i Moge 1940 ons den Vrede brengen Schepen dte verloren gingen door den Oorlog Nlenwe Vredespogingen NEDERLAND en BELGIE Wat zal het Mieuwe Jaar in Militair Opzicht brengen 20 JAAR. NUMMER 1. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN m DE KINDERTOESLAGEN DRINKT KING STOUT WEEKBLAD 25 CENTIEMEN ZONDAG 7 JANUARI 1940. GAZET VAN POPERIHGHE ABONNEMENTEN Jaar, per post16 fr. t Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika (en andere landen) 30 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. De postabonnenten in België, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in het postkantoor dat hen bedient, en niet aan ons Elk schrijven naar zeld t I 1 j VCI1 neteli inlichtingen moet verge- zijn van een postzegel voor antwoord mnnHBnaoBHiHH Uitgevers-Eigenaars DUPONT GEBROEDERS Yperstraat, 2, POPERINGHE Postcheck 484.59 Telefoon 180 Ieder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijn bijdragen. Handschriften worden in geen geval teruggegeven. Bijdragen in te zenden tegen den Donderdag 's middags. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag Naamlooze artikels worden niet opgenomen AANKONDIGINGEN Gewone berichten, per regel Kleine berichten (minimum) Rouwberichten (minimum) Voor dikwijls te herhalen reklamen, prijzen volgens overeenkomst 1.00 fr. 4.00 fr. 5.00 fr. Alle aankondigingen op voorhand te betalen Ml Een wensch, die iederen mensch op aarde naar het hart zou gesproken zijn, zal thans wel dezen zijn Dat het Nieuwe Jaar den Vrede moge brengen. Want wat voor al het geluk, hetwelk men elkaar maar toewenschen kan, thans iedereen het eerst noodig heeft, dat is wel, dat de wereld niet langer door den oorlogsgeesel worde getei sterd. Wie inderdaad kan zeggen, dat hij nog welk persoonlijke vreugde zuiver genieten kan met den bitteren bijsmaak van bloed en vuur, die op 't oogenblik heel de atmosfeer rond den aardbol vergiftigt Bij 't bedenken van de weergalooze ellende die deze oorlog over millioenen en millioenen men- schen heeft gebracht Want wie kan zeggen dat hij geheel en al aan deze ellende ontsnapt, of er op zijn tijd niet ook zelf door zal gegrepen worden Bij ons heeft altijd het optimisme overheerscht. In alle omstandigheden ook de meest benarde hebben wij ons steeds beijverd om onzen lezers een hart onder den riem te steken, ons- zelven altijd voorhoudend, dat men, door zwartkijkerij, door zich de zaken vantevoren al op zijn donkerst voor te stellen, zijn geluk maar verkort en zijn verdriet verlengt, en dat het nog altijd tijd genoeg is om te schreeuwen, als men geslagen wordt. En... hoe menigmaal heeft het ver loop der gebeurtenissen ons niet in 't gelijk gesteld Ho edikwijls werd den pessimisten niet bewezen dat hun vrees voor ongelukken hun méér verdriet en kwaad gedaan had dan deze ongeluk ken zelve Maar indien onze nieuwjaarswensch thans moeilijk valt, dan is 't omdat we nooit de kans zoo gering achtten om van ons optimisme onze lezers deel achtig te maken. Wat helpt het elkaar alle geluk toe te wenschen in het Nieuwe Jaar zoo klinkt de algemeene verzuchting wat is er terechtgekomen van alle heil- wenschen, die we elkaar voor 1939 hebben toegestuurd?... Maar... dan zullen we nu toch weer elkaar om'prmen, bij dezen mijlpaal van de eeuwigheid, hoezeer het geluk van hen die we liefhebben noodig is voor ons eigen geluk. En toch... en toch... indien we met zoo bedrukt gemoed onzen vredés- wensch neerschrijven, dan willen we toch gelooven, dat er op 't oogenblik reden is voor nieuw geloof en nieuwe hoop. En dit geloof en deze hoop wil len we dan als een lichtbundel vanuit Rome over de zoo wreed-geteisterde wereld zien stralen. De wederzijdsche bezoeken van den Koning van Italië en den Paus mogen ook al uiterlijk de beteekenis hebben der bezegeling, na tien jaar practijk, van het herstel der vriendschap tus- schen den Heiligen Stoel en den Ita- liaanschen Eenheidsstaat, wij zijn stout genoeg om dezen verjaardag slechts voor een voorwendsel te hou den. En voor een voorwendsel dan om te getuigen van de solidariteit van het Vaticaan en Italië ten overstaan van den huidigen oorlog en vooral van de middelen om er een eind aan te maken. Indien het wordt tegengesproken dat Mussolini op zijn beurt een bezoek aan den Paus zal brengen, dan kan zulks beteekenen, dat de Italiaansche regee ring nog niet wenscht, zich officieel met de vredesactie van den Heiligen Vader te solidariseeren, maar er zich van desolidariseeren kan zij, kan Mus solini, natuurlijk niet meer, nadat het hoofd van den Italiaanschen Staat en het Hoofd van de Katholieke Kerk aan heel de wereld aldus het schouwspel van hun volledige éénstemmigheid heb ben gegeven. Een manifestatie, welke zonder goed keuring van den Duce, natuurlijk nooit zou hebben plaats gevonden. En laat Italië nu geen deel blijven nemen aan den oorlog, dan is toch reeds uit de solidariteit tusschen zijn Koning en den Paus zooveel op te ma ken, dat het er nooit deelnemen zal langs de zijde van welk land ook, dat weigeren zou, vrede te sluiten op de basis van vrijheid voor alle volken en naties, zoo kleine als groote, door den Paus als eerste voorwaarde tot het be ëindigen van dezen oorlog geformu leerd. En, als de solidariteit van Italië met den Paus nog verder-strekkende ge volgen hebben kan, dan is 't wel, wat betreft het verweer tegen het bolsje wisme. Op eenige sympathie of steun vanwege Italië behoeft voortaan geen regeering, welke zichzelve niet ongena dig tegen het bolsjewisme schrap zou willen zetten, méér te rekenen dan op deze van den Paus. Aan de zijde van den Heiligen Stoel heeft Italië volkomen duidelijk partij tegen Rusland gekozen. En beiden... met de onmetelijke macht van de Vereenigde Staten ach ter zich. En daarin ligt thans de grootste en de schoonste kans voor het herstel van den vrede. Want. als de Fransche en de Brit- sche staatslieden zoo herhaaldelijk reeds te kennen hebben gegeven, dat de door den Paus voorgestelde oplos singen ook de hunne zijn minstens door hen in ernstige overweging zullen worden genomen, dan kan Duitsch- land weten, dat het evenzeer op den steun van Italië, van den Paus en van president Roosevelt alsmede op dien van alle neutrale volken zal kunnen staat maken voor de vervulling van al zijn werkelijk gegronde en recht vaardige verlangens en voor de be scherming van zijn eigen beschaving tegen het gevaar van het Aziatisch bolsjewisme. En aldus mogen we elkaar toch het beste wenschen met hetzelfde gevoel dat we, ook op den drempel van ieder nieuw jaar, ondervinden bij den terug keer van de Zon en de zwelling van het jonge, frissche licht. 1917 Eerste 4 maanden van den onbeperkten duikbootenoorlog Begonnen op 1 Februari 1917. (Br. Reg. ton Belgische 11.968 Nederlandsche 34.191 Engelsche 1.534.952 Noorsche 334.902 Fransche 145.316 Amerikaansche 66.240 Braziljaansche 8.1 3 1 Grieksche 101.837 Italiaansche 127.680 Japansche 20.2 1 3 Russische 41.831 Deensche 46.424 Zweedsche 29.248 Duitscne Peruaansche 1.374 Portugeesche 7.604 Argentijnsche 281 Spaansche 24.902 Urugeesche 1.957 VERBONDENHEID TEGENOVER HET GEMEENSCHAPPELIJK GEVAAR. Eerste vier maanden van den oorlog Aantal (Br. Reg. Nationaliteit ton) Belgische 3 9.350 Nederlandsche 9 39.897 Engelsche 134 488.618 Noorsche 25 62.739 Fransche 13 70.586 Amerikaansche Braziliaansche Grieksche 9 42.686 Italiaansche 2 9.309 Japansche 1 1 1.930 Russische 1 968 Deensche 9 23.557 Zweedsche 20 35.537 Duitsche 44 239.443 Finsche 6 13.005 Litausche 2 2.466 Zuid-Slavische 1 6.371 Panameesche 2 9.620 Poolsche 1 14.294 Estlandsche 1 396 Totaal 283 1.080.772 VOOR DE NIET-LOONTREKKENDEN De toenadering tusschen Nederland en Belgie wordt met den dag nauwer toegehaald en de saamhoorigheid wordt grooter. Datfis een feit, dat niet kan ontkend wordeji. Wij zijn de eersten om ons over deze toenadering te verheugen, nu bijzonderlijk dat beide kleine lan den aan de Zee te worstelen hebben met dezelfde gevaren en met dezelfde binnen- en buitenlandsche moeilijkhe den. Belgie en Nederland zijn op dezelfde gevaarlijke geographische plek van Eu ropa gelegen. Bij dezen oorlog zijn zij een soort toevluchtsoord van den vre de geworden, waar de Westersche be schaving nog eenige veilige schuil plaats kan vinden. Maar deze kleine landen hebben te worstelen met de zelfde moeilijkheden en hebben dezelf de bedreigingen te vreezen van mach tige naburen, die, aiover ons land, handgemeen wenschen te worden. Belgie en Holland zijn beslist met al hunne krachten de integriteit van hun grondgebied te verdedigen. Zij wenschen in geenen deele betrokken te worden in eenen strijd, waarvan men de werkelijke oorzaken en de uiter lijke doeleinden niet kan bevroeden. Zij zijn vast beslist alle offers te brengen, om door de macht van hun leger en door de middelen van hunne defensie den vijand van hun grondge bied af te weren. Daaraan kan niet meer getwijfeld worden en het voorbeeld van Finland is voldoende om te bewijzen, dat een klein land, wanneer het daartoe den wil en den moed bezit, zijn grondge bied kan verdedigen. Maar de toestand van Finland is niet dezelfde als deze van Belgie of van Nederland. Finland is ver afgele gen van de Westersche Mogendheden, die zich in de volstrekte mogelijkheid bevinden, zonder de medehulp van Duitschland, hulp te kunnen bieden te gen den laffen aanval van Sovjet-Rus land. De toestand van Holland en Belgie teekent zich heel anders af. Alhoewel beide landen aan de lage Zee geen militair bondgenootschap hebben afge sloten, kunnen zij in geval van gemeen schappelijke bedreiging, gemeenschap pelijk optreden. Belgie en Nederland hebben een le ger en eene defensie, die door niemand meer kunnen onderschat worden en waarmede een aanvaller zou dienen re kening te houden, dit te meer, dat Ne derland en Belgie van de andere Mo gendheden onmiddellijk we zeg gen in enkele uren hulp en steun zouden kunnen bekomen. Maar het blijft eene noodwendigheid dat ons leger sterk en eendrachtig de wacht blijft houden en dat onze na tionale eenheid eene werkelijkheid blijft. Andere moeilijkheden kunnen even wel oprijzen moeilijkheden van eco- nomischen en van financieelen aard. En hier is een nauwere samenwer king met Nederland meer dan ooit ge- wenscht. Beide landen hebben te wor stelen met nagenoeg dezelfde econo mische moeilijkheden, maar wanneer beide landen eendrachtig willen tewerk gaan, zullen zij veel beter de tijdelijke lasten kunnen dragen van den oorlog, die Europa teistert. Wellicht zullen zware offers gevergd worden van beide landen, maar wan neer zij eendrachtig optreden, kan de toestand draaglijk worden gemaakt voor beide volken. De geest van verbroedering tusschen Noord en Zuid is overigens zeer groot geworden in de laatste tijden en het is te verhopen, dat men op dien weg zal blijven voortgaan. Beide landen hebben tegenover het gemeenschappelijk gevaar alles te win nen met eendrachtig en broederlijk op te treden. Offers en lasten, die door twee schouders zullen gedragen wor den, zullen minder zwaar voorkomen. N. W. Totaal 2.559.051 Wij geven hieronder een korte sa menvatting van de derde toespraak die op 30 December langs het N.I.R. werd gehouden door den Heer Van Coillie, lid van het Bestuurscomité van de Na tionale Onderlinge Kas, over de uit breiding der kindertoeslagen tot de niet-loontrekkenden. In deze toespraak werden praktische raadgevingen verstrekt nopens het in vullen der vragenlijsten die de aange slotenen reeds van hun Onderlinge Kas ontvangen hebben of kortelings zullen ontvangen. Op vier punten werd bijzonder na druk gelegd 1het aandachtig lezen van alle vragen en nota's 2. de nauwkeurigheid in de ant woorden 3. het feit dat alle vragen be trekking hebben op het eerste halfjaar 1939 4. het invullen der vragenlijsten zonder rubrieken, kolommen of tabel len te schrappen. Nadien werden enkele rubrieken in 't bijzonder onderzocht 1). de rubriek over de identiteit hierin dienen alleen de inlichtingen aangegeven die op de identiteitskaart van de betrokkenen vermeld zijn 2). de rubrieken over de uitgeoefen de beroepen ten eerste, de beroepen die als niet- loontrekkende worden uitgeoefend. Indien een persoon meerdere beroe pen uitoefent, moeten deze achtereen volgens, het hoofdberoep vooraan, ver meld worden. Het beroep van de echt- genoote moet slechts worden aangege ven indien het verschilt van dit van haar echtgenoot indien zij haar echt genoot in de uitoefening van zijn be roep behulpzaam is, moet daarvan eveneens melding worden gemaakt. In dien de echtgenoote echter geen be roep heeft, moet worden aangegeven huishoudster of zonder beroep ten tweede, de beroepen die als loon trekkende uitgeoefend worden. Deze rubriek werd slechts voorzien voor de personen die gedurende het eerste half jaar 1939, tevens werkman, bediende of ambtenaar, enz., zijn geweest. Bij het opstellen der vragenlijsten heeft men er vooral naar gestreefd om aan sommige personen geen vragen te stellen die uitsluitend andere catego ries personen aanbelangen en ook om te voorkomen dat de kassen naderhand aanvullende inlichtingen zouden moe ten vragen. Slechts in twee gevallen zullen sommige personen een tweede vragenlijst in te vullen hebben 1wanneer zij op kindertoeslagen aanspraak maken 2) wanneer zij door helpers worden bijgestaan. De personen wier bijdrage naar het kadastraal inkomen van de bewoonde of gebruikte gebouwen wordt berekend zullen hiertoe later, samen met de noo- dige onderrichtingen, een bewijs ont vangen waarmede zij zich op het ge meentehuis zullen moeten aanbieden. Al deze formaliteiten zijn dus niet zoo ingewikkeld als men wel zou kun nen denken. Alleen het strikt noodza kelijke wordt gevraagd om den toe stand der belanghebbenden ten opzich te van de wet te bepalen. De vragen lijsten zullen overigens slechts een maal moeten ingevuld worden en wel voor het eerste halfjaar 1939. Nadien zal elke wijziging bij gewonen brief moe ten aangegeven worden. De Onderlin ge Kassen en haar afgevaardigden als mede de beroepsvereenigingen staan bovendien ten dienste van haar leden om, bij elke moeilijkheid, de gepaste inlichtingen te geven. Tot slot werd beroep gedaan op den goeden wil van alle betrokkenen om de gevraagde inlichtingen onmiddellijk te verstrekken en de opgelegde bijdrage te betalen, niet alleen om de zware verhoogingen wegens verwijl die bij de wet worden voorzien te vermijden, maar tevens om bij te dragen tot de spoedige verwezenlijking van dit groo te werk van solidariteit ten bate vooral van middenstanders en landbouwers COMMISSIE VAN OPENBAREN ONDERSTAND De Heer MINNE, Ontvanger van de Com missie van Openbaren Onderstand, ontvangt ELKEN ZONDAG, in zijn huis VEURNE- STRAAT, 33, POPERINGE, van 9 tot 12 u ENGELSCHE MEENINGEN. Het Britsche weekblad «Reynold s News heeft aan een reeks Britsche personaliteiten de volgende vraag ge steld Is het toegelaten een succes van besÜssenden aard te verhopen in I 940 in het licht van den huidigen gang van den oorlog Ziehier enkele van de meest inte ressante antwoorden Admiraal Sir Rogers Keyes, die ge durende den laatsten oorlog de raid van de Britsche vloot tegen Zeebrugge op het getouw zette en die thans een conservatief arrondissement vertegen woordigt in het Lagerhuis, verklaart Neen, er zal geen beteekenisvol suc ces zijn in 1940, indien we niet bereid zijn een krachtdadig offensief te on dernemen tegen Duitschland en Rus land Wickham Steed, oud-hoofdopsteller van de «Times» antwoordt Ik geloof dat men zich moet ver wachten aan een oorlogsjaar en dat de oorlog in 1 940 duurzamer zal worden bij het benaderen van het einde van het jaar. Er kan een toppunt bereikt worden in de Lente, maar dat is slechts een mogelijkheid. Een ineenstorting kan zich ergens voordoen, maar het zou niet redelijk zijn veel hoop op een dergelijke gebeurtenis te vestigen. Majoor Attlee, leider van de La- bour-oppositie in 't Lagerhuis, meent dat Hitier een offensief zal ontketenen in het Zuid-Oosten van Europa, bij het begin van het jaar. Hij drukt zijn mee ning uit als volgt Men moet den huidigen toestand niet vergelijken met den toestand van 1914. Een vergelijking met 1918 zou beter zijn. Volgens Attlee kan Hitier niet de overwinning behalen door een offensief in het Westen te beginnen. Op zee kan hij ook de overwinning niet behalen. Het is daarom dat de aanval in het Zuid-Oosten de meest waar schijnlijke veronderstelling is, omdat het in deze richting is dat de slachtof fers van een aanval den zwaksten weer stand zullen bieden en zoo zou Hitier dan weer voordeelige vredesvoorwaar den kunnen bekomen Lord Strabolgi, die het bevel voer de over twee Britsche schepen in den laatsten oorlog en die deel uitmaakte van den algemeenen staf van de admi raliteit in 1917, verwacht zich aan een economische instorting van Duitschland en is van meening dat het Rijk geen tweeden oorlogswinter zal kunnen door staan. Het is dus rond November 1940 dat Duitschland den strijd zal opgeven. Lord Strabolgi is bovendien van oor deel, dat de nazis misschien hun vlieg tuigen zullen gebruiken tegen de bur gerlijke bevolkingen van Frankrijk en Groot-Brittannie. Men zou zich ook aan tegenmaatregelen verwachten op een groote schaal en het is dan, dat men zal zien langs welken kant de ze nuwen het degelijkst zijn. In dergelijke omstandigheid, zal het moraal der Duitschers de eerste verzwakt zijn en de instorting zal spoedig volgen al dus lord Strabolgi. ROND DE VREDESPOGINGEN Hitier zou Mussolini gevraagd hebben opnieuw te bemiddelen De diplomatische redacteur van het Britsch blad The Yorkshire Evening News schrijft, dat hij goede redenen heeft, om een nieuws te gelooven, vol gens hetwelk Hitier aan Italië zijn ont goocheling zou te kennen hebben ge geven over de hulp, die Duitschland verwachten kan van Rusland. De redacteur voegt erbij Ingevolge de ernstige gevolgen, die het in gebreke blijven van de Rus sische hulp voor Duitschland hebben zal, indien de oorlog voortduurt, zou Hitier aan Mussolini gevraagd hebben het initiatief te nemen, vredesonder handelingen aan te knoopen met Groot Brittanië en Frankrijk. Volgens mijn inlichtingen heeft Mus solini het voorstel door Hitier gedaan verworpen en geweigerd, dat Italië zulk een initiatief zou nemen Volgens den Britschen dagblad schrijver gelooft Mussolini niet, dat Hitier nuttige uitslagen zou kunnen be reiken, bij het doen van een bemidde lingsvoorstel, daar Groot-Brittannië en Frankrijk er niet op antwoorden kun nen, dan door den eisch van vooraf- gaandelijke ontruiming van Polen en Tsjecho-Slowakije door de nazi's. FRANSCHE GERUCHTEN OVER WIJZIGINGEN IN DUITSCHLAND Hitier zou President, Goering Rijkskanselier worden Het Fransche blad Petit Parisien geeft een artikel, waarvan het den in houd toeschrijft aan een correspondent uit Italië, die vaak goed op de hoog te gebleken is, over mogelijke wij zigingen in Duitschland. Het Fransche blad zelf geeft het onder voorbe houd en wij geven hier de voornaam ste gedeelten dan enkel weer ten titel van inlichting, wat men zooal in de Fransche pers lezen kan. De mededeeling van den correspon dent luidt als volgt Men verzekert, dat er belangrijke j invloeden aan het werk zijn om Hitier te bewegen zijn regiem te wijzigen, j teneinde het een beschaafd aanzien te geven. Deze camouflage zou er als volgt uitzien 1. Hitier zou president van het Rijk kunnen worden en als zoodanig een plaats innemen als eertijds Hindenburg. 2. Goering zou rijkskanselier wor den. 3. De radicalen uit de nationaal-so- cialisitische partij, met name Himmler, Goebbels en Ley, zouden verdwijnen. 4. Het ministerie van buitenlandsche zaken zou worden toevertrouwd aan een beroepsdiplomaat, waarschijnlijk von Mackensen, den huidigen gezant te Rome. 5. Schacht zou weer minister worden van economische zaken. 6. Het programma der nieuwe regee ring zou zwijgen over imperialistische doeleinden. 7. De nadruk zou worden gelegd op een zekeren politieken afstand ten aan- aanzien van Rusland. 8. Men zou het herstel van een ver kleind Polen en Tsjechië op het oog hebben, aan te wijzen op grondslag van scheidsgerecht door een of andere groote figuur. 9. Men zou afzien van de autarkie en terugkeeren tot een internationale economie. Nog altijd volgens den zegsman van de Petit Parisien zouden de gene raals Reichenau en Blackovitz de lei ders van de partij en de groote nijve- raars over'een dergelijk plan hebben gepolst. De groote industrieelen schij nen inderdaad betrokken te moeten zijn bij elke binnenlandsche oplossing, welke Duitschland moet beletten steeds verder af te glijden naar het bolsje wistisch stelsel. HET OORDEEL VAN HET VATICAAN OVER HET ROODE LEGER De Osservatore Romano wijdt een lange studie aan de nederlagen van het Sovietleger en meent dat het mili taire instrument van het Kremlin slechts een twijfelachtige macht is ten dienste van het Russisch imperialisme. Het Vatikaansche blad is van oor deel dat de nederlaag, die door de Russische troepen in Finland werd ge leden, niet van tijdelijken, maar van blijvenden aard is, en ernstig het mi litaire gezag aantast van Soviet-Rus- land. MOLOTOF TOCH NAAR DE DUITSCHE HOOFDSTAD Voor enkele maanden, kort na de onderteekening van het Duitsch-Russi-

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1940 | | pagina 1