16 I gcene voldoende opening lusschen h gevestigd die hoven liet mes uitsteekt. Men hangt, het tuig met r den haak aan den draad en doet hot langsheen den draad glij den. Het scherpsnijdend mes snijdt het koordeken door en de met bellen beladen rank valt op den grond neder. Zonder krachtinspanning noch overhaasting kan men in minder dan tien minuten tijds een vijftigtal ranken tor aarde leggen, gereed om afgeplukt te worden. Zegt u dat niets, hoppeboeren van Aalst en Brabant, die u zoo afbeult aan het uittrekken der zware staken Die doenwijze laat ook toe althans, wanneer num te velde plukt zooals liet te Poperinge algemeen geschiedt de ranken in haar geheel te velde te laten. Al wie eenigzins bekend is met de levensleer der planten zal begrijpen dat zulks allerv oordce- ligst is, aangezien de voedende sappen niet verloren gaan, maar ten voordooie der plant bewaard blijven. Zooals wij hooger zegden gebeurt het plukken der hop te Poperinge bijna algemeen te velde. Te oordeelen naar de geplukte hop die wij te zien kregen, is er op dat gebied aldaar verbetering mogelijk. Enkele trossen zagen wij te groot en zelfs met twee, drij blaadjes eraan. Gewis is dat gebrek een weinig loc te schrijven aan deze omstandigheid dat de meeste hop afge plukt wordt door vreemde plukkers, die soms weinig ervaren maar wel vooral bekommerd zijn om veel gewicht te hebben op 't einde van den dag, daar zij per kilo plukken (gewoonlijk tegen 5 centiemen de kilo). Een voor de planters betreurenswaardig vooroordeel bestaat onder de Poperingsche landbouwbevolking, namelijk dat het noodzakelijk is mannelijke hopplanten te kweek en nevens de andere. Hot gevolg daarvan is dat de hop dier stroke veel zaad bevat en veel van hare w aarde erliest. Mochten de hoppekwee- kers van ’t West-Vlaamsche eens begrijpen hoe verkeerd zij te dien opzichte denken en handelen, en uit al hunne macht wer ken, 7.om die nadeeligc mannelijke planten stillekens aan te doen uitroeien. Des namiddags brachten w ij een bezoek aan verschilligc ver beterde eesten. Hier merkt men aanstonds op dat er ter plaats (*ene streving bestaat om onder dat opzicht verbetering te bren gen. Wij hebben eesten te zien gekregen, die met weinige ver anderingen als volmaakt zouden mogen aanzien worden. Onder dat opzicht is er voorzeker voor onze hopk weekers te Poperinge te loeren verscheidene hopboeren uit ons gezelschap drukken hunne voldoening uit deze eesten gezien te hebben en verklaar den de waargenomene verbeteringen te zullen toepassen *t zij bij voorgenomeiK* veranderingen, ’t zij bij den ophouw van nieuwe eesten. Onder de verbeteringen mogen wij aanstippen: grooteren afstand van vuur en droog tafel wegieiden van den rook van ’t vuur, die zoo nadcelig is voor de goede hoedanigheid der hoppe: bekomen van een goeden luchttrek. Die laalste kan bijna overal nog lader zijn, evenals de latten der droogtaiel, die voorzeker te breed zijn en geene voldoende opening lussehen

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1904 | | pagina 18