127 Het looizuur, mengt zich met de eiwitstoffen, (glutine) welke de warme bierinoüt inhoudt,om er looieiwit of tannate d’albumine van te maken, deze blijven op de koelbakken liggen, met zich van de biermout af te scheiden en zoo tot het klaren Ie helpen. Thans blijft er ons nog een woord te zeggen over de bittere sto/len (substances amères). Deze stollen worden volgens de schei kundigen voorlgebracht door eene zekere zelfstandigheid acide lupulique (lupuliek zuur) genaamd 't is eigentlijk dit lupu- liek zuur niet dat aanleiding geeft lot hel billermaken van het bier, maar het is zijn verzurings-product. Het tweede vermogen is, zoo als de hars, het bier te bewaren. Over de zerpe sloffen (substances acres) zal ik niet anders zeggen dan dal zij r.oo liollig zijn voor het bier waarin zij gesmolten wor den door het koken, en waaraan zij geen voordeel verschaffen, dan er enkel een onaangenamen smaak in te weegbrengen; de stelen, de bladeren, de ranken en het zaad bevatten in groote hoeveelheid deze zerpe stoffen. Zoo dus Mijnhee'en, dit alles ingezien, nu wetende wat de hop is uitwendig aanschouwd, wetende rog welke verschilligo nuttige stoffen de bestanddeelen der hop inhouden, ook wetende op welke wijze do hop, die onmisbaar is in de brouwerij, ergroote nadeelen kan te weeg brengen, met niet al de hoedanigheden te bezitten hier boven aangestipl, of wel mot zekere stoffen te bevallen die volstrekt noodlottig zijn om goede fijne bieren voort 1e brengen, dit alles laat mij toe uwe aandachl Ie trekken op eemgo punten, welke, wilt gij ze in acht nemen, U eerlang, in den weg der hopteelt, eenen rassen en winstgevende!) vooruitgang zullen doen maken. A 1° Kiest, als hopsoorten deze die in nuttige bestanddeelen, aan de brouwerij voldoening geven en die dooi eenen kunstiger) keus de hop moeten verbeteren en verfijnen. 2° Geeft aan uwe hop het kunstmatig voedsel hetwelk aan som mige gronden ontbreekt en dat de goede hop niet missen mag. 3' Verwerpt onverbiddelijk zonder vrees al do mannelijke plan'en uwer lochtingen. 4° Plant uwe hop op noodigen afstand, ten einde ze aan de zonnestralen bloot Ie stellen, ('t is de warmte der zon die grootelijks medewerkt tot de fijnheid der lupuline. D. 5’ Plukt uwe hop zonder stelen en nog min met bladeren.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1905 | | pagina 17