gevonden worden die. alhoewel de rechten der vrouw eerbie digend, toch eveneens de rechten der maat schappij handhaaft, dit wil zeggen de voort- p'anting handhaaft. En die onafhankelijkheid dewelke zoo op prijs gesteld wordt door de moderne vrouw... wat beteekent zij Niet meer of minder dan de bevordering van de echtscheiding naar Willekeur der vrouw. Geleerden zien er den wensch der vrouw klaar in uitgedrukt van losbandigheid. Een zedepreek zal mijn betoog echter ook niet worden, doch ik leg deze laatste bewe ring sleóhts even onder oogen omdat ik naar waarheid zoek en het mij weinig schelen kan waar ik ze moet zoeken, als ik ze maar vindt. Voor mijn paart mag de vrouw den levens vorm kiezen dien ze wil... al is het zelfs de losbandigheid, als ze hiermede maar ons eco nomie niet ontreddert... en onze maatschap pij maar niet tot haar vernietiging leidt. Toch wil ik nog even een sluier oplichten omtrent vrouwenarbeid en nog enkele vra gen die ik tevoren stelde, toelichten, zooals ik het beloofde. I" Oefent vrouwenarbeid invloed uit op het psychisch en physiek wezen der vrouw ...op de geaardheid der vrouw dus... Ik laat het recht op antwoord aan phys- chiaters over. Doch in mijn brein rijzen in verband hiermede de volgende vragen op Moet de zware strijd om de handhaving van het bestaan die de vrouw thans aan de zijde van den man en in een korte toekomst IN DE PLAATS VAN DEN MAN voert... op den duur haar gansch psychisch wezen... niet gaan veranderen de eeuwigdurende geestesinspanning van den arbeid zal die oor zaak niet worden dat de vrouw die, voor ons mannen een gevoelswezen moet zijn, dat in erste instancie het leven moet verrijken met 11e soorten gevoelens, zooals deze verstaan onder de woorden Meisje... Vrouw... Moe der... (die woorden die ons gansch geluk inhouden)... zal de geestesinspanning van den arbeid deze geaardheid der vrouw... niet verwoesten Zal arbeid en zijn verantwoordelijkheid en zijn zorgen, op den duur van de vrouw geen materialistisch wezen maken dat een reken machine verbergt... daar waar een hart zou moeten zitten En een vraag die ik den geneesheeren voorleg Is de lichaamsconstitutie en de geestescon- stitutie der vrouw... die toch bepaald is ge worden en haar eigen geaardheid en be kwaamheid verworven heeft krachtens een aaneenschakeling van eeuwen ondergeschikt heid (op gebied van arbeid)... gaat die vrou welijke constitutie van lichaam en geest... thans niet door een bruuske tegenstrijdige beweging van Vrouwenarbeid en onafhanke lijkheidszin... ontaarden... dat wil zeggen minder vrouwelijk worden Wij beleven het nu al reeds dat men op straat specimens van het vrouwelijk geslacht ontmoeten... waarbij men al zijn observatie- •»eest moet te rade gaan om de verklaring van het raadsel te vinden Is het een man... of is het toch een vrouw Ziedaar de eerste producten van vrouwen arbeid... wat zullen zij in de toekomst zijn ...tweeslachtige wezen En om te conclueeren Het wordt hoog tijd dat de heerschers over economie en over cultuur de hoofden bijeensteken om geza menlijk het vraagstuk van vrouwenarbeid te onderzoeken. En ik ben ervan verzekerd als zij het in handen geven van deskundigen hen de ver zekering zal gegeven worden dat het hoog tijd is dat men gezondmakers ten rade vraagt ...want de ineenstorting onzer economie, die toch moet gebaseerd zijn op een rechtvaar dige arbeidsverdeeling en de ineenstorting van onze cultuur die harerzijds moet voor doel hebben Het bevorderen van de ver worven goede eigenschappen van het mensch- dom zoowel op physiek als op psychisch ter rein... nakend zijn. En dat het hoog tijd worde dat men de op lossing van vele duistere vraagstukken in Vrouwenarbeid ga zoeken. verklaring af 1. - De Duitsche regeering heeft acte genomen van de inzichten, die de Bel gische regeering zelf behoorde te doen kennen, aangaande twee punten A. - De onafhankelijkheidspolitiek, die zij' in volle soevereiniteit wenscht voort te zetten B. - Haar vast voornemen, uit al haar kracht de grenzen van Belgie te gen eiken aan- of inval te verdedigen en te verhinderen, dat het Belgisch grondgebied, met het oog op een aan val tegen een anderen staat, als door gangsterrein of als basis voor operaties te land. op zee of in de lucht worde gebruikt, en te dien einde de verdedi ging van Belgie op afdoende wijze, in te richten. 2. - De regeering van het Reich stelt vast, dat de onschendbaarheid en de integriteit van Belgie een gemeenschap pelijk belang voor de Westersche mo gendheden uitmaken. Zij bevestigt haar voornemen, in geen enkele omstandig heid, inbreuk te maken op deze on schendbaarheid en deze integriteit en, ten allen tijde, het Belgisch grondge bied te eerbiedigen, behalve natuurlijk, in geval Belgie in een gewapend con flict, waarin Duitschland zou betrok ken zijn, aan een militaire actie tegen dit land zou deelnemen. 3. - De regeering van het Reich is bereid, evenals de Koninklijke Britsche regeering en de Fransche regeering,aan Belgie bijstand te verleenen, in geval dit land het voorwerp van een aan- of inval zou zijn. Gelief, Mijnheer de Minister, de her nieuwde verzekering mijner bijzondere Hoogachting te aanvaarden. (get.) Freiherr von Neurath. Aan Zijn Excellentie Burggraaf Davignon, Minister van Belgie te Berlijn.

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1937 | | pagina 1