46
1
Verslag over de vergadering van den Studiekring.
Den 12 Februari 1905, om 3 ure namiddag, hielden de leden van
den studiekring hunne maandelijksche vergadering in het gewoon
lokaal van het Landbouwcomice Aalst Keizerlijke plaats.
M. Reyniers zat de vergadering voor welke de Heer Baron Louis de
Bethune met zijne tegenwoordigheid vereerde. Een dertigtal leden
waren aanwezig. De Heer Van Overslrat ten. kantonale schoolop
ziener te Aalst, nam het ambt waar van secretaris.
Nadat de heer Miserez, bijzondere Staatslandbouwkundige voor
de hopteelt de noodige inlichtingen had gegeven nopens hel opma
ken en inzenden der rekeningen van de beroepsvereenigingen, galde
heer Voorzitter het woord aan Mijnheer Moens, hoofdonderwijzer te
Moorsel, die aan de leden op klare en eenvoudige wijze, de Raiflei-
senkassen deed kennen.
Wel is waar telt België reeds een groot getal dezer schoone en
onmisbare instellingen, maar deze zijn nog te weinig gekend door
onze hoppekweekers. Aan deze ook kan de Raiflëisenkas uitstekende
diensten bewijzen.
Wij zullen ons gezegde door een paar voorbeelden bewijzen.
Verleden zomer zijn erin de hoppeslreek verscheidene praktische
proeven aangelegd geweest, met hel doel, den invloed of het uit
werksel te leeren kennen der scheikundige meststoffen, op de op
brengst. De uitslagen hebben bewezen, dal hel gebruik van fosfoor-
houdende en polaschmeststoflën zeer loonend is, daar de opbrengst
merkelijk vermeerdert en verbetert. Doch, hulpmeslen aankoopen
kost geld, en ’l gebeurt veelal dal de landbouwer over geen krediet
beschikt, en dus van dien aankoop moet afzien, tot zijne groole
schade.
Welnu, vriend landbouwer, de Raifl'eisenkas voorziet hierin. Mits
eenen kleinen intrest van 4 per honderd wordt u dit geld Ier hand
gesteld, en dal voor eenen langen termijn, wel te verslaan wanneer
ge eerlijk en deftig man zijl.
Wilt ge een ander bewijs
Het is algemeen bekend dat er nog
Het is algemeen bekend dat er nog een groot getal droogeesten
(of asten) bestaan die zeer gebrekkig zijn ingericht, en die oorzaak
zijn dat de hop, die het gansche jaar door, zoo wel verzorgd is ge
weest, in eenige uren al hare goede hoedanigheden verliest, en
grootelijks van waarde verminderl.
Welnu er is middel om die asten le verbeteren, en aldus de hop op
behoorlijke wijze le drogen, zoodal zij al hare goede hoedanigheden
bewaart. Doch die verbetering kosl geld, en de boer die de noodige
som niel beschikbaar heeft, zou deze in de Raitfeisenkas kunnen
bekomen, met alle gemak van teruggave.
Wat dunkt u, lieve lezer, ware dat geene schoone inrichting Of
denkt ge misschien ook nog gelijk Boer Slenter die meent dat de
landbouwer die moet geld leenen ten onder gaal? Zulks is waar, ja,