I 7 Dank, uit ter harte dank, aan den Belgischen Brouwersbond, aan de provinciale en gewestelijke lakken van het brouwerij wezen, aan de moedige a jonge wachten aan de inzamelaars en de inschrij vers, in een woord, aan allen die bijdroegen om deze aanzienlijke sommen bijeen te brengen. Dank aan de afgevaardigden die hare uit- deeling in de plaatselijke bonden kwamen voorzitten.|Dank, in name van de nationale hopteelt en in ’t bijzonder van de 40 hopbonden wiens leden van ’s brouwers mildheid rechtstreeks genoten. Dank 1 Wij uilen dit gevoel en spiesen dit woord, ileeren Brouwers, niet gelijk een bedelaar het zou doen met neergeslagen oogen en een blos van schaamterood on de wangen wij doen het ook niet uit hebzucht, uit vleierij of uit eigenbelang wij doen het nog veel min uit slaafsche kruiper j want het is en blijft wel verstaan nietwaar, Mijne Heeren, dat de vooruitstrevende hopplanters niet het geringste deebje van hunne rechten afstaan, niet de minste verplichting aangaan Wij aanvaarden als vrije mannen, uwe vrije giften of liever wij nemen die aan als eene aanmoediging, als eene kleine belooning, voor de verbetering aan onze producten toegebracht, verbetering waarvan gij de eersten zult zijn te ge nieten. Ziet, als ’t U belieft, in deze taal geene woorden van hoog moed of van uitdaging wij bekennen dat het misplaatst en licht zinnig zou wezen en om zulks te begaan waardeeren wij te zeer uwe belangstellig in onzen bandel en wandel. Het blijft evenwel vast dat uwe aanmoedigingen dienen moeten om de nationale hop teelt, door verbetering der kweekwijzen en veredeling der soorten, aan te moedigen. Dit inzicht is loflijk. Wij willen dan ook niets verwaarloozen om uwe pogingen vruchtdagend te maken en Ued. uw doel zoo spoedig mogelijk te doen bereiken. Gelieve ons dan enkele oogenblikken nog uwe aandacht te verleenea. Ons dunkens, km en moet dit geil nog meer bijdragen tot de algemeene verbetering der cultuur, in België, ons aller doel, en, laat het ons maar bijvoegen, lol het bewerken uwer eigene belangen. Edoch daarom hoeft gij met ons min op de grenzen en meer in 't herte van de hopk westie te zoeken. De cultuur moet eerst en vooral verbeterd worden, hebt’gij ons gezegd. Goed zoo, hebbenjwij U geantwoord, wijstellen ons aan ’twerk. Gij moet uwe hop beter verzorgen en lijner soorten kweeken, zegdet gij ons over vier jaar. Heel wel, was het antwoord, wij beginnen met op draad te kweeken, min aanjagende vetten te gebruiken, de ziekten doelma tig te bestrijden, onze soorten te veredelen, onze droogasten te verbeteren, onzen pluk te volmaken, enz., enz.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1908 | | pagina 15