KweeRveiflen ler verspreiding van goede Hopsoorten.
87
f Vei slag der hecrcn VandevMc en Van Drooffenbroeck)
Hel verkrijgen vaneen uitstekend ras van huisdieren, het veredelen
van alle culluurgewassen, ten einde soorten te bekomen, aan onzen
grond en luchtgestcltenis gewend, en hebbende hunne eigene ken
merken, is sinds eenigc jaren de bezorgdheid van elk verstandig
landbouwer geworden.
Voor wat de hop echter betreft, bleef dit zoo belangrijke vraagstuk
lang onaangeroerd, ’l is maar sedert de hopkwestie zoo wat aan het
orde van den dag is, dat het mede ten berde kwam.
De ondervinding heeft ons geleerd, dal hel niel bij middel van uil
den vreemde ingevoerde producten is, dal wij de onze zullen verbe
teren; deze verliezen hier al spoedig hunne uitstekende hoedanigheden,
immers zij zijn niel alleen onderworpen aan de wet der overerving,
maar ook aan deze der ontaarding, en 'l is weldra deze laatste, die
de overhand heeft, wal moeite en zorg men ook aan den dag legge.
Voor wal de veredeling der dierenrassen bolrefl heefl men deze
manier sinds lang verlaten, voor de planten begint men er ook meer
en meer van af te zien het ware volgens ons verkeerd ten opzichte
der hop helmiddel opnieuw te beproeven.
Wal verwijl men ons? Dal onze hopsoorten voor wat fijnheid van
geur en rijkheid aan lupulinc aangaat, over 't algemeen te arm zijn
en geenszins kunnen kampen met de variëteiten van Saaz, van Spalt
en andere.
Wal slaat er den landbouwer te doen, dan ook te trachten puike
soorten voort te brengen.
(Wij willen voor liet oogonblik geenszins gewag maken van de
goede zorgen, als bemesten, plukken en drogen, die de waarde onzer
hop aanzienlijk kunnen doen stijgen om deze punten tot volmaakt
heid te brengen, is er enkel goeden wil vereischt, daarvoor zijn geene
jaren van noode).
Wij moeten onze soorten trachten te verbeteren. Zullen wij daarom
lot den vreemde onzen toevlucht nemen Volgens onze bescheiden
meening ware hel totaal verkeerd; het ware veel kostelijken tijd
verspillen, want slechts na ettelijke jaren zouden wij gewaar worden
eenen verkeerden weg te zijn ingeslagen, en wij zouden op onze
slappen hoeven terug te keuren.
Hel zijn dus onze inlandsche soorten, die wij moeten trachten tot
eenen hoogeren trap van volmaaktheid te krijgen.
Bezitten wij goede, aanbevelingswaardige variëteiten, of beter
gezegd, zijn erbij onze kweekers die puike hop bezitten
Ja, de uitslagen, verleden jaar door de hopbonden op de verschil
lende tentoonstellingen verkregen, leveren er hel stellige bewijs van.
Doch welk aanzienlijk verschil was er luschen de ingezonden stalen
nietwaar te nemen Indien wij don uitslag der tentoonstelling van
Gent onderzoeken, vinden wij, dat voor wal don arome en rijkheid