Een Nieuwe Regeering Pierlot
De Oorlog In Europa
Rond de Kwestie van de
Uitbreiding van het Conflict
Ontslag van den Engelschen Minister van Oorldg
14 Ministers in plaats van 18
OPROEPING VAN
WERKLOOZEN
20 JAAR. NUMMER 2.
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN
DUPONT GEBROEDERS
PROEFT CASTAR BIER
BELCIE EN EEN INVAL
IN NEDERLAND
DE MAGINOT-LINIE
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN
ZONDAG 14 JANUARI 1940.
GAZET m FOFERIHGHE
ABONNEMENTEN
I Jaar. per post16 fr.
Congo 25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika (en andere landen) 30 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De postabonnenten in België, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in het
postkantoor dat hen bedient, en niet aan ons
Elk schrijven naar inlichtingen moet verge
zeld zijn van een postzegel voor antwoord
Uitgevers-Eigenaars
Yperstraat, 2, POPERINGHE
Postcheck 484.59 Telefoon 180
Ieder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijn bijdragen. Handschriften worden
in geen geval teruggegeven. Bijdragen in
te zenden tegen den Donderdag s middags.
Kleine berichten tegen den Vrijdag middag
Naamlooze artikels worden niet opgenomen
AANKONDIGINGEN
Gewone berichten, per regel
Kleine berichten (minimum)
Rouwberichten (minimum)
Voor dikwijls te herhalen reklamen
prijzen volgens overeenkomst
1.00 fr.
4.00 fr.
5.00 fr.
Alle aankondigingen op voorhand te betalen
■U—Ml III LfTBBHITn
Vrijdag avond is M. Pierlot erin ge
slaagd zijne regeering om te vormen.
De nieuwe regeering Pierlot bestaat
thans uit 14 ministers in plaats van
vroeger I 8.
DE NIEUWE REGEERING.
M. Hubert Pierlot, Eerste Minister,
zonder portefeuille, (kath.)
Graaf d'Aspremont-Lynden, Minis
ter van Landbouw, (kath.)
M. Gust. Sap, Minister van Econo
mische Zaken en Bevoorrading, (kath.
M. A. Delfosse, Minister van P.T.T.
en N.I.R., (kath.)
M. A. Devleeschauwer, Minister van
Koloniën, (kath.)
M. P.-E. Janson, Minister van Justi
tie, (lib.).
M. M.-H. Jaspar Minister van Volks
gezondheid, (lib.).
M. A. Vanderpoorten, Minister van
Binnenlandsche Zaken, (lib.).
M. Paul Spaak, Minister van Buiten-
landsche Zaken, (soc.
M. E. Soudan, Minister van Open
baar Onderwijs, (soc.).
M. A. Balthazar, Minister van Ar
beid en Werkverschaffing, (soc.).
M. L. Matagne, Minister van Open
bare Werken, (soc.).
M. C. Gutt, Minister van Financiën.
Luitenant-Generaal Dens, Minister
van Landsverdediging.
SLECHTS EEN NIEUWE MINISTER
Nieuw in deze regeering is alleen de
heer Matagne socialistisch senator voor
Charleroi, burgerlijk mijningenieur en
leeraar tot in 1936 aan de bijzondere
school voor technische ingenieurs en
aan de Hooge Nijverheidsschool te
Charleroi.
In den Senaat, hield de heer Mata
gne zich vaak bezig met onderwijs
kwesties, en men verwachtte, dat hij
wel eens minister van Onderwijs wor
den zou. Dat hij thans minister van
Openbare Werken is hoeft niet als een
ongeschikte oplossing te worden be
schouwd. Hij is een technicus, en dat
hij in het parlement nooit is opgeko
men voor de verdediging van bepaalde
openbare werken, bewijst in laatste in
stantie ook dat hij nooit aannemersbe-
langen bad te verdedigen, en hij dus
een even onbevooroordeeld minister
van Openbare Werken zijn kan, als de
heer Vanderpoorten is geweest.
DE HEER VANDERPOORTEN
NAAR BINNENLANDSCHE ZAKEN
De heer Vanderpoorten wordt bij
deze regeeringswijziging zooveel als
bevorderd Waar hem tot nog toe
het departement van Openbare Wer
ken werd toegekend, op een moment
dat er slechts openbare, werken waren
Stil te leggen, of tot het uiterste mini
mum te herleiden, krijgt hij thans een
van de belangrijkste hefboomen van
s lands bestuur in handen Binnen
landsche Zaken, een departement waar
hij vooral thans uiterst belangwekkend
werk zal te verrichten krijgen.
Zijn benoeming aan het hoofd van
dit departement, juist op dit oogen-
blik, is van het grootste belang voor
de rust en den vrede in het land. Im
mers, juist thans staat de met spanning
verwachte «volkstelling van 1940
voor de deur, krachtens dewelke een
mogelijke gedeeltelijke herziening van
de taalgrens moet worden doorgevoerd
Nog niet lang geleden verklaarde de
heer Devèze, de vroegere titularis, nog
dat hij weigerde den burgemeester van
Edingen te benoemen, ofschoon zijn
candidatuur door de groote meerder
heid van den raad werd voorgedra
gen, omdat de candidaat geweigerd
had de taalwet toe te passen. Daarvoor
wilde de heer Devèze wachten tot na
de nieuwe telling van 1940, die de
kwestie van Edingen, en nog enkele
andere kwesties, beslechten moet.
Niemand in het land heeft het recht
Ie twijfelen aan de oprechtheid en de
vaderlandsche trouw van den heer De
vèze, maar hijzelf zal wel gevoeld heb
ben, dat iemand als de heer Vander
poorten gemakkelijker zekere beslis
singen door de Vlamingen kan doen
aanvaarden, als deze door de volkstel
ling van 1940 worden opgedrongen,
dan hijzelf dit zou kunnen, terwijl, aan
den anderen kant, de heer Vander-
Poorten wel zooveel van het patriotis
me van den heer Devèze, en van diens
rechtvaardigheidszin heeft, dat nie
mand bij hem het zoogenaamde
Vlaamsche imperialisme zal kun
nen zoeken.
Voor de eenheid van het land kan
de heer Vanderpoorten aan 't hoofd
van Binnenlandsche Zaken zeer veel
doen, en het ligt voor de hand dat het
aanstellen van den nieuwen titularis
op voorstel van den heer Devèze zelf
is geschied.
DE HEER JANSON TERUG AAN
RECHTSWEZEN.
De heer Janson wordt van minister
zonder portefeuille, opnieuw minister
van Rechtswezen. Daar is eigenlijk
niets over te zeggen. Het departement
van Justitie is het departement van
den heer Janson. Hij voelt er zich thuis
als een vos in zijn hol, kent er ieder
een, tot de kleinste bedienden toe, hij
weet er alles van, is een van de groot
ste juristen van het land, en iemand
die het meest heeft bijgedragen tot het
oprichten van de kaders en de magi
stratuur. Waarom men hem niet een
soort hors concours minister maakt
is niet te begrijpen, want als men één
bevoegdheid heeft in het land om dit
departement te besturen, dan is hij het
wel.
DE HEER SOUDAN, MINISTER
VAN OPENBAAR ONDERWIJS.
Het corrolarium van de benoeming
van den heer Janson tot minister van
Rechtswezen, was de benoeming van
den heer Soudan tot minister van het
Openbaar Onderwijs.
De heer Soudan is wel een socia
list, maar een zeer gematigd socialist,
en iemand wiens hooge geleerdheid en
goede faam als rechtgeaard man iede-
ren twijfel uitsluit of hij zal de pijnlijke
kwestie van de vereenvoudiging van
ons hooger onderwijs ernstig, voorzich
tig en onpartijdig aanpakken.
ECONOMISCHE ZAKEN EN
BEVOORRADING.
De heer Sap krijgt thans alles wat
de economische zaken betreft onder
zijn leiding, alleen Landbouw niet.
Maar het is altijd een katholiek verlan
gen geweest om landbouw afzonderlijk
te houden. Daarover zal de heer Sap
dus niet mogen klagen.
De Dienst van Bevoorrading de veel
omschreven dienst van Bevoorrading
van het departement van Landsverde
diging werd onder zijn orders gebracht
en het departement van Bevoorrading
zelf werd aan Economische Zaken toe
gevoegd. De heer Sap kan dus hande
len, en moet thans toonen dat de wer
kelijk schoone plannen die hij reeds
meermalen heeft uiteengezet ook door
hem in werkelijkheid kunnen worden
omgezet.
Heeft de heer Sap voldoende poli
tiek beleid om onze nijverheid in staat
te stellen door te dringen tot zekere
buitenlandsche markten die thans, naar
het heet, kunnen veroverd worden, als
men «the rigt man on the right place»
zet, dan zal dit thans moeten blijken.
VERDERE WIJZIGING.
Als verdere wijziging hebben wij en
kel nog de verplaatsing van den heer
Delfosse naar Verkeerswezen, maar dit
beteekent niet zoo heel veel. Bij Spoor
wegen heeft de minister al de titu
larissen van de laatste jaren hebben het
verklaard, zoo goed als niets te vertel
len, en zoolang de dienst van Water
wegen bij Openbare Werken blijft, zal
in de kwestie van de concurrentie tus-
schen spoor, baan en waterweg wel
geen zeer belangrijke beslissing getrof
fen worden.
Dat de Nationale Voorlichting wordt
afgeschaft, dit lag voor de hand.
Alles bij elkaar genomen, komt de
ploeg Pierlot wel gedund, maar niette
min gevoelig versterkt en gezuiverd uit
het vagevuur dat zij heeft doorge
maakt.
HET HEENGAAN VAN DEN
HEER MARCK.
Met de heeren Devèze, Duesberg,
De Man en Wauters, is dus ook de
heer Marck heengegaan. Men kent de
omstandigheden waarin dit ontslag
werd aangekondigd en de voorbode
werd van de huidige regeeringsomvor-
ming.
In 1937 trad volksvertegenwoordi
ger Marck in de regeering Janson, als
minister van Verkeferswezen, en hij is
dat gebleven tot op dezen dag. Men
noemde hem «het cement van de re
geering», maar dat neemt niet weg
dat er telkens en telkens weer een
nieuwe regeeringscrisis kwam, tot de
huidige, waarbij hijzelf is gevallen.
Zijn loopbaan als Kamerlid had hem
voorbestemd om eens de Minister van
Landsverdediging te worden. Daar had
hij zich altijd op toegelegd. Maar toen
kwam het verlangen naar men zegt
van de allerhoogste instantie om
eens en voor altijd een technieker aan
het hoofd van dit departement te zet
ten, en toen bleek de kans van den
heer Marck voor goed verkeken. Hij is
dan maar minister van Verkeerswezen
geworden, een departement dat men
steeds pleegt toe te kennen aan de
nieuwe eenden in de regeeringsbijt. De
heer Spaak is aldus begonnen, en de
heer Jaspar eveneens. Zij zijn verder
gegaan. De heer Marck is gestruikeld.
Enkel de 9.000, die niet tot de
landweerklassen behooren, wor
den binnengeroepen
Op dit oogenblik zijn er onder de
werkloozen in ons land 29.000 man
nen die onder de wapens zouden kun
nen geroepen worden. Onder hen be
vinden er zich 20.000 die tot de land
weerklassen behooren. Zij worden dan
ook niet binnengeroepen.
Indien de overige 9.000 op dit oo
genblik nog niet binnengeroepen zijn
geworden, komt het doordat de regee
ring, om bezuinigingsredenen, niet
geheel het leger mobiliseert zoolang de
noodzakelijkheid hiervan zich niet laat
gevoelen.
Maar de vrijstelling van de gezins
hoofden en de nieuwe werkzaamheden
van het leger die zich eiken dag op
dringen, noodzaken nieuwe wederop-
roepingen.
DE MEENINGEN IN DUITSCHLAND EN BIJ DE VERBONDENEN.
DE DUITSCHE MEENINGEN.
Belga meldt uit Berlijn
De verschillende ontwerpen van uit
breiding van het conflict tot de Scan
dinavische landen, den Balkan en het
Nabije Oosten, worden steeds aandach
tig gevolgd in de Duitsche pers.
De «Deutsche Allgemeine Zeitung»
herneemt den tekst van de Britsche
revue «Nineteenth Century» waarin ge
zegd wordt, dat het een groote vergis
sing is te gelooven, dat de neutraliteit
van de Scandinavische landen en van
het Zuid-Oosten voordeelig is voor de
Verbondenen en dat het veel belang
wekkender zou zijn, indien deze neu
trale landen meegesleept werden in den
oorlog, want dan zou Duitschland moe
ten strijden op verschillende fronten
en zou het kunnen bedreigd worden
door de vloot der Verbondenen.
Het Duitsche blad zegt, dat het daar
om is, dat Duitschland een eerlijke ver
wittiging gegeven heeft aan de neutra
len, om zich niet te laten beinvloeden
door de vijanden van Duitschland.
In het begin van 1940 moet ieder
Europeesche staat, die niet in oorlog is,
er zeker van zijn, dat voor Duitschland
de oorlog overal bestaat, waar de te
genstrever, onder welk voorwendsel
ook, zich daadwerkelijk strijdbasissen
schept.
Het «Hamburger Tageblatt» zegt
onder meer, dat Duitschland niet zou
kunnen dulden, dat al de kleine staten
tegen het Reich opgesteld worden en
dat Duitschland strijden zal tot het
uiteindelijk verpletteren van het Brit
sche imperialisme.
In dien strijd is Duitschland het eens
met Rusland en het is die werkelijk
heid, die plotselings het imperialisme
van heel de wereld ontketend heeft te
gen Rusland.
Het feit, dat Amerika heel ver van
Europa ligt, maakt het misschien moei
lijk den waren toestand te erkennen,
maar in Europa zelf, moeten de kleine
neutrale staten er zich langzamerhand
rekenschap van geven te meer daar
zij alle dagen van uit Londen brutale
en ondubbelzinnige verwittigingen ont
vangen.
DE MOEILIJKE BEVOORRADING
UIT DEN BALKAN NAAR
DUITSCHLAND.
Havas schrijft uit Parijs, dat de na
tuur de verbondenen bijstaat, om de
moeilijkheden voor de Duitsche be
voorrading te vergrooten.
Ingevolge de Fransch-Britsche blok
kade op invoer en uitvoer, ging de
hoop der Duitsche leiders, zegt Havas,
naar Rusland en den Balkan. Het ver
bond met Soviet-Rusland bracht vele
ontgoochelingen en de Balkan alleen is
in staat aan Duitschland een doeltref
fende hulp te brengen.
Het Fransche agentschap stipt dan
aan, dat er drie voorname wegen uit
den Balkan naar Duitschland beston-
1 den de spoorweg over Hongarie, de
spoorweg over het bezette Polen en
j de Donau.
De twee spoorwegen, die Roemenie
aan Duitschland verbinden, waarheen
39 ten honderd van den Roemeenschen
uitvoer gegaan is in December j1.te
genover 21 in December 1938, en
die doorheen Hongarie loopen, zijn
voornamelijk van locaal belang. Zij
zijn grootendeels in enkele richting en
men kan er geen groot vervoer langs
voorzien alleen de sojaboonen, de le
vende dieren en enkele voorwerpen
van waarde kunnen er langs reizen.
De lijn.Boecarest-Breslau over Cer-
nauti en Lwow, vroeger zeer belangrijk
is thans bijna volledig onderbroken
sedert de Soviet-bezetting van 't Pool-
sche gedeelte.
Dan blijft er alleen de Donau over
en die moest aan Berlijn de bevoorra
ding in granen en petrool verzekeren.
Maar sedert enkele dagen is de stroom
bevroren. Daaraan moet men de veel
vuldige halten en vertragingen voegen
der treinen veroorzaakt door overvloe
dige sneeuwvlagen in de Karpathen.
Havas zegt, dat Duitschland trots
ijsbrekers-lichters en dynamiet, er niet
in gelukken zal den Donau bevaarbaar
te maken. Zeker is deze blokkade maar
tijdelijk, zegt Havas, maar zij zou toch
twee of drie maanden kunnen duren.
DE EVENTUEELE HULP VAN
ENGELAND EN FRANKRIJK AAN
ZWEDEN EN NOORWEGEN.
Belga meldt uit Londen
De Zweedsche middens van Londen
weten niets van het zenden door
Duitschland van een diplomatische
nota aan de regeering van Stockholm,
waarin deze verzocht wordt zich te
verzetten tegen den doorvoer van ma
terieel, bestemd voor Het Finsche leger.
In de Britsche kringen erkent men
de moeilijke positie van Zweden, min
of meer openlijk door Duitschland er
van beschuldigd, zich te leenen tot het
spel van Engeland en Frankrijk, we
gens de sympathie, die het betuigt te
genover Finland.
Deze kringen sluiten nochtans de mo
gelijkheid van een rechtstreeksche be
dreiging, waarvan Zweden het voor
werp zou kunnen worden, hetzij van
wege Duitschland, vanwege Rusland,
of vanwege de twee tezamen, niet uit.
Ondervraagd over de houding, die
Engeland aannemen zou, indien die be
dreiging duidelijker worden moest,
toonen zich de bevoegde middens zeer
terughoudend. Sommigen hebben ge
sproken over geruchten rond het be
staan of de uitwerking van een accoord
in dat vooruitzicht. Tot hiertoe kwam
niets deze geruchten bevestigen.
Maar het blijkt uit alle verzamelde
aanduidingen, zegt Belga, dat in dat
geval de hulp der verbondenen aan
Zweden en desgevallend aan Noor
wegen, zich des te grooter zou betoo-
nen, naargelang de politiek van het
Reich en van de Soviets duidelijker tot
uiting zou komen, en de militaire hulp
bronnen van Engeland en van Frank
rijk zouden toelaten aan die taak een
stevigere hulp te wijden. Met of zonder
voorafgaandelijk accoord in dien zin,
zou die rechtstreeksche bijstand zeker
blijken.
EEN VERKLARING VAN
GRAAF CARTON DE WIART.
In de Nederlandsche «Telegraaf» is
een artikel verschenen van de hand
van Graaf H. Carton de Wiart, onder
den titel «Belgie kan onmogelijk lijd
zaam blijven bij inval in Nederland».
De Belgische staatsminister schetst
dan het verloop der betrekkingen tus-
schen Belgie en Nederland sedert 1830
Hij komt dan tot het huidig conflict
in de wereld, waarbij de solidariteit
tusschen beide landen geenerlei mili
tair bondgenootschap bestaat, zegt hij,
dat de Duitsche troepenconcentraties
overal de voor de hand liggende vraag
heeft doen stellen, wanneer een der
oorlogvoerenden zijn plechtige belof
ten schendend, er aan zou denken. Ne
derland aan te vallen
En dan schrijft hij
«In volle vrijheid zouden dus de bei
de staten op een vraag van zoo groot
gewicht moeten antwoorden. Niemand
zou hen kunnen verplichten, elkaar ge
wapenderhand te hulp te komen maar
evenmin zou iemand kunnen beletten,
dat een dergelijke aanval terstond door
een zoodanige hulpverleening zou wor
den gevolgd.
Men behoeft slechts een blik op de
kaart te slaan, om tot de overtuiging
te komen, dat Belgie bij een inval in
Nederland niet lijdzaam zou kunnen
blijven toezien.
Verder onderlijnt de staatsman bij
zonder, dat tenslotte, uit een moreel
oogpunt beschouwd, een dergelijke
daad van geweld elke waarde ontne
men zou aan de verzekeringen, welke
Duitschland Belgie gegeven heeft en
waarin Belgie vertrouwen blijft stellen.
Bovendien heeft de heer von Rib-
bentrop op 10 November 11. tot den
ambassadeur van Belgie te Berlijn ver
klaard, dat Duitschlands toebereidse
len niet tegen de neutralen gericht wa
ren. Hij bevestigde dus slechts de
plechtige vriendschapsbetuigingen, wel
ke de Duitsche rijkskanselier in het
openbaar uitgesproken heeft.
Tot besluit stipte de staatsminister
nog aan welke diepen indruk een aan
val op Nederland in de wereld en voor
al in de Vereenigde Staten maken zou.
ONTZAGLIJKE WERKEN TER
VERSTERKING VAN
Onder de werken, aangelegd ter
versterking van de Maginot-linie, welke
werken reeds den naam van Fransche
Siegfriedlinie dragen, en waarover men
reeds geschreven heeft, publiceert Ha
vas thans eenige cijfers die een denk
beeld geven van de enorme taak, die
de soldaten en arbeiders uitgevoerd
hebben in de drie eerste maanden der
mobilisatie.
Zoo men de prikkeldraadversperrin
gen rondom deze z.g. veldversterkin-
gen naast elkaar zou zetten, dan zou
een oppervlakte beslagen worden van
4000 km. lengte en 4 meter breedte.
Had men al het graafwerk, aange
wend voor een kanaal, dan had men er
in drie maanden één gegraven van 200
km. lengte en van normalen diepgang.
Met het beton, gebruikt voor kaze
matten, blokhuizen en voor schuilplaat
sen, Had men een muur kunnen bou
wen van eenen meter hoogte en 700
km. lengte.
Havas spreekt van de grootste wer
ken voor militaire doeleinden, die se
dert de dagen van het Romeinsche le
ger uitgevoerd zijn.
In drie maanden Hebben millioenen
arbeiders 15.5 millioen vierkante meter
prikkeldraadversperringen aangelegd,
wegende 65.000 ton en bevestigd aan
vier millioen piketten.
Er is 4.5 millioen kub. meter aarde
verzet en 700.000 kub. meter beton
met 100 millioen kilo betonijzer ver
werkt. Het gaat daarbij, zooals gezegd,
om versterking van de Maginot-linie,
die in vredestijd aangelegd werd. In
zes jaar tijd werd voor deze linie 1 2
millioen kub. meter grond verzet en
1.5 millioen kub. meter beton gegoten.
De loopgraven,betonwerken en prik
keldraadversperringen, vormen nog
slechts een deel van de versterking der
Fransche grens, die zich uitstrekt van
Genève tot Duinkerken.
De Fransche troepen hebben in de
afgeloopen drie maanden allerlei an
dere werken verricht, zooals het aan
leggen van eenvoudige rijwerken, ver
schansingen en anderen moeilijken
technischen arbeid.
Daarbij moet er ook nog gewezen
worden op het onderhoud der wegen.
Ondanks 't geweldige verkeer voor en
na de mobilisatie, ondanks de zeer
zware voertuigen, zooals tanks en rups
auto's, die het wegdek zwaar bescha
digen, is dit in uitstekenden staat.
Aan de wegen worden dan ook, en
vooral met het oog op het slechte weer,
bijzondere zorg besteed.
De Fransche generale staf beschouwt
een dicht en goed wegennet als een
van de factoren, die in dezen oorlog
groote voordeelen opleveren.
LORD HORE BELISHA
AFGETREDEN EN VERVANGEN
DOOR LORD STANLEY.
Zaterdag melde men uit Londen dat
Hore Belisha, de Engelsche minister
van Oorlog, en Macmillan, minister
van Voorlichting in het Engelsche ka
binet, zijn afgetreden.
Stanley tot dusver minister van Han
del wordt minister van Oorlog, Sir An
drew Duncan minister van Handel, en
Sir John Reith min. van Voorlichting.
Aan Hore Belisha is de portefeuille
van Handel aangeboden doch hij heeft
het aanbod niet aanvaard.
De publieke opinie zal verbaasd zijn
over het feit dat Hore Belisha weggaat
van het departement van Oorlog en
niet in de regeering blijft. Hore Belisha
heeft altijd critici gevonden, zoowel in
het Lagerhuis als daarbuiten. Critici
waartoe ook behooren degenen en
wellicht bevonden er zich militairen
van Koog aanzien onder die de dras
tische wijze afkeurden, waarop Hore
'Belisha zijn legerhervormingen uitvoer
de, zoo noodig met voorbijgaan van de
traditioneele practijk, in Het belang
van verzekering van een maximum van
doeltreffendheid. Maar Hore Belisha
heeft bewonderaars in alle partijen om
zijn dynamische hoedanigheden, zijn
vindingrijkheid en zijn geweldige be
kwaamheid om dingen gedaan te krij
gen, en onoverkomelijk lijkende hin
dernissen te overwinnen.
Meeningsverschil tusschen Hore Belisha
en den minister van Luchtvaart
Volgens een Havastelegram uit Lon
den herinnert men er in de Engelsche
hoofdstad aan, in verband met het ont-
slag van Hore Belisha, dat tijdens de
laatste weken, het gerucht de ronde
heeft gedaan, dat Belisha meeningsver-
schillen heeft gehad met den minister
van Luchtvaart betreffende de kwestie
of het Britsche vliegwezen van het ex
peditiekorps onafhankelijk moest blij
ven of geplaatst moest worden onder
't algemeen hoofdkwartier van 't leger.
Wat de geschillen tusschen den afge
treden minister van Oorlog en de le
gerleiders betreft, verneemt United
Press nog, dat Hore Belisha bij de be
noeming van lord Gort tot opperbevel
hebber vele oudere officieren had ge
passeerd en ook jonge officieren in den
legerraad had benoemd.
Door zijn agressieve methodes maak
te hij zich vele politieke vijanden.
Zijn positie werd echter over het al
gemeen als sterk beschouwd vooral na
dat, zonder eenig verlies, het Britsche
expeditieleger naar Frankrijk overge
bracht was.
Had Hore Belisha een misverstand
met Generaal Gamelin
Men heeft den indruk in politieke
Londensche middens dat de plotse ver
dwijning van Hore Belisha als minister
weldra zal opgehelderd worden.
Intusschen lijkt het wel van belang
wat de Daily Herald schrijft. Men