De Hopwaag te Poperinge.
-1 538 - A 905
9
Meermaals, sedert korten tijd, hebben landbouwers en handelaars
wijzigingen aan de standregelen der Poperingsche Hopwaag voor
gesteld. Doch telkenmale, hetzij om reden van misverstand der
betrokken partijen, hetzij om reden van vermeende belemmering
van den handel, kon het sledelijk bestuur de voorgestelde wijzi
gingen niet aannemen.
Derhalve zal het, voor onze hopplanters, wel belang opleveren
eenige bescheiden te vernemen over den oorsprong en de uitbreiding
der hopwaag en des hophandels te Poperinge, door de eeuwen heen.
Sedert onheugelijke tijden (volgens sommige schrijvers, reeds van
de IX' eeuw af) was de hopteelt een bron van welstand voor de
kleine landbouwers van Vlaanderen in Frankrijk en Engeland
waren zoowel de Aalslersche hop als do Poperingsche hommel (1)
geprezen, en in de brouwerij verbruikt.
Voor het jaar 1538, hebben wij geen zekere oorkonden nopens
de Poperingsche hopteelt er wordt toch reeds gewag gemaakt
van den Vlaamschen hophandel, in verordeningen van het Gentsche
Schependom ten jare 1372.
Wanneer de lakenweverij, met den aanvang der zestiende eeuw,
aan kwijnen ging, hebben de inwoners van Poperinghe de hop
teelt op een broederen voet aangelegd. Dientengevolge (in i537)
oordeelde do abt van Sl-Bertinus te Sl-Omaars, heer van Poperinge,
hot geraadzaam maatregelen te nemen om het kweeken der hop te
verbeteren. Het gold er voornamelijk de goede faam van de pro
ducten zijner heerlijkhied te behouden, daarover was de abt het
eens met het Landsbestuur der Nederlandenhij stelde zeven hoppe-
keurders of warandeerders aan, evenals oen knaap (of klerk),
die alle jaren den eed moesten afleggen. Hun ambt bestond in het
onderzoeken van de producten uil het opzicht van hoedanigheid en
herkomst wierd de hop als goede Poperingsche hommel bevonden,
dan gaven zij een getuigschrift of schaalbiljet. Voor 'L keuren
van de producten, moesten zij minsten met vijven zijn anders was
hun beslissing niet geldig.
Te dien tijde reeds speculeerden de hophandelaars op het rijzen en
het dalen der marktprijzen uit winstbejag kocht en verkocht men
hop eer zij gewassen of geplukt was. Dit blijkt uit eene verordening
van de Poperingsche wetheeren, den 24 September 1536 afgekondigd.
waarin dit te lezen staat Soo wie van nu voortan eenighe hom-
mele coopten ofte vercoopen zullen eer ze ghehgroyt (gegroeit) ofte
gheploct es, sal sorteeren effect tenzij dal zij berauwen binnen de
XXIV heuren nadat de coopmanscepe ghcdaen es.
Waarschijnlijk schreef de abt van St-Bertinus dan geen bepaalde
regelen voor nopens het keuren der hop de wetheeren van Pope
ringe hebben enkel in lö^S, op 18 November, het eerste bekend
Statuut op 't [aid van de warandijse opgemaakt. Hierdoor
stelden zij de vereischte voorwaarden vast
(1) Zoo word de hop gewoonlijk genoemd in het land van Poperinge,
naar de Lalijnsche benaming humulus lupidus.